Aangemaakte reacties

10 berichten aan het bekijken - 31 tot 40 (van in totaal 706)
  • Auteur
    Reacties
  • In reactie op: Sexting, sextortion & shaming #260940
    Mark
    Moderator

      Simone Belt van helpwanted.nl over online seksueel misbruik

      Vandaag heeft het CBS cijfers bekendgemaakt rondom het grote probleem van Online Seksuele Intimidatie.  Uit dit onderzoek blijkt dat in het jaar 2020 ruim 5 procent van de Nederlanders van 16 jaar en ouder, slachtoffer is geworden van online seksuele intimidatie en misbruik. Te gast is Simone Belt. Zij is inhoudelijk programmamedewerker bij helpwanted.nl, een adviesbureau over Online Seksueel Misbruik. En in deze uitzending gaat zij in gesprek over onder andere de gevolgen van Online seksueel misbruik en hoe we dit probleem kunnen aanpakken.

      Bron: nporadio1.nl

      In reactie op: Seksueel geweld en seksueel misbruik (algemeen) #260937
      Mark
      Moderator

        Francine Oomen openlijk over seksueel misbruik: ‘Sterfbed moeder was kantelpunt in mijn leven’

        Op het sterfbed van haar moeder komt schrijver Francine Oomen erachter dat ze een hele leve lang een geheim over seksueel misbruik heeft verzwegen. “Dat geheim van mijn moeder is eigenlijk ook mijn geheim”, vertelt ze in Nooit Meer Slapen. Hoe kan je intergenerationele trauma’s doorbreken?

        Seksueel misbruik
        Praten over seksueel misbruik gaat niet vanzelf, vertelt Francine Oomen in Nooit Meer Slapen. Erover zwijgen is een patroon die ze herkent in haar eigen leven en dat van haar moeder. In de nieuwe documentaire Hoe overleef ik: Francine Oomen doorbreekt het zwijgen gaat ze de confrontatie aan met de ‘weeffouten’ en hardnekkige patronen in haar familie.

        “Ik kwam op een punt in mijn leven dat ik patronen begon te herkennen. Dat je denkt: dit kan geen toeval zijn.” Die patronen, die zich in haar leven voordeden, begon ze ook te herkennen in het leven van haar volwassen kinderen. “Je zou het simpel kunnen samenvatten als de intergenerationele doorgifte van patronen.” Het kantelmoment was het sterbed van haar moeder, benadrukt Oomen. “Op een indirecte manier kwam ik achter het geheim van mijn moeder, dat ze haar hele leven met zich had meegedragen. Dat geheim van mijn moeder was eigenlijk hetzelfde als mijn geheim, dat ik ook mijn leven bij me heb gedragen.”

        Schuld en schaamte
        Oomen was 13 jaar oud toen ze werd seksueel misbruikt. “Dat heeft een paar jaar geduurd. Mijn moeder had precies dezelfde leeftijd toen het bij haar gebeurde.” Het fascinerende van intergenerationele trauma’s is dat zelfs de jaartallen vaak blijken te kloppen, legt Oomen uit. “Mijn moeder heeft haar hele leven daarover gezwegen, maar dat geheim kwam op het sterfbed haar martelen. Ze er niet meer de reserves voor om het geheim er onder te houden. Het was net een groot monster, dat niet haar graf mee in wilde; alsof dat monster van haar op mij sprong.”

        Seksueel misbruik kent volgens Oomen twee vormen. “Bij verkrachting is duidelijk wie de schuldige en wie het slachtoffer is.” Maar het wordt ingewikkelder als het onder het mom van liefde gebeurt, legt ze uit. “Mensen die onder het mom van liefde worden misbruikt, hebben het gevoel dat ze medeplichtig zijn. Uit schaamte houden ze hun mond dicht.” Liefde van ouders kan een beschermend effect hebben, onderstreept Oomen. “Kinderen die niet in een liefhebbend blik van hun ouders staan, zijn vaak niet beschermd. Die liefhebbende blik hebben kinderen wél nodig om te kunnen overleven.”

        Bron: nporadio1.nl

        In reactie op: Alle jaargetijden in mij – Nena Triana Sanchez #260702
        Mark
        Moderator
        Topic starter

          Dichtbundel over seksueel misbruik: ‘Iedereen kent pijn, het is goed om elkaar daarin te helpen’


          Nena Triana Sanchez © Nikki Groenewegen

          Seksueel misbruik en een eetstoornis. Het overkwam de inmiddels 25-jarige Nena Triana Sanchez uit Leiden op jonge leeftijd. Jarenlang heeft ze er over gedaan om het te verwerken. Het trauma heeft niet alleen een eigen plek gekregen, ze heeft er ook een positieve wending aan gegeven. Het resultaat, de dichtbundel ‘Alle Jaargetijden In Mij’, ligt nu in de boekhandel.

          Sanchez maakt indruk met haar debuut. In vlot geschreven, mooie zinnen verwoordt ze het grote onrecht dat haar op 8-jarige leeftijd is aangedaan. In haar dichtbundel stelt ze zich kwetsbaar op door haar diepste gevoelens, pijnen en gedachten op papier te zetten. Het is de grote kracht van Alle Jaargetijden In Mij.

          Op indringende wijze vertelt de Leidse hoe ze bijna onderdoor gaat aan het misbruikverleden, maar er uiteindelijk sterker uit is gekomen. Sanchez: ‘Ik wilde laten zien dat hoe donker sommige dingen ook kunnen voelen, of hoeveel pijn je ook kan hebben, dat het ook wel weer beter kan worden en het weer zomer kan worden.’

          Vier seizoenen
          De dichtbundel was geen vooropgezet plan, maar ontstond toen ze op haar negentiende in traumatherapie ging en door haar therapeut werd gevraagd om het op papier te zetten: ‘Sommige dingen had ik opgeschreven, andere dingen op de computer. Ik wilde het eigenlijk bundelen, toen dacht ik: ik kan het eigenlijk wel opsturen. Toen had ik het thema er in aangebracht en wilden ze het heel graag uitgeven.’

          In vier seizoenen vertelt ze haar levensverhaal. Niet helemaal in logische volgorde, want ze springt van winter, naar herfst en lente om te eindigen met de zomer: ‘De seizoenen staan symbool voor hoe ik mij voelde. De winter was mijn diepste dal, daar beschrijf ik ook de meeste heftige dingen. De herfst ook, maar daar zie je al iets meer licht. En dat werd steeds beter, soms nog wel lastig. En in de zomer is de tijd om te stralen, zo voelt het ook. Dat dat het licht is vanuit het donker naar toe ben gegaan.’

          Taboe
          In het voorwoord schrijft Sanchez dat ze het taboe wil doorbreken om het te hebben over moeilijke onderwerpen als ‘mentale gezondheid, seksueel misbruik, eetstoornissen of het kwijt zijn van zelfliefde’: ‘Zodat mensen er mee naar buiten durven te komen en misschien wel aangifte doen en gerechtigheid krijgen. En in de hoop dat als er meer aandacht voor komt, dat het ook minder gebeurt.’

          Zelf heeft ze, bewust, geen aangifte gedaan: ‘Dat gaat mij niet helpen. Als ik alles naar boven moet halen, dat ik moet bewijzen dat het zo is. Ik vind het heel erg dat zo’n aangifteproces zo moeilijk is, dat het uiteindelijk woord tegen woord is, daar had ik op dat moment geen behoefte aan. Nu denk ik ook: het gaat mij niet helpen als ik benoem wie de dader is.’

          Waardevolle vriendschappen
          Helemaal niets gedaan heeft ze echter ook niet: ‘Ik heb uiteindelijk die persoon wel een brief geschreven om te laten weten dat ik het niet vergeten ben. Mocht ik ooit het idee hebben dat er andere slachtoffers zijn, dan zal ik er wel wat mee doen. Maar nu kies ik voor de rust tussen ons beiden en de mensen die ons kennen.’

          Met de publicatie laat ze een periode achter waarin ze door een diep dal is gegaan: ‘Ik heb meerdere keren er over nagedacht of ik er een einde aan zou maken, omdat ik de pijn niet aan kon. Ik was het vertrouwen kwijt in mensen en vroeg me af: blijft het altijd slecht? Toen het slecht met mij ging, vroeg ik mij ook af waarom moest mij dit overkomen? Maar het is gebeurd, ik kan het niet meer terugdraaien. Voor mijn eigen gemoedstoestand probeer ik dat los te laten. Dat lukt steeds beter, omdat ik mijn leven weer heb kunnen oppakken. Het zal altijd wel lastig blijven, maar ik heb wel mijn leven weer kunnen opbouwen.’

          Liefde overwint alles
          Belangrijk voor Nena was de steun die ze kreeg van haar vriendinnen en haar voetbalteam: ‘Ik ben heel erg dankbaar dat ze er al die jaren voor mij zijn geweest. Daar heb ik hele waardevolle vriendschappen aan overgehouden. Bij het voetbal kon ik altijd gewoon Nena zijn. Hoe naar ik me ook voelde, het was altijd goed. Daar kon ik mijzelf zijn, buiten mijn trauma en mijn eetstoornis. Daarom betekenen zij ook heel veel voor mij.’

          Opmerkelijk genoeg bedankt ze de dader ook in het dankwoord van haar dichtbundel: ‘Hoe gek het ook klinkt, dit proces heeft mij ook heel veel gebracht. Het was verschrikkelijk om mee te maken en ik gun het echt niemand. Maar het heeft me ook wel laten zien hoeveel liefde ik om mij heen heb, hoeveel mensen ik om mij heen heb om mij te steunen. Ik heb hierdoor geleerd dat liefde echt altijd groter is dan angst of pijn. Dat had ik zonder dit niet geleerd.’

          Kwetsbare onderwerpen
          Het moment van publiceren vond ze zelf heel spannend: ‘Je bent eigenlijk de enige die het leest en hebt geen idee wat anderen er van vinden. En het is ook heel erg kwetsbaar omdat het over onderwerpen gaat die heel dicht bij je hart liggen. Dus ik vind het heel fijn als mensen zeggen dat ze het mooi vonden, omdat je het zelf niet kan inschatten.’

          Over een vervolg op haar dichtbundel heeft ze nog niet nagedacht. ‘Ik wil wel gedichten blijven schrijven, onbewust doe ik dat ook wel als ik op vakantie ben of even rust in mijn hoofd heb. Dan komen de woorden vanzelf en dat helpt mij heel erg. Maar of ik nog een dichtbundel wil uitbrengen, dat weet ik niet. Dat ligt misschien aan het thema. Of misschien een vervolg hierop. Maar dat weet ik nog niet. Het lijkt me wel erg leuk. ja.’

          Bron: omroepwest.nl

          In reactie op: Fier.nl #260638
          Mark
          Moderator

            Nieuwe opvang in Capelle aan den IJssel biedt bescherming en behandeling aan mishandelde en misbruikte vrouwen en meisjes: ‘Ik ben eindelijk thuis’


            Woonkamer van een van de vrouwengroepen bij Fier in Capelle aan den IJssel | Foto: RijnmondWoonkamer van een van de vrouwengroepen bij Fier in Capelle aan den IJssel | Foto: Rijnmond

            Prinses Beatrix opent donderdag 16 september in Capelle aan den IJssel officieel een nieuwe opvang voor mishandelde vrouwen en meisjes. Het gebouw de Veilige Veste van zorgorganisatie Fier aan de Burgemeester Schalijlaan biedt plaats aan maximaal 36 vrouwen. Drie van hen doen hier hun verhaal. Het zijn dramatische verhalen over seksueel misbruik en stelselmatige mishandeling. Bij Fier krijgen ze niet alleen een veilig onderdak, maar worden ze ook behandeld en begeleid.

            De Veilige Veste is de tweede opvang van Fier in Nederland, de andere is in Leeuwarden. Twee locaties op grote afstand van elkaar heeft een voordeel: vrouwen die elders in Nederland gevaar lopen op straat, kunnen naar Capelle. Omgekeerd kan het voor vrouwen uit de regio Rotterdam beter zijn om naar Leeuwarden te vertrekken.

            Kimberley (20) woont sinds kort in Capelle aan den IJssel, waar de opvang al een tijdje draait. Zij komt uit een ander deel van Nederland, waar voor haar ‘code rood’ geldt: het risico is daar te groot dat zij de dader tegen het lijf loopt. De dader is een familielid, een verre neef.

            “Ik werkte bij hem in de winkel en omdat ik een goed verstand heb, mocht ik de boekhouding gaan doen. Hij nodigde mij bij hem thuis uit om wat rekeningen door te nemen, gaf me een drankje en ik dacht: ‘Het is familie, niets aan de hand’. Maar in het drankje bleek GHB, MDMA en speed te zitten. Ik was compleet gedrogeerd en hij heeft mij de hele nacht mishandeld en verkracht.”

            In het ziekenhuis vertellen ze Kimberley dat zij aan de overdosis drugs had kunnen overlijden. Doet ze geen aangifte? “Door de drugs leed ik aan geheugenverlies, ik kon geen sluitend verhaal vertellen. Dan wordt het lastig om de politie te overtuigen.”

            Ze is eerder in haar leven, tussen haar 13e en 16e, misbruikt door een buurtgenoot. Destijds deed ze wel aangifte, maar zonder succes. “De politie nam het niet serieus en zei ‘het is niet te bewijzen dat het tegen je wil was’. Ik wil daar echt aandacht voor vragen want heel veel vrouwen worden niet geloofd. Het is een taboe, in hun omgeving wordt gezegd ‘je zoekt aandacht’, of ‘je speelt het slachtoffer’. Ik ben hier nu bewust open over in de hoop dat anderen die dit lezen zich niet alleen voelen. Niet denken dat het aan hen ligt.”

            Ze volgt therapie bij Fier om van meerdere trauma’s af te komen. “Misbruik doet wat met je. Je lichaam wil het niet, je geest wil het niet. Ik heb weinig vertrouwen meer in mannen. Ik heb mijn leven er ook te veel op aangepast. Dan koop ik bepaalde kleding niet omdat het mogelijk te uitdagend of opzichtig is, wat natuurlijk onzin is.”

