Aangemaakte reacties

10 berichten aan het bekijken - 11 tot 20 (van in totaal 1,680)
  • Auteur
    Reacties
  • Luka
    Moderator

      Sandra Piepenbrock (48) is betrokken bij Let’s talk about yes. Deze campagne van Amnesty International strijdt voor een nieuwe wet omtrent verkrachting. Ook streeft het naar een betere dialoog over seks, gelijkwaardigheid en instemming.

      “Bijna vijf jaar geleden gebeurde er iets verschrikkelijks in ons gezin: mijn dochter van veertien werd verkracht. Ik voelde me als ouder zo machteloos. Alsof dat nog niet erg genoeg was, kwamen we in de krochten van het Nederlands rechtssysteem terecht. Volgens de wet is het namelijk pas verkrachting als er zichtbaar en bewijsbaar geweld is gebruikt. Uitsluitend het binnendringen van iemands lichaam valt daar niet onder. Bizar, maar waar. Mijn dochter had heel duidelijk nee gezegd en laten merken dat ze het niet wilde. Hoezo is dat onvoldoende? Toch werd de dader in eerste instantie vrijgesproken. Ik vergeet nooit meer wat mijn dochter toen zei: ‘Wat had ik dan moeten doen om het te bewijzen, een camera op mijn lichaam dragen?’ Het OM ging in hoger beroep, maar in de tussentijd wist ik oprecht niet wat ik daarop kon antwoorden.

      Speciale training
      Twee jaar later zag ik een spotje van Let’s talk about yes, dat ik aan mijn dochter liet zien. Ze had al eerder aangegeven dat ze graag iets zou willen doen, om eenzelfde ervaring voor andere vrouwen te kunnen voorkomen, maar was er nog niet toe in staat. Zelf voelde ik ook de drang om al die pijn en frustratie in iets effectiefs om te buigen. Ik nam contact op met Amnesty International en een week later zat ik al bij een training voor vrijwilligers om meer te leren over het project en te kijken wat ik daaraan kon bijdragen. De rest van de groep bestond vooral uit jonge mensen. Ik denk dat het belangrijk is om in het activisme mensen van verschillende leeftijden, achtergronden en perspectieven bij elkaar te brengen om zo veel mogelijk mensen te bereiken. Achteraf hoorde ik dat ze mijn openheid fijn vonden, een van de jongeren had door mijn verhaal voor het eerst écht met haar ouders gepraat over wat ze zelf had meegemaakt. Op mijn beurt stak ik ontzettend veel op over hoe je social media kunt inzetten om mensen aan het denken te zetten.

      Victim blaming
      We hebben als vrijwilligers veel eigen inbreng. Leuk, maar ook spannend. Hoe zet je een actie op poten? Hoe zorg je ervoor dat mensen naar je luisteren? We hebben van alles ondernomen, zoals waslijn-acties waarbij iedereen zijn ‘vuile was’ kon buitenhangen door ervaringen op te schrijven. Verder hebben we een manifest laten ondertekenen door onderwijsinstellingen die wilden bijdragen aan onze doelstellingen. Onze voorlichting richt zich op praktische zaken, bijvoorbeeld hoe je een condoom omdoet, en minder op vragen als: hoe weet je wanneer iemand iets niet prettig vindt en wat doe je dan? Ik was een preutse Truus, maar daar heb ik me overheen gezet tijdens mijn gesprekken met jongeren. Zij durven ook steeds meer te delen, met elkaar en hun ouders. We zijn trouwens ook in gesprek gegaan met politici in Den Haag. Het begint met een eerlijke wet omtrent verkrachting. Dat wetsvoorstel ligt er nu eindelijk, in 2024 gaan ze het invoeren. Toch is er nog genoeg te doen. Neem victim blaming. Toen mijn dochter aangifte deed, vroegen ze wat ze aan had en of ze veel make-up droeg. Ik was heel duidelijk: al loop je in je blote kont op straat, dan moeten ze nog van je afblijven.

      Haar stem
      Als ik vertel wat mijn dochter is overkomen, zeggen sommigen: ‘Als het mijn dochter was geweest, had ik hem in elkaar geslagen.’ Dat is makkelijk praten. Natuurlijk was ik woedend, maar met geweld schiet je niks op. Als je in de juridische molen zit, kun je niet veel anders dan afwachten. In hoger beroep is de dader gelukkig alsnog veroordeeld, maar de straf vonden we veel te mild. Door mijn werk voor Amnesty ben ik nog steeds bezig met dit onderwerp. Dat is soms moeilijk, maar het geeft me ook energie. Zo laat ik mijn dochter zien dat ik niet opgeef en laat ik ook haar stem horen.”

      Bron: Libelle >>

      In reactie op: Seksueel geweld en seksueel misbruik (algemeen) #277477
      Luka
      Moderator
      Topic starter

        Bij twijfels belangrijk om te weten: hoe ziet seksuele dwang eruit?

        De situatie rondom seksuele dwang varieert nogal, waardoor er vaak verwarring ontstaat. Daar moet een einde aan komen.

        Seksuele dwang is een ernstig en veelvoorkomend probleem dat overal ter wereld voorkomt, zowel in relaties als daarbuiten. Omdat hier maar weinig over gesproken wordt, is het van belang dat mensen bewust worden gemaakt van wat seksuele dwang precies inhoudt. Het is een onderbelicht onderwerp, waar (helaas!) de meningen over verdeeld zijn. Dit maakt het een moeilijk bespreekbaar onderwerp en het is tijd voor verandering!

        Met dit artikelen wij verduidelijken hoe seksuele dwang eruitziet. Op die manier hopen wij dat mensen zich bewuster worden van de grenzen tussen seks met consent en gedwongen handelingen.

        Bij twijfels erg belangrijk: hoe ziet seksuele dwang eruit?
        Een seksueel trauma kan op veel manieren ontstaan en daar hoeft lang niet altijd fysieke kracht bij betrokken te zijn. Seksuele dwang kan ook plaatsvinden wanneer je onder druk wordt gezet of iemand je manipuleert om seksueel contact te hebben, terwijl je dit niet wil. Maar seksuele dwang kan verwarrend en verontrustend zijn. Misschien voel je jezelf toch schuldig of heb je na dwang of voelde je je verplicht om ‘ja’ te zeggen.

        Eén ding is belangrijk om te weten: toestemming wordt áltijd vrijwillig gegeven. Als je alleen toestemming geeft omdat je wil dat de andere persoon stopt met je onder druk te zetten of te bedreigen, dan heb je niet echt toestemming gegeven.

        Goed om te weten: we spreken in dit artikel regelmatig over ‘seks’. Dit is een afkorting van alle vormen van seksueel contact. Dit kan beginnen bij kussen, likken, zoenen, aanraken en wrijven en eindigen bij vingeren, aftrekken, orale seks en penetratie, maar ook alles daartussen.

        Wat is dwang eigenlijk?
        Dwang beschrijft eigenlijk elke poging om jouw gedrag te beheersen, vaak gebeurt dit door middel van bedreigingen, manipulatie of chantage. Dwang hoort in het domein van verbale en emotionele druk. Soms geven mensen ook omdat ze bang zijn dat het anders kan escaleren tot fysieke agressie en geweld.

        Seksuele dwang verwijst vervolgens naar elke vorm van ongewenst seksueel gedrag, waarbij iemand wordt gedwongen tot seksuele handelingen tegen diens wil. Dit kan zich voordoen binnen allerlei soorten relaties, zoals tussen partners, in familieverband, op het werk, op school, in sociale omgevingen en zelfs door vreemden. Het gaat om het uitoefenen van macht en controle over een ander individu, zonder hun toestemming. Dit is in strijd met hun persoonlijke grenzen.

        Wat is het verschil tussen dwang en toestemming?
        Het klinkt zo makkelijk, maar voelt het voor velen als een grijs gebied. Anders zou het niet zo vaak fout gaan. Als je geen seks wil, maar toch instemt omdat je je verplicht voelt of niet wil dat de ander boos wordt, geef je geen toestemming en kan het gezien worden als seksuele dwang.

        In een relatie
        Een relatie hebben betekent niet dat je automatisch toestemming hebt gegeven. Iedereen heeft áltijd het recht om te beslissen wanneer ze wel of geen seks willen. Als je eenmaal nee zegt, moet de partner dit simpelweg respecteren. Het aanpraten van schuldgevoelens, vleierij en bedreigingen tellen als dwang.

        Ook in een relatie komt seksuele dwang voor. Zo accepteren partners soms geen ‘nee’ en gaan ze door tot ze hun zin hebben. Een partner probeert vervolgens jou wél in the mood te krijgen door door te drammen, je schuldgevoelens aan te praten, je ‘voor de grap’ te bedreigen of te chanteren.

        Emotionele manipulatie
        In een (prille) relatie kan een partner proberen je emoties te manipuleren om je van gedachten te veranderen over seks. Misschien zeggen ze: ‘Oh, ik begrijp het’ of ‘Dat is prima’, terwijl hun lichaam iets heel anders vertelt. Ze lopen boos weg, slaan met deuren, zuchten heel diep of barst ineens in tranen uit.

        Alcohol
        In sommige gevallen wordt er alcohol of drugs gegeven aan personen met als doel de remmingen te verminderen. Seksuele dwang kan dan een subtiele vorm aannemen, zoals bijvoorbeeld: ‘Neem een lekker drankje en trek je werkkleding uit, dan zien we wel wat er straks verder gebeurt.’ Veel mensen zien dit niet als dwang, maar als jij van tevoren al nee hebt gezegd dan kan dit wel degelijk seksuele dwang zijn. Zodra jij seks afwijst, hoort het verhaal te stoppen. Maar dit gebeurt (helaas!) niet altijd.

