Seksueel geweld en seksueel misbruik (algemeen)

Forum Lotgenoten Seksueel Geweld Achtergrond & Informatie Informatieve websites & mediaberichten Seksueel geweld en seksueel misbruik (algemeen)

  • Dit onderwerp bevat 166 reacties, 6 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 08/01/2024 om 22:27 door Luka.
10 berichten aan het bekijken - 91 tot 100 (van in totaal 167)
  • Auteur
    Reacties
  • #244166
    Luka
    Moderator
    Topic starter

      ‘Je moet niet zo’n kort rokje aandoen!’

      Student en schrijfster Una Jongenelis (21) was dertien jaar toen een iets oudere jongen tijdens schoolkamp een opmerking maakte over haar borsten. ‘Pas je op dat ze er niet uitvallen? Dikke tieten!’ Ons jongerenplatform 3FM Tussenuur sprak met Una.

      Ze was zich nog helemaal niet bewust van de seksuele aantrekkingskracht van haar borsten en wilde zo snel mogelijk naar huis. ‘Ik schaamde me echt kapot!’

      Ze was destijds al superonzeker en de opmerking over haar borsten maakte het er niet beter op. ‘Ik vond het zo raar dat iemand anders al bezig was met mijn borsten, terwijl ikzelf nog helemaal niet wist wat ik ermee aan moest.’ Het was haar eerste confrontatie met seksuele intimidatie.

      ‘Hoeveel voor een kwartier met jou?’
      Una woont in het centrum van Amsterdam en krijgt wel een paar keer per week een intimiderende opmerking naar haar hoofd geslingerd als ze op straat loopt of fietst. ‘Hoeveel voor een kwartier met jou?’ ‘Die ass is wel tight,’ ‘Wil je erlangs schoonheid? Moet je wel even lief doen, geef kusje, geef kusje,’ en ‘Als je geen aandacht wil, moet je niet zo’n kort rokje aandoen!’

      Meestal gebeurt het ‘s nachts, als ze terugfietst naar huis. Maar het gebeurt ook gewoon op klaarlichte dag. Een tijd terug fietste ze op een maandagmiddag naar de pont in Amsterdam-Noord toen er een scooter aan kwam rijden met twee jongens erop. De bestuurder spuugde haar vol in het gezicht en riep ‘Hoer!’ Ze heeft zich vaak aangevraagd waarom hij dit deed. Misschien lag het aan het rokje dat ze droeg?

      Het liefste reageert ze op zo’n opmerking, maar ze weet dat het het beste is om haar mond te houden. ‘Ik heb weleens wat gezegd of een middelvinger opgestoken, maar daar wordt het alleen maar erger van. Uiteindelijk kies ik toch voor mijn eigen veiligheid, want je weet nooit hoe die jongen of man daar vervolgens weer op reageert.’

      Kijk niet zo boos, het was maar een grapje
      Ondanks dat Una ervoor kiest om op het moment zelf niks te zeggen, is ze helemaal klaar met seksuele intimidatie en besloot ze er werk van te maken. Ze maakte een stripboek vol tekeningen en opmerkingen die zij en haar vriendinnen te horen krijgen. Ze bracht het boekje uit onder de titel Kijk niet zo boos, het was maar een grapje.

      Als Una aan mensen probeert uit te leggen wat nou precies het probleem is van seksuele (straat)intimidatie, krijgt ze vaak te horen: ‘Ah joh, dat is toch maar een grapje.’ Meisjes en vrouwen moeten het vooral niet te serieus nemen. Maar dat doet Una wel, want ‘er is zoveel ruimte en anonimiteit op straat om dit te doen. Het is gewoon zo makkelijk. Iedereen is gefocust op zijn eigen ding. Niemand let op elkaar en als iemand iets hoort of ziet, doet-ie niks.’

      Lange broek en trui
      Tegenwoordig neemt Una een lange broek en trui mee als ze weet dat ze ‘s avonds alleen over straat moet. ‘Ik heb nu bijvoorbeeld een vrij strak shirtje aan waar veel huid te zien is, dus als ik vanavond uit zou gaan, neem ik een vestje mee. Ook al is het superwarm. Anders val ik te veel op, en dat wil je niet.’ Haar vader heeft aangeboden een zelfverdedigingscursus te betalen zodat ze zich minder bang voelt. Dat wil ze best doen, maar: ‘Ik vind het ook heel kwalijk dat ík een cursus moet volgen omdat iemand anders zich niet kan inhouden.’

      Una wil mensen niet heropvoeden met haar boekje, maar ze wil wel dat mensen ervan bewust zijn dat dit gebeurt. ‘Heb het erover. Geef aan wat het met je doet! En ik zou het zo fijn vinden als jongens die het niet geloven, het een keer zíen gebeuren. Dat ze zíen wat het met een meisje doet.’

      Begin juli bracht Una het boekje uit en ze is blij dat ook veel mannen het bestellen. Of er nog meer van dit soort creatieve projecten aan gaan komen? Ja! Ze heeft meerdere ideeën, waaronder een soort van poncho dat bepaalde delen van het vrouwelijk lichaam moeten bedekken. Of iets wat je onder je rokje kunt doen, zodat mannen schrikken als ze eronder kijken. ‘Dat lijkt me nou echt geweldig!’

      Bron: Human >>

      #244294
      mara
      Lid LSG

        Seksueel misbruik en de onzichtbaarheidsmantel

        #244747
        Luka
        Moderator
        Topic starter

          Ik verloor de zaak tegen de docent die me aanrandde

          Tom stelde zich op als een soort mentor. Hij zei dat ik het over alles kon hebben, dat hij mij als zijn zus zou behandelen. Door dat laatste ben ik hem echt gaan vertrouwen. Ik dacht dat ik veilig was.

          Waarschuwing: dit artikel bevat beschrijvingen van seksueel geweld.

          Het begon eigenlijk al in 2012, vlak voor ik op stage zou gaan. Door problemen thuis ging het niet goed met me, ik sliep slecht en kon mijn aandacht nergens goed bij houden. Op die bewuste dag zat ik wat voor me uit te staren toen Tom*, een docent van mij, vroeg of hij me na de les even kon spreken.

          Toen het lokaal leeg was, vroeg hij of het wel goed met me ging. Ik zei dat ik vreselijk moe was, en toen hij doorvroeg over mijn thuissituatie, brak ik. Ik vertelde hem dat mijn ouders uit elkaar waren en er daardoor thuis veel problemen waren ontstaan – dat ik me eenzaam, machteloos en onbegrepen voelde, en tegelijkertijd enorm verantwoordelijk. En ook dat ik het gevoel had dat ik nergens terecht kon met mijn verdriet.

          Tom luisterde en stelde zich direct op als een soort mentor, als iemand naar wie ik toe kon om te praten over mijn zorgen en onzekerheden. Ik stelde me open omdat ik hem vertrouwde. Ik had hem leren kennen als een amicale man, als iemand die vriendelijk was tegen iedereen. Hij kon het vooral goed vinden met studenten die gemotiveerd waren en ambitie toonden; daar was ik er eentje van.

          Maar hij had ook een andere kant, had ik toen al eens gezien: hij was een trotse man, iemand die erg vasthield aan zijn eergevoel. Hij werd boos als hij kritiek kreeg en sprak negatief over collega’s die populairder waren dan hij. Eerder in ons studiejaar was hij een tijd ziek geweest, en ik en mijn klasgenoten vonden zijn vervanger een leuke docent van wie we veel leerden.

          Tom was gepassioneerd over zijn lessen, maar zijn stijl was wat ouderwets. Dat was bij zijn vervanger heel anders. Toen Tom terugkeerde, mocht de vervangende docent nog een tijdje blijven om andere lessen te geven. Tom vond dat maar niks: hij vroeg ons om de lessen van de vervanger te boycotten. Hij liet duidelijk merken dat hij zich bedreigd voelde.

          In 2014 keerde ik terug na een stageperiode van een jaar. Ik moest nog een half jaar lessen volgen, dan zou ik mijn diploma halen. Ik had net mijn relatie beëindigd en thuis ging het wederom niet goed. Ik woonde met mijn vader in een te kleine caravan, dus elke dag hing ik lang rond op school om te kunnen werken.

          Ik voelde me die dagen heel alleen – er waren nauwelijks lessen om te volgen, dus zag ik mijn klasgenoten maar één keer per week. Ik had behoefte om met iemand te praten over hoe ik me voelde, dus liep ik naar Toms lokaal. Ik had geen les meer van hem, maar in het gesprek vlak voor mijn stage had hij me het gevoel gegeven dat ik bij hem terecht kon – het was fijn om gehoord te worden.

          Tom bood wederom een luisterend oor, en ik vertelde hem dat ik thuis niet goed aan mijn opdrachten kon werken en daarom veel op school rondhing. Hij stelde toen voor dat ik het hokje dat aan zijn lokaal grensde zou gebruiken als werkplek – daar kwam verder niemand, en het was er rustiger dan in de gangen.

          Tom wilde ook graag weten hoe het verder met me ging, dus deed hij de deur dicht voor wat meer privacy. Ik had het gevoel dat hij mijn situatie begreep, en hij bood zich zelfs aan als vertrouwenspersoon. Hij zei dat ik het over alles kon hebben, dat hij mij als zijn zus zou behandelen. Door dat laatste ben ik hem echt gaan vertrouwen. Ik dacht dat ik veilig was.

          In de weken die volgden spraken we bijna als vrienden met elkaar, en hij zei dat hij me met van alles wilde helpen: geld, administratieve rompslomp, werk, en natuurlijk emotionele steun. Wel begon hij toen al steeds meer dubbelzinnige opmerkingen te maken. Op een gegeven moment vertelde hij dat hij een pornofilm wilde maken, en hij vroeg of ik daar niet in wilde acteren. Ook stopte hij ‘voor de grap’ geld in mijn bh, omdat ik dat niet van hem wilde aannemen.

          Ik trok me door dit soort gedrag juist wat meer terug, en ik ging niet in op zijn seksuele opmerkingen. Als reactie daarop begon hij te dreigen: ik kon maar beter aan niemand vertellen over de dingen die hij tegen me zei, anders zou hij de geheimen over mijn persoonlijke situatie aan het licht brengen, en dat zou mijn toekomst en carrière kunnen verknallen, zei hij. Zo begon zijn chantage – in het begin nog onder het mom van een grapje, maar zijn toon werd steeds dreigender. Ik was bang, dus verzette ik me niet en ging er zelfs in mee. Waarom is achteraf moeilijk te begrijpen, maar op dat moment voelde het alsof ik verstrikt was geraakt in een situatie waar ik niet meer uit kon, alsof Tom de controle nam over beslissingen die ik niet wilde maken.

          Zijn seksuele gedrag uitte zich in steeds meer vormen. Hij deed vaak de deur van het lokaal op slot en de gordijnen dicht als ik er was, en dan begon hij me fysiek aan te randen. Hij stopte zijn vingers in mijn broek en decolleté, sloeg op mijn kont en kuste in mijn nek.

          Ik was in die tijd heel instabiel, zelfvertrouwen had ik nauwelijks en ik had behalve Tom geen vrienden of andere mensen om me heen die ik vertrouwde. Ook liep ik met veel schaamtegevoelens rond over Toms gedrag, dat steeds meer uit de hand liep, en het feit dat ik het niet kon stoppen.

          Ik dacht dat ik het allemaal aan mezelf te danken had, dat ik waardeloos was – dat was voor mij de enige manier om ermee te dealen. Soms ging hij heel erg ver: dan zei hij hoe hij mij seksueel zou gebruiken, probeerde hij me te zoenen en stopte zijn handen onder mijn kleren. Hij dwong me mijn schaamhaar te laten groeien, en controleerde dat ook. Als hij vond dat mijn shirt te hoog zat, trok hij het naar beneden tot mijn decolleté te zien was.

          Deze dingen gebeurden allemaal als we alleen in zijn lokaal waren, maar het bleef ook doorgaan als ik thuis was. Ik moest foto’s van mezelf sturen, vervolgens alle appjes verwijderen, en dit bewijzen door een screenshot te sturen van het lege chatgesprek. De volgende dag controleerde hij mijn telefoon nog een keer extra, of ik niks naar mezelf gemaild had. Op een gegeven moment werd dit zelfs een dagelijks ritueel. Natuurlijk denk ik nu: hoe kan het dat hij zo ver kon gaan, waarom ging ik daarin mee? Maar Tom wist mij precies zo onder druk te zetten dat hij mij het gevoel gaf dat ik er niet onderuit kon – en zelfs dat ik verraad zou plegen als ik niet met hem mee zou gaan.

          Op een dag bood Tom mij een lift naar het station aan, omdat er niet genoeg geld op mijn OV-kaart stond voor de bus. Waarom ik überhaupt op zijn voorstel inging, snap ik nu nog steeds niet, maar voor mijn gevoel kon ik toen niet anders; ik was bang voor de gevolgen als ik nee zou zeggen. Een paar meter van elkaar vandaan liepen we naar zijn auto – niemand mocht ons samen zien.

          Toen we eenmaal de parkeergarage uitreden, greep hij direct naar mijn kruis en trok mijn broek open. Op dat moment was ik ervan overtuigd dat hij me zou gaan verkrachten. Ik probeerde mezelf gerust te stellen door te denken dat ik het ritje gewoon even uit moest zitten – het station ligt op vijf minuten rijden van het schoolgebouw. Maar hij reed hij niet naar station, maar richting mijn huis. Dat is een rit van 45 minuten.

          Ik kon letterlijk geen kant op – ik zat vast in zijn auto die met 120 km per uur over de snelweg sjeesde. Ik was zo bang voor wat er ging gebeuren dat ik bevroor. Ik weet nog dat ik in stilte aan mezelf beloofde dat ik dit nooit meer zou laten gebeuren. Gelukkig haalde hij zijn hand op een gegeven moment weg, en even had ik de hoop dat hij zich had bedacht.

          Maar toen droeg hij me op om de locatievoorzieningen op mijn telefoon uit te zetten. We waren inmiddels in de buurt van mijn huis, maar hij sloeg af richting het bos, en daar stopte hij. Hij begon me te zoenen en uit te kleden. Ik was helemaal verstijfd, ik kon letterlijk niks bewegen. Hij ging met zijn hoofd naar beneden en verkrachtte me oraal. Hij was nog nooit zo ver gegaan. Hij haalde zijn telefoon tevoorschijn en begon foto’s van me te maken, terwijl ik verstijfd in zijn auto lag. Ik kon alleen maar naar de klok staren. Bij elkaar duurde het een halfuur, maar het voelde oneindig. Plotseling raakte hij paranoïde door een vrouw die haar hond aan het uitlaten was en stopte met waar hij mee bezig was. Daarna reed hij alsnog naar mijn huis.

          Die autorit zal ik nooit vergeten – het heeft een permanent litteken op mijn ziel gekerfd.

          Toen we mijn straat inreden, eiste hij dat ik mezelf onderspoot met deodorant. Zelf spoot hij wat parfum op, en vervolgens begon hij zijn auto schoon te maken met een doekje – ik denk om sporen van mij te wissen. Juist door deze schoonmaakactie kreeg ik het idee dat hij zich hierop had voorbereid, en ook dat dit voor hem niet de eerste keer was.

          Ik stapte uit de auto en liep huilend en met een omweg naar huis – ik wilde niet dat mijn vader iets zou merken. Toen ik thuiskwam stapte ik gelijk onder de douche en bleef er een uur onder staan: ik voelde me zo vies en gebruikt. Tegelijkertijd was ik verschrikkelijk opgelucht dat die vrouw met haar hond was langsgelopen – daardoor was Tom niet nóg verdergegaan.

          Na die keer in de auto is het nooit meer zover gekomen – ik had mezelf dit beloofd, en zo ging het ook. Tom nam ook afstand; er was een jongen uit zijn klas met wie ik begon te daten, en ik vermoed dat hij bang was dat ik hem zou vertellen over zijn misbruik. Een paar maanden later haalde ik mijn diploma en ging ik van school af. Ik hoefde Tom nooit meer te zien.

          Bijna een jaar later, in de lente van 2015, kreeg ik een tijdelijke baan aangeboden op mijn oude school. Ik kon op dat moment geen ander werk vinden, en ik wist dat ik op een andere locatie zou werken dan waar Tom lesgaf. Dus ik nam het baantje aan. De eerste maanden ging het goed, ik kwam Tom nooit tegen. Ook ontmoette ik een nieuwe liefde.

          De zomervakantie stond voor de deur, en mijn nieuwe relatie werd steeds serieuzer. Ik wilde mijn vriend vertellen wat er was gebeurd, wat twee keer zo eng was omdat hij Tom ook kende. Hij reageerde gelukkig heel begripvol en liet mij inzien dat het niet mijn schuld was.

          In september begon mijn baantje weer, en toen ging het mis. Ik kwam Tom onverwachts tegen met twee collega’s, toen ik thee aan het halen was in een keukentje. Ik wilde snel weer weg, maar Tom begon een gesprekje met me, alsof er nooit iets was gebeurd: “Alles goed meid?”

          Dit was de eerste keer dat ik hem tegenkwam nadat ik alles in een ander daglicht was gaan zien – nadat ik me realiseerde dat hij misbruik van mij had gemaakt, en ik niet schuldig was aan zijn gedrag. Vanbinnen was ik extreem kwaad, maar ik hield me in. Hij wees naar een gaatje in mijn blouse en stopte plotseling zijn hand in mijn broek – natuurlijk buiten het gezichtsveld van zijn collega’s. Ik sloeg zijn hand weg en stormde de keuken uit. Ik appte mijn vriend over wat er net gebeurd was en besloot ook direct dat ik het er niet bij wilde laten zitten – ik deed de camera van mijn telefoon aan en liep naar het lokaal van Tom.

          Daar filmde ik hem stiekem terwijl ik hem confronteerde. Ik zei tegen hem dat ik niet meer wilde dat hij aan me zat, waarop hij reageerde met: “Oh, sorry…”. Ondanks mijn woede en angst lukte het om mezelf te beheersen, maar meer dan zijn excuses kreeg ik er toen niet uit.

          Na deze confrontatie begon mijn werk eronder te lijden. Met mijn vriend besprak ik wat ik met de situatie aan moest, en toen besloot ik om aan de schoolleiding te vertellen wat er was gebeurd. Ik maakte een afspraak met de bedrijfsarts, die mij na het verhaal doorverwees naar een vertrouwenspersoon.

          Ongeveer op datzelfde moment vroeg mijn manager een gesprek met mij aan, omdat hij zag dat ik mijn werk niet goed meer deed. Het was eng om alles op tafel te gooien, maar ik wist dat het vroeg of laat moest gebeuren. Ik zat tegenover hem en zei: “Ik moet iets vertellen, maar ik wil er zeker van zijn dat ik veilig ben. Tom heeft mij maandenlang aangerand, en vorige week nog een keer.”

          Het gezicht van mijn manager betrok helemaal. Hij zei direct dat hij dit gesprek niet verder met mij mocht voeren, en verwees me door naar een hogere manager. Ik had geen idee waar ik op dat moment aan begonnen was. Gesprek na gesprek volgde – met de manager, met HR, met de teamleider, en iedere keer moest ik mijn verhaal opnieuw vertellen. Na twee uur lang praten mocht ik naar huis, en ik werd vrijgesteld van mijn werkzaamheden. Tom werd diezelfde dag ook ondervraagd.

          Een paar dagen later kreeg ik een brief: de hoogste directeur van de school wilde samen met zijn jurist in gesprek met mij. Opnieuw moest ik vertellen wat er was gebeurd. Zij vertelden mij dat Tom een advocaat had ingeschakeld, en toen raakte ik in paniek – alles ging ineens zo snel en zo officieel. Ik had me helemaal niet kunnen voorbereiden hierop. Ik vroeg om een time-out met mijn vertrouwenspersoon, zodat ik met haar de vervolgstappen kon doorspreken.

          Zij verzekerde mij dat het heel normaal was dat iemand die aangeklaagd wordt, een advocaat inschakelt. Ik moest me vooral niet bang laten maken – ik was degene die nu een statement aan het maken was. Samen gingen we terug naar de directeur, en de jurist vertelde toen dat als ik besloot over te gaan tot een formele klacht, er door een onafhankelijke commissie besloten zou worden of de klacht gegrond was.

          Dat zou middels een hoorzitting gebeuren. Na zowel Tom en mij verhoord te hebben, zou de commissie een advies voor de school opstellen: of mijn klacht gegrond was en Tom inderdaad ontslagen zou moeten worden, of dat hij bijvoorbeeld een waarschuwing zou krijgen of overgeplaatst zou moeten worden. Natuurlijk kon ik er ook voor kiezen om officieel aangifte te doen bij de politie, maar deze procedure was voor mij al zwaar genoeg.

          Ik besprak dit met mijn vertrouwenspersoon, en zij vertelde dat ik inderdaad een klacht zou moeten indienen als ik wilde dat hij ontslagen zou worden – en dat wilde ik. Na kort twijfelen hakte ik de knoop door: ik schreef een verzoek tot een formele klacht, waarin ik Tom aanklaagde voor seksuele intimidatie, wangedrag en aanranding.

          Als je 21 bent, hoor je je bezig te houden met dingen als uitgaan en plezier maken met je vrienden. Ik was 21 en onderweg naar een afspraak met mijn advocaat. Tijdens het gesprek puzzelden we samen de bewijslasten die ik had bij elkaar. Tom had telkens mijn telefoon gecontroleerd, maar ik had wel een paar dingen bewaard: berichtjes, een paar geheime screenshots en wat foto’s.

          De hoorzitting was op vrijdag de dertiende. Ik had een ‘afzonderlijke zitting’ aangevraagd, waardoor Tom en ik niet in één ruimte hoefden te zitten tijdens het verhoor. Er zaten vier mensen tegenover me, rechts zat mijn advocaat, en links die van Tom. De hoorzitting begon en de voorzitter stelde mij een aantal vragen over hoe het aanranden ooit was begonnen en wat er precies was gebeurd. Ik had het gevoel dat mijn bewijzen heel overtuigend waren. Na drie uur lang vragen beantwoorden, waarin Tom en ik om en om werden verhoord – en ik niet kon horen wat hij allemaal zei – was het eindelijk klaar. Binnen twee weken zou ik het advies van de commissie te horen krijgen. Ik had er een goed gevoel over.

          Alles was afgelopen – alle moeite die ik al die maanden had gestoken in het verzamelen van bewijs, in de gesprekken met de directie van de school, de advocaat, de therapeut en de vertrouwenspersoon, het telkens opnieuw moeten vertellen wat er was gebeurd, het was allemaal klaar. Ik kon naar huis en kon niks meer doen.

          De dagen gingen langzaam voorbij, het wachten op de uitslag duurde oneindig lang. In mijn hoofd had ik mezelf al verteld dat ik had gewonnen – dat Tom ontslagen zou worden en dat ik daardoor gesterkt zou zijn om alsnog aangifte tegen hem te doen. Ik wist dat ik niet alles kon bewijzen, maar ik dacht: de commissieleden zien toch ook wel dat hij dingen deed die niet klopten?

          Toen stond mijn advocaat op mijn voicemail: “Hai Gillian, ik heb de uitslag binnen. Het is niet positief, zou je mij terug willen bellen?” Hij stuurde de uitslag ook door, samen met de notulen van de hoorzitting, waarin ik dus kon lezen wat Tom die dag allemaal had gezegd. Ik kon het niet geloven toen ik het las, wat hij allemaal had beweerd – waarom draaide hij de rollen om en beweerde hij bijvoorbeeld dat ik hem zoende in de auto, en híj het niet wilde? Het was zijn woord tegen het mijne. Ik was zo gefrustreerd en verdrietig dat ik alleen maar kon schreeuwen.

          De uitslag was onderverdeeld in een aantal kopjes. Overal stond dat mijn klacht ongegrond was verklaard wegens gebrek aan bewijs, en door het door mij onvoldoende kunnen onderbouwen van feitelijkheden.

          Hoe had ik dat in hemelsnaam kunnen doen? Had ik een geluidsopname moeten maken? Had ik het koffiebekertje moeten bewaren waar hij in spuugde? Had ik direct zijn DNA van mijn huid af moeten schrapen? Hoe had ik dit kunnen onderbouwen met feitelijkheden als er niemand bij was als het gebeurde?

          De commissie oordeelde dat ‘er geen sprake was van seksuele intimidatie of belaging, zoals bedoeld in de Klachtenregeling Sociale Veiligheid’. Wel waren ze van oordeel dat er sprake was van ‘ongewenst gedrag, zoals bedoeld in de integriteitscode’.

          Er was geen sprake van seksuele intimidatie.

          Het was een onwerkelijk gevoel dat een commissie oordeelde over gebeurtenissen die mijn leven zo hebben vormgegeven. Nog altijd zie ik de wereld als een wrede plek waarin mensen erop uit zijn om mij kwaad te doen, als een plek waarin ik niemand meer vertrouw.

          Ik kwam voor mezelf op, ik koos ervoor om een moeilijk proces aan te gaan in de hoop op gerechtigheid, in de hoop dat Tom nooit meer de kans zou krijgen dit bij een ander te doen. Maar ik had verloren. De commissie gaf mij het gevoel alsof ik het allemaal verzonnen had.

          Ik was verschrikkelijk moe en kapot van het slopende proces, maar ik was toch bereid om door te vechten. Ik vroeg aan mijn advocaat of er een mogelijkheid was om in hoger beroep te gaan, of dat ik alsnog aangifte zou kunnen doen bij de politie. Maar hij zei dat ik het beter af kon sluiten en verder kon gaan met mijn therapie om het te verwerken. Hij zei dat een strafrechtelijk proces niet vergoed zou worden door de school, en de juridische kosten voor mij zouden zijn. En ook dat de kans groot zou zijn dat ik zou verliezen, en dat Tom mij dan zou aanklagen om zijn imago te herstellen. Hij zei: “Ik denk dat je zoiets er niet bij wil hebben.”

          Na die woorden had ik geen hoop meer, en ik had niet de energie om mezelf hier doorheen te slepen. Ik was maanden verder zonder iets te hebben bereikt. Mijn sociale leven was ik kwijt, ik had geen werk meer, en Tom liep gewoon nog rond op school.

          Heel eerlijk gezegd vraag ik me weleens af of ik er goed aan heb gedaan om de aanklacht officieel in te dienen. Want zelfs nu, bijna drie jaar later, ben ik nog steeds bezig met de verwerking van mijn verlies. Aan de ene kant ben ik trots dat ik voor mezelf ben opgekomen – aan de andere kant zijn de effecten van de aanrandingen én van het verliezen van de hoorzitting nog duidelijk voelbaar. Ik vermijd sociale situaties, heb regelmatig paniekaanvallen, slaap slecht, vertrouw niemand en ben continu angstig – ik ben zelfs gestopt met mijn therapie omdat ik mijn psycholoog niet vertrouwde.

          Iedere dag is voor mij een strijd om een normaal leven te leiden. Het voelt alsof ik mezelf opnieuw moet leren kennen.

          Toch wil ik mensen die iets soortgelijks hebben meegemaakt op het hart drukken niet te zwijgen. Ook al is de kans klein dat je zonder getuigen of bewijs kan aantonen dat de dader schuldig is, niks doen is nog altijd een slechtere optie. Al doe je het maar om te laten zien dat je nu wel voor jezelf durft op te komen. Deze hoorzitting was een van de moeilijkste momenten uit mijn leven – telkens moest ik me verdedigen, telkens moest ik zijn leugens bestrijden met feitelijkheden, wat ervoor zorgde dat ik vaak opnieuw twijfelde aan mezelf. Door dit proces wel aan te gaan, heb ik de macht over mezelf weer teruggegrepen.

          Er moet nog een hele hoop veranderen om seksueel geweld wettelijk en maatschappelijk gezien ‘erkend’ te krijgen. Het misbruik, de aanklacht en het verliezen van de hoorzitting speelden zich allemaal af voor #metoo, en het is idioot hoe er is gehandeld in mijn situatie. Maar sinds deze beweging wordt seksueel grensoverschrijdend gedrag in ieder geval serieus genomen, al is het maar uit angst dat het imago van een persoon, school of bedrijf wordt geschonden.

          Dankzij #metoo heb ik de moed gevonden om mijn verhaal alsnog te vertellen. Ik wil mezelf kenbaar maken en me aansluiten bij de duizenden andere vrouwen – en mannen – die te maken hebben gehad met seksueel misbruik, en die met hun verhalen pogingen blijven wagen om dit geweld te stoppen.

          * Tom is een gefingeerde naam

          Bron: Vice.com >>

          #244748
          Luka
          Moderator
          Topic starter

            Nederlandse vrouwen vertellen over bazen en docenten die te ver gingen

            De werkvloer en het klaslokaal zijn vruchtbare plekken gebleken voor grensoverschrijdend gedrag en machtsmisbruik.

            Er lijkt een internationale revolutie gaande in de wereld van seksueel geweld tegen vrouwen. De hashtag #metoo, waarmee vrouwen aangeven dat ze ervaring hebben met seksueel grensoverschrijdend gedrag – van intimidatie tot aanranding en zelfs verkrachting – domineert al een paar dagen Twitter, de praatprogramma’s op Nederlandse en internationale televisie, en het gesprek op de werkvloer.

            Die werkvloer is een vruchtbare plek gebleken voor verwerpelijk gedrag en machtsmisbruik, net als het klaslokaal van universiteiten en academies. In bijna alle sectoren zijn wel verhalen te vinden van (vooral) mannen die grenzen opzoeken en overgaan: van oneerbare voorstellen tot kruisgrijpen tot aanranding. Verwerpelijk is het sowieso, en in sommige gevallen gewoon hartstikke strafbaar. Maar de vraag ‘waar de grens dan precies ligt’ lijkt een vast onderdeel van het debat te zijn, net als het argument ‘of er dan niets meer mag’.

            Maar als je seksuele intimidatie of geweld overkomt, voel je precies waar die grens ligt – doordat-ie wordt overschreden. We spraken drie vrouwen die in de begindagen van hun carrière in de cultuursector (film, muziek en kunst) te maken kregen met bazen en docenten die (veel) te ver gingen en hun macht misbruikten.

            Iris*, 33, werkt in film- en televisiewereld
            Tijdens mijn studie liep ik stage bij een filmproducent. Van tevoren werd ik al gewaarschuwd, een vader van een vriendin kende deze man en zei dat ik uit moest kijken omdat de producent een ‘vrouwenverslinder’ zou zijn, iemand ‘die er wel van houdt’. Ik dacht: die man is 55, twee keer zo oud als ik, en hij is vader en getrouwd, dus deze waarschuwing geldt niet voor mij. Maar ik was dus wel direct op mijn hoede. Overdag was hij heel aardig en professioneel, maar als er alcohol in het spel was vermeed ik hem een beetje.

            Na afloop probeerde hij me plotseling te zoenen en zei hij: “Ik wil je al neuken sinds je voor het eerst bij ons kwam.”

            Na mijn stage kreeg ik vrij snel een baan, ergens anders, en hij nodigde me uit voor een première om dit te vieren. In de filmwereld zijn sowieso veel feestjes en daar wordt veel geflirt en gezoend, maar dat zijn mensen van dezelfde leeftijd of met een gelijke status. De producent vroeg nadat het feest was afgelopen of ik nog ergens wat wilde drinken, en ik ging daarop in, ook omdat ik veel met hem had samengewerkt en dat goed was gegaan.

            Toen we na afloop buiten stonden probeerde hij me plotseling te zoenen. Ik gaf aan dat ik niet wilde, en toen zei hij: “Ik wil je al neuken sinds je voor het eerst bij ons kwam.” Later die nacht stuurde hij nog twee berichtjes, of ik zeker wist dat ik niet wilde en of ik geen spijt had van mijn beslissing.

            Door deze gebeurtenis begon ik te twijfelen aan mijn competenties: had hij me alleen aangenomen omdat hij met me naar bed wilde? En ik begon te twijfelen aan mijn rol hierin: had ik het uitgelokt, bijvoorbeeld door nog wat met hem te gaan drinken? Waar ligt de grens van dit soort gedrag? Maar nu weet ik: dit doe je niet. De grofheid van het voorstel laat het ook zien, je bent niet iemand aan het versieren als je zegt dat je ‘iemand wil neuken vanaf het eerste moment’.

            De Nederlandse filmwereld is klein en ik wil het risico niet lopen dat het me kwalijk wordt genomen, daarom wil ik niet zeggen wie het is. Ook is het verneukeratief dat ik als vrouw twijfel aan mijn eigen verantwoordelijkheid van zijn gedrag, en dat ik denk: overdag is hij een aardige baas, hij is niet een slecht iemand, dus laat maar zitten. Het is natuurlijk geen aanranding, maar vanuit zijn machtspositie seksuele relaties aanknopen is net zo goed verwerpelijk.

            Eline*, 30, werkt in de klassieke-muziekwereld
            Door twee van mijn docenten heb ik persoonlijke ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het gebeurt veel in de wereld van klassieke muziek, maar de mannen wordt een hand boven het hoofd gehouden. Toen ik uiteindelijk de moed had om het aan de vertrouwenspersoon op mijn conservatorium te vertellen, zei zij: “Ja, dat is allemaal heel erg, maar wat wil je dat wij eraan doen? Wil je soms dat we hem ontslaan?”

            Het is een kleine wereld en voor je reputatie en carrière ben je afhankelijk van je leraar en hoe zo’n man met jou omgaat. Tijdens de opleiding loop je stage in een orkest, en het is de bedoeling dat je schnabbels krijgt aangeboden via hem. Er is dus zeker sprake van een machtsverhouding, en ik vraag me af of de mannen die hier misbruik van maken instinctief kiezen voor fragiele meisjes, waar ik er een van was.

            Deze man stond er al om bekend, maar bij mij is hij veel verder gegaan dan bij andere vrouwen.

            De sfeer in mijn groep was altijd dat ‘een drankje drinken met je leraar in de kroeg’ heel normaal was. Maar vanaf het moment dat ik 18 was, begon mijn bachelor-docent me een glas wijn aan te bieden na de les bij hem thuis. Ik vond het spannend: hij was iemand tegen wie ik opkeek, en deze man was geïnteresseerd in mij en wilde mij beter leren kennen. Hij heeft het heel sneaky gedaan, hij heeft me echt gegroomed [vertrouwen winnen van minderjarigen om er seks mee te kunnen hebben, red.]. Het werd steeds erger – op een gegeven moment was het zo dat hij tijdens de les zijn hand op de bank legde op de plek waar ik moest gaan zitten, waardoor ik dus óp zijn hand moest gaan zitten.

            Deze man stond er al om bekend, maar bij mij is hij veel verder gegaan dan bij andere vrouwen. Ik had al een laag zelfbeeld en was bang dat als ik hem zou afwijzen, dat ik hém daardoor zou vernederen en niet meer naar de les zou mogen komen. Daarom durfde ik niks te zeggen, ik durfde niet eens te bewegen. Toen het echt heel erg werd, had ik geen zelfrespect meer. Ik had het idee dat ik mijn hele studie vergooide en ik begon steeds slechter te spelen.

            Maar toen ik er uiteindelijk melding van maakte bij de school, gebeurde precies waar ik bang voor was: ze deden niks en bagatelliseerde mijn verhaal. Ik wil dit nu anoniem vertellen en ik wil geen aangifte doen, omdat ik niet dát meisje wil zijn. Ik wil niet dat andere vrouwen zeggen: ‘Maar zag je hoe kort haar rokje was, hoeveel wijn ze met hem dronk.’

            Ik heb mijn leraar er later op aangesproken, en zijn antwoord was: “Wat erg dat je het zo hebt ervaren, want ik vond het wél gezellig.” Ik vroeg hem of hij dan niet snapte dat hij boven mij stond en macht had, en dat ik daarom niets durfde te zeggen – toen beweerde hij dat hij mij als gelijke zag, wat natuurlijk onzin is. In een nieuw conservatorium-gebouw zijn alle muren van de klaslokalen van glas gemaakt – mij is ter ore gekomen dat dit mede is gedaan zodat docenten zich niet meer geborgen voelen en hun gang kunnen gaan.

            Ik weet dat ik me voor eeuwig bezoedeld voel, en beschaamd. En eigenlijk wil ik alleen maar dat hij doodgaat.

            Ik ben iemand die sowieso moeilijk grenzen aangeeft, maar dat zou niet moeten uitmaken: die man mag dit überhaupt niet doen. Natuurlijk vond ik het in het begin vleiend dat hij mij aantrekkelijk vond, dat vind ik van zo veel mannen – maar ik wilde natuurlijk niet dat hij aan me aan ging zitten. Ik weet nog steeds niet precies wat hij heeft aangericht met zijn gedrag en hoe dit mij heeft gevormd. Wel heb ik bij de volgende docent, die hetzelfde probeerde, veel sneller aangegeven dat hij moest stoppen. Ik weet wel dat ik me voor eeuwig bezoedeld voel, en beschaamd. En eigenlijk wil ik alleen maar dat hij doodgaat.

            Een ander meisje bij wie hij dit heeft gedaan heeft ook de schoolleiding erop aangesproken, en de enige consequentie is dat hij leerlingen nu niet meer thuis les mag geven. Hij heeft ook mijn zus geprobeerd te zoenen en een andere collega vertelde dat hij op de dansvloer een keer zijn hand in haar broek heeft gestopt. Waarom is deze man nog aan het werk?

            Xaviera*, 31, werkt in de kunstwereld
            Ik was net klaar met de kunstacademie. Dat is een periode waarin de vraag wat je erna gaat doen onderwerp van gesprek is. Heel gewild zijn de residenties aan de Rijksacademie, waar je een atelier, werkbudget en een stipendium krijgt. Maar ik was niet van plan om daar direct toelating voor te doen, omdat ik met alleen mijn bachelor op zak weinig kans maakte.

            Op een avond zat ik met een paar andere net afgestudeerden in een café, aan een grote ronde tafel. Aan de andere kant van de tafel zat een aantal docenten van onze voormalige opleiding, en schuin tegenover mij zat een van de afdelingshoofden. Onze groepjes waren niet met elkaar in gesprek, maar we kenden elkaar natuurlijk wel. Op een gegeven moment voelde ik iemand onder tafel telkens met zijn been tegen het mijne aan schuren. In eerste instantie dacht ik er niets van en schoof ik telkens een beetje op naar rechts. Maar het bleef doorgaan, want hij schoof steeds mee, mijn richting op. Nog steeds dacht ik er niet iets verkeerds van, ik dacht: hij is een man met lange benen, het gaat per ongeluk. Ook omdat ik dit zelf gewoon nooit zou doen: met iemand met wie je niet in gesprek bent onder tafel gaan voetje vrijen. Dat is gewoon gek en heel brutaal.

            Toen het gebeurde was ik nog best jong en bleu, maar nu weet ik dat dit er niet ‘gewoon bij hoort’.

            Het café ging dicht, en zoals het dan gaat sta je met z’n allen nog een beetje voor de deur afscheid te nemen. Toen kwam het afdelingshoofd naar me toe en sprak hij me aan. Hij vroeg of ik al wist wat ik wilde gaan doen, en of ik anders niet bij hem langs wilde komen wánt hij zat in de toelatingscommissie van de Rijksacademie. Ik zei hem dat ik daar nu geen toelating voor wilde doen en ben daarna vrij snel weggegaan. Achteraf heb ik er lang over nagedacht – hoe erg het is dat zo iemand dat zo ondoorzichtig inzet als machtsmiddel. Iedereen wil naar die vervolgopleiding, je krijgt er nota bene ook een dikke beurs voor.

            Ik heb er spijt van dat ik hem niet heb gevraagd wat hij precies bedoelde met zijn opmerking, en of hij dat zelf ook niet nogal onbehoorlijk vond. Hij heeft niet duidelijk uitgesproken dat hij er seks voor wilde, maar het wel geïnsinueerd: ‘je komt bij mij langs wánt ik zit in de commissie’. Tegenwoordig zit ik zelf regelmatig in de positie dat ik beslis over wie er op de kunstacademies waar ik lesgeef wordt toegelaten, en dat is een hele gevoelige en bevoorrechte plek. Ik doe er alles aan om te voorkomen dat ik me door vooroordelen laat leiden in zo’n toelatingsprocedure. Dat zo’n man zo’n mooie plek dan op deze manier misbruikt, dat is vreselijk.

            #Metoo vind ik een goed initiatief, maar eigenlijk vind ik #balancetonporc, waarbij je opgeroepen wordt om de naam van ‘het zwijn’ te noemen, nog beter. Toch durf ik het niet zo goed. Ik heb dit verhaal wel eens verteld aan mensen van mijn opleiding, en toen kwamen er wel meer geruchten over hem naar boven, over dat hij jonge studenten probeert te verleiden. Maar hij heeft een vrouw en jonge kinderen, en ik wil hem niet aan de schandpaal nagelen als ik niet heel zeker weet wat zijn bedoeling was.

            Toch vind ik het belangrijk om mijn verhaal te vertellen, omdat jonge vrouwen zich ook in dit schemergebied moeten kunnen uitspreken. Toen het gebeurde was ik nog best jong en bleu, maar nu weet ik dat dit er niet ‘gewoon bij hoort’. Het is sluw en kwalijk gedrag – mannen die dit doen maken het niet helemaal expliciet, waardoor ze niets strafbaars doen en waarschijnlijk wel best vaak krijgen wat ze willen. Zolang we niets zeggen, blijft het gewoon bestaan. Ik denk dat er ook veel mannen zijn die het niet doorhebben, en met #metoo creëer je in ieder geval bewustzijn. Ik denk dat er best veel mannen zijn geschrokken.

            *Alle namen zijn gefingeerd maar bekend bij de redactie

            Bron: Vice.com >>

            #245336
            Luka
            Moderator
            Topic starter

              ZOEK HULP NA AANRANDING OF VERKRACHTING. JE BENT NIET ALLEEN!

              1 op de 8 vrouwen en 1 op de 25 mannen is slachtoffer van aanranding of verkrachting. Het Centrum Seksueel Geweld Groningen-Drenthe biedt 24/7 hulp. Claudia is slachtoffer van verkrachting en dankzij de hulp die zij kreeg kan ze verder met haar leven. Daarom deelt ze haar verhaal.

              Mijn naam is Claudia, ik ben een internationale student in Groningen. Begin 2019 ontmoette ik een jongen, waarvan ik dacht dat hij een goede vriend kon worden. Ik hielp hem met het vinden van een huis, net als iemand mij hielp toen ik in de stad kwam wonen. Geen van mijn vrienden mocht hem.

              Hij is arrogant, laat altijd onnodig zijn spieren zien en vertelt graag hoeveel vrouwen er geïnteresseerd in hem zijn. Ik moet eerlijk zeggen dat ik dat ook niet leuk vond, maar ik had medelijden met hem omdat hij geen vrienden had.

              Op een dag nodigde hij me uit bij hem thuis. Ik wilde eigenlijk niet gaan, want ik moest nog studeren en ik had onlangs een schaatsongeluk gehad, waardoor ik me niet goed kon bewegen. Maar hij stond erop dat ik langskwam en beloofde dat we samen zouden werken en eten. Ik ben niet goed in ‘nee’ zeggen, dus ik pakte mijn laptop en ging.

              Zodra ik bij hem aan kwam, bood hij me een nekmassage aan. Omdat het alleen mijn nek was, zag ik niet in waarom niet. Hij vroeg me op bed te gaan liggen en mijn schoenen uit te doen. Ik zei dat het ook wel in de stoel kon, maar hij stond erop dat ik ging liggen. Toen drukte hij met één hand mijn gezicht in het kussen en met zijn andere hand trok hij mijn rok, legging en ondergoed naar beneden. Hij verkrachtte me zeven keer. Ik wil niet in detail vertellen over de blauwe plekken die ik had op mijn rug, de bijtplekken op mijn benen, het bloed, of hoeveel pijn het deed om te fietsen en te lopen de volgende dag. Ik wil vertellen over de andere consequenties, want fysieke littekens verdwijnen.

              De dagen erna lag ik huilend op de vloer, niet in staat om met iemand te praten. Ik kon me niet meer focussen op mijn werk of studie, was doodsbang dat ik een SOA zou hebben. En omdat hij weet waar ik woon, was ik iedere keer als ik mijn fiets wegzette zo bang: ik voelde me gevolgd, geobserveerd, kleiner dan ik werkelijk ben: powerless.

              Ik heb mijn verhaal aan weinig mensen verteld. Ik dacht dat ze mij niet zouden geloven, want om eerlijk te zijn: wie is nou zo stom om iemand als hem te vertrouwen? Om zijn kamer in te gaan en nog steeds vertrouwen te hebben, ondanks alle signalen? Nou ik was dat, en waarschijnlijk ben ik dat nog steeds… Ik ben opgegroeid met liefde en ik vertrouw mensen makkelijk.

              Ik ben blij dat ik mijn beste vriendin mijn verhaal toevertrouwde. Zij was er voor mij en nam contact op met het Centrum Seksueel Geweld, want ik kon dat niet zelf. Ik kreeg medische en psychologische hulp. Ik ben zo dankbaar dat, na de eerste shock, toen ik eindelijk kon reflecteren op wat er gebeurd was, ik zoveel hulp en steun kreeg. Ik realiseerde me dat ik mezelf niet de schuld moet geven door te denken dat ik ‘stom’ ben geweest of ‘te veel vertrouwen’ heb.

              Ik ben een slachtoffer van verkrachting, maar ik ben niet alleen. En ik weiger om mijn leven als slachtoffer te leven. Als ik één advies aan andere slachtoffers mag geven: ‘Ga op zoek naar hulp, je bent niet alleen.’

              Bron: Studentenkrant.net

              #245740
              Mark
              Moderator

                In vertrouwen: ‘Mijn ex dwong mij tot ruwe sex’

                Seksueel geweld in relaties is een vorm van partnergeweld.

                Het ex-vriendje van Roos (31) dwong haar tot seksuele handelingen die zij verschrikkelijk vond, ondanks dat zij hem smeekte te stoppen. Dat geweld trok haar leven overhoop.

                Relatie
                Ik was achttien toen ik een relatie kreeg met Mart. Ik kende hem sinds mijn zestiende; we hadden toen eens een keer gezoend, maar ik vond hem een beetje een creep, dus ik heb het toen bij die ene keer zoenen gelaten. Op mijn achttiende zag ik hem weer. In mijn stamkroeg, in mijn geboortedorp waar ik alleen nog in de weekenden kwam. Doordeweeks woonde ik op kamers aan de andere kant van het land. Mijn verkering was net uit. Dat wist de hele community daar. En Mart dus ook. Hij zocht die avond toenadering en we begonnen wat te flirten. Halverwege de avond vroeg hij of ik zin had om met hem mee te gaan, ergens een pizzaatje halen. We sprongen samen op één fiets en reden zo door de straten. De pizzeria was al gesloten. Achteraf vertelde Mart me dat hij dat al wist en dat hij op deze manier hoopte mij bij hem thuis te krijgen. Dat lukte, ik ging met hem mee. We gingen naar zijn slaapkamer en begonnen te vrijen. Tijdens die eerste vrijpartij gebeurden er al dingen die ik niet prettig vond: Mart bracht zijn hand steeds naar mijn billen en anus. Ik duwde telkens zijn hand weg, maar na een tijdje zei hij: ‘Shhh… laat het maar gebeuren,’ en ging hij door. Ik bevroor onder zijn aanrakingen. Ik nam me voor dat het bij deze onenightstand zou blijven.

                We hielden wel contact, via MSN. Hij vroeg of ik er spijt van had dat ik met hem naar bed was geweest. Ik zei van niet, maar zei wel meteen dat het niet nog een keer zou gebeuren, waarop hij allerlei zielige emoticons stuurde en vroeg of ik nog wel een keer met hem uit eten wilde. Dat deed ik en zo kreeg ik toch een relatie met Mart. Ik had gevoelens voor hem. Ik kreeg met de tijd meer gevoelens voor Mart. We konden leuk praten samen, hadden dezelfde humor en deelde de liefde voor muziek. Zo kregen we een relatie. Achteraf gezien, denk ik dat ik zo niet heel bewust voor Mart heb gekozen, ik was 18 en ben er een beetje ingerold. Zo van, we zien het wel. Maar er was zeker een bepaalde chemie tussen ons.

                Twee meter kracht
                Mart was 23. In de weekenden en vakanties logeerde ik vaak bij hem. Onze vrijpartijen begonnen altijd op dezelfde manier: we lagen in bed televisie te kijken of te praten en opeens sprong hij dan boven op me en begon hij me overal aan te raken en te kussen. Het was zo overweldigend. Ik kreeg zo weinig lucht en ruimte dat ik amper kon ademhalen. Instinctief probeerde ik hem met handen, voeten en knieën van me af te duwen, maar hij zette steevast door, hoezeer ik ook tegenstribbelde. Mart was sterk en bijna twee meter lang, ik kon niet tegen hem op. Er klonk dan een stemmetje in mij dat zei: ‘Laat hem zijn gang maar gaan, des te sneller ben je er vanaf.’ En ik liet hem toe, hoewel het veel te heftig, te intimiderend voor mij was en hij steeds verder over mijn grenzen ging. Ik wilde heus graag sex met Mart, maar dan wel op een manier die ook voor mij goed voelde. Het klopte toch ook niet dat hij totaal niet naar mij luisterde of polste of dingen voor mij ook fijn waren? Of lag het aan mij? Gek genoeg legde ik de schuld nooit bij hem. Ik dacht oprecht dat het allemaal aan mij lag en dat ik het kon oplossen door anders te reageren. Soms bedacht ik op de fiets naar hem toe al dat het heel redelijk was als ik zou zeggen dat ik een keertje geen sex wilde hebben. Dan schoor ik mijn bikinilijn opzettelijk niet, zodat ik mezelf minder aantrekkelijk zou vinden en hopelijk meer weerstand kon bieden aan zijn pogingen me over te halen Maar Mart was nooit te stoppen en mijn nee’s werden totaal niet gerespecteerd.

                “Ik ging vaak uit tijdens de sex, net of ik er niet bij was”
                Na verloop van tijd merkte ik dat ik steeds vaker ‘uit’ ging tijdens de sex, met name als hij dingen bij mij deed die ik pijnlijk vond of eng. Zo vond hij het opwindend om mij te vingeren, maar dan wel met meerdere vingers tegelijk, het liefst zo veel mogelijk. Ook als het eigenlijk niet ging of paste. Hiermee deed hij me echt pijn, dat zag en wist hij, en toch ging hij door. Hij deed het veel te hard en te diep. Ik voelde pijnscheuten in mijn vagina, maar durfde niks te zeggen omdat ik me daarvoor schