Aangemaakte reacties

10 berichten aan het bekijken - 1 tot 10 (van in totaal 25)
  • Auteur
    Reacties
  • In reactie op: Ritueel misbruik #275654
    Skye
    Moderator

      Angst voor satanisch ritueel misbruik

      Satanisch ritueel misbruik krijgt de laatste tijd weer veel aandacht. Journalisten die zo dapper zijn om hier aandacht aan te besteden en overlevenden en traumabehandelaren die zich hierover durven uitspreken, hebben dit thema nieuw leven ingeblazen. Tot grote schrik van de disbelievers, die werkelijk alles doen om dit tegen te gaan. Een handjevol rechtspsychologen en geheugendeskundigen met aanzien lobbyen zich dan ook te pletter. Zij zijn bovendien van mening dat gerenommeerde behandelaren hun cliënten deze herinneringen steevast aanpraten. Dat de geschiedenis ons laat zien dat het onvoorstelbare waar kan zijn, betekent helaas niet dat er op dit gebied ook van geleerd is. Onwetendheid over het gebruik van de geavanceerde technieken binnen deze satanische netwerken en cognitieve dissonantie, maakt het daarom voor velen ook anno 2022 nog steeds ongeloofwaardig.

      Holocaust
      Toen een Poolse verzetsstrijder en ooggetuige president Roosevelt en zijn adviseur, die een vooraanstaand rechter was, al in 1942 informeerde over het bestaan van concentratiekampen en hen vertelde wat er zich daar allemaal afspeelde, weigerden de president en zijn adviseur om dit te geloven. Hoewel zij aangaven dit wel te willen geloven, benadrukten ze allebei dit gewoonweg niet te kunnen. De woorden van de adviseur, zelf afkomstig uit een Joodse familie, waren letterlijk: “Ik hoor wat je zegt. Ik wil je ook wel geloven maar ik kán je niet geloven.” Het geeft goed weer hoe mensen zichzelf beschermen tegen ogenschijnlijk onbestaanbaar gruwelijk leed. Cognitieve dissonantie is nu eenmaal een hardnekkig iets waarvan ook presidenten niet zijn gevrijwaard. Ook in 2022 is de uitspraak ‘Wir haben es nicht gewusst’ helaas nog steeds van toepassing.

      Ongeloof
      Hoewel het steeds meer bekendheid krijgt, ontkent de meerderheid nog steeds het bestaan van satanisch ritueel misbruik. Vaak tegen beter weten in. Want de gruwelijkheden zijn nu eenmaal gewoon te erg om te kunnen geloven.

      Mensen steken liever hun kop in het zand, terwijl ze zich ondertussen krampachtig vasthouden aan het door henzelf gekoesterde rooskleurige wereldbeeld.

      Hoe begrijpelijk dat ook is, het is enorm schadelijk. Omdat ik als kind jarenlang zelf slachtoffer ben geweest van deze mensonterende praktijken, weet ik dat als geen ander. Na jarenlang hard gewerkt te hebben aan mijn herstel en behandeling door een deskundige traumabehandelaar, denk ik enig recht van spreken te hebben.

      Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd, weigeren mensen steevast om het fenomeen satanisch ritueel misbruik te geloven. Dat er overweldigend bewijs is voor georganiseerde netwerken die de meest afschuwelijke dingen met kinderen doen, verandert daar helaas niets aan. Mensen weten weliswaar dat het ronselen, verkrachten, pijnigen en doden van kinderen plaatsvindt – ze hoeven daarvoor immers alleen maar het nieuws te volgen – maar dat dit ook georganiseerd en stelselmatig gebeurt, een satanisch aspect kan hebben, professioneler van opzet is en dat ook hooggeplaatste personen hierbij betrokken zijn, is voor de meeste mensen een brug te ver.

      Terwijl het overgrote deel van daders zich bezondigt aan ‘gewoon’ ritueel misbruik, is dat bij specifiek satanisch ritueel misbruik wel anders. Deze ideologie komt voornamelijk in de hogere kringen voor en is een stuk zeldzamer. Deze hooggeplaatste daders wanen zich onaantastbaar en zijn dat in zekere zin ook, waardoor mensen dit op voorhand niet kunnen geloven. Een wervelende loopbaan en een machtige positie met veel aanzien zijn voor velen nu eenmaal onverenigbaar met georganiseerd en sadistisch kindermisbruik. Het is een naïeve overtuiging die mijlenver van de werkelijkheid afstaat.

      Bescherming van gewone burgers
      Zedenrechercheurs bij de politie vinden geregeld beeldmateriaal die ieders voorstelling te boven gaat. Deze mensen zien niet alleen dat de kinderen op de beelden steeds jonger worden en dat zelfs baby’s van slechts enkele maanden oud de dans niet ontspringen. Zij zien ook dat de beelden steeds gewelddadiger worden. Daders die jonge kinderen eerst met grof geweld verkrachten en ze vervolgens martelen en bijvoorbeeld omwikkelen met prikkeldraad. De politie maakt zich dan ook grote zorgen om de toename van deze zogeheten hurtcore. Saillant detail: om deze vreselijke beelden überhaupt te kunnen bekijken, zetten zedenrechercheurs het geluid meestal uit en verkleinen ze het beeld.

      Helaas staan de meer specifieke details van het gevonden beeldmateriaal zelden in de krant, omdat men het grote publiek daartegen wil beschermen. Het is iets dat me razend maakt. Burgers beschermen tegen gruwelijke details, terwijl er kinderen zijn die dit moeten ondergaan?

      Ik vind het eerlijk gezegd onbegrijpelijk. Want hoe zouden mensen reageren als ze wel alle details zouden vernemen? Wie weet gaan ze dan wel massaal de straat op om te eisen dat ons politieapparaat met man en macht aan de slag gaat, waardoor dit stopt. En misschien kunnen regeringen dan ineens wel de middelen vrijmaken en prioriteit geven aan onze kwetsbare en jonge kinderen.

      De stille getuigen
      Overigens is er van specifiek satanisch ritueel misbruik zelden tot nooit beeldmateriaal in omloop, want dat gaat alleen rond in eigen kring. Dat betekent echter niet dat het niet bestaat. Wanneer je zoals ik jarenlang zelf slachtoffer bent geweest van een sektarische groepering, ken je hun werkwijzen. Dat ik bovendien getuige ben geweest van enkele moorden waarnaar nooit onderzoek is gedaan, laat eveneens zien dat deze daders met alles lijken weg te komen. Helaas bestaan er sadisten die in groepsverband kinderen met veel geweld stelselmatig verkrachten, hen urenlang folteren, drogeren, opsluiten in onder andere doodskisten, onder stroom zetten, verwurgen, urenlang vastketenen aan kettingen en uiteindelijk zoveel schade bij ze aanrichten dat de dood erop volgt. En hoewel bijna iedereen weet dat er snuff movies in omloop zijn, betekent dat helaas niet dat het brede publiek de overlevenden van deze gruweldaden ook gelooft.

      Wanneer de inmiddels volwassen geworden slachtoffers hierover getuigen, blijven zij moederziel en alleen in de kou staan. Het is een wrange constatering die mij nog steeds enorm pijn doet, ook al heb ik mijn eigen leed goed kunnen verwerken en achter me kunnen laten. Als geen ander weet ik hoe slachtoffers zich in de steek gelaten voelen.