            Bakkerij
            De ouders van Kimberley weten waarom zij in Capelle zit, de rest van het gezin en de familie niet. “Zij denken dat ik hier een opleiding volg.” Haar grote droom is kinderpsycholoog worden. Fier wil het zoeken van een baan stimuleren door de vrouwen en meisjes in het pand aan het werk te zetten. In Leeuwarden zijn er een naaiatelier en een bakkerij, in Capelle aan den IJssel bakkerij Blooming Bakery, die koekjes en taarten levert aan klanten in de regio.

            Henk Markus (57) zwaait in Leeuwarden de scepter over de bakkerij en doet dat tijdelijk in Capelle. Hij is kok en sociaal werker tegelijk. “Het is meer dan bakken. Ze zijn even uit de sores, leren om op tijd uit bed te komen, rekening te houden met collega’s en afspraken na te komen. Ze kunnen ook een voedsel- en hygiëne-certificaat halen en bedenk wel: voor sommigen is dat hun eerste diploma.”

            Hij wijst naar een jonge vrouw die achter een laptop zit. “Zij doet mijn administratie en onderhoudt de contacten met de klanten.” Zo is de opvang een eerste stap naar een baan. Belle (21) heeft inmiddels werk gevonden, nadat ze eerst enkele maanden in de bakkerij heeft doorgebracht. Een mooie tijd, zegt ze, met als hoogtepunt het bezoek van burgemeester Aboutaleb van Rotterdam. Ze droeg een gedicht aan hem voor. Een gedeelte daaruit:

            ‘Mijn hoofd was een tsunami van emoties en gedachten; Zo vol met geheimen als een oceaan; Je ziet pas wat voor moois er schuilt als je er diep erin duikt; Het is makkelijk te verdrinken in gedachtes; Maar ik heb leren ademen onder water.’

            Haar geheim was dat zij vanaf haar twaalfde is misbruikt door haar oom en dat acht jaar lang aan niemand heeft verteld. “Ik heb het uiteindelijk opgeschreven in een brief en die aan mijn vader voorgelezen. Die reageerde gelukkig heel goed: hij omhelsde mij en zei dat het niet mijn schuld was.”

            Ze volgt nu therapie bij Fier, soms zelfs samen met haar vader erbij. “We zijn heel close. Ik zit hier nu acht maanden en heb het gevoel wel klaar te zijn en terug te kunnen keren naar mijn vaders huis.” Net als bij Kimberley is aangifte doen van het seksueel misbruik geen zekerheid. “Ik overweeg wel mijn familie in te lichten om te waarschuwen, zodat mijn oom niet meer slachtoffers maakt.”

            Koken voor de groep
            Ze heeft haast want vandaag is de dag dat zij moet koken voor haar groep van vier vrouwen. “Pasta pesto, dat is mijn gerecht.” Elke groep heeft een eigen huiskamer en de vrouwen nemen ook wekelijks hun ervaringen met elkaar door. “Wat was top, wat was flop. Je geeft elkaar tips. Ik heb hier heel veel geleerd.”

            Maria (32) is al een stap verder. Zij heeft de opvang in Capelle aan den IJssel net verlaten en woont zelfstandig. Bij Fier zat zij met haar zoontje op de afdeling Asmi, voor moeders met kinderen. De andere afdelingen zijn Asja (meisjes van 12 tot 21 jaar) en Gaja (vrouwen tussen de 18 en 27 jaar). Voor het interview is Maria even teruggekomen naar de Veilige Veste en wordt direct overspoeld door heimwee. “Ik ben hier zo gelukkig geweest.”

            Haar levensverhaal is ongekend schokkend. Maria groeit op in een arm gezin in het Afrikaanse land Guinee, waar zij als kind het huishouden doet en bananen moet verkopen. “Ik kreeg soms lange tijd niet te eten en als ik het dan waagde om een hapje banaan te nemen, werd mijn stiefmoeder boos.” Ze toont de bovenkant van haar handen. “Die zwarte plekken, dat komt omdat mijn stiefmoeder mijn handen in kokend vet heeft geduwd.”

            Als Maria voor de tweede keer besneden moet worden, grijpt haar zus in. Zelf is zij prostituee en zij wil haar jongere zus aan een betere toekomst helpen. “Ik werd met een vaste klant van haar naar Nederland gestuurd. Hij heeft me hier een week in huis gehouden en misbruikt. Daarna heeft hij mij gedumpt bij een azc in Ter Apel. Ik was dertien jaar oud.”

            Er volgt een lange weg van azc naar azc en van pleeggezin naar tehuis. Tot het noodlot echt toeslaat. “In 2017 heb ik de domme keuze gemaakt verliefd te worden op een man in België. Ik kende hem via een vriendin en hij zat destijds in de gevangenis. Met een enkelband kwam hij vrij en toen ik naar België ging, heeft hij mij twee jaar lang als een slaaf behandeld.”

            Maria en haar zoontje worden geslagen met een riem en een kabel, zij wordt gedwongen cocaïne te gebruiken en seks met hem te hebben, vaak in het bijzijn van haar kind. Ze slaapt op de grond en mag sporadisch naar buiten om boodschappen te doen. “Ik had geen telefoon, geen geld, sprak de taal niet en durfde niet weg te lopen uit angst dat hij mij iets zou aandoen. Hij kende heel veel mensen.”

            De man beheerst haar totale leven. “Zelfs als hij ging poepen, dwong hij mij om erbij te komen zitten.” De regelmatige afranselingen ontgaan ook de buurvrouw niet, maar Maria smeekt haar niet naar de politie te gaan. Weer die angst. Ze laat haar benen en bovenarm zien. “Hier heeft hij met een mes gestoken. We hebben de wonden zelf behandeld en ik mocht niet naar het ziekenhuis. Niemand mocht het weten.”

            Steken met een schaar
            Als haar ‘vriend’ op een dag helemaal uit zijn dak gaat en Maria met een schaar dreigt te steken, is het genoeg geweest voor de buurvrouw. Zij biedt haar onderdak en waarschuwt de politie. Uiteindelijk belandt Maria bij de tijdelijke vrouwenopvang van Fier in Rotterdam-Zuid en daarna wordt zij geplaatst in Capelle aan den IJssel.

            “Ik heb hier therapie gevolgd en mezelf teruggevonden. Sinds mijn dertiende voel ik mij niet veilig, bij Fier had ik eindelijk een thuis. Ik ben een gelukkig mens.” Maria is van moslim christen geworden. “God is altijd bij mij gebleven en dat ik hier kwam, was zijn plan. Ik ben nog wel op zoek naar mijn zus. Sinds 2003 heb ik geen contact meer met haar. Ik wil zo graag ‘dankjewel’ tegen haar zeggen omdat zij een betere toekomst voor mij heeft geregeld in Nederland.”

            Achter Maria loopt een jonge vrouw de bakkerij binnen. Zij zit ‘gesloten’, wat inhoudt dat zij onder geen beding naar buiten mag, zegt een medewerker van Fier. “De man van wie zij slachtoffer is geweest, heeft haar gedreigd te vermoorden. Ze kan niet eens naar school. Hier is zij veilig. Er hangen camera’s rond het gebouw en er zijn goede afspraken met de politie om snel ter plaatse te zijn. Het toont nog maar eens aan dat een opvang als deze in Capelle bittere noodzaak is.”