        Dus, nog één keer voor alle duidelijkheid: zó ziet seksuele dwang eruit
        Seksuele dwang vindt plaats wanneer iemand ‘nee’ niet accepteert en je blijft proberen te overtuigen om van gedachten te veranderen op het gebied van seksuele activiteiten.

        Seksuele dwang kan verschillende vormen aannemen. Iemand die je onder druk zet en/of een ongemakkelijk gevoel geeft nadat je nee tegen seks hebt gegeven, probeert je misschien wel te dwingen. We zetten om wat extra duidelijkheid te scheppen een paar veelvoorkomende scenario’s op een rij:

        • ‘Wil je niet met mij naar bed? Prima. Je vriendin is trouwens behoorlijk dronken, wedden dat zij geen nee zal zeggen?’ – Op die manier dreigt diegene eigenlijk iemand anders pijn te doen.
        • ‘Mensen in relaties hebben seks. Als we geen seks hebben, denk ik dat we uit elkaar moeten gaan.’ – Op die manier speelt hij in op je emoties en probeert hij je toch zover te krijgen.
        • ‘Ik kan je ontslaan, weet je. Ik zou het kunnen laten lijken alsof je aan het stelen was en dan neemt geen enkel bedrijf je meer aan.’ – Op die manier dreigt een collega of leidinggevende je carrière in gevaar te brengen als je niet toezegt.
        • ‘Wees niet preuts. Iedereen heeft seks. Je bent veel te oud om nog maagd te zijn.’ – Op die manier zet diegene je onder druk.

        Wat doe je op zo’n moment?
        Onthoud dat het jóuw keuze is – en ook echt alleen die van jou – om seks te hebben of juist niet. Niemand anders mag dat voor jou beslissen. Doordat je twijfelt, weet je eigenlijk al genoeg.

        Wanneer je je realiseert dat een partner of iemand anders je probeert te dwingen tot seks, zou je heel direct en standvastig het volgende kunnen zeggen:

        • ‘wIk zie dat ik geen seks wilde. Ook al probeer je me onder druk te zetten, ik verander niet van gedachten.’
        • ‘Ik wil graag tijd samen doorbrengen, maar ik ben niet geïnteresseerd in seks. Zullen we een rondje gaan wandelen?’

        Mocht er niks veranderen, dan is het verstandig om weg te gaan en/of een vertrouwenspersoon te bellen. Het kan spannend zijn om nee te zeggen tegen iemand die boven jou staat. In zo’n situatie is het wellicht mogelijk om nog een laatste keer duidelijk ‘nee’ te zeggen en rechtstreeks naar het adviescentrum of personeelsafdeling gaan om een klacht in te dienen.

        Vergeet niet: dwang is (emotionele) mishandeling en je hebt het volste recht om aangifte te doen van deze misdaad. Praat hierover met een vertrouwenspersoon of neem contact op met Centrum Seksueel Geweld. Bel gratis en anoniem met 0800 0188 of chat met hen via de website.

        Bron: Womens Health Mag >>

        In reactie op: Sexting, sextortion & shaming #277371
        Luka
        Moderator

          JE KINDEREN UITLEGGEN HOE ZE OM MOETEN GAAN MET HET VERSTUREN VAN NAAKTFOTO’S? DEZE PEDAGOGE VERTELT

          Het blijft een lastig onderwerp, maar wel aan de orde van de dag. Je kind uitleggen hoe het om moet gaan met het versturen van naaktfoto’s? Pedagoge Krista Okma legt uit hoe je dat het beste kan doen.

          Een derde van de kinderen onder de tien jaar heeft al een keer porno gekeken, aldus Okma.

          FOTO’S
          Het versturen van naaktfoto’s is volgens Okma “meer dan normaal” onder jongeren. Zeggen dat het niet mag, zou dan ook niet de oplossing zijn. “Tieners doen dat veel, en dat is gewoon. Het hoort bij het ontdekken van hun seksualiteit. Maar het is wel een belangrijk aandachtspunt: veel ouders denken dat hun kind het niet doet, of gaan het gesprek niet aan. En dat is een gemiste kans.”

          “Denk je: dat gesprek komt nog wel wanneer het zover is, dan ben je eigenlijk al te laat. Een derde van de kinderen onder de tien jaar heeft al een keer porno gekeken, maar 85 procent van de ouders heeft het met kinderen onder de tien jaar nauwelijks over seksualiteit.”

          “Bespreek het met je kinderen wanneer ze nog op de basisschool zitten. Dan zitten ze minder in het onderwerp en nemen ze uit nieuwsgierigheid veel meer van jou als ouder aan. In de puberteit gaan ze het er met jou niet over hebben. Dan gaan ze wel naar vrienden, of iemand anders.”

          OPVOEDING
          Seksuele opvoeding begint volgens Okma al als het kind wordt geboren. “Moet je als kind je tante – die je nooit ziet – verplicht drie zoenen op de wang geven, terwijl je aangeeft dit niet te willen, dan mag je daar als kind dus niet je eigen grenzen in aangeven. Terwijl het belangrijk is om je kind mee te geven, zeker bij dit onderwerp, dat je niets moet doen tegen je wil.”

          Wil je het onderwerp sexting aansnijden, dan is het wel belangrijk om te kijken waar je kind op dat moment staat. “Heb je nog nooit over seksualiteit gesproken en begin je opeens over sexting, dan denkt je kind ook: wat gebeurt hier? Begin al op de basisschool met terloopse gesprekjes: ben je weleens verliefd geweest? Heb je al eens een kus gegeven? Heb je een vriendje of vriendinnetje? Ga je er met zijn tweeën op uit? Daar begint het mee.”

          HAAKJE
          Krijgt je kind vervolgens een eigen telefoon – en is hij of zij al met seksualiteit bezig – dan is het onderwerp sexting volgens Okma een logische volgende stap. “Leer je kind dat het niet zomaar berichten of foto’s van anderen mag doorsturen. Ook geen gewone foto’s. Die persoon heeft de foto naar jou gestuurd en niet naar andere mensen. Wil je iets doorsturen, dan moet je dit áltijd overleggen.”

          Geen idee hoe je dit gesprek aanknoopt? Gebruik een haakje uit de media. “Je hoeft niet naar iemands foto te gaan kijken, maar je kunt het wel bespreken. ‘De foto’s gaan rond, wat vind jij hiervan?’ Dan merk je al snel genoeg of je kind daar wel of niet mee bezig is.”

          MAAK HET PRAKTISCH
          Eenmaal het gesprek begonnen? Leg dan uit dat een ander je nooit onder druk mag zetten. “‘Dan maak ik het uit’, of ‘Dan mag je niet meedoen met…’, komt vaak voor. Maar iets doen tegen je wil, is natuurlijk nooit een optie.”

          Maak het gesprek vooral praktisch en benoem dat – als ze het leuk en spannend vinden om een foto te delen – het belangrijk is dat je hier niet herkenbaar op staat. “Niet met je gezicht op de foto, of een herkenbare tatoeage. Vertel dat wanneer een foto eenmaal is verstuurd, het delen hiervan heel makkelijk gaat. Pubers leven meer in het moment en denken niet na over later. Ze moeten weten dat het nu leuk is, maar het volgende week ook uit kan zijn met hun vriendje of vriendinnetje.”

          Daarnaast is het belangrijk om ervoor te zorgen dat je kind weet dat het altijd bij jou terecht kan. “Geef altijd de boodschap mee: ‘Ik word niet boos op je als je dat hebt gedaan. We gaan het samen oplossen.’ Daarom is het ook zo belangrijk dat je seksualiteit al bespreekbaar maakt voordat het misgaat. Zodat het enigszins gewoon is om het daar samen over te hebben en je kind jou makkelijker om hulp vraagt.”

          Bron:
          Linda >>

          In reactie op: Victim blaming #277370
          Luka
          Moderator

            WAT IS VICTIM BLAMING EN WAAROM IS HET SCHADELIJK? EEN EXPERT LICHT TOE

            75 procent van de mensen die een ervaring met seksueel geweld deelt, krijgt minimaal één beschuldigende reactie. Dit heet victim blaming. Wat valt hier precies onder en wat doet het met iemand?

            We vragen het Willy van Berlo, programmamanager seksueel geweld bij kenniscentrum Rutgers.

            VICTIM BLAMING
            De kern van victim blaming is de verantwoordelijkheid bij de verkeerde persoon leggen. Het slachtoffer krijgt de schuld van iets, de pleger komt ermee weg. Dit gebeurt vaak – maar niet exclusief – na incidenten van seksueel geweld. We kennen allemaal de ‘had maar geen kort rokje aangetrokken’-respons, een klassiek schoolvoorbeeld van victim blaming. Maar het komt in alle soorten en maten, vertelt Van Berlo. En uit alle hoeken.

            Ze legt uit: “Het kan van de pleger zelf komen, maar ook uit de omgeving van het slachtoffer. Denk aan ouders, vrienden of kennissen, en soms zelfs politie of hulpverleners. Het rokjesvoorbeeld is inmiddels zo’n cliché dat veel mensen nu niet in de gaten hebben dat het bij victim blaming óók om subtielere vragen of opmerkingen kan gaan. ‘Heb je er toen niets van gezegd?’ bijvoorbeeld, en ‘Waarom ben je meegegaan’, of: ‘Dat soort gedrag hoort er soms bij, doe niet zo moeilijk.’”

            Met dat soort reacties bagatelliseer je iemands ervaring en dat is echt iets waar we vanaf moeten, vindt Van Berlo. “Het overschrijden van grenzen ‘hoort’ er nooit bij, ook niet als het gaat om aanrakingen of seksueel getinte opmerkingen. Pertinent niet, in welke situatie dan ook. Met victim blaming houd je een cultuur in stand waarin seksueel geweld niet serieus wordt genomen.”