      Schade door verspreiden van desinformatie
      Inmiddels is er nog iets anders bijgekomen, waardoor mensen niet in het bestaan van satanisch ritueel misbruik geloven. Steeds meer mensen gaan mee met alle desinformatie die in omloop is, omdat ze nu eenmaal niet het onderscheid kunnen maken tussen wat waar en niet waar is. Zowel de QAnon-beweging in Amerika als bepaalde groeperingen in ons eigen land, verspreiden daardoor zonder dat ze zich daarvan bewust zijn schadelijke desinformatie en beschuldigen vaak zelfs publiekelijk vele prominenten met naam en toenaam. Echte slachtoffers zullen dit daarentegen zelden tot nooit doen, zij weten immers als geen ander hoe gevaarlijk dat voor henzelf kan zijn. Het zou mooi zijn als al deze mensen zichzelf daarom eens goed in de spiegel zouden bekijken en zich hardop de vraag zouden stellen of ze misschien ook schade kunnen aanrichten met het verspreiden van deze desinformatie. Het antwoord daarop is een volmondig ja!

      Overigens is het zo dat de daders van satanisch ritueel misbruik garen spinnen bij de verspreiding van onzin door deze mensen. Sterker nog: ze stimuleren en creëren dit zelfs. Want wanneer de verhalen maar ongeloofwaardig genoeg zijn voor het grote publiek, blijft de kern immers ook ongeloofwaardig. Het is een uiterst verfijnd psychologisch spel dat ze spelen en veel mensen zich niet realiseren. Ook sommige media en zogenaamde experts werken hier overigens aan mee, waardoor ook zij debet zijn aan het verkeerd informeren van het grote publiek en daarmee de daders in feite in de kaart spelen.

      Geavanceerde technieken
      Professioneel werkende netwerken, of beter gezegd: sekten, gebruiken buitengewoon geavanceerde technieken om de opgedane ervaringen al dan niet tijdelijk uit het geheugen en bewustzijn te wissen. Denk hierbij aan het toedienen van medicatie, het onder stroom zetten van de hersenen en het programmeren door onder meer hypnose. Dit alles resulteert in amnesie. Bovendien creëren de daders met hun sadistische martelingen en technieken bewust een dissociatieve identiteitsstoornis bij de slachtoffers en houden zo de kinderen blijvend in hun macht. Om die reden geven ze er de voorkeur aan om kinderen zo jong mogelijk tot slachtoffer te maken. Want wanneer de persoonlijkheid nog niet gevormd is, is de kans van slagen daarop het grootst. Dat ikzelf ‘pas’ op mijn zesde jaar tot slachtoffer ben gemaakt en daardoor mijn persoonlijkheid grotendeels al gevormd was, is een belangrijke reden dat ik hiervan heb kunnen herstellen. Tel bij dit alles nog eens op dat het om zeer jonge kinderen gaat en ieder weldenkend mens kan begrijpen dat zij niet in staat zijn om deze gruwelijke ervaringen in hun geheugen op te slaan.

      Het naïeve argument van de disbelievers, die opvoeren dat overlevenden van een concentratiekamp zich ook nog gewoon alles kunnen herinneren en dat dat dus bewijst dat iemand traumatische ervaringen niet kan vergeten, is dan ook pertinent onjuist. Net als het argument dat mensen heftige en traumatische gebeurtenissen over het algemeen juist goed onthouden en het daardoor ongeloofwaardig is. Het laat zien dat wanneer je geen enkele kennis van zaken hebt over dit fenomeen je beter kan zwijgen.

      Tweespalt
      Ook onder behandelaren binnen de gespecialiseerde ggz zijn de meningen overigens verdeeld. Een groot deel gelooft niet in het fenomeen en een klein deel wel. De grootste groep bestaat echter uit professionals die lekker veilig neutraal blijft, ook als ze weten dat het bestaat of nog twijfelen. Bang als ze zijn tegengas te krijgen van hun collega’s en door hen voor gek verklaard te worden, kiezen zij ervoor om steevast te zwijgen. Hoewel ik begrip heb voor het feit dat het ontzettend moeilijk is wanneer collega’s zich tegen je keren, is het deze laatste groep waartegen ik de meeste weerstand voel. Omdat ze in plaats van hun nek uit te steken doelbewust kiezen om in de luwte te blijven. Deze behandelaren richten indirect schade aan door puur en alleen voor zichzelf te kiezen. De dappere pioniers die daarentegen wel durven te strijden zijn dan ook goud waard!

      Rechtspsychologen en geheugendeskundigen
      Wie eveneens grote schade aanrichten, zijn de zogenaamde deskundigen die ervan overtuigd zijn dat zogeheten hervonden herinneringen niet bestaan, zoals rechtspsychologen. Door hun eigen beroepsdeformatie zien zij alleen nog maar wat valse beschuldigen met een mens kunnen doen en vegen daardoor alles op voorhand van tafel. Daarnaast hebben we ook de club gespecialiseerde geheugendeskundigen die denken enige kennis van zaken te hebben, omdat zij zich baseren op eenzijdig wetenschappelijk onderzoek waarin vooral gezonde proefpersonen allerlei kortzichtige geheugentestjes hebben uitgevoerd. Of het simplistische onderzoek waaruit ‘blijkt’ dat je mensen niet daadwerkelijk gebeurde herinneringen kan aanpraten. Dat het menselijk bewustzijn nog steeds onontgonnen terrein is, is natuurlijk niet iets wat deze mensen graag willen horen. Hun starre ongeloof in zowel satanisch ritueel misbruik als het afgeleide ritueel misbruik, maakt dat zij vooralsnog weigeren om breder te kijken.

      Bovendien bestaat er helemaal niet zoiets als hervonden herinneringen. Want in tegenstelling tot wat de disbelievers denken, is het niet zo dat ons bewustzijn op een dag ineens een luik opentrekt met een stortvloed aan herinneringen en dat men daardoor beseft wat er gebeurd is in het verleden. Nee, er waren al een leven lang fragmentarische herinneringen aanwezig die iemand niet kon plaatsen. Deze fragmentarische herinneringen kan een slachtoffer door allerlei factoren na verloop van tijd aaneensmeden, waardoor er een coherent verhaal ontstaat. Met andere woorden: de herinneringen sluimerden al in het bewustzijn en werden concreet. Dat is dus heel iets anders dan hervonden herinneringen.

      Dit is gebaseerd op mijn eigen ervaringen, op die van veel andere gewezen slachtoffers, en op de ervaringen en kennis van deskundige en gerenommeerde behandelaren. Dit mechanisme is de ultieme bescherming van ons menselijk bewustzijn, waardoor wij erbarmelijke omstandigheden kunnen doorstaan. Het beschermt ons mensen tegen ondraaglijk leed, dat vooral kinderen heel makkelijk inzetten wanneer het nodig is. Want juist zij zijn in staat om zichzelf af te scheiden van een ingrijpende ervaring, waardoor de herinnering niet beklijft.

      Behandelaren in diskrediet brengen
      Het legertje rechtspsychologen heeft daarnaast een verbond gesloten met de zogenaamde geheugendeskundigen en strijden gezamenlijk tegen elke oprisping over dit fenomeen. En dat doen ze goed georganiseerd. Daarbij zijn ze van mening dat behandelaren hun cliënten dit soort ervaringen steevast aanpraten. Ook de gerenommeerde behandelaren zouden dat doen. Dat deze club geen van allen ooit zelf een getraumatiseerde patiënt heeft behandeld, schijnt niet ter zake te doen. Voor deskundige behandelaren zijn deze aantijgingen uiterst pijnlijk, omdat juist zij weten dat ze hun patiënten geen woorden in de mond moeten leggen en tegenstanders hun expertise in feite belachelijk maken. Helaas geldt ook hier dat men zich slechts baseert op een enkele verdwaalde therapeut. Het zijn dit soort zeldzame casussen die ze al decennialang als argument inzetten.

      Het laat zien wat cognitieve dissonantie en beroepsdeformatie kunnen doen, zelfs met wetenschappers. Wat een mens niet wil zien, is immers ook niet waarneembaar…

      Gevaar voor de democratie
      Satanisch ritueel misbruik is de meest ultieme vorm van duisternis. Het is een kant van ons bestaan die het daglicht niet kan verdragen. Dat willens en wetens blijven ontkennen, houdt het niet alleen in stand, het maakt ook dat onze democratie geen feitelijke democratie is. Want wanneer hooggeplaatsten in staat zijn om gedegen politieonderzoek te saboteren en alles steevast toe te dekken, dan is onze democratische samenleving ten dode opgeschreven. Het verwoest bovendien levens en beschadigt slachtoffers vaak levenslang. Dat kost de samenleving niet alleen vrachten vol met geld, maar veroorzaakt ook onnoemelijk veel leed.

      Onderzoek
      Inmiddels heeft er een ware aardverschuiving plaatsgevonden en loopt er een onafhankelijk onderzoek naar de aard van georganiseerd sadistisch kindermisbruik, oftewel (satanisch) ritueel misbruik. Dit in opdracht van de voormalig minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus. Daarnaast moet deze onderzoekscommissie advies geven over de aanpak hiervan. De voltallige Tweede Kamer heeft dit onderzoek in oktober 2020 bedongen naar aanleiding van een uitzending van het journalistieke radioprogramma Argos in juni 2020, dat enorm veel stof heeft doen opwaaien. Omstreeks begin januari zal de commissie Hendriks dit onderzoek afgerond hebben en het eindrapport met daarin de uitkomst vervolgens overhandigen aan de huidige minister van Justitie en Veiligheid. Het spreekt voor zich dat de tegenstanders uit alle macht geprobeerd hebben dit te voorkomen. Ook heeft een aantal van hen zelfs de redactie van Argos bestookt met hun eenzijdige visie. Fanatisme is een hardnekkig iets…

      Ik heb zelf ook meegewerkt aan dit onderzoek en een getuigenverklaring afgelegd. Daarom ben ik hoopvol over het advies dat zal volgen. Niet in de laatste plaats omdat ik gezien heb welke mensen hiermee bezig zijn. Laten we hopen dat mijn intuïtie mij niet in de steek heeft gelaten en het eindrapport inderdaad hoopvol zal zijn. En dat er na het advies een grootschalig politieonderzoek zal komen, waarin saboteurs buiten de deur worden gehouden. En mocht dat niet het geval zijn, laat het dan een flinke stap voorwaarts zijn, waardoor we dichter bij ons einddoel komen.

      Na decennialang wachten, hopen en het vergieten van tranen door velen, is het tijd dat de beerput opengaat. En is het tijd dat het licht door de duisternis heen zal schijnen. Voor alle gewezen slachtoffers die moederziel alleen strijden en snakken naar erkenning. Voor het behouden van onze democratische rechtstaat. En bovenal voor de kleintjes die nu geen stem hebben en iedere dag blootgesteld worden aan ondraaglijke, mensonterende praktijken.

      Pioniers
      Als de geschiedenis ons iets geleerd heeft, dan is het wel dat baanbrekende veranderingen nooit vanzelf gaan. Dat wij mensen de schouders eronder moeten zetten en voor de troepen uit moeten lopen.

      Wie kan later van zichzelf zeggen dat ze zich actief ingezet hebben om satanisch ritueel misbruik te bestrijden? Wie durfde er werkelijk zijn of haar nek uit te steken en was niet bang voor de gevolgen? Laat het alsjeblieft niet zo zijn dat de overgrote meerderheid pas vooraan gaat lopen wanneer het mijnenveld straks is opgeruimd. En laat het vooral niet zo zijn dat men, net als president Roosevelt en zijn rechterhand, later zal betreuren dat men de signalen steevast genegeerd heeft. Want het tij keren, begint in de eerste plaats met het tonen van moed.

      Door Yvonne van Riemsdijk – 5 december 2022

      Bron: MADintheNetherlands

      In reactie op: Zwangerschap en opvoeding na seksueel misbruik #269794
      Skye
      Moderator

        Psychotraumacentrum lanceert website voor zorg voor Moeders met een kind geboren uit Seksueel geweld

        Vandaag heeft het Psychotraumacentrum Zuid Nederland (onderdeel van Reinier van Arkel) MomS gelanceerd. Dit is een website voor moeders met kinderen geboren uit seksueel geweld, hun kinderen en voor professionals.

        Geschat wordt dat één op de twintig vrouwen die verkracht zijn, zwanger raakt. Om passende zorg voor moeders met een kind geboren uit seksueel geweld en hun kinderen te bieden, is de website MomS ontwikkeld. Professionals van het Psychotraumacentrum Zuid Nederland ontwikkelden in samenwerking met ervaringsdeskundigen en het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit in Nijmegen, de website en het preventieve zorgaanbod aan de hand van onderzoek. Dit onderzoek heeft laten zien dat toegankelijke informatie absoluut nodig is. Een dergelijke website die naast informatie, voorlichting en uitleg ook preventieve zorg op een toegankelijke en empathische manier biedt, was er tot nu toe niet.

        “Met deze website willen we informeren, de veerkracht van moeders en kinderen versterken en hen de weg naar passende hulp wijzen.”

        Aldus hoofdonderzoeker Elisa van Ee. Zij is klinisch psycholoog bij het Psychotraumacentrum Zuid Nederland en bijzonder hoogleraar en hoofdopleider aan de Radbouduniversiteit.

        Bron: RvA.nl

        Skye
        Moderator

          Seksuologe Goedele Liekens over ophef “The voice of Holland”: “Veel daders zijn blind voor machtsverhouding”

          Seksuologe Goedele Liekens is niet verbaasd over de getuigenissen van grensoverschrijdend gedrag in Nederland. Onder meer zanger Marco Borsato, orkestleider Jeroen Rietbergen en rapper Ali B. komen in opspraak. Volgens Liekens zijn veel daders zich niet bewust van de machtsverhoudingen. “Ondanks #MeToo zijn we er nog altijd niet.”

          De BOOS-redactie sprak met tientallen getuigen over wangedrag achter de schermen van “The voice of Holland”. Naast Borsato komen ook rapper Ali B., orkestleider Rietbergen en een anonieme regisseur in opspraak. Liekens heeft zelf jarenlang in Nederland gewerkt voor de televisie. “Ondanks #MeToo zijn we er nog altijd niet”, zegt ze in “De afspraak”. “Het blijft een onderschat probleem. Het moeilijke blijft het begrip “macht”.”

          Volgens haar onderschatten veel daders de machtsverhoudingen. “Dat je ouder bent, aanzien hebt en iets kunt betekenen in de toekomst van iemand zijn carrière, dat zien veel mannen niet”, zei Liekens eerder vandaag in een interview met VRT NWS. “Ze hebben niet altijd de empathie mee gekregen om aan te voelen dat het niet altijd volmondig “ja” is geweest.”

          Het is vreselijk voor alle betrokkenen, maar maatschappelijk gezien is het goed dat dit naar boven komt

          “Heel vaak is die macht onzichtbaar en wat stiekem, en ben je je daar niet over bewust”, zegt ze voort in “De afspraak”. “Het is belangrijk om te weten dat ook toffe en leuke mensen te ver kunnen gaan.”

          “Het is vreselijk voor alle betrokkenen: voor de vermeende slachtoffers, de vermeende daders en heel hun entourage, maar maatschappelijk gezien is het goed dat dit naar boven komt”, zegt ze voort. “30 jaar geleden gebeurde dit ook, maar het feit dat het nu uitlekt en we er zo over verbolgen zijn, is een stap in de goede richting.”

          Liekens benadrukt ook dat we moeten oppassen met vingerwijzen of alle mannen over dezelfde kam te scheren. “Het is niet alsof alle mannen op seks beluste wezens zijn die geen remmen hebben”, zegt ze. “Dan doen we ook aan seksisme.”