            Ruud de Boer ontving in het interviewprogramma ‘De Verdieping’ bestuursvoorzitter Linda Terpstra van zorgorganisatie Fier, die de tweede locatie van Veilige Veste in Capelle opent. Ook in de studio: Carrie Jansen, die zich na een carrière als sociaal advocaat nu ontfermt over de bewoners van Veilige Veste en programmamaker Paul Verspeek, die een bezoek bracht aan de opvang. Het studiogesprek kun je beluisteren via onderstaande podcast. 

            Bron: Rijnmond.nl

            In reactie op: Relationele problemen #260610
            Mark
            Moderator

              Mensen in een codependente relatie maken zichzelf ongelukkig: zo herken je de signalen

              ‘Codependent’ betekent letterlijk ‘medeafhankelijk’, en wie er last van heeft, schuift zijn eigen gevoelens en verlangens opzij ten voordele van iemand anders. Psychotherapeut Sarah Hofman geeft tekst en uitleg en somt alarmsignalen op.

              Codependentie is een term die oorspronkelijk gebruikt werd in de verslavingszorg, maar steeds meer zijn weg vindt naar de reguliere psychologie. In de verslavingszorg gaat het voornamelijk om mensen die een liefdes- of familierelatie hebben met een verslaafde en hun (zorg)gedrag daar zo sterk op afstemmen dat ze daarmee onbewust de verslaving in stand houden. Maar codependentie kan ook voorkomen in relaties met mensen die niet verslaafd zijn, maar op een ­andere manier emotioneel ongezond gedrag vertonen.

              Zo’n codependente relatie kan veel vormen aannemen, zegt psychotherapeut Sarah Hofman. ,,Het kan een vriendschap zijn, of een relatie met een familielid zoals een moeder en een dochter, en zelfs een werkrelatie, waarbij een werknemer zich te veel ten dienste stelt van zijn werkgever.” Hofman specialiseerde zich in codependentie nadat ze zelf jarenlang in een ongezonde verslavende relatie vastzat.

              Codependen­tie komt vaak voor bij mensen die gevoelig zijn voor verslavin­gen, omdat dezelfde soort trauma’s aan de basis liggen
              Sarah Hofman, psychotherapeut

              Volgens Hofman kun je codependentie op sommige manieren met een verslaving vergelijken. ,,De Amerikanen gingen als eersten met de term aan de slag, en het waren ook de Amerikanen die de term later voor het eerst losmaakten van de verslavingszorg. Maar codependentie komt wel vaker voor bij mensen die verslavingsgevoelig zijn, omdat dezelfde soort trauma’s aan de basis liggen. Sommigen ontwikkelen een drankverslaving, anderen een gok- of eetverslaving, en weer anderen komen ­terecht in een codependente relatie. Maar eigenlijk spreek je al van codependentie op het moment dat je je eigen ­behoeftes over het algemeen minder belangrijk vindt dan die van een ander. En dat gebeurt dus veel vaker dan je zou denken.”

              Liefdesverslaving
              ,,Mensen die codependent zijn maken zich kleiner dan de ander en cijferen zichzelf volledig weg. Ze vergeten vaak hun eigen grenzen”, legt Hofman uit. ,,Ze wringen zich in allerlei bochten om de ander te behagen, passen zich voortdurend aan en voelen zich verantwoordelijk voor de ander zijn geluk. En dat gebeurt dus niet alleen in liefdesrelaties, al zijn het wel vaak codependente partners die het snelst in therapie gaan wanneer het mis dreigt te gaan.”

              Maar net als de liefde kent ook codependentie volgens Hofman vele vormen. ,,Soms belanden mensen ook in zo’n situatie door de omstandigheden, zoals de moeder van een kind met een beperking die non-stop bezig is met de zorg voor haar kind en niet meer aan haar eigen behoeftes toekomt”, verduidelijkt de psychotherapeut. ,,Maar vaak gaat het ook om een vorm van liefdesverslaving, waarbij je je eigenwaarde letterlijk laat afhangen van de liefde, bevestiging en goedkeuring van iemand anders.”

              Onveilige hechting
              Niet iedereen loopt evenveel risico om in een codependente relatie terecht te komen. Veel heeft te maken met de opvoeding of trauma’s uit eerdere relaties. Volgens Hofman speelt wat zij een onveilige hechtingsstijl noemt een belangrijke rol. ,,Wie zich in zijn jeugd onveilig heeft gevoeld in relaties, is veel vatbaarder voor codependentie dan iemand die veilig gehecht is. Ook misbruik of emotionele verwaarlozing kunnen een rol spelen.”

              Maar ook mensen bij wie alles op het eerste gezicht koek en ei was thuis, kunnen later codependent worden. ,,Soms zijn trauma’s niet zichtbaar voor de buitenwereld, zoals wanneer je ouders niet emotioneel bereikbaar waren, omdat ze met zichzelf in de knoop zaten. Dan voel je heel je leven een eenzaamheid, die je soms niet onder woorden kan brengen. Als volwassene word je dan onbewust weer aangetrokken tot iemand die je in contact brengt met dat gevoel uit je kindertijd.”

              Mensen met verlatings­angst hebben geleerd heel erg hun best te doen om de relatie te laten slagen, zelfs als het een ongelukki­ge relatie is
              Sarah Hofman, psychotherapeut

              Mensen die angstig of vermijdend in hun verhoudingen zijn, hebben ook vaker last van verlatings- of bindingsangst, en zijn daardoor volgens Hofman vatbaarder voor codependentie. ,,Mensen met verlatingsangst hebben geleerd zich vast te klampen aan hun partner en heel erg hun best te doen om de relatie te laten slagen, zelfs als het een ongelukkige relatie is. Wie bindingsangst heeft, kampt eigenlijk met datzelfde gevoel, maar kiest ervoor om gewoon geen (diepgaande) relaties meer aan te gaan uit angst dat ze fout zullen aflopen. Voor zo iemand kan het heel veilig voelen om te vallen voor een onbereikbare man of vrouw. Dan weet je al van tevoren dat hij of zij niet snel voor jou zal kiezen, ook al wil je diep vanbinnen niets liever dan verbinding voelen in een relatie.”

              Alarmsignalen
              Een codependente relatie kun je vaak moeilijk herkennen, maar er zijn wel alarmsignalen. Een negatief zelfbeeld, uitputting, overspannenheid, en gevoelens van prikkelbaarheid, bitterheid en woede zijn goede eerste indicaties. Daar komt vaak het gevoel bij van diepe frustratie over een gebrek aan bevestiging over alle inzet die je toont en een angst om je ongenoegen te uiten. Dit kunnen allemaal signalen zijn van een codependente relatie. Hofman beschrijft het als een inwendige leegte die maar niet opgevuld raakt. De buitenwereld ziet vaak niets, maar van binnen voelt het zwaar en moeilijk.

              Verwerking is de sleutel om verder te kunnen
              Sarah Hofman , psychotherapeut

              In contact komen met de oorsprong van die gevoelens is volgens Hofman de belangrijkste manier om eruit te komen. ,,Wij begeleiden mensen bij het verwerken van de pijn en het verdriet uit het verleden waar ze nog steeds onbewust mee worstelen. Verwerking is de sleutel om verder te kunnen. Ik leer mensen die vastzitten in een codependente relatie om autonomer te worden, minder afhankelijk te zijn en liefdevoller naar zichzelf te kijken. Als ze snappen dat hun partner voortdurend het trauma uit het verleden aanraakt dat hen kwelt, kunnen ze lief worden voor zichzelf in plaats van de bevestiging elders te zoeken. Ze verwachten dat hun partner hen gelukkig zal maken, maar zo werkt dat natuurlijk niet.”