            GEVOLGEN
            Slachtoffers kunnen negatieve gevolgen ervaren door victim blaming, weet Van Berlo. Er is hen tenslotte al iets heftigs overkomen en nu krijgen ze daar ook nog eens de schuld van. Soms wordt het daarom zelfs een ’tweede verkrachting’ genoemd. “Zij schamen zich vaak en geven zichzelf al de schuld, dus als zoiets van buitenaf geroepen wordt is dat natuurlijk funest”, legt ze uit. “Dat soort commentaar werkt naar binnen toe. Daardoor houdt het mensen tegen om hulp te zoeken, terwijl praten juist enorm belangrijk is.”

            Victim blaming is helaas van alle tijden. Maar het is wél een stuk makkelijker geworden de laatste jaren, met name door social media. “Daar gaat zoiets makkelijker dan wanneer je iemand face to face in twijfel moet trekken. Zeker als het gaat om gevallen die media-aandacht krijgen en daarmee online een groot publiek hebben. Ik denk dat we ons bewust moeten worden van het feit dat victim blaming altijd ongepast is, óók online.”

            WAAROM DOEN WE DIT?
            Maar waarom doen mensen dit eigenlijk, soms zelfs onbewust? Welke gedragspatronen zitten daar achter? De wetenschap houdt zich ook met deze vraag bezig en heeft drie mogelijke verklaringen. De eerste is de ‘just world‘ (of ‘rechtvaardige wereld’) theorie, waarbij mensen geloven dat de wereld om ons heen in de basis rechtvaardig is. Als een ander iets naars overkomt, zal dat wel betekenen dat zij daar dus – in meer of mindere mate – ook zelf schuld aan hebben. Een soort automatisch mechanisme in het hoofd dat terugvalt op ideeën als ‘Goede mensen overkomt zoiets niet’.

            De tweede theorie heeft met angst te maken, vertelt Van Berlo. “Seksueel geweld bij een ander kan ook beangstigend zijn voor jezelf. Het zou jou ook kunnen overkomen denk je, dus ga je op zoek naar verklaringen waardoor dat niet zo voelt. Een voorbeeld: Iemand is ’s avonds op straat lastiggevallen en jij reageert met ‘Ik zou daar nooit zo laat nog rond lopen, alleen’. Je zoekt zo eigenlijk een verklaring om jezelf gerust te stellen, uit zelfbescherming.”

            En dan is er nog de dubbele seksuele moraal, die bij vrouwen eerder eigen schuld aanrekent dan bij mannen. “Als het om seksualiteit gaat wordt van vrouwen verwacht dat ze grenzen bewaken en dat mannen nou eenmaal wensen hebben”, vertelt Van Berlo. “Dus als er iets gebeurt wordt de verantwoordelijkheid al gauw bij vrouwen gelegd. En al helemaal als je je niet volgens de traditionele norm gedraagt, dan krijg je sneller reacties als ‘ja, jij leidt dan ook een leven waarin zoiets kan gebeuren’. Dat impliceert dat je zelf iets hebt uitgelokt, dat er een factor van ‘eigen schuld’ in zit. Ik benadruk het dus nog maar eens: de schuld ligt nooit bij slachtoffers, maar alleen bij degene die de grenzen van een ander overtreedt.”

            NEEM IEMAND SERIEUS
            Accepteren dat victim blaming ‘erbij hoort’ is dus allerminst een optie. Een betere seksuele voorlichting op scholen kan al veel verschil maken voor de toekomst, vertelt Van Berlo: “Denk aan onderwerpen als toestemming en het respecteren en aangeven van wensen en grenzen. Maar daar moet het dan ook thuis over gaan. Ouders, heb het erover met je kind. Praat met elkaar. En zéker als je het idee hebt dat iets is voorgevallen.”

            Deelt iemand ervaringen met seksueel geweld met je en weet je niet wat je moet zeggen? Luister, tipt Van Berlo. “Vraag of je iets voor hen kan betekenen, of ze meer willen praten. Bied aan om hulp te zoeken. Maar bovenaan het lijstje adviezen staat vooral: neem iemand serieus. Daar begint het mee.”

            Heb jij zelf seksueel geweld meegemaakt en wil je daarover praten? Centrum Seksueel Geweld biedt professionele hulp en is 24/7 bereikbaar via het telefoonnummer 0800 – 0188. Ook kun je hier met hen chatten.

            Bron: Linda >>

            In reactie op: PTSS & CPTSS #277327
            Luka
            Moderator

              ‘Een groot deel herstelt en kan het leven weer oppakken’

              De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor posttraumatische stressstoornis (PTSS) en de impact ervan op mensenlevens. In de 2Doc: Verdwaalde Veteranen volgen we een groep Nederlandse veteranen met chronisch PTSS. Maar wat is PTSS precies? GZ psycholoog Ytje van Pelt is gespecialiseerd diagnostiek en behandeling van aan trauma en traumagerelateerde problematiek. “Het is heel hoopvol werk, een groot deel herstelt en kan zijn leven weer oppakken.” We spreken met Ytje over de ziekte.

              Een groot percentage van de mensen met PTSS herstelt (bijna) volledig, vertelt Ytje van Pelt, die al 19 jaar met mensen die lijden aan deze problematiek werkt. “Maar dan moeten patiënten er wel actief mee aan de slag. Van Pelt werkte als beginnend therapeut bij een justitiële jeugdinrichting, waar ze zag hoe het jongeren niet lukt om de stortvloed aan vaardigheidstrainingen toe te passen. Veel van de jongeren waar ze mee werkte hadden ernstige trauma’s meegemaakt, maar daar werd nauwelijks over gesproken. Ze kregen gewoon het label ‘anti-sociale stoornis’ of ‘gedragsstoornis’.

              De psycholoog besloot zich te verdiepen in trauma-gerelateerde stoornissen en begon de jongeren op die manier te behandelen. En wat bleek: velen van hen konden toch leren die vaardigheden in te zetten.

              Inmiddels werkt Van Pelt als psycholoog in de omgeving van Groningen, waar ze zich richt op problematiek voortkomend uit trauma. Naast haar werk als behandelaar doet ze onderzoek naar de effectiviteit van behandelmethoden, en is ze hoofdredacteur – samen met Erik ten Broeke – van het EMDR Magazine.

              Is dat niet zwaar, de hele dag met trauma bezig zijn?
              “Rondom het herstellen van PTSS bestaan veel misverstanden. Veel mensen denken, ten onrechte, dat je gewoon met PTSS moet leren leven. Dat tijd alle wonden heelt, of zelfs dat hun zenuwstelsel voorgoed beschadigd is en nooit meer zal kunnen herstellen. Een ander misverstand is dat traumabehandeling enorm langdurig is, dat je eerst jarenlang stabilisatietrajecten moet doorlopen voordat je überhaupt aan de behandeling kunt beginnen. In werkelijkheid is de traumabehandeling zelf het meest effectief en leidt tot afname van klachten. We behandelen niet de gebeurtenissen zelf, maar de klachten die voortkomen uit de herinneringen aan deze gebeurtenissen. En in veel gevallen kunnen we die klachten verminderen of zelfs volledig oplossen.

              Zo was er een honderdjarige man die gebukt ging onder de herinneringen aan traumatische ervaringen ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Toen de therapeut aan hem vroeg of hij bereid was om dit aan te pakken, antwoordde hij: ‘Als ik de laatste maanden van mijn leven nog kan doorbrengen zonder deze ellende, dan wil ik dat graag.’ Na zijn behandeling heeft hij nog een half jaar lang een leven geleid zonder de nachtmerries en flashbacks. Dat is werkelijk prachtig. Vaak hebben mensen met PTSS, zeker ook de veteranen, het idee dat ze tekortschieten. Ze hebben gedachten als: echte mannen huilen niet. Of: het is al zo lang geleden, dus hou op met zeiken. Het feit dat ze desondanks de behandeling durven aangaan, raakt me diep.”

              Wat valt allemaal onder de noemer PTSS?
              “Mensen die de diagnose PTSS krijgen, zijn blootgesteld aan een feitelijke of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld. Deze blootstelling kan direct zijn, waarbij je het zelf hebt meegemaakt of getuige was van de gebeurtenis. Maar het kan ook indirect zijn, wanneer een geliefde zoals een familielid, vriend of vriendin de traumatische ervaring heeft meegemaakt. Daarnaast kan herhaalde blootstelling aan gruwelijke details van traumatische gebeurtenissen ook leiden tot het ontwikkelen van PTSS. Denk bijvoorbeeld aan hulpverleners die stoffelijke resten moeten opruimen of politieagenten die steeds opnieuw worden geconfronteerd met kindermisbruik.

              Niet elke traumatische ervaring leidt automatisch tot PTSS. Het is normaal dat je er in het begin veel over droomt en er vaak aan denkt. Na verloop van tijd neemt dit meestal af, maar bij sommige mensen blijven deze symptomen aanhouden. Mensen met PTSS ervaren langer dan een maand symptomen, zoals herbelevingen (herinneringen aan de traumatische gebeurtenis die zich herhaaldelijk opdringen). Ze kunnen ook last hebben van nachtmerries of een combinatie van herbelevingen en nachtelijke schrikreacties. Chronisch slaaptekort is dan ook niet bijzonder bij mensen met PTSS.

              Mensen met PTSS kunnen negatieve gedachten ontwikkelen. Ze denken dat ze een slecht persoon zijn, of dat het allemaal hun schuld is. Ze voelen zich vaak verantwoordelijk voor wat er is gebeurd. Daarnaast zie je ook dat bepaalde delen van de traumatische herinnering niet goed toegankelijk zijn, alsof er stukken ontbreken. Angst en afschuw kunnen aanhouden, waardoor iemand zich minder verbonden voelt met de wereld en andere mensen. Dit kan leiden tot een gevoel van vervreemding of onthechting. Naasten van een persoon met PTSS spelen daarbij een belangrijke rol. Het is goed om steun te bieden en er voor iemand te zijn, zelfs als je niet precies weet hoe je moet reageren. Het tonen van empathie en het maken van verbinding zijn belangrijk. Mensen met PTSS merken vaak dat activiteiten die ze voorheen leuk vonden, nu geen of minder plezier meer bieden. Ze kunnen het gevoel hebben dat bepaalde emoties, zoals geluk of blijheid, niet meer worden ervaren.