          Bekijk hier het volledige gesprek in “De afspraak”: vrt.be

          Skye
          Moderator

            Zo kun je er zijn voor een slachtoffer van seksueel geweld

            Het enorme taboe dat rust op seksueel geweld lijkt eindelijk iets af te brokkelen. Toch weten veel mensen niet hoe ze moeten reageren als een bekende een nare ervaring met ze deelt. Met deze tips helpen we je op weg.

            Wie de cijfers over seksueel geweld in Nederland goed tot zich door laat dringen, knippert waarschijnlijk even met de ogen. Volgens de laatste gegevens heeft 22 procent van de vrouwen en 6 procent van de mannen ooit tegen hun wil in een seksuele handeling uitgevoerd of ondergaan. Een op de acht Nederlandse vrouwen is in haar leven verkracht. Wordt ongewild zoenen of aanraken meegerekend, dan heeft zelfs meer dan de helft van de vrouwen en een op de vijf mannen een ervaring met seksueel geweld.

            Mede dankzij de #MeToo-beweging en het activisme dat zich de laatste jaren heeft georganiseerd rondom de rechten van vrouwen en seksuele minderheden, lijkt het enorme taboe dat al eeuwen rust op seksueel geweld eindelijk iets af te brokkelen. Toch blijft het praten over zo’n complex en gevoelig onderwerp in praktijk vaak ingewikkeld. Komt iemand ervoor uit dat hij, zij of hen is aangerand, misbruikt, verkracht, of een andere vorm van seksueel geweld heeft meegemaakt, dan kan het flink zoeken zijn naar de juiste houding en woorden.

            Met welke reactie biedt je steun, en wat werkt juist averechts? Om je op weg te helpen, doken we in de beschikbare literatuur en vroegen we Sara Dekker (32) om advies. Sara is bestuursvoorzitter van Together We Rise, een stichting die ondersteuning biedt aan slachtoffers van seksueel geweld die (nog) niet in behandeling zijn voor traumatherapie.

            Zie hier de belangrijkste tips.

            Laat de ander praten en luister
            “Met het bieden van een luisterend oor kun je al heel veel voor een slachtoffer betekenen”, zegt Sara. Alle medewerkers van haar stichting zijn ervaringsdeskundigen. Zelf werd Sara als kind misbruikt, een ervaring die ze ruim twintig jaar later na een lang proces leerde verwerken.

            “Als iemand ervoor uitkomt te zijn misbruikt, zijn toehoorders vaak geneigd om heel veel vragen te stellen. Over wie de dader is, waar en wanneer het gebeurde en wat er allemaal aan vooraf ging”, licht de voorzitter toe. “Maar die details hoef je helemaal niet te kennen om support te kunnen bieden. Laat de ander zelf kiezen wat ‘ie kwijt wil en zeg om te beginnen dat je blij bent dat diegene het met je deelt.”

            Vraag of het oké is om je naaste aan te raken
            Wanneer iemand vertelt over een ervaring met seksueel geweld, roept dat bij die persoon vaak de nodige emoties en herinneringen op. Intuïtief kun je dan misschien een knuffel willen geven of een arm om iemand heen willen slaan, maar een aanraking kan soms juist triggerend werken. “Ren niet meteen op iemand af voor een knuffel”, zegt Sara. “Stel eerst de vraag: ‘vind je het goed als ik je aanraak?’ Geef ook daarin de ander de regie.”

            Wees geen victim-blamer
            Voor een groot deel van de slachtoffers is het moeilijk te accepteren dat ze daadwerkelijk slachtoffer zijn (geweest) van een vorm van seksueel geweld. Veel van hen worden geplaagd door innerlijke twijfel over of ze het geweld hadden kunnen voorkomen, waarom ze zich niet hebben verweerd en waarom ze niet eerder om hulp hebben gevraagd. “Zelfbeschuldiging en schaamte komen ontzettend veel voor”, zegt Sara. “Juist daarom is het zo belangrijk dat je als naaste geen dingen zegt die dat gevoel opwekken of versterken.”

            Dat doe je allereerst door de ervaring die iemand met je deelt niet in twijfel te trekken. “Laat merken dat je de ander gelooft en wees terughoudend met waarom-vragen”, adviseert Sara. “Zoals waarom iemand met de dader mee naar huis is gegaan of waarom diegene niet in verzet kwam toen er een eerste grens werd overschreden. Die vragen kunnen ervoor zorgen dat een slachtoffer zich onbedoeld verantwoordelijk voelt voor iets waar hij of zij helemaal niets aan kan doen.” Ook het bagatelliseren of relativeren van een verhaal is een no-go, zelfs al denk je dat je iemand daarmee troost.

            Want als er iets is dat onderzoek keer op keer laat zien, dan is het wel hoe ongelooflijk schadelijk het psychische effect van victim-blaming is. Victim-blaming staat voor alle direct of indirect beschuldigende reacties die een slachtoffer van seksueel geweld krijgt nadat hij, zij of hen een ervaring deelt. In deze presentatie van Iva Bicanic, hoofd van het Centrum Seksueel Geweld, maakt zij goed duidelijk welke beschuldigende reacties slachtoffers zoal krijgen en wat dat met ze doet.

            Begrijp dat het brein van iemand die seksueel geweld meemaakt meestal in een overlevingsmodus staat
            De welbekende fight-(vechten), flight-(vluchten) or freeze-(bevriezen) reactie die zich in onze hersenen voordoet wanneer acuut gevaar dreigt, speelt ook op bij seksueel geweld. In zeventig procent van de gevallen werkt een slachtoffer mee of is er sprake van ‘bevriezing’. De overlevingsstand die in het brein wordt aangewakkerd, maakt dat een lichaam verstijft of verslapt, iemand kan dissociëren (tijdelijk buiten zichzelf treedt) en een fysieke of verbale reactie überhaupt niet meer mogelijk is.

            “De gedachte dat je zelf ook in zo’n machteloze situatie terecht zou kunnen komen, is voor veel toehoorders beangstigend”, vertelt Sara. “De wereld waarvan je dacht dat het veilig is, blijkt ineens helemaal niet zo veilig. Daarom zijn mensen geneigd om al die waarom-vragen te stellen en soms onbedoeld aan victim-blaming te doen: zo blijft de illusie bestaan dat zij in dezelfde situatie anders hadden gehandeld. Dat ze geen slachtoffer waren geweest. Maar de realiteit is dat je nooit weet hoe jij je zou gedragen totdat je seksueel geweld zelf meemaakt.”

            Oordeel niet over de mentale impact
            De mentale impact of het trauma dat volgt op seksueel geweld kan lang niet altijd worden voorspeld op basis van de vorm, duur of de fysieke agressie. “Of je nou kort wordt betast op straat, aangerand in een club of bent verkracht binnen een relatie: de gevoelens van angst, schuld en schaamte zijn vaak hetzelfde”, zegt Sara. “Het verschil zit hem in de intensiteit waarmee de gevoelens worden ervaren en de tijd die nodig is om het te kunnen verwerken.”

            Ook is het goed mogelijk dat een trauma en bijbehorende gevoelens van angst, schaamte en somberte pas jaren na een gebeurtenis aan de oppervlakte komen. “Zelf kwam ik zo’n twintig jaar na het misbruik tot de realisatie dat het toch meer effect heeft gehad op mijn leven en persoon dan ik tot die tijd dacht”, vertelt Sara. Hou je oordeel dus achterwege als iemand zijn of haar psychische klachten met je deelt, en bagatelliseert ze niet.

            Zet de ander niet onder druk om actie te ondernemen
            Hoor je voor het eerst over het onrecht dat je vriend, vriendin, familielid of partner is aangedaan, dan kun je de neiging hebben om tot concrete actie over te gaan. “Informatie inwinnen bij organisaties, de contactgegevens van professionele hulpverleners noteren en je naaste aansporen om er iets mee te doen, is natuurlijk hartstikke goed bedoeld”, zegt Sara. “Maar lang niet iedereen is daar meteen aan toe. Het vertellen is al een enorme drempel, soms heeft iemand maanden of zelfs jaren nodig voor een volgende stap.”