              Daarbij is zelfliefde volgens Hofman onmisbaar: ,,Ze moeten eerst milder voor zichzelf worden en in hun eigen behoeftes voorzien. Wie daarin slaagt, zal automatisch gezondere partners aantrekken, of zal zijn eigen relatie op een gezondere manier zien evolueren. En als dat niet gebeurt, is de conclusie soms dat de relatie beëindigd moet worden. Dat geldt ook voor andere ongezonde relaties.” Therapie kan daarbij helpen. ,,Ik ben blij om te merken dat steeds meer mensen de weg vinden naar therapie. Het taboe is lang heel groot geweest, vooral voor mannen. Gelukkig is het tij aan het keren en durven mensen steeds vaker de hulp te zoeken die ze verdienen.”

              Florence (35) ging jarenlang gebukt onder een codependente relatie: ,,Ik moest ontdekken wie ik was zonder mijn moeder”
              ,,Mijn ouders zijn gescheiden toen ik 19 was. Mijn vader verliet mijn moeder van de ene dag op de andere voor een veel jongere vrouw en vertrok zonder achterom te kijken. Mijn moeder was gebroken. Haar wereld stortte in, en als enig kind werd ik haar steun en toeverlaat. Ik voelde me schuldig wanneer ik op zondagavond naar mijn studentenkamer vertrok en haar alleen liet in dat veel te grote, lege huis.”

              ,,Ze deed ook geen enkele moeite om sterk te zijn en haar verdriet voor mij te verbergen, integendeel. Ze belde me tijdens de werkweek huilend op omdat ze zich eenzaam voelde. Wanneer ik in het weekend naar huis ging, eiste ze me volledig op en gebruikte ze mij om de leegte in haar leven op te vullen. Ik durfde niet meer af te spreken met vriendinnen of uit te gaan op zaterdagavond, want dan wist ik dat mijn moeder alleen zou zitten. Ik voelde me hoe langer hoe meer verantwoordelijk voor haar geluk. De situatie werd zo erg dat ik weer thuis ging wonen.”

              Mijn vriendin­nen lieten mij inzien dat ik mezelf wegcijfer­de voor mijn moeders geluk
              Florence

              ,,De toxische relatie met mijn moeder had ook invloed op mijn liefdesleven. Ik hield mijn telefoon altijd bij de hand voor het geval zij me nodig had en ik zei soms afspraakjes af omdat ik haar niet alleen wilde laten. Als ik er toch eens voor koos om op citytrip te gaan met mijn vriend, voelde ik me een heel weekend lang schuldig en kon ik me niet ontspannen. Ik ga niet beweren dat mijn moeder de enige reden was voor de breuk met mijn toenmalige vriend, maar ik weet wel zeker dat mijn relatie met haar voor veel irritaties en discussies heeft gezorgd.”

              ,,Het waren uiteindelijk mijn beste vriendinnen die mij hebben geholpen om afstand te nemen van mijn moeder. Zij lieten me inzien dat ik mezelf aan het wegcijferen was voor haar geluk, terwijl ik daar niet verantwoordelijk voor was. Toen ik op mijn 30ste twijfelde of ik mijn droombaan wel zou aannemen, ben ik op zoek gegaan naar professionele hulp. Zo heb ik langzaam maar zeker mezelf teruggevonden.”

              ,,Het was een vreselijk moeilijk proces. Ik moest ontdekken wie ik was zonder mijn moeder. Ondertussen heb ik geleerd om mijn grenzen aan te geven en weet ik dat ik ook ‘nee’ kan zeggen wanneer mijn moeder een beroep op mij doet. En mijn verhuizing heeft haar gedwongen om contact te zoeken met anderen en zorgde er zelfs voor dat er een nieuwe man in haar leven kwam. Op dit moment is onze relatie gezonder en beter dan ooit.”

              Meer info over codependentie en de aanpak van Sarah Hofman vind je op haar website.

              Bron: ad.nl

              In reactie op: Verwondering – Marianne van Wageningen #260429
              Mark
              Moderator
              Topic starter

                Slachtoffer seksueel geweld deelt ervaring: een wond die maar moeizaam geneest


                In ”Verwondering” beschrijft Marianne van Wageningen hoe God wil troosten na seksueel geweld. beeld Mirjam Leeflang

                Ze werd meegetrokken in „een oneindige afgrond.” Het is een van de beelden die Marianne van Wageningen gebruikt als ze terugblikt op het moment dat ze werd verkracht. In ”Verwondering” belicht ze de zware weg die ze ging na deze traumatische ervaring en laat ze zien „hoe God wil troosten na seksueel geweld.”

                Het gebeurde in „misschien slechts een minuut of vijf” dat een man zich aan Marianne van Wageningen –getrouwd en (pleeg)moeder van enkele kinderen– vergreep. Daarna voelde ze zich „behandeld als een lap vlees, gepakt, gepijnigd en vernederd.”

                In haar boek maakt ze duidelijk hoe deze ervaring –waarop ze niet tot in detail ingaat– haar leven volledig op z’n kop zet. Ze probeert in eerste instantie haar gevoelens van machteloosheid en pijn te onderdrukken. Iets wat daarbij helpt, is ruziemaken, vooral met haar man. „Degene van wie je het meest houdt, krijgt dan het meest te verduren, want je moet ergens met je boosheid en rotgevoelens heen.”

                Het wegdrukken van gevoelens blijkt geen begaanbare weg. Na verloopt van tijd ervaart Van Wageningen, die te maken krijgt met herbelevingen en PTSS-klachten, dat normaal functioneren onmogelijk wordt. Ze besluit het zwijgen te doorbreken en zoekt hulp bij onder anderen een psycholoog. Meer dan eens zijn er momenten dat ze „compleet moegestreden en wanhopig” is.

                Kruis
                Intussen worstelt ze als christen met ingrijpende vragen: Waarom liet God dit toe en greep Hij niet in? „Er was voor God, bij wijze van spreken, enkel een vingerknipje nodig geweest om dit te voorkomen.” Juist op momenten van boosheid ervaart ze echter dat Hij „veel van mij hield.”

                „Toen ik nog weinig begrip en geloof kreeg van de mensen om mij heen, was er wel Zijn Geest bij mij diep vanbinnen Die mijn pijn zag en mijn wond verzorgde. Die mij troostte met Zijn aanwezigheid en Zijn woorden: Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden.”

                Het ene moment ervaart ze die troost, het andere moment stormt het weer vanbinnen. In haar zoektocht naar antwoorden op geestelijke vragen wordt ze geregeld bepaald bij het kruis van Golgotha. „Het kruis, waar ik in gedachten naar keek, waaraan ik me vastgreep toen de dader bezig was met zijn afschuwelijke machtswellust, want ik wist dat Jezus daar ruim tweeduizend jaar geleden net zo naakt was als ik op dat moment.”

                Met al haar pijn en vragen vertrouwt ze zich aan de Heere toe. „Hij heeft toegelaten dat er veel pijn in mijn leven is, maar Zijn zegen ervaar ik nog veel vaker dan dat ik die pijn voel.” Ze zegt te hebben geleerd dat ze niet op al haar vragen antwoord krijgt. „Ze te mogen stellen is al genoeg. (…) Vragen en Zijn liefde. Zijn die twee in balans? Niet altijd, uiteindelijk wint altijd de liefde.”

                Ook vragen over het vergeven van de dader komen aan bod. „Al lezend in de Bijbel kan ik niet anders dan tot deze conclusie komen: vergeven kan alleen dan wanneer de dader oprecht om vergeving vraagt.”

                Herkenning
                De kracht van dit boek zit in de eerlijke beschrijving van de weg die Van Wageningen na haar ervaring met seksueel geweld is gegaan. Ze spreekt van „een wond die maar moeizaam geneest” en maakt de lezer openhartig deelgenoot van haar pijn en alle moeite die ze op de weg na het misbruik ervaart. Daarmee richt ze zich allereerst op „mijn zuster of broeder, die net als ik op de een of andere manier geschonden en daardoor gewond is.”

                Ze tekent daarbij aan dat iedere ervaring van seksueel geweld uniek is en dat iedereen er op zijn of haar eigen manier mee omgaat. Toch zal dit boek bij slachtoffers van misbruik zonder meer herkenning oproepen, onder meer als het gaat om schuldgevoelens en zelfverwijten, de manier waarop de omgeving kan reageren of om geestelijke vragen die zich niet eenvoudig laten beantwoorden.

                Behalve haar persoonlijke ervaringen geeft de auteur meer dan eens zaken door die haar raakten in boeken van auteurs als C. S. Lewis, Tim Keller, Nico van der Voet en John Stott. Terwijl ze enkele keren haar contact met een therapeut benoemt, schrijft ze niet expliciet over pastorale zorg die er wellicht is geweest na het misbruik.

                Deur naar herstel
                Intussen rekent de auteur ook mensen die een verhaal over misbruik toevertrouwd krijgen tot de doelgroep van haar boek. Hoe reageer je als familielid, vriend(in) of ambtsdrager wanneer iemand zijn of haar traumatische ervaring met je deelt? „Ik vind het jammer dat ook ik niet altijd geloofd werd, want praten is de enige deur naar herstel”, merkt de auteur op. Haar advies aan omstanders: probeer te luisteren zonder oordeel. „Geef degene die het je vertelt de volledige regie en ga ook niet vissen naar details.”

                Het lezen van dit boek kan familieleden, leerkrachten en werkers in het pastoraat helpen om zicht te krijgen op de enorme impact van een verkrachting, ook nog na vele jaren. En om alert te zijn op valkuilen in het contact met slachtoffers. Kijk er niet van op als dezelfde vragen meer dan eens worden gesteld of als na momenten van geloofsvertrouwen toch ook weer boosheid de kop opsteekt. En vergeet –wanneer het slachtoffer een relatie heeft– ook zijn of haar partner niet bij het bieden van pastorale zorg.

                Bron: rd.nl

                In reactie op: Dissociatie en dissociatieve identiteitsstoornissen #260099
                Mark
                Moderator

                  ‘Een blauwe plek, die geneest. Maar woorden zijn een soort vergifinfuus, waar je continu aan ligt’

                  Zo’n 1 miljoen Nederlanders hebben een zeldzame aandoening. Daardoor is het vaak ingewikkeld om de juiste diagnose te stellen en de goede behandeling te vinden. In deze serie vertellen ervaringsdeskundigen over de impact daarvan. Vandaag Mirre (39) over dissociatieve identiteitsstoornis (DIS): ,,Het is alsof een hart in stukjes is gebroken.”

                  Je zit in de bus, je gedachten dwalen af en ineens besef je dat je je halte hebt gemist. Of je staart voor je uit en hebt even niet door dat iemand al een paar keer je naam heeft geroepen. Zulke momenten van dissociatie, een soort bewustzijnsverandering, zijn normaal.

                  ,,Het wordt niet normaal als je het idee hebt dat je buiten jezelf treedt, dat je even iemand anders bent en dat later niet meer weet”, vertelt Mirre, die een dissociatieve identiteitsstoornis (DIS) heeft. Dissociatieve stoornissen ontstaan vaak in de nasleep van een trauma, ook bij haar.

                  Poppetjes
                  Van jongs af aan had ze te maken met emotioneel, fysiek en seksueel geweld. ,,DIS is eigenlijk geen ziekte, maar een afweermechanisme dat volledig is ontspoord. Het is een reactie op levensbedreigende situaties, waar je geen woorden aan kon geven.”

                  Wat is Dissociatieve Identiteitsstoornis?
                  Dissociatie is een verstoring en/of onderbreking in de normale integratie van bewustzijn, geheugen, emotie, perceptie, lichaamsbeleving, motorische controle en gedrag. Dissociatie is het belangrijkste kenmerk van een dissociatieve stoornis, dat vaak ontstaat na een trauma. Er worden vijf typen onderscheiden, waaronder dissociatieve identiteitsstoornis. Daarbij ervaart iemand fragmentatie van de identiteit in de vorm van twee of meer afzonderlijke persoonlijkheidstoestanden. Ongeveer 1 tot 3 procent van de bevolking heeft DIS.

                  Die reactie bestaat uit het ontstaan van verschillende ‘ikken’ of ‘alter-personen’, Mirre noemt het zelf poppetjes. Die ervaart ze echt als stemmen van binnenuit. ,,Ik heb een keer mijn boterham in heel veel stukjes gesneden, en op elk stukje iets anders gesmeerd naargelang wie wat wilde om duidelijk te maken aan mijn partner hoe het is hiermee te leven.”

                  Ze beschrijft haar identiteit als een soort bloem, met een hart. ,,Aan de buitenkant zie je mooie bloemblaadjes, maar als je inzoomt zie je een hart dat in stukjes is gebroken. Die moeten weer verbonden worden.”

                  Lange weg
                  Eerst was ze teruggetrokken, en heel angstig voor veel dingen. Nu durft ze zich meer uit te spreken voor wat ze nodig heeft. En is ze minder schrikkerig, ook voor al die stemmen van binnenuit. ,,Doordat ik nu meer voor ze zorg en ze meer aanstuur als een soort moeder, geniet ik meer van het leven. En ik kan beter inschatten wat gevaarlijk of ongezond is.”

                  Ik ben er niet trots op, maar ook ik ben als ‘verward’ persoon bij de politie te boeken komen te staan
                  Mirre

                  In therapie leert Mirre de poppetjes kennen, en hun – en dus haar – trauma’s onder ogen te zien en verwerken. Wat willen al die stukjes vertellen over wat ze hebben meegemaakt? Daar ging wel een lange weg aan vooraf.

                  Al rond 2003 stelde een therapeut vast dat ze met een trauma kampte. Maar bijna tien jaar later kwam alles pas echt samen: ze werd zwanger, besefte dat haar trauma nog steeds gaande was door voortdurend geweld en verbrak het contact met de mensen die haar geweld aandeden.

                  Nog meer jaren en diepe crises verder werd duidelijk welke zorg nodig is. ,,Ik ben er niet trots op, maar ook ik ben als ‘verward persoon’ bij de politie te boeken komen te staan door ernstige dissociatie en suïcidaliteit. Daar schaam ik mij erg voor ondanks de aanleiding: voortdurend destructief gedrag zoals staking en huiselijk geweld. Gelukkig kan er nu stapje voor stapje gewerkt worden aan herstel.”

                  Beter worden
                  Het is iets dat Mirre wil benadrukken: je kunt echt beter worden. Daarbij moet er ook meer aandacht zijn voor de gevolgen van emotionele mishandeling. ,,Een blauwe plek, die geneest. Maar woorden zijn een soort vergifinfuus, waar je continu aan ligt.”

                  De basis van een dissociatieve stoornis is net als PTSS een getraumatiseerd brein en zenuwstelsel. Mirre: “Dat hebben artsen zichtbaar kunnen maken op een MRI-scan: hersenschade als gevolg van mishandeling. Daarmee toon je ook iets aan dat te genezen is.”

                  Mensen met DIS die goed begrepen worden, kunnen prima deelnemen aan de maatschap­pij
                  Mirre

                  Des te pijnlijker vindt ze het dat veel mensen met DIS niet de juiste behandeling krijgen. Een lange, intensieve behandeling is nodig, dat staat haaks op de druk om zo kort en efficiënt mogelijk behandelen in de GGZ.

                  ,,En omdat het bijna altijd samengaat met andere beelden als PTSS, suïcidaliteit en hechtingsproblemen, krijgen veel mensen verkeerde labeltjes zoals enkelvoudig PTSS, depressie, psychose of persoonlijkheidsproblematiek. Dat is jammer, want mensen met DIS die goed begrepen worden, kunnen prima deelnemen aan de maatschappij. Het zijn vaak mensen die op hoog niveau kunnen functioneren, maar wat niet lukt door wat ze hebben meegemaakt.”

                  Ongeloof en scepsis
                  Er heerst veel ongeloof als het gaat om dissociatieve stoornissen, ook bij behandelaren ziet Mirre veel scepsis. ,,Dan wordt bijvoorbeeld gedacht dat specifieke aspecten van de aandoening overdreven zijn. Ook dat is pijnlijk, want je hebt er wel last van.”

                  Daarom is er nog iets dat ze absoluut wil benadrukken: neem jezelf serieus in je klachten. ,,En dat geldt ook voor anderen. Mensen met DIS laten niet altijd zomaar dingen blijken, terwijl ze er achteraf last van hebben. Accepteer het dus als iemand een grenst aangeeft.”

                  De naam Mirre is gefingeerd en op de foto is zij uit veiligheidsoverwegingen onherkenbaar. Haar echte naam is bij de redactie bekend.

                  Bron: ad.nl

                  Mark
                  Moderator

                    Jaap vocht door om de man die hem seksueel misbruikte achter de tralies te krijgen: ‘Ik zou met een buks naar zijn huis kunnen gaan’

                    DEN BOSCH – Het is vaak te pijnlijk. Daarom blikken slachtoffers van seksueel misbruik ook jaren later niet terug. Dat gold jarenlang ook voor de 36-jarige Veghelaar Jaap van de Burgt. Tot nu. ,,Ik heb het te lang verzwegen. Ik wil mezelf niet meer verstoppen’’, begint hij zijn verhaal over jarenlang seksueel misbruik en de hulp die hij kreeg van Slachtofferhulp Nederland.

                    Hij wil zijn verhaal vertellen met een fictieve voornaam (‘Ik wil niet dat dit artikel via Google is te vinden als je mijn naam intypt, maar de mensen mogen best weten wie ik ben’).

                    Lees verder: bd.nl

                    In reactie op: Jongensprostitutie #259956
                    Mark
                    Moderator

                      Elke maandag om 17:00 uur heeft Jurre een date met iemand die jij misschien niet zo snel tegenkomt. Jurre stelt zijn date al jouw vragen. Deze week datet hij met Ricardo, hij werd slachtoffer van een pooier.

                      Mark
                      Moderator

                        Waarom we af moeten van de term ‘loverboy’

                        Hoewel het klassieke beeld van de ‘loverboy’ al lang niet meer strookt met de realiteit van seksuele uitbuiting, wordt de term nog altijd gretig gebruikt. Tijd om er afscheid van te nemen, zegt de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.

                        In de goeie ouwe zeroes was het een van de meest geliefde onderwerpen van jeugdboekenschrijvers en filmmakers: de loverboy. Soms voorgesteld als rijke en aantrekkelijke jongeman die langzaam het hart van een kwetsbaar meisje verovert terwijl hij haar overlaadt met dure cadeaus (Loverboy, 2003), dan weer als charmante hosselaar die zijn ‘prooi’ een grootse carrière in het buitenland belooft (Lover of Loser, 2006). Om haar uiteindelijk, stap voor stap en zeer geraffineerd, slachtoffer te maken van seksuele uitbuiting.

                        Al jaren blijkt uit onderzoek dat dit beeld van een loverboy die innige relaties met zijn slachtoffers aangaat en ze veelal een stockholmsyndroom bezorgt al lang niet meer strookt met de realiteit van seksuele uitbuiting. Bovendien zegt de term de tieners van nu nauwelijks nog iets. Toch houden Nederlandse boomers en millennials, onder wie mediamakers en politici, er halsstarrig aan vast. Recent nog werd naast de ‘loverboyproblematiek’ aandacht gevraagd voor het fenomeen ‘lovergirl’ op Linda.nl en NPO radio 1, omdat daders van seksuele uitbuiting steeds vaker (ook) jonge vrouwen zijn.
                        Wie de term bewust níet gebruikt, is Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen Herman Bolhaar. Ik besprak met hem en beleidsadviseur Suzanne Kok waarom de term een vertekend beeld geeft van seksuele uitbuiting van jongeren als maatschappelijk probleem en hoe die vertekening het herkennen en bestrijden ervan kan bemoeilijken. Om vervolgens de vraag op te werpen: als we massaal besluiten de term loverboy (en -girl) uit ons vocabulaire te schrappen, wat is dan het alternatief?

                        Van alle slachtoffers van binnenlandse seksuele uitbuiting is maar liefst de helft minderjarig.

                        Kabbelend leventje
                        Volgens het klassieke beeld van de loverboy leiden zijn verleidingstactieken dus tot seksuele uitbuiting van zijn slachtoffer. Maar wat is seksuele uitbuiting precies? Daarvan is sprake als iemand wordt gedwongen om seksuele handelingen uit te voeren, van een eenmalige pornografische fotosessie tot langdurige gedwongen prostitutie. Het is een vorm van mensenhandel en in alle gevallen strafbaar. In Nederland wordt onderscheid gemaakt tussen grensoverschrijdende seksuele uitbuiting (de werving vindt plaats in het buitenland en de uitbuiting vindt deels of volledig plaats in Nederland) en binnenlandse seksuele uitbuiting (de werving en uitbuiting vinden plaats in Nederland).

                        Naar schatting zijn er in ons land jaarlijks tussen de vijfduizend en zevenenhalf duizend slachtoffers van mensenhandel, waarvan drieduizend in de categorie binnenlandse seksuele uitbuiting vallen. Zowel de daders als slachtoffers in deze categorie zijn meestal in Nederland geboren en opvallend jong: daders zijn gemiddeld 27 jaar en van alle slachtoffers van binnenlandse seksuele uitbuiting is maar liefst de helft minderjarig.

                        “Dat mensen op jonge leeftijd kwetsbaarder zijn voor seksuele uitbuiting is algemeen bekend”, zegt de Nationaal Rapporteur. “Jongeren zijn volop in ontwikkeling, maken veel nieuwe contacten en ontdekken hun grenzen, ook op het gebied van seksualiteit. Dat maakt ze vatbaarder voor misbruik.”

                        Wie tot slachtoffer wordt gemaakt kan sterk verschillen, maar volgens Suzanne Kok zijn er wel factoren die een jong persoon extra kwetsbaar maken. “In de zwaardere gevallen van uitbuiting gaat het bijna nooit om meiden die een kabbelend leventje hadden en plotseling slachtoffer worden. Een onveilige thuissituatie, weinig aandacht van ouders, schooluitval, middelengebruik en psychische problemen.. daar worden ze soms ook bewust op uitgekozen.”

                        Tot zover komt de realiteit dus redelijk overeen met het klassieke beeld van de loverboy als jongeman die bewust op zoek gaat naar een kwetsbaar tienermeisje uit een moeilijke thuissituatie. Maar daar houden de overeenkomsten dan ook op. “Iederéén kan slachtoffer worden, ook jongeren die niet beschadigd door het leven gaan”, benadrukt Bolhaar. “En ze komen uit alle lagen van de samenleving en van alle opleidingsniveaus.”

                        “Een dader hoeft maar één keer seks te hebben gehad met een meisje en dat stiekem te filmen.”

                        Binnen 48 uur
                        Ook wat betreft de daders kent het geschetste beeld van loverboys veel gebreken. “Er loopt op dit moment een onderzoek naar hun achtergronden”, zegt de Nationaal Rapporteur. “Wat we al weten is dat slachtofferschap zich kan omzetten in daderschap. Als iemand opgroeit in een omgeving waar seksueel geweld en misbruik plaatsvindt, en daar soms zelf slachtoffer van wordt, neemt de kans toe dat diegene later ook dader wordt.” En dat zijn lang niet altijd de rijke, charmante en zelfverzekerde hosselaars die we uit films kennen.

                        Maar het grootste verschil met het klassieke beeld van de loverboy zit hem in de manier waarop slachtoffers worden gevonden en tot seks worden gedwongen. “De digitalisering van de afgelopen vijftien jaar heeft ervoor gezorgd dat het meeste contact wordt gelegd op sociale media”, zegt Bolhaar. “Dat gebeurt veel vluchtiger dan voorheen. Het vertrouwen om een privéfoto of -video te delen wordt snel gewonnen, nog voordat een meisje het merkt heeft ze iets gedeeld waarmee ze onder druk kan worden gezet. Daar gaat niet eerst een vriendschap aan vooraf, en met liefde heeft het al helemaal niets te maken. Het kan binnen 48 uur gebeurd zijn.”

                        “Dat zagen we ook in recent onderzoek naar gevallen van seksuele uitbuiting onder Amsterdamse jongeren”, vult Kok aan. “Dat hele proces van iemand langdurig inpalmen met cadeautjes en hoffelijkheid gebeurt nauwelijks nog. Een dader hoeft maar één keer seks te hebben gehad met een meisje en dat stiekem te filmen, en hij kan haar in de prostitutie dwingen.”

                        Terugkomen met een blauwe plek
                        Wat betreft de Nationaal Rapporteur is het dan ook tijd om afscheid te nemen van de term ‘loverboy’. “Taal doet iets, het zet je op een spoor. Dat geldt ook voor potentiële slachtoffers: de term wekt de indruk dat je moet oppassen voor iemand die je versiert en op wie je verliefd wordt. Intussen heeft iemand je al in zijn macht terwijl er nog helemaal geen sprake is van dergelijke gevoelens.”

                        Bovendien is het een term die de tieners van nu nauwelijks nog iets zegt. “Jongeren van dertien jaar kunnen je vaak geen antwoord geven als je hen vraagt wat ‘loverboy’ betekent”, zegt Kok. “En als je het ze uitlegt, zeggen sommigen ‘oh, maar dat noemen wij fuckboy’. De term sluit totaal niet meer aan bij hun eigen belevingswereld.”

                        Vier op de vijf docenten verwacht een slachtoffer van mensenhandel niet te herkennen onder hun eigen leerlingen.

                        Het vertekende beeld dat de term loverboy oplevert, kan ook problematisch zijn voor de omgeving van een slachtoffer van seksuele uitbuiting. Het maakt het bijvoorbeeld lastig voor schooldocenten om de juiste signalen te herkennen, weet Kok. “Voordat sociale media hun intrede deden, zag je als docent misschien een leerling wegrijden in een dure auto en de volgende dag terugkomen met een blauwe plek. De contacten die jongeren tegenwoordig digitaal leggen, zijn veel minder zichtbaar en grijpbaar, zeker voor volwassenen die zelf niet digitaal geletterd zijn.”

                        Dat schooldocenten moeite hebben met het signaleren van seksuele uitbuiting, blijkt ook uit cijfers. Volgens het Centrum Kinderhandel en Mensenhandel verwacht bijna vier op de vijf docenten een slachtoffer van mensenhandel niet te herkennen onder hun eigen leerlingen. Veertig procent zegt bovendien niet te weten hoe te handelen als zij vermoeden dat een leerling slachtoffer is geworden.

                        Volgens Bolhaar zorgt de verminderde zichtbaarheid er ook voor dat er minder meldingen worden gedaan van seksuele uitbuiting. “Dat is problematisch, want dat het niet in your face gebeurt, betekent natuurlijk niet dat het níet gebeurt. We weten dat het probleem onverminderd groot is, maar er moet wel actiever naar worden gezocht om het op de radar te krijgen.”

                        De Nationaal Rapporteur wil professionals die met jongeren werken dan ook stimuleren om vaker het gesprek aan te gaan over over grenzen en normen en waarden. “Het is helemaal niet zo vanzelfsprekend dat die voor iedereen hetzelfde zijn. Jonge slachtoffers én daders van seksuele uitbuiting hebben soms niet eens door dat ze bezig zijn met iets strafbaars.”

                        “Ik ben tegen alles dat tot een versimpeling leidt van de ingewikkelde werkelijkheid.”

                        Tienerpooier
                        Dat de term ‘loverboy’ bij het grofvuil kan, moge duidelijk zijn. Maar wat is dan wél een geschikte benaming voor mensen die jongeren seksueel uitbuiten? In tegenstelling tot Nederland, werd het publieke debat hierover in België al jaren geleden in alle hevigheid gevoerd. Rond 2016 werd daar het woord ‘tienerpooier’ gangbaar, óók in mediaberichtgeving en overheidsdocumenten. Is dat een beter alternatief volgens de Nationaal Rapporteur?

                        Hij blijkt matig enthousiast. “Ik ben tegen alles dat tot een versimpeling leidt van de ingewikkelde werkelijkheid. Het heeft ook weinig zin om te blijven zoeken naar een pakkende term, want de vorm en aard van de problematiek verandert constant.”

                        Blijven we ‘daders’ dan maar simpelweg ‘daders’ noemen? “Nee”, zegt Bolhaar. “Ik noem ze liever misdadigers”.

                        Bron: npo3.nl

                      10 berichten aan het bekijken - 31 tot 40 (van in totaal 706)