              Daarnaast hebben mensen met PTSS last van schrikreacties. Er hoeft maar een deur dicht te vallen en jij schrikt je rot, terwijl degene naast jou rustig doorwerkt. Vaak zijn mensen met PTSS erg prikkelbaar en in sommige gevallen hebben ze last van woedeaanvallen. Vroeger werkte ik bij wat toen nog een justitiële jeugdinrichting heette. Bij de jongeren waarmee ik daar werkte, zag ik hetzelfde gebeuren. Stel je voor dat een bepaalde blik, een bepaalde bril of een specifieke beweging meteen herinneringen oproept. Dan reageer je automatisch. Deze jongens reageerden vaak naar buiten toe. Ze werden snel boos en kregen daar weer kritiek op. En die kritiek bevestigde het gevoel dat ze niks waard zouden zijn. Dat ze slecht zouden zijn.”

              Werkt het om dat soort ‘triggers’ uit de weg te gaan?
              “Het vermijden van pijnlijke herinneringen is juist een belangrijk aspect van de problematiek bij mensen met PTSS. Het is een instinctieve reactie om deze herinneringen weg te duwen, en vaak worden bepaalde mensen, plaatsen, gedachten of gevoelens vermeden. Men wil alles vermijden wat aan de traumatische gebeurtenis doet denken. Dat vermijdingsgedrag is ontzettend begrijpelijk, maar het kan het probleem juist verergeren.

              Er is een video op YouTube die ik vaak aan mijn cliënten laat zien. Hierin wordt een metafoor gebruikt van een buffel en een koe. Wanneer een storm nadert, blijft de buffel standvastig staan en trotseert de storm, ondanks de angst die het oproept. De koe rent daarentegen weg en loopt eigenlijk met de storm mee. Hij blijft daardoor veel langer in dezelfde storm. Die storm symboliseert de pijnlijke herinneringen en gedachten. In de behandeling streven we ernaar om als buffels naar deze herinneringen toe te gaan, in plaats van ervan weg te rennen. Door ervan weg te rennen blijft de problematiek immers aanwezig.”

              “Het doel van mijn behandelingen is om de confrontatie met de herinneringen aan te gaan, bijvoorbeeld door middel van Imaginary Exposure. De bedoeling is dan dat je ontdekt dat je de confrontatie aankunt. Maar goede begeleiding van een goed opgeleide en gespecialiseerde psycholoog, psychotherapeut of psychiater die bekend is met traumabehandelingstechnieken zoals EMDR of Imaginary Exposure is essentieel. Tussentijds stoppen met de herinnering aangaan, stoppen met de behandeling kan juist leiden tot meer stress en angst.”

              Hoe ziet zo’n behandeling als EMDR of Imaginary Exposure eruit?
              “Bij de behandeling van PTSS worden verschillende effectieve methoden toegepast, zoals EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing), Imaginary Exposure en Exposure in Vivo.

              EMDR is een vorm van psychotherapie waarbij je actief aan de slag gaat met de traumatische herinnering. Samen met je therapeut beschrijf je nauwkeurig welke klachten je ervaart en welke herinneringen daarmee samenhangen. Vervolgens creëer je een levendig beeld van de traumatische herinnering die spanning oproept. Je activeert deze herinneringen, zoals ze dat noemen, waardoor ze in je zogeheten werkgeheugen komen. Tegelijkertijd probeert de therapeut je af te leiden, bijvoorbeeld door gebruik te maken van oogbewegingen of tellen. Er ontstaat als het ware een ‘wedstrijd’ in je werkgeheugen. Het resultaat is dat de emotionele lading van de herinneringen afneemt en ze vager worden. Ze komen meer op afstand te staan, en uiteindelijk verandert ook de betekenis die je aan deze herinneringen hebt gegeven. EMDR helpt je bijvoorbeeld te erkennen dat het niet jouw schuld is of dat je geen slecht persoon bent, iets wat je rationeel wellicht weet maar nog niet emotioneel voelt. Met EMDR kun je je weer veilig voelen.

              Bij Imaginary Exposure en Exposure in Vivo, of Prolonged Exposure, werk je ook met de traumatische herinneringen. Voordat je begint, maak je een lijst van de gebeurtenissen die je opnieuw wilt beleven. In tegenstelling tot EMDR beleef je deze gebeurtenissen bewust opnieuw, waarbij je alle zintuiglijke aspecten zoals beelden, geluiden, geuren en smaken in het heden ervaart. Je herbeleeft de gebeurtenis keer op keer totdat er een zogenaamde ‘disconformatie van de negatieve verwachting’ ontstaat. Dat betekent dat de negatieve verwachting die mensen vaak hebben bij het praten over de traumatische gebeurtenis niet uit komt. Vaak denken ze dat het praten hen zo uit balans zal halen, dat ze voortdurend zullen huilen, zelfmoordgedachten krijgen, gek worden of worden opgenomen. Deze verwachtingen worden bijgesteld door de gebeurtenis opnieuw te beleven en uiteindelijk besef je dat je het aankunt. Het herbeleven klinkt natuurlijk ontzettend eng. Traumabehandeling zal ook nooit makkelijk zijn, maar onder goede begeleiding kan het daadwerkelijk helpen.

              Natuurlijk is er ook een deel van de mensen dat nog onvoldoende herstelt. Dit komt deels doordat slechts 39% van de volwassenen met een vastgestelde PTSS een evidence-based behandelmethode, zoals EMDR, aangeboden krijgt. Dat is veel te weinig. Als therapeuten dienen wij de patiënten de juiste behandeling te bieden, afgestemd op hun behoeften en in samenspraak met hen. Dat dit onvoldoende gebeurt is een pijnlijk punt als je het mij vraagt!

              Maar onze strategieën en traumabehandelingen moeten ook nog verder onderzocht en ontwikkeld worden. In de afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor posttraumatische stressstoornis (PTSS) en de impact ervan op mensenlevens. Gelukkig groeit het bewustzijn rondom psychologische zorg en worden klachten naar aanleiding van trauma steeds minder gezien als een teken van zwakte. Iedereen heeft recht op hulp.

              Bron: Human >>

              In reactie op: Kindermisbruik (algemeen) #277326
              Luka
              Moderator

                Hulpverleners en slachtoffers over seksueel kindermisbruik: ‘Het taboe moet worden doorbroken’

                ‘Je stopt het in een kluis en die zit dan ook écht dicht’. Zo omschrijven misbruikslachtoffers hun ervaringen. En dus is erover praten ontzettend moeilijk. Maar ook hulpverleners zijn vaak verlegen met het onderwerp. Volgens Fetzen de Groot, coördinator bij Centrum Seksueel Geweld Groningen-Drenthe (CSG), moet het taboe doorbroken worden. De Groot: ‘Bij kindermishandeling zeggen we: dat is zo erg, daar moeten we wat aan doen. Bij seksueel kindermisbruik zeggen we: dat is zo erg, dat zal wel niet waar zijn.’

                Volgens De Groot komt seksueel kindermisbruik veel vaker voor dan we denken en houden we elkaar voor de gek door er niet over te praten.
                ‘Seksueel kindermisbruik is zo erg dat mensen de neiging hebben het niet te willen zien’, stelt De Groot. Scholen weten bijvoorbeeld niet hoe ze vermoedens bespreekbaar kunnen maken, maar ook hulpverleners weten vaak niet wat te doen. De Groot: ‘Verslaving, schulden en huiselijk geweld: naar al die onderwerpen wordt gevraagd. Maar niet naar seksueel misbruik.’

                Topje van de ijsberg
                Michel van Vliet is kinderarts in het UMCG. Per jaar ziet hij zo’n veertig tot vijftig kinderen die te maken hebben gehad met seksueel misbruik. Het is volgens hem slechts het ‘topje van de ijsberg’.

                Als het misbruik minder dan zeven dagen geleden is, kan er – als het slachtoffer dat wil – sporenonderzoek worden gedaan door een forensisch arts. De kinderarts kijkt of er verwondingen zijn, maar onderneemt ook actie om seksueel overdraagbare aandoeningen of zwangerschap te voorkomen.
                Daarna wordt er gekeken welke verdere hulpverlening er nodig is. Voor het kind, maar zeker ook voor de ouders. Van Vliet: ‘Wij zien bijvoorbeeld ook gevallen waarbij een 14-jarige zijn jongere zusje misbruikt. Dan kom je uit bij een hele andere organisatie dan wanneer een 17-jarige in het uitgaansleven is aangerand.’

                Tenzij er duidelijk schade is, is het volgens Van Vliet heel moeilijk vast te stellen of een kind werkelijk misbruikt is. ‘Aan één op de drie kinderen die misbruikt wordt, zie je helemaal niets af. Niet lichamelijk, maar ook niet in het gedrag.’

                Van Vliet gaat altijd af op het verhaal van het kind en de ouders: ‘Het maakt niet uit of het wel of niet plaatsgevonden heeft. Als iets in het hoofd van iemand plaatsgevonden heeft, dan speelt er een probleem en dan moeten we dat oplossen.’

                Misbruikt door opa
                Miranda Hoekstra (24) werd als kind jarenlang seksueel misbruikt door haar opa. Vlak voor haar achttiende verjaardag durfde ze het aan haar ouders te vertellen. Hoekstra: ‘Ik liep op heel veel gebieden vast. Ik kon het niet langer met me meedragen, toen heb ik het op tafel gegooid.’