            Dat geldt bijvoorbeeld ook voor traumatherapie. “Voor zo’n therapie moet je je emotioneel klaar voelen, dat kan soms even duren. En het blijft een onderdeel van een breder verwerkingsproces”, zegt de voorzitter. Vertelt iemand recent te zijn verkracht of misbruikt, dan doe je er volgens Sara wel goed aan om diegene te wijzen op de hulp die Centrum Seksueel Geweld in de eerste week kan bieden. “De eerste zeven dagen na het voorval kun je voorrang krijgen op psychische hulp. En binnen 72 uur kunnen ze je helpen met sporenonderzoek. Mocht je er later voor kiezen om aangifte te doen, dan kunnen de sporen van de dader die zijn veiliggesteld met jouw toestemming worden gebruikt.”

            Voel je eigen grenzen aan en spreek ze uit
            Steun bieden aan een slachtoffer van seksueel geweld kan emotioneel belastend zijn. Misschien heb je zelf wel een nare ervaring waar je steeds aan wordt herinnerd of heb je wat tijd en ruimte nodig om een gesprek te verwerken. “Wees daar dan open en eerlijk over”, adviseert Sara. “Neem niet zomaar afstand zonder te vertellen waarom en probeer te bedenken op welke manier je er voor de ander kan en wilt zijn.”

            Probeer ook geen beloftes te maken waar je later op terug moet komen. Bied dus enkel hulp aan bij het nemen van een bepaalde stap, zoals het vinden van een hulpverlener of het doen van aangifte, als je zeker weet dat je het kan bieden. “Anders kan een slachtoffer zich echt in de steek gelaten voelen”, zegt Sara.

            Speciaal voor de omgeving van slachtoffers van seksueel geweld heeft Slachtofferhulp Nederland hier een online community opgericht.

            Ga je naaste niet ineens anders behandelen
            Er zijn talloze manieren om er te zijn voor iemand die seksueel geweld heeft meegemaakt. “Niet alles hoeft te draaien om het trauma of het slachtofferschap. Samen wandelen en leuke activiteiten ondernemen is óók waardevol”, licht Sara toe. “Je ziet soms dat mensen na zo’n eerste gesprek over een misbruikverleden of geweldsincident ineens heel voorzichtig met de ander omgaan. Terwijl het juist goed is om de fijne relatie die er bestaat, voort te zetten. Ben je gewend om samen iedere vrijdag een borrel te drinken? Blijf dat dan vooral doen.”

            Bron: npo3.nl

            In reactie op: Mijn lieve gunsteling – Marieke Lucas Rijneveld #259055
            Skye
            Moderator

              Mijn lieve gunsteling
              Auteur: Marieke Lucas Rijneveld

              Samenvatting
              ‘Mijn lieve gunsteling’ is de nieuwe roman van Marieke Lucas Rijneveld. Het verhaal van de veearts en zijn ‘uitverkorene’, de dochter van een boer. Tijdens een hete zomer zoeken ze toenadering tot elkaar omdat ze willen ontsnappen aan de grilligheid en de leemten van het plattelandsleven en omdat ze willen ontkomen aan wat er in hen gezaaid is. Gedurende die zomer ontwikkelen ze een obsessieve fascinatie voor elkaar.

              De beklemmende bekentenis ‘Mijn lieve gunsteling’ is een hartverscheurend en tegelijk angstaanjagend verhaal over verlies, verboden liefde, eenzaamheid en identiteit. Het is daarmee een meer dan waardige opvolger van de debuutroman ‘De avond is ongemak’ waarmee Marieke Lucas Rijneveld als eerste Nederlandse schrijver de International Booker Prize won.

              Skye
              Moderator
              Topic starter

                Sneak Preview – Fragment 2

                Skye
                Moderator
                Topic starter

                  Sneak Preview – Fragment 1

                  In reactie op: Kindermisbruik (algemeen) #256425
                  Skye
                  Moderator

                    Iva Bicanic over kinderen die langdurig seksueel zijn misbruikt: ‘Ze zijn oersterk’

                    Als hoofd van het Landelijk Psychotraumacentrum in Utrecht behandelt Iva Bicanic kinderen die langdurig seksueel zijn misbruikt. En hun ouders. Ze pleit voor minder schroom bij pedagogen om naar misbruik te vragen en sneller traumabehandeling in te zetten.

                    Iva Bicanic (Nijmegen, 1972) is net terug van een Balkanreis als we elkaar spreken. Voor BNNVARA maakt ze een serie over het Joegoslavië na Tito, dat eind jaren tachtig uit elkaar begon te vallen. Ze heeft er een sabbatical voor genomen. “Het is een heel persoonlijke reis. Mijn ouders komen oorspronkelijk uit Kroatië en zijn in 1968 vertrokken. Vooral mijn vader, een natuurkundige, was een avonturier en wilde meer van de wereld zien. Hoewel ik in Nederland ben geboren, hebben ze me tweetalig opgevoed. Dus ik spreek de taal. Mijn herinneringen aan Kroatië zijn vooral lange zomervakanties, bezoekjes aan familie, de kust en vrije tijd. Toen ik zestien was kreeg ik er een vakantievriendje en naar hem gaan we in de serie ook op zoek.”

                    Wij-termen
                    Begin volgend jaar gaat ze nog naar Macedonië, het zevende en laatste land. Dan wordt de serie gemonteerd en in het najaar van 2021 uitgezonden. “Eigenlijk een wonder dat die reizen ondanks corona door konden gaan”, zegt ze. Op de Balkan gaat ze op zoek naar persoonlijke verhalen. Hoe was het leven onder president Tito, in de socialistische tijd? Wat gebeurde er tijdens de oorlog? Hoe kan het dat zo’n land van eenheid en broederschap toch uit elkaar is gevallen? En wat zijn de dromen van jongeren, die de oorlog niet hebben meegemaakt?

                    “De leukste ontdekking van de hele reis is dat ik nu beter begrijp waar ik vandaan kom. Vooral in gesprekken met ouderen was het vaak net of ik mijn vader en moeder hoorde praten. Alle oude mensen zijn lyrisch over de periode onder Tito: elkaar helpen en vertrouwen, samen vooruit en samen sterk. Die waarden hebben mijn ouders me ook bijgebracht en in die wij-termen spreek ik ook altijd over het bestrijden van seksueel geweld. Dat doe ik niet alleen.”

                    Holy man!
                    Eigenlijk wilde ze medicijnen studeren en kinderarts worden. Maar toen ze een paar keer werd uitgeloot, koos ze voor bewegingswetenschappen en later psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. De colleges van Francien Lamers, hoogleraar kindermishandeling, inspireerden haar om zich te specialiseren in seksueel misbruik van kinderen.

                    “Toen zij vertelde wat de effecten zijn bij kinderen, hoe het hun leven beschadigt en de relatie met zichzelf en anderen, dacht ik: ‘holy man!’. Die kinderen overkomt iets waar ze niks aan kunnen doen en vervolgens zijn ze hun leven kwijt. Dat is een groot verlies. Hoe ga je dan verder? Ik ben bij Francien stage gaan lopen en mocht daarom mee naar een groot congres in San Diego. Met sessies van acht uur ’s ochtends tot zes uur ’s avonds. Ik heb alle informatie op zitten vréten. Mijn schrift met aantekeningen, uit 1998, heb ik nog steeds.”

                    Clichébeeld
                    In 2006 begon Iva Bicanic als therapeut bij het Landelijk Psychotraumacentrum in Utrecht en inmiddels is ze er hoofd. Ze is ook de drijvende kracht achter het landelijk Centrum Seksueel Geweld, met zestien locaties in het land, waar slachtoffers van aanranding en verkrachting terecht kunnen.

                    “Daar focussen we vooral op mensen die het net hebben meegemaakt. Die hoeven niet meer allerlei loketten af en kunnen meteen terecht bij een multidisciplinair team van experts. Ik vind zo’n centrum ook belangrijk omdat men in Nederland nog steeds geen idee heeft hoe vaak misbruik voorkomt.

                    In Nederland geven 6% van de mannen en 22% van de vrouwen tussen de vijftien en zeventig jaar aan dat ze misbruik hebben meegemaakt (manuele, orale, vaginale of anale seks tegen de wil). Dat zijn 380.000 mannen en 1,4 miljoen vrouwen.

                    Het clichébeeld van de enge man in de bosjes klopt ook niet. 87% van seksueel misbruik vindt dicht bij huis plaats, door een bekende. De impact op kinderen en volwassenen is enorm. Slachtoffers van misbruik hebben een verhoogde kans op suïcide, automutilatie, psychose of verslaving, doordat ze het in hun eentje moeten dragen. Dat is een groot verschil met andere trauma’s. Daar praten we over met dierbaren, daar zoeken we steun. Maar bij misbruik gebeurt dat niet.”

                    Steun van ouders
                    Dit jaar verscheen het boek ‘Dicht bij huis. Hoe steun je een kind na seksueel misbruik?‘. Speciaal bedoeld voor ouders. Hun reacties kunnen, onbedoeld, soms meer kwaad doen dan het misbruik zelf. Iva Bicanic maakte het samen met advocaat Richard Korver, specialist in zedenzaken. “We kennen elkaar al lang en strijden voor hetzelfde. Hij vanuit de juridische invalshoek en ik vanuit de emotionele. We zien allebei in onze spreekkamer wat misbruik veroorzaakt aan schade en wat je eraan kan doen. Die ervaringen delen we in het boek.”

                    Waarom is de steun van ouders zo belangrijk?

                    ‘Ouders zijn belangrijker dan honderd therapeuten zoals ik’

                    “Ik weet uit de praktijk, en dat wordt ondersteund vanuit de wetenschap, dat ouders een belangrijke rol hebben in het herstelproces. Ze zijn belangrijker dan honderd therapeuten zoals ik. Als het misbruik uitkomt, kun je ouders wel opvegen. Sommige nemen zelfs ontslag omdat ze niet meer kunnen functioneren. Het is ook verschrikkelijk als je erachter komt dat je kind van twaalf drie jaar lang misbruikt is door de buurman. Maar ik probeer hen duidelijk te maken dat ze hun kind geen groter cadeau kunnen geven dan rustig te blijven en vertrouwen uit te stralen: mama moet soms huilen, maar het komt wel goed en papa is soms boos, maar niet op jou. Voor een kind is het heel beangstigend als ouders zich zo verliezen in emoties. Een kind voelt zich daar schuldig over en gaat verder met wat het altijd al deed: net doen alsof er niks aan de hand is.”

                    Zwijgen
                    Typerend voor seksueel misbruik is dat kinderen erover zwijgen. Ze vertellen het vaak pas als ze al lang op eigen benen staan. Volgens Iva Bicanic zwijgen kinderen vooral omdat ze doodsbang zijn voor de consequenties als het uitkomt. En terecht.

                    “Er zijn zelfs kinderen die er spijt van hebben dat ze het verteld hebben. Soms vallen hele families uit elkaar, dus een onthulling is niet zonder gevolgen. Je weet als kind dat er iets gaat gebeuren, je weet alleen niet precies wat. De meest toegepaste strategie is dan: er niet meer aan denken en er niet over praten. Dan is het een soort van ‘weg’. Daar worden ze heel goed in en dat wreekt zich in de volwassenheid.”

                    Waarom-vragen
                    Wie op latere leeftijd wel de moed heeft om het te vertellen, kan helaas ook niet rekenen op honderd procent support van de omgeving, zegt ze. “Wanneer je vertelt dat er in je auto is ingebroken, leeft iedereen mee. Maar als je vertelt dat je als kind bent misbruikt, krijg je vragen als: Waarom zeg je het nu pas? Waarom heb je er zo lang mee rondgelopen? Waarom heb je niets laten merken?”

                    Het zijn eigenlijk dezelfde waarom-vragen die slachtoffers van misbruik zichzelf stellen als ze eenmaal volwassen zijn. “Ze verwijten zichzelf dat ze het allemaal maar hebben laten gebeuren. En juist daar lopen ze later op vast. Nooit op wat er precies is gebeurd, hoe lang en hoe erg, maar op hoe ze achteraf hun eigen reacties op het misbruik beoordelen. Ze geven zichzelf de schuld dat ze geen ‘nee’ gezegd hebben. Zo steken ze een dolk in hun eigen rug. Mijn werk is om die dolk wat stomper te maken.

                    ”In haar therapie legt ze uit hoe daders te werk gaan, hoe de machtsverhoudingen liggen en dat ‘niks doen’ normaal slachtoffergedrag is. “Maar het zijn heel hardnekkige gedachten en overtuigingen. Je komt er echt niet met een gesprekje van ‘nee joh, het is niet jouw schuld’.

                    Als dat maar een beetje doordringt, heb je al winst. Dan gaat iemand zich misschien één keer per dag mutileren in plaats van drie keer. Het is ieniemienie, maar wel verbetering.”

                    Signalering
                    Kinderen houden seksueel misbruik niet alleen geheim, de helft van de bewezen misbruikte kinderen laat ook helemaal geen gedragssignalen zien die erop wijzen. En wat ze wél laten zien, wijst niet specifiek op seksueel misbruik. Dus signaleren is moeilijk. “De stresssignalen die kinderen wel laten zien, zoals slecht slapen, in hun broek plassen, angstig of somber zijn, kunnen overal op wijzen. SOA en zwangerschap zijn de enige signalen die specifiek duiden op seksueel misbruik. Dat maakt het moeilijk.”

                    Ook dat gebrek aan gedragssignalen komt omdat een kind zo z’n best doet om mensen te laten geloven dat er niks aan de hand is. “Daar is een mooie documentaire over gemaakt, Niks aan de hand, en een website die daar bij hoort. Over een vrouw van mijn leeftijd die in gesprek gaat met de dader, haar neef van acht jaar ouder. Ze spreekt ook met haar moeder, een leerkracht van vroeger en buren. Iedereen zegt achteraf: we hadden niks door. Op foto’s en filmpjes zie je ook een heel vrolijk kind. Terwijl ze regelmatig werd misbruikt door die neef. Heel leerzaam om naar te kijken en te zien hoe het werkt.”

                    Schroom bij pedagogen
                    Als het aan Iva Bicanic ligt, zou er bij de intake van ouders en kinderen in de jeugdzorg en jeugd-ggz standaard aan kinderen gevraagd moeten worden of ze negatieve ervaringen met hun lichaam hebben meegemaakt en of er dingen zijn die ze geheim moeten houden. Niet dat kinderen daar meteen open over zullen zijn, maar er is wel een zaadje geplant. En niet vragen is sowieso een gemiste kans.

                    “Ik hoop dat pedagogen daar naar durven vragen, maar ik denk dat er te veel voorzichtigheid is. Terwijl het verband tussen die traumatische ervaring en het welzijn van een kind bekend is. We hebben ook heel mooie screeningsinstrumenten voor PTSS, die makkelijk toe te passen zijn. Maar ook daar is schroom. Dan krijg je een combinatie van een kind dat niet praat en een behandelaar die niet durft. Zo kun je eindeloos bezig blijven met non-directieve speltherapie, terwijl er onderliggend iets heel belangrijks bedekt blijft. Je moet juist doorpakken! Je weet wat de richtlijnen zeggen. Er is geen tijd te verliezen.”

                    Traumaparadox

                    Iva Bicanic noemt het de traumaparadox van de jeugdzorg: de kinderen die het meest hebben meegemaakt, krijgen het minst vaak therapie.

                    “Het begint wel een beetje te schuiven, ook onder pedagogen. Maar er leven nog steeds mythes als dat een kind eerst stabiel moet zijn, terwijl je juist als de wiedeweerga moet beginnen met behandelen.

                    Nogal wiedes dat ze instabiel zijn. Maar het zijn ook oersterke kinderen, echte krachtpatsers, die best iets aankunnen. Ga jij maar eens wekelijks een half uur onder iemand liggen waar je niet onder wil liggen en jarenlang met dat geheim rondlopen. Dan zouden ze een EMDR-behandeling niet aankunnen?

                    Jaarlijkse check-up
                    Haar nieuwste missie is een pleidooi voor een jaarlijkse check-up bij kinderen die zijn misbruikt. In haar praktijk merkt ze dat klachten, ook na een succesvolle behandeling, een paar jaar later toch weer op kunnen treden. Maar dan in een andere vorm.

                    “Afhankelijk van de ontwikkelingsfase kunnen problemen van misbruik zich op een andere manier presenteren. Zo zie je een achtjarige die gaat bedplassen. Een twaalfjarige die bij haar ouders in bed wil slapen omdat ze bang is dat de dader haar komt halen als hij uit de gevangenis komt. Een zestienjarige die contact met jongens mijdt. En een twintigjarige die geen seksualiteit kan beleven. Ik ben er erg voor om niet te wachten tot ouders of een kind zelf terugkomen, maar dat wij dat monitoren. Net zoals we dat doen bij chronisch zieke kinderen.

                    Er is een eerste aanzet geweest bij VWS en ik hoop dat we erover door gaan praten.”

                    Tekst: Annemiek Haalboom

                    Kijktip: Niks aan de hand, een documentaire en project over seksueel misbruik: http://www.niksaandehand.com

                    Bron: NVO-magazine De Pedagoog, december 2020

                    In reactie op: PTSS & CPTSS #255950
                    Skye
                    Moderator

                      PTSS-expert: ‘Traumabehandelingen zijn maatwerk’

                      Praten met getraumatiseerde mensen? Totaal zinloos, stelt de Nederlands-Amerikaanse PTSS-deskundige Bessel van der Kolk. Laat ze eerst maar weer leren hun lichaam te kalmeren, bijvoorbeeld met yoga. Zijn aanpak is omstreden, maar hij boekt er veel succes mee.

                      Er wordt tegenwoordig wat snel van een trauma gesproken, erkent Bessel van der Kolk, maar dan nog komt het veel voor. Naar schatting 8 tot 12 procent van de bevolking leeft met een echte posttraumatische stressstoornis (PTSS). Deze mensen hebben een ingrijpende ervaring doorgemaakt zoals een verkeersongeluk of verkrachting, of zijn langdurig blootgesteld aan bijvoorbeeld oorlogsgeweld of verwaarlozing in de kindertijd.

                      Gebeurtenissen die nog lang diepe sporen kunnen trekken. In de geest en, volgens Bessel van der Kolk, vooral ook in het lichaam. Dat is soms over-alert: het staat als het ware nog altijd klaar om te vechten of te vluchten.

                      ‘Heb je een trauma, dan is het probleem ten diepste dat je je niet veilig voelt in deze wereld, met name je lichaam niet,’

                      zo formuleert Bessel van der Kolk het. Hij is auteur van de bestseller The Body Keeps the Score, in het Nederlands vertaald als Traumasporen.

                      Trauma behandelen
                      Na enige aarzeling vertelt de Amerikaanse psychiater met de Hollandse roots dat zijn interesse in PTSS geen toeval is. Hij groeide op in het Den Haag van vlak na de oorlog, als kind van getraumatiseerde ouders. ‘Zij hielden hun hele leven last van de oorlog en van de gruwelijke armoede vóór die tijd.

                      Er waren geen sociale voorzieningen; was je arm, dan moest je maar zien hoe je overleefde. Vooral mijn moeder wist niet hoe ze moest ontspannen, of hoe ze moest omgaan met haar familie. Ik denk met droefheid terug aan het ongelukkige leven dat ze heeft geleid. Als men in haar tijd wist wat we nu allemaal weten, had iemand haar trauma kunnen behandelen.’

                      Bessel van der Kolk is altijd geïnteresseerd geweest in zowel harde als sociale wetenschappen. Door te kiezen voor de psychiatrie kon hij zowel hersenwetenschapper als humanist zijn. ‘Ik heb allerlei behandelingen persoonlijk uitgeprobeerd, zoals psychoanalyse, lichaamsgerichte therapie en yoga, en ook uitvoerige wetenschappelijke studies gedaan naar het effect van medicijnen zoals Prozac, EMDR, neurofeedback en psychedelische drugs. Kortom, zo’n beetje alles wat ik nu mijn patiënten aanbied.’

                      U bent steeds meer met het lichaam gaan werken, en praten steeds meer gaan relativeren. U waarschuwt zelfs tegen ‘de tirannie van taal’.
                      Bessel van der Kolk: ‘Het is natuurlijk ontzettend belangrijk om na een trauma in een veilige omgeving te kunnen vertellen wat er met je gebeurd is. Vaak genoeg is een trauma een geheim dat eruit moet. Maar alleen praten en begrijpen waarom je pijn hebt, lost die pijn niet op. Het neemt de inprenting van angst en walging niet weg. Dat zijn primitieve lichamelijke reacties die uit een ander, niet-talig deel van het brein komen. Dus daar moet je je lichaam mee helpen.

                      Een traumareactie is een dierlijke vecht- of-vluchtrespons, met stresshormonen als motor. Bij mensen met een PTSS is daar iets fout gegaan: ze maakten een schokkende gebeurtenis mee waar niet tegen te vechten of van weg te vluchten was. Hun stressreactie is chronisch geworden, waardoor zij overdreven heftige reacties blijven vertonen.

                      Zij voelen de drang om te slaan of weg te rennen bij de kleinste voorvallen. Hun lichaam moet daarom eerst kalmeren. Als jouw baby ’s nachts huilend wakker wordt, ga je daar toch ook geen gesprek mee voeren? Nee, je houdt hem vast, wiegt en troost hem, en daarmee herstel je het evenwicht op een heel elementair niveau. Daar moet de behandeling van PTSS ook mee beginnen.’

                      Dus de therapeuten in uw behandelcentrum wiegen en troosten de patiënten?
                      ‘Nee, daar hebben we andere hulpverleners voor. Die geven onze patiënten massages, doen een zachte deken om hen heen, laten ze op een trampoline springen. Het is fascinerend om te zien wat dat laatste doet met kinderen met PTSS. Als die beginnen te springen of aanrakingen voelen, gaat hun taalgebruik vooruit. Ze ontwikkelen het vermogen om in complete en complexe zinnen te spreken.

                      Zolang die kinderen vervuld zijn van angst, gedragen ze zich als angstige diertjes. Maar wanneer het regulatiesysteem achter in de hersenen gekalmeerd raakt, gaat ook het voorste deel van het brein gezonder functioneren. Er kan dan beter onderscheid gemaakt worden tussen verleden, heden en toekomst. En dan kan doordringen dat het gevaar in het heden is geweken.’

                      Was er een bepaald moment waarop u dacht: al dat praten leidt nergens toe?
                      ‘Ik werd heel váák bekropen door het gevoel: verdorie, de patiënt en ik praten volop en we geven om elkaar in deze therapeutische relatie, maar toch knapt hij niet op. Dus ging ik op zoek naar nieuwe manieren om PTSS en sporen van trauma te behandelen. Ik was dertig jaar geleden de eerste behandelaar die het effect van Prozac bij PTSS bestudeerde. Toen ik tot de conclusie was gekomen dat het middel onvoldoende verschil maakte, begon ik andere dingen te onderzoeken.’

                      Dat was EMDR, indertijd nog zeer omstreden.
                      Bessel van der Kolk: ‘Inderdaad. Maar EMDR is een fantastische behandeling gebleken voor trauma en PTSS. Sommige mensen denken dat ik een EMDR-fanaticus ben, maar ik zie het bovenal als een techniek die deuren heeft geopend. Het is zó anders dan op je kont zitten en praten. Je zegt eigenlijk heel weinig; de patiënt roept het traumatiserende beeld in zijn herinnering op en volgt daarbij met zijn ogen jouw vinger die heen en weer gaat. En de herinnering verandert!

                      Maar er bleef een groep patiënten over bij wie EMDR niet werkte, dus moesten we weer verder zoeken. Zo kwam ik uit bij yoga. Ook dat helpt sommige mensen, maar evenmin iedereen. Je hebt gewoon een heel arsenaal aan trucs nodig, want niet één behandelingsmethode werkt altijd en bij iedereen.’

                      Hoe kan yoga getraumatiseerde mensen helpen?
                      ‘Dankzij yoga kun je meer accepterend worden over jezelf en je emoties; meer in het hier en nu komen. Yoga betekent mindful zijn, je adem reguleren en je lichaam voelen: drie wezenlijke componenten van beter worden. Het kan ook helpen om de triggers in je lichaam te accepteren. Neem de “happy baby-houding”. Je doet daarbij je benen in de lucht en spreidt die zo wijd mogelijk, je onderbuik naar boven gericht. Dat is géén fijne houding als je seksueel misbruikt bent.

                      Maar je kunt niet echt in je lichaam wonen als je jezelf niet kunt openen. Dus vragen wij mensen met PTSS om het langzamerhand te proberen, heel voorzichtig: knieën omhoog, rustig ademend. Een patiënte vertelde hoe zij toen écht aan den lijve kon ervaren dat er niets vreselijks meer gebeurt. Zo’n nieuwe reële ervaring in het hier en nu overschrijft de oude, irreële angst dat ze weer verkracht wordt. En dan kan er iets helen.’

                      Is praten nog wel nodig?
                      ‘Zeker. Mensen met een trauma schamen zich vaak en begrip en zelfliefde is dan hard nodig. Praten helpt daarbij. Maar bij trauma is dé grote uitdaging om het lichamelijke gevoel van veiligheid te herstellen. Uit breinonderzoek blijkt dat wanneer mensen flashbacks hebben van hun traumatische ervaring, het hele verbale deel van hun brein blokkeert. Ze zijn dan weer helemaal dat angstige dier wiens leven in gevaar is.

                      Het zijn dit soort onderzoeksuitkomsten die mij ertoe brachten dingen te gaan proberen waarbij het gesprek niet zo’n rol speelt. We wisten uit de praktijk al dat mensen die zijn verkracht door hun vader, een aanslag hebben meegemaakt of in een concentratiekamp hebben gezeten, daar vaak niet over kunnen praten. Je móét daarom wel een andere ingang dan de taal zien te vinden.

                      Wat mij altijd weer diep raakt bij mijn patiënten, is dat ze hun lichaam nauwelijks voelen. Daardoor herkennen ze ook signalen als moeheid, pijn en blijheid niet. Al die emoties zijn lichaamsgebaseerde ervaringen. Dat verklaart waarom getraumatiseerde mensen vaak zo weinig betrokken overkomen: ze kúnnen zich niet echt levendig, betrokken of blij voelen.’

                      Waarom is er zo veel controverse rond uw persoon geweest?
                      Bessel van der Kolk: ‘We waren het eerste centrum ter wereld dat yoga toepaste bij een groep zeer chronische traumapatiënten die al jaren geen vooruitgang boekten. Hun symptomen verminderden met gemiddeld 30 procent. Ook neurofeedback onderzochten we bij zo’n resistente groep patiënten, en weer zagen we een afname van gemiddeld 30 procent van de klachten. Samen zingen, bewegen, ritmes aannemen, blijkt sommige patiënten ook te helpen. Maar mensen zijn bang voor nieuwe zaken. Als je komt met iets waaraan niemand nog gedacht heeft, ontmoet je scepsis.

                      De eerste keus-traumabehandeling in de VS is nu cognitieve gedragstherapie – dat wordt het meest onderwezen. Maar in mijn kringen, die vrij groot zijn, doet niemand dat. PTSS-klachten nemen er gemiddeld met een derde mee af, ongeveer net zoveel als met een placebo. Dat is niet goed genoeg!

                      EMDR doet het beter, maar dat vonden mensen in het begin maar raar. Daarbij wiebel je met je vingers, en respectabele mensen wiebelen niet met hun vingers. Nu werken we weer met psychedelische drugs: nog raarder! Maar een middel als MDMA leidt tot diepe lichamelijke ervaringen, waardoor mensen met PTSS eindelijk durven voelen wat ze altijd hebben tegengehouden. Onder veilige omstandigheden kunnen ze terug naar een gebeurtenis in het verleden om te ontdekken: ja het is gebeurd, maar het is nu weg. Trauma is niet wat er met je gebeurd is, maar wat er nog steeds met je gebeurt terwijl je een gevoel ervaart.’

                      De vraag is dus vooral: wat werkt voor wie?
                      ‘Precies. En dat is deels een kwestie van temperament van de cliënt; je moet samen zoeken naar de passendste behandeling. Gelukkig werk ik in een kliniek waar we het hele scala aan behandelingen bieden; daarom knappen bij ons gemiddeld meer mensen op.

                      Op de universiteit krijgen behandelaars nog steeds vaak “formules” aangeleerd: dit werkt bij deze aandoening. Onze missie is dat therapeuten meerdere methodes kunnen gebruiken in hun werk. Zij moeten de patiënt helpen in het hier en nu te komen, en er is niet één “beste manier” om dat te bereiken.

                      ‘Als je ooit iemand hoort beweren dat hij hét antwoord op trauma heeft, geloof hem dan vooral niet.’

                      Bron: Psychologie Magazine >>

                      In reactie op: Seksueel geweld en seksueel misbruik (algemeen) #253700
                      Skye
                      Moderator

                        LYNELLE (27) WERD MISBRUIKT DOOR HAAR STIEFVADER: ‘HIJ ZEI DAT HET MIJN STRAF WAS’

                        In de nieuwe LINDA.meiden serie ‘De Seks Die Ik Niet Wilde’ spreken we mensen die te maken hebben gehad met seksueel geweld. In deze aflevering Lynelle, die jarenlang misbruikt werd door haar stiefvader.

                        Rond het elfde levensjaar van Lynelle begint haar stiefvader haar zo nu en dan aan te raken.

                        TWEE KANTEN
                        “Dat werd uiteindelijk steeds erger”, vertelt Lynelle in de video. “Hij had een kant die heel aardig en lief was. Maar aan de andere kant zat hij aan mij. Hij zei dan wel: ‘Het spijt me heel erg’, waarna hij ging huilen. Maar daarna deed hij het gewoon weer.”

                        THERAPIE
                        Toen Lynelle vijftien jaar was vertelde ze aan haar moeder wat zich al die jaren had afgespeeld. “Aan het begin heb ik veel therapie gehad, maar ik vond het te zwaar en ben daar lang mee gestopt.” Daarna is ze overgestapt op psychomotorische therapie. “Dat heeft mij super erg geholpen. Ik ben nu ergens in mijn leven waarvan ik nooit had verwacht dat ik daar zou komen.”

                        Bron: linda.nl

                      10 berichten aan het bekijken - 1 tot 10 (van in totaal 25)