                Haar ouders geloven haar meteen. Hoekstra doet aangifte, haar opa wordt veroordeeld tot drie jaar cel waarvan een jaar voorwaardelijk. Ook Hoekstra merkt dat seksueel misbruik nog altijd een onderwerp is waar we moeilijk over praten. ‘Ik merk dat wanneer ik over mijn achtergrond vertel, mensen niet goed weten hoe ze erop moeten reageren.’

                Ik heb ervoor gekozen om open te zijn, zo hoop ik anderen te kunnen helpen
                Miranda Hoekstra

                No need to hide
                ‘Ik was ongeveer veertien jaar toen ik erachter kwam dat wat er mij gebeurde, niet klopte’, vertelt Hoekstra. ‘Ik ben toen op internet op zoek gegaan naar informatie, en wat er zou gebeuren als ik het zou vertellen.’ Online kwam ze alleen verhalen tegen van mensen bij wie het niet goed was gegaan, doordat ze niet werden geloofd of families uit elkaar vielen. ‘Had ik positieve verhalen gehoord, dan had mij dat misschien wel overgehaald het toen al te vertellen.’

                Ze hoopt dat andere geluid nu zelf te laten horen. ‘Ik heb ervoor gekozen om open te zijn, zo hoop ik anderen te kunnen helpen.’ Hoekstra richtte de stichting no need to hide op, een buddy-project waarin ervaringsdeskundigen gekoppeld worden aan slachtoffers. Ze wil laten zien dat het, ook na zo’n ervaring, goed met je kan gaan: ‘Juist die positieve verhalen heb ik gemist.’

                Traumateam

                Anne Koning is GZ-psycholoog, ze werkt als gedragswetenschapper en behandelaar bij het traumateam van jeugdhulporganisatie Elker. Dit team helpt kinderen en (pleeg)ouders die te maken hebben gehad met trauma’s, zoals huiselijk geweld. Daar hoort ook seksueel misbruik bij.

                De impact van dit misbruik is volgens Koning enorm. Kinderen kunnen fors getraumatiseerd raken door het misbruik. Hoe die impact zich uit, verschilt per kind. ‘Sommige kinderen doen alles om maar lief gevonden te worden. Met anderen is geen land meer te bezeilen.’

                Met verschillende vormen van therapie worden kinderen geholpen om de traumatische gebeurtenissen te verwerken. ‘Sommige kinderen kunnen praten over wat er is gebeurd. Andere kinderen zijn zo ontregeld dat ze onder tafel kruipen en helemaal niks meer zeggen.’

                Speltherapie
                Een vorm van therapie die goed werkt bij jonge kinderen is speltherapie. In de spelkamer staan allerlei spelmaterialen die kunnen helpen om met een kind in gesprek te komen. Koning: ‘Spel is ook een gesprek, maar dan een gesprek zonder woorden. Op die manier kan een kind ons toch vertellen wat er in hem of haar omgaat.’ Dat kan heel letterlijk zijn door gebeurtenissen uit te beelden met Playmobil. Andere kinderen vinden het fijn om een hut te bouwen, een veilige plek waarin ze wel durven te vertellen.’

                Sommige kinderen zijn volgens Koning zo ontregeld dat ze niet meer kunnen voelen. Door bijvoorbeeld te spelen met zand of water, ervaren ze het verschil tussen koud of warm en hard of zacht. ‘Voordat je met hen kunt praten over wat ze hebben meegemaakt en wat ze voelden, moeten ze eerst leren herkennen wat die emoties zijn.’

                Tegelijk met de kinderen worden ook de (pleeg)ouders van het kind geholpen. ‘Je ziet vaak dat ouders in paniek raken. Het is ontzettend belangrijk om hen te steunen zodat er ze voor hun kind kunnen zijn.’

                Nooit helemaal over
                ‘Als een kind kan vertellen wat het heeft meegemaakt, zonder dat het daarbij overspoeld raakt door emoties, dan zijn we klaar’, vertelt Koning. Toch betekent afsluiting van de therapie niet dat het ‘over’ is. Koning: ‘We hebben helaas geen gummetje waarmee we de herinneringen uit het brein kunnen wegvegen.’ Soms ziet ze kinderen op latere leeftijd terug, bijvoorbeeld in de pubertijd. ‘Bij bepaalde life-events speelt het trauma weer op, en dan moet je daar iets mee.’

                Ook Hoekstra herkent dat: ‘Begin dit jaar is mijn relatie uitgegaan. Ik merk dat ik me kwetsbaar voel nu ik weer alleen ben.’ Vorige week zag ze haar opa en oma voor het eerst in jaren terug. Het oudere echtpaar had haar via een bemiddelingsbureau benaderd. Hoekstra: ‘In eerste instantie schrok ik, ik vroeg me af wat ik eruit kon halen.’ Toch gaat ze. ‘Mijn ouders wonen nog altijd in hetzelfde dorp. Als ik daarheen ga, merk ik dat ik gespannen ben. Ik ga niet snel even naar de winkel uit angst om ze tegen te komen.’

                De vragen waarmee ik jarenlang in mijn hoofd zat, heb ik nu aan hem kunnen stellen. Dat geeft rust
                Miranda Hoekstra

                Vanaf het moment dat haar opa binnenkwam, viel die angst weg. ‘In mijn hoofd had ik altijd het beeld van iemand die gevaarlijk was, nu zag ik dat deze oude man helemaal geen bedreiging meer is.’ De man die haar altijd in zijn macht leek te hebben en haar met zijn blik uit kon kleden, was niet langer een gevaar.

                ‘Hij heeft oprecht zijn excuses aangeboden. Dat voelde toch wel als een opluchting, en een bevestiging dat ik gelijk heb gehad.’ In de rechtszaak had haar opa verschillende feiten ontkend. Hoekstra: ‘Je gaat dan toch aan jezelf twijfelen.’ Het gesprek werkte voor haar dan ook bevrijdend. ‘De vragen waarmee ik jarenlang in mijn hoofd zat, heb ik nu aan hem kunnen stellen. Dat geeft rust.’

                Zorg dat je kind weerbaar is
                ‘Het kan jouw kind ook overkomen’, zegt De Groot. ‘We denken dat we het wel in de gaten hebben, maar dat is niet zo.’ De plegers herken je niet aan de buitenkant, het kan ook die aardige vader of grappige buurman zijn. Kinderen die seksueel misbruikt zijn, doen er vaak alles aan om dit te verbergen. Uit loyaliteit richting de pleger, uit schaamte, of omdat ze het gevoel hebben zelf verantwoordelijk te zijn.

                ‘Zorg dat je kind seksueel weerbaar is’, stelt kinderarts Van Vliet. Dat betekent dat seksuele voorlichting begint wanneer je kind drie jaar is. ‘Gesprekken over welke plekken van jou zijn, en dat mensen daar niet aan mogen zitten. Dat je papa en mama knuffelt, maar een vreemde niet. Dat zijn de eerste stappen.’ Koning: ‘Leer een kind dat het grenzen aan mag geven. Als het geen kus of knuffel wil, is dat oké.’

                Wanneer een slachtoffer geen hulp krijgt, is de kans dat het wéér te maken krijgt met misbruik groot. Daarom is het zo belangrijk dat je ermee naar voren durft te komen, stelt Van Vliet. ‘Daders ruiken het als het ware dat je kwetsbaar bent.’

                Ook Hoekstra hoopt dat jongens en meiden die seksueel misbruik meemaken het durven te vertellen: ‘Je hoeft het niet alleen te doen. Er is hulp, als je het taboe doorbreekt.’

                Bron: RTV Noord >>

                In reactie op: Therapieën, behandelingen & traumaverwerking #277325
                Luka
                Moderator

                  Deze jongens gingen wél in therapie: ‘Hoop dat minder mannen suïcide plegen als ze hulp zoeken’

                  Het cliché is waar: mannen zeggen notoir vaak ‘nee’ tegen mentale hulp. Jay en Theun gingen wel in behandeling. “Mijn leven staat stil, en ik kan het alleen in beweging krijgen door hulp te zoeken.”

                  Corona, klimaat, kansenongelijkheid, de wooncrisis: het leven voor jonge mensen is er de afgelopen jaren niet makkelijker op geworden. En dat wordt steeds voelbaarder: jongeren bereikten afgelopen jaar een dieptepunt in hun mentale gezondheid. Stress onder studenten, constateerde Trimbos deze maand, is hoger dan ooit.

                  Wat ook uit de data blijkt: mannen zoeken veel minder vaak hulp dan vrouwen, zowel voor fysieke als mentale problemen – met soms fatale gevolgen. Wat kunnen we tegen deze kloof doen?

                  Voor dit stuk spraken we twee jonge Nederlandse mannen die hulp zochten voor hun psychische problematiek. Beiden zitten ze op een ander punt in hun traject – en geen van hen ging het makkelijk af – maar unaniem zeggen ze: geestelijke gezondheidszorg (ggz) voor mannen moet bespreekbaarder worden.

                  Littekens
                  Jay* (25) uit Zuid-Holland ging bijvoorbeeld in behandeling voor emotieregulatieproblemen en trauma. Zijn ouders kwamen beiden uit milieus die ‘niet goed’ voor ze waren. “Ik ben opgegroeid met mensen die zelf niet goed met hun emoties konden omgaan, en dat vaak op mij afreageerden.”

                  Jay wil de cyclus van trauma in zijn familie breken. Hij geldt als een uitzondering: Jay zocht namelijk wél hulp voor zijn problemen. Jay: “Zowel aan de Nederlandse als de Hindoestaanse kant van mijn familie was het ongebruikelijk dat mannen in therapie gaan. En als iemand ging, waren het de vrouwen die therapie aanraadden.”

                  Praten over zelfmoordgedachten kan anoniem: chat via http://www.113.nl, bel 113 of bel gratis 0800-0113

                  Bij Jay speelde zijn moeder een grote rol. “Ik kreeg al vroeg mee dat zij naar therapie ging, nadat haar zusje suïcide pleegde. Ze veroordeelde me niet, maar nam me direct mee naar de huisarts voor een verwijzing naar de psycholoog, toen ze littekens op mijn armen zag.”

                  Inmiddels vindt hij dat de meeste mensen baat hebben bij een psycholoog: “Als je je been breekt, dan ga je naar het ziekenhuis om gips te zetten, en als je mentaal iets hebt dat niet weggaat, dan ga je óók naar een medische specialist, toch?”

                  Theun (24) is op een ander punt in zijn ggz-reis: hij heeft net de eerste stap genomen om in therapie te gaan voor zijn angst- en motivatieproblemen. Hij zit al lange tijd veel ‘vast in zijn hoofd’, maar de hobbel om psychische hulp te vragen was tot nu toe te hoog. “Ik dacht altijd dat therapie een allerlaatste redmiddel was voor wanneer je suïcidaal bent of niet meer functioneert. Maar mijn leven staat momenteel stil, en de enige manier waarop ik het in beweging kan krijgen is door hulp te zoeken.”

                  De praktische kanten van het zoeken naar hulp – een verwijsbrief naar ggz vragen bij de huisarts, een ggz-behandelaar uitzoeken en contacteren – zaten zowel Theun als Jay in de weg. Jay: “Ik negeerde het feit dat ik therapie moest zoeken, omdat ik het simpelweg te veel moeite en gedoe vond. Mijn vrienden hebben me er uiteindelijk ook mee geholpen.” Wat Jay weerhield van het zoeken, waren de wachttijden (die momenteel oplopen tot een halfjaar), en dat niet alle therapieën worden vergoed. “Ik moest iets vinden wat paste, én wat betaald werd door mijn verzekeraar.”

                  Bij Theun stapelden zich de problemen op omdat hij, onder meer in zijn thuissituatie en op werk, niet op zijn plek was. Na een blessure die hij door werk opliep kwam hij ook nog eens thuis te zitten, in de Ziektewet.

                  Op het moment dat hij besefte dat hij niet verder kwam, toen hij al enige tijd thuiszat, maakte Theun een lijst met problemen waar hij tegenaan liep. “Toen ik ze bij elkaar zag, was het eigenlijk erger dan ik dacht. Het zette dingen in perspectief, en deed me realiseren dat ik hulp nodig had. Ik mailde mijn vraag om hulp naar een aantal verschillende praktijken. Dat voelde als een grote stap, ook omdat het iets is dat ik al langer uitstel.”

                  Wél problemen, geen hulp vragen
                  Theun en Jay zijn inderdaad een uitzondering, zeggen de drie specialisten die we voor dit stuk spreken. Mannen zoeken minder vaak en snel hulp. Dat is niet omdat ze het niet nodig hebben: ze hebben evenveel psychische problemen als vrouwen, en in de suïcidecijfers zijn ze zoals gezegd nota bene sterk oververtegenwoordigd.

                  Pinés Nuku werkt als klinisch psycholoog en psychotherapeut en specialiseert zich in de mentale gezondheid van adolescenten. Hij heeft het idee dat mannen de laatste jaren meer bezig zijn met hun mentale gezondheid – onderzoek van een grote beroepsorganisatie voor therapeuten in Engeland van eind 2022 suggereert dat het stigma inderdaad lijkt te verminderen. Maar, leert het onderzoek, hoewel de houding van mannen ten opzichte van therapie is veranderd, vertaalt zich dat niet direct naar hulpzoekend gedrag.

                  Ook Nuku geeft die kanttekening: “Ik zie in de loop der jaren geen echte verschuiving in de man-vrouwverdeling binnen de ggz.” Ook het soort problematiek – vrouwen meer emotionele stoornissen zoals depressie en angst en mannen meer gedragsstoornissen zoals agressie – verandert niet veel, zegt hij. Vrouwen maken bijna twee keer zoveel gebruik van ggz-voorzieningen als mannen, terwijl therapie net zo goed werkt voor mannen als voor vrouwen.

                  Klein vocabulair
                  Maar hoe komt dat nu, die kloof? ‘Traditioneel mannelijk gedrag’ komt vaak voorbij als verklaring voor het hulpmijdende gedrag van mannen. We checken het bij Hannah Mars. Hen is projectcoördinator voor stichting Emancipator, een stichting die mannen meer wil betrekken in genderemancipatie. Voor Emancipator geeft Mars cursussen om mannen en jongens te leren hun masculiniteit om te zetten in iets constructiefs.

                  Mars ziet dat mannen al vanaf jonge leeftijd weinig vocabulair aangeleerd krijgen om te praten over hun emoties. “Uit onderzoek blijkt dat ouders al vóór de geboorte op andere manieren communiceren met hun ongeboren kind zodra ze het geslacht weten.”

                  Dit merkt de 24-jarige Theun ook bij zijn vrienden en de mannen in zijn omgeving: die lijken vaak geen idee te hebben hoe ze moeten praten over hun emoties. Dat merkt hij in het bijzonder als hij over zijn emoties begint. Ze zijn bang zielig gevonden te worden, denkt hij: mannen draaien er omheen, en als je doorvraagt, kappen ze je af. Hoort erbij, zeggen ze dan. C’est la vie.

                  Vereenzamen
                  Het resultaat: mannen kampen vaak in hun eentje met (steeds erger wordende) psychische klachten. De afgelopen decennia zijn ze gestaag aan het vereenzamen. “Mannen hebben geïnternaliseerd dat ze het helemaal zelf moeten doen”, zegt Hannah Mars daarover. Daarom zien ze psychische hulp vaak niet eens als mogelijkheid.

                  Voor dit stuk spraken we ook kinder- en jeugdpsychiater Anne Pelzer. Zij noemt nog een drempel: in de Nederlandse ggz wordt de nadruk gelegd op praten, terwijl mannen het vaak moeilijker vinden om zich op die manier kwetsbaar op te stellen. De sector wordt daarnaast ook nog eens gedomineerd door vrouwelijke behandelaars, zegt Pelzer: zo’n 70% van de behandelaars is vrouw, ook al willen veel mannen liever een mannelijke behandelaar. Want de wetenschap leert ons: mensen worden nou eenmaal liever behandeld door iemand die op ze lijkt – en dit geldt trouwens ook voor andere minderheidsgroepen.

                  Symptoom weg, probleem weg
                  Klinisch psycholoog Pinés Nuku krijgt in zijn dagelijkse werk te maken met mannen die wél de weg naar psychologische hulp hebben gevonden. En die vereisen over het algemeen inderdaad een andere aanpak, zegt hij. Bij mannen moet je bijvoorbeeld expliciet steunend zijn over hun keuze om naar therapie te gaan, en goed de verwachtingen bespreken. Veel mannen zijn namelijk eerder geneigd vroegtijdig te stoppen met de behandeling, en maken daarin vaak ‘pragmatische’ keuzes. “Ze denken snel: symptoom weg, probleem weg,” ziet Nuku.

                  Ook wanneer ze lijden, voelen mannen vaak de druk om rolbevestigend – ‘stoer’ en pragmatisch – op te treden. Niet omdat ze oppervlakkiger zijn of minder lijden, maar omdat ze aan maatschappelijke verwachtingen willen voldoen. Daarnaast zijn mannen anders ‘bedraad’: “Door bepaalde neurobiologische factoren zijn mannen gemiddeld minder geduldig – dus houden ze niet van langdurig gepraat – en nemen ze meer risico’s, zoals vroegtijdig stoppen met praattherapie.”

                  Hoe ziet zo’n sessie eruit? Dat verschilt, zegt Jay. “Therapie voor mij is praten over wat je dwarszit. Het hoeft niet altijd over de meest complexe problemen te gaan. Soms praat ik over dagelijkse dingen, maar vaak gaat het ook over grotere problemen waar ik mee worstel.”

                  Hij probeert zo open mogelijk te praten met zijn behandelaar: “Ik vind dat je niet moet liegen tegen je therapeut. Je bent er om geholpen te worden, en hoe meer ze weten over je, hoe beter de therapie wordt, vind ik. In het eerste gesprek wordt meestal ook gevraagd wat je ervan verwacht. En als je meer sessies, een andere therapeut of therapievorm wilt, kun je dat altijd bespreken met je behandelaar.”

                  Jay zette zijn behandeling door. Therapie gaf hem controle over zijn drang naar automutilatie. “Ik kreeg inzicht in waarom ik verdriet en woede voel, en hoe ik er gezond mee om kan gaan zonder schade aan te richten.”

                  Women are sad, men are bad
                  Jay heeft elke week een gesprek met zijn behandelaar, soms eens in de twee weken. “Het helpt me een structuur op te bouwen in mijn leven. En het is fijn om iemand te hebben die simpelweg naar je luistert en je problemen erkent”, vertelt Jay. “Je hebt iemand voor je die er verstand van heeft, en waarmee je verder geen connecties hebt, los van het feit dat diegene je therapeut is.”

                  Gemiddeld gezien hebben mannen dus niet minder problemen dan vrouwen, maar ze geven er wél anders uiting aan, zien de specialisten die we voor dit stuk spreken. Women are sad, men are bad, luidt het credo onder psychologen.

                  Als jongens hun emoties uiten, worden ze afgestraft, aldus Hannah Mars van stichting Emancipator. “De enige emotie die mannen mogen laten zien is woede. Je kunt je voorstellen dat het snel heel toxisch wordt wanneer je verdriet alleen kunt uiten door woede.”

                  Niet toevalligerwijs wordt het meeste geweld in de wereld gepleegd door mannen, en is het overgrote deel van de bedden in gevangenissen gereserveerd voor mannen. Een groot deel van de gedetineerden kampte al vóór ze in de gevangenis belandden met (onbehandelde) mentale klachten. Dit beschrijft kinder- en jeugdpsychiater Anne Pelzer in haar onderzoek Waar zijn de jongens gebleven?, waarin ze met haar onderzoeksteam analyseerde waarom in de crisishulp vier keer zoveel meisjes behandeld worden als jongens.

                  Een ABC van de ggz
                  Eigenlijk zouden kinderen op basisscholen sneller voorlichting moeten krijgen over mentale gezondheid, vindt Jay. “In groep 7 en 8 krijg je seksuele voorlichting. Waarom bestaat zoiets niet voor geestelijke gezondheidszorg? Laat kinderen weten dat ze erover kunnen praten, en om hulp kunnen vragen. Ik heb dat gemist; ik heb nooit aan therapie gedacht tot mijn moeder ermee kwam.”

                  Klinisch psycholoog Nuku onderstreept dit: de ggz kan maatschappelijke organisaties als de overheid, werkgevers en scholen steunen, bijvoorbeeld met een voorlichtingscampagne zoals het eerdere Hey, het is oké.

                  Naast een divers aanbod van behandelaars kunnen er ook meer verschillende zorgvormen komen, denkt jeugdpsychiater Anne Pelzer. “Bijvoorbeeld een zorgaanbod waarbij de focus minder ligt op praten maar op beweging, muziek of creatieve therapie. Dat kan ook bijdragen aan een inclusievere ggz.”

                  Kracht
                  Jay wil andere mannen aansporen ook te praten over hun psychische klachten: “Misschien is het een cliché, maar het is oké om hulp te vragen. Je bent er niet zwakker door. Het laat juist je kracht zien.”

                  Dat wil hij benadrukken, want ook in zijn directe omgeving ziet hij de consequenties van het hulpmijdende gedrag van mannen. Suïcide is de grootste doodsoorzaak onder jonge mensen, en Jay zag recent meerdere suïcides in zijn omgeving – stuk voor stuk mannen. “Ik hoop dat ik dat niet meer mee hoef te maken, als mannen sneller hulp zoeken.”

                  Bron: NPO3 / Brandpuntplus >>

                  Luka
                  Moderator

                    Annes zoon werd seksueel misbruikt: ‘Het verhaal werd alleen maar groter en heftiger’

                    Het zal je maar gebeuren: je kind komt thuis en vertelt dat hij seksueel wordt misbruikt. Het overkwam Anne (33) met haar destijds 7-jarige zoon. “We voelden ons zo machteloos. We wilden eigenlijk alleen maar horen dat het goedkomt met onze zoon.”

                    Week van de lentekriebels
                    “Mijn zoon kwam na het buitenspelen binnen en hij vertelde over wat zijn vriendinnetje hem had verteld. Het was bij haar op school de week van de lentekriebels en ze had uitgelegd wat ze had geleerd. ‘Dat is met mij gebeurd’, zei hij plotseling. Zo dropte hij die bom bij ons. Ik voelde gelijk dat ik van slag raakte, maar op de één of andere manier reageerden mijn man en ik heel rustig op hem. We lieten niet zien hoe erg we van slag waren, maar we zeiden: hier moeten we wat mee.

                    We zagen de laatste tijd al bepaalde gedragsveranderingen bij onze zoon. Daar waren we al mee bezig, met de huisarts en de fysiotherapeut. Op school liep hij opeens achter, terwijl hij altijd heel snel leerde. We hadden al wel door dat er iets aan de hand was, maar we dachten toen dat hij misschien overprikkeld was. We konden er niet precies de vinger opleggen, dus toen hij dit vertelde, vielen alle puzzelstukjes in elkaar.

                    Nog meer verhalen
                    Toen hij het ons vertelde, voelde het echt even als het einde van de wereld. Er gingen gelijk allemaal beelden door mijn hoofd en ik dacht: mijn kind is voor het leven getraumatiseerd. Wat moeten we nu doen? Komt het nog wel goed? Hij kwam de dagen daarop iedere avond met nog meer verhalen aanzetten, dat er nog meer was gebeurd en het veel vaker plaatsvond dan we dachten. Nu weet ik dat dat normaal is, dat een kind eerst kijkt hoe je op iets reageert en of het veilig voelt. We hadden dus aan het begin nog niet door dat het zo ernstig was als dat het nu is gebleken.

                    De dader was een minderjarige tiener en we kenden hem en zijn familie goed. Voor ons kwam daar ook nog een rouwverwerking bij, omdat die mensen dichtbij ons stonden. We kennen hun opvoeding door en door, daar heeft het ook niet aan gelegen. We hebben onze kinderen altijd gewaarschuwd voor die volwassenen in de speeltuin met snoepjes en een busje. Dat ze nooit zomaar mee moeten gaan met iemand en dat deden ze ook netjes. We hadden dit absoluut nooit verwacht. Hij heeft ook nooit bij die jongen gelogeerd, het gebeurde gewoon op verjaardagen en feestjes, in periodes van nog geen half uur toen ze boven aan het spelen waren. Juist wanneer je denkt dat je kind veilig is.

                    Veilig Thuis
                    We hebben diezelfde avond dat onze zoon van het seksueel misbruik vertelde, de ouders van de dader op de hoogte gebracht. De dag daarna hebben we Veilig Thuis gebeld om informatie te vragen. Zij zeiden toen dat ze zich over ons kind geen zorgen maakten, want jonge kinderen groeien daar wel overheen. Zij hebben daar weinig last van, we moesten het maar even aankijken. Over de dader maakten ze zich wel zorgen, het gedrag dat hij op zijn leeftijd vertoont, hoort niet. Daar moesten ze mee aan de slag. Dat vonden wij een verschrikkelijke reactie. Wij wisten wel degelijk dat onze zoon er veel last van had.

                    We hebben dit wel met de ouders van de dader besproken, omdat wij ook niet willen dat de jongen andere kinderen hetzelfde aandoet. Zijn ouders hebben gelijk hulp ingeschakeld, zij zijn ook de volgende dag al geholpen door Veilig Thuis. Wij kregen dus te horen dat we het maar even moesten aankijken, maar de dagen daarop werd het verhaal alleen maar groter en heftiger. Ik weet nog dat mijn man en ik een paar avonden later letterlijk huilend op de grond zaten, nadat onze zoon nog drie keer uit bed was gekomen, omdat hij niet kon slapen. We wisten niet wat we moesten doen. We voelden ons zo machteloos. We wilden eigenlijk alleen maar horen dat het goedkomt met onze zoon.

                    Nachtmerries

                    We gingen de volgende dag naar de huisarts waar we een verwijzing kregen naar een psycholoog. Die hebben we gelijk opgebeld, maar toen kregen we te horen dat er een wachtlijst van minimaal drie maanden was. En dat was het, meer konden ze niet doen. Alleen bleven de verhalen maar komen, elke avond kwam onze zoon weer naar beneden, want hij had nachtmerries. Het was verschrikkelijk om te zien, het kwam helemaal los bij hem, alles kwam eruit. We hebben toen naar alle instanties die we konden vinden gebeld en we zeiden dat we gewoon handvatten nodig hadden van een hulpverlener. We hoefden misschien niet meteen in behandeling, maar we moesten als ouders horen of we het goed deden of niet. Reageren we wel goed? Pakken we het goed op? Maar iedereen zei dat zolang er geen intake is, ze niks konden doen, want straks gaven ze een verkeerd advies.

                    Uiteindelijk hebben we een medewerker van het centrum seksueel geweld (CSG) gesproken die even de tijd aan de telefoon nam. Zij bevestigde dat we het goed deden, dat we rustig op hem reageerden, hem open vragen stelden en alleen met hem in gesprek gingen als hij ermee kwam. Zij is oprichtster van CSG en raadde aan om het boek Dichtbij Huis te lezen. Daar staan verhalen in over wat je kunt tegenkomen vanaf dat moment, op mentaal vlak, maar ook op juridisch vlak. Dat gaf ons eindelijk wat handvatten en tips wat we nog moesten doen. We hebben uiteindelijk een afspraak met de zedenpolitie gemaakt en een melding gemaakt van het seksueel misbruik. We hebben besloten geen aangifte te doen, omdat het om een minderjarige gaat.

                    Het deurtje was dicht

                    Na drie maanden kwamen we bij de psycholoog en zij wilde meteen beginnen met EMDR, omdat zij er vanuit ging dat onze zoon nog steeds zo open was als eerst. Helaas ging dat niet, want op het moment dat we met de therapie wilden starten, was het deurtje alweer dicht. Onze zoon had er al zo vaak over verteld en er kwam maar geen hulp, dat hij weer gesloten was. Hij vond het ontzettend spannend en hij wilde er alleen maar met ons over praten. Dus er kwam wel hulp, alleen heeft het bijna een jaar geduurd voor hij zich open durfde te stellen. Uiteindelijk was de therapie wel heel fijn voor hem, hij kon ergens terecht en hij kon aan de slag met allerlei verschillende behandelingen.

                    Wij misten als ouders wel iemand die de ouder ook begrijpt. Wij hadden een psycholoog van 25 jaar, die zelf nog weinig levenservaring had. Ze wist goed vanuit de theorie hoe ze onze zoon moest behandelen, maar hoe wij als ouders er het beste mee om konden gaan, dat wist zij niet. Dat kun je haar op die leeftijd helemaal niet kwalijk nemen, maar dat is wel iets wat je als ouder mist. Je wilt het er graag met iemand over hebben die het snapt, die het uit ervaring begrijpt. Dat is er gewoon niet. Daardoor gingen wij zelf boeken lezen en mensen opzoeken om gesprekken mee te voeren. Alle informatie hebben we opgeslurpt, om er voor te zorgen dat we er zo goed mogelijk voor onze zoon konden zijn.

                    Invloed op het leven
                    Het is nu drie jaar geleden dat we achter het misbruik kwamen. Op alle levensgebieden heeft het invloed gehad. Onze zoon liep achter op school en hij durfde geen vrienden te maken. We konden niet naar verjaardagen waar meerdere mensen waren, omdat hij dat te spannend vond. Nachtenlang had hij nog last van nachtmerries en hij had een heel laag zelfbeeld. We gingen ook naar de osteopaat voor zijn lichamelijke klachten. Hij had namelijk veel buikpijn en hij kon bepaalde voedingsmiddelen niet eten, want dat voelde niet fijn in zijn mond. Het heeft gewoon heel veel impact op hem gehad.

                    Ook op ons als ouders heeft de hele ervaring veel impact gehad. Je hebt het idee dat je alle ballen hoog moet houden, voor je kind, omdat hij ook door moet. Mijn zoon vertelde zo levendig wat er was gebeurd, waardoor die plaatjes ook heel levendig in mijn hoofd kwamen. Ik kreeg daar toen ook EMDR-therapie voor, alleen dat ging niet samen met mijn werk en alle andere verplichtingen van het gezin. Op een gegeven moment ging het gewoon niet meer en kwam ik ziek thuis te zitten. Na een half jaar kreeg ik te horen dat ze mij op het werk niet meer wilden, omdat wat ik had meegemaakt een te groot risico was op vaker herhaling van ziekmelding. Er was eigenlijk totaal geen begrip voor de situatie waar wij in zaten.

                    Effecten van seksueel misbruik op een gezin
                    Omdat dit alles ook heel veel invloed had op onze levens, wilden wij daar iets mee. Er moet onder docenten en hulpverleners bekendheid komen over de effecten van seksueel misbruik op een gezin en hoe ze daarmee moeten omgaan. Want wij hadden toentertijd namelijk geen idee en niemand kon ons helpen. Daarom ben ik een onderneming gestart om andere ouders en hulpverleners te helpen om kennis te krijgen over wat seksueel misbruik met een kind en het gezin daaromheen doet.

                    We zijn mega trots op hoe ver onze zoon nu is gekomen. We kunnen nu wel weer naar een feestje en hij eet ook weer alles. Met zijn schoolwerk is hij bijna bij op zijn leeftijdsgenoten. We hebben er vertrouwen in dat het weer goedkomt. We zijn dankbaar dat we er als gezin samen zijn uitgekomen. Het seksueel misbruik zal altijd bij ons blijven, het gaat nooit weg en het zal altijd in een zekere mate weer terugkomen bij mijn zoon. Bijvoorbeeld als hij gaat puberen of wellicht een eigen gezin krijgt. Maar ik heb het idee dat we een goede basis hebben neergelegd en dat we er met veel liefde in het gezin doorheen komen. We zien het dus wel positief in, maar ondanks dat zal het altijd spannend blijven.”

                    Bron: JM Ouders >>

                    Luka
                    Moderator

                      Seksueel misbruik in tienerrelaties komt vaak voor, sociaal pedagoog geeft advies

                      Opvoeden blijft een lastige kwestie, elke ouder heeft vragen hoe hij iets het beste aanpakt. Daarom stellen we elke week een vraag aan een expert. Deze week geeft sociaal pedagoog en tevens ervaringsdeskundige Lyona Rose antwoord op de vraag: wat als mijn kind seksueel misbruik ervaart binnen zijn of haar relatie?

                      Het is de nachtmerrie van elke ouder: je kind wordt seksueel misbruikt. Als je kind een relatie heeft, verwacht je dit misschien minder snel, maar toch gebeurt het helaas wel. Vaak weten ouders in eerste instantie hier niets vanaf. Hoe kun je seksueel misbruik herkennen bij je dochter of je zoon?

                      Alert blijven
                      “Het belangrijkste is om alert te blijven”, vertelt Rose. “Ouders kennen hun tiener het beste en als je zoon of dochter zich anders gaat gedragen, dan is het goed om alert te zijn. Let dus op afwijkend gedrag bij je tiener. Na of tijdens een traumatische ervaring kunnen tieners zich anders gaan gedragen. Ze kunnen bijvoorbeeld:

                      – Zich terugtrekken en stiller worden
                      – Emotionele uitbarstingen hebben
                      – Meer of minder eetlust hebben
                      – Minder goed concentreren op school of een achteruitgang in schoolresultaten hebben
                      – Een verslaving krijgen, bijvoorbeeld blowen of andere drugs, om de pijn te verdoven
                      – Vermijdingsgedrag laten zien of angstig zijn voor bepaalde plekken of plaatsen
                      – Zichzelf verstoppen achter kleding of een zonnebril of zichzelf juist extremer laten zien
                      – Automutilatie: zichzelf beschadigen uit schaamte of om zichzelf te willen straffen

                      Heftig reageren
                      Hoewel bepaalde gedragsveranderingen normaal zijn in de puberteit, denk aan hormonale schommelingen, is het toch verstandig om scherp te blijven. Als je kind op kleine dingen heftig reageert, bijvoorbeeld door middel van een flinke huiluitbarsting of dingen stukgooit in een woedeaanval, is dat niet meer een ‘normale’ gedragsverandering.

                      Het is lastig als jij vermoedt dat je kind te maken heeft met seksueel misbruik binnen zijn/haar relatie, maar hij of zij het ontkent of er niet over wil praten. Het is dan belangrijk om altijd te proberen het gesprek aan te gaan, maar zorg ervoor dat je in dat gesprek geen dingen invult. Veel ouders hebben de neiging direct het gesprek te sturen, omdat ze een bepaald beeld in hun hoofd hebben. Mijn advies is om dat een beetje los te laten en open het gesprek in te gaan. Stel open vragen en benoem wat je ziet. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik merk dat je wat stiller bent’.

                      Luisteren
                      Als dan uiteindelijk blijkt dat je kind seksueel misbruikt wordt binnen zijn of haar relatie, is het belangrijk om te luisteren. Doe dat zonder direct zelf in te vullen wat er is gebeurd. Probeer, hoe lastig en pijnlijk het ook is, te luisteren naar het verhaal. Stel je onbevooroordeeld open en geef zeker nooit je tiener de schuld van seksueel geweld/misbruik. Ook wanneer je tiener bijvoorbeeld is vreemdgegaan in zijn of haar relatie geeft het een ander nog niet het recht om te mishandelen.

                      Leg duidelijk uit dat seksueel geweld en lichamelijke mishandeling strafbaar is in Nederland. Stel voor om samen aangifte te doen, zodat de kans op herhaling in de toekomst bij een andere vriendin of vriend afneemt. Neem contact op met de ouders van de dader en vertel rustig wat de situatie is. Hoe boos je ook bent, onthoud dat ouders van de dader niet de dader zijn. Voor hun kan de situatie ook pijn, woede en schaamte oproepen.

                      Bevriezen tijdens de gebeurtenis
                      Tieners kunnen zich, na het meemaken van seksueel geweld, schuldig voelen of schamen. Deze gedachten kunnen ontstaan doordat de tiener bijvoorbeeld tijdens de gebeurtenis bevroor of geen weerstand heeft geboden. Een grote fout die mensen maken, is dat ze er vanuit gaan dat je jezelf tijdens een nare gebeurtenis zoals seksueel geweld altijd kan verzetten. Maar wanneer het brein weet dat er geen kans is om het lichamelijk te winnen, dan kan het ook als het ware bevriezen en in de overlevingmodus schieten.

                      Het is dus niet zo dat iemand zich altijd en in iedere situatie automatisch kan verzetten. Ook een lichamelijke reactie kan een overlevingsreactie zijn vanuit het lichaam om de pijn dragelijker te maken. Een lichaam is erop gericht om te overleven. Dus hoe je lichaam ook reageerde, dit was een reactie om te overleven. Leg dit duidelijk uit aan je tiener, zodat ze zichzelf niks verwijten.

                      Psychische gevolgen
                      Een traumatische ervaring zoals seksueel geweld, of het nou één keer of meerdere keren is gebeurd, gaat niet in de koude kleren zitten. Het kan vervelende psychische gevolgen met zich meebrengen die in het heden, maar ook in de toekomst, een obstakel vormen. Professionele hulp is daarom ook zeker aan te raden. Iemand die verder van de situatie afstaat en bij wie je kind vrijuit kan praten, kan een uitkomst bieden en een goede invloed hebben op het herstel.

                      EMDR kan goed werken om de scherpe rand van de gebeurtenis af te halen. Een sport uitoefenen zoals kickboksen om de woede eruit te slaan kan ook helpen. Quality time met je tiener is altijd waardevol, zeker na een traumatische gebeurtenis is het belangrijk om leuke activiteiten te ondernemen. Laat zien dat het leven ook nog fijn kan zijn. Probeer weer meer positieve herinneringen te maken. Vertel ook dat je tiener waardig, mooi en lief is. Geef liefdevolle en echte complimenten.

                      Eigen ervaring
                      Ik was zelf ook als tiener slachtoffer van seksueel misbruik binnen mijn relatie. Ik weet nu dat het belangrijk is om als ouders vragen te blijven stellen, want dat deed mijn pleegouder niet. En uit jezelf vertel je als tiener niet alles, omdat je dus vaak die schaamte voelt. Geef je kind een veilig gevoel, zodat ze weten dat ze met alles bij jou terechtkunnen.

                      Omdat ik uit mijn eigen ervaring weet hoe schadelijk het is om seksueel misbruik binnen je relatie te ervaren, wil ik mij inzetten om zoveel ouders en tieners te helpen hoe ze om moeten gaan met zo’n situatie. Ik heb daarom het boek Losse Handjes geschreven, wat over mezelf gaat. Met dit boek wil ik inzicht bieden in het ontstaan van seksueel misbruik binnen een tienerrelatie. Ook kunnen tieners door middel van het boek met hun ouders het gesprek aangaan en bied ik tools om ze daarbij te helpen.”

                      Bron: JM Ouders >>

                      Luka
                      Moderator
                      Topic starter
                      10 berichten aan het bekijken - 11 tot 20 (van in totaal 1,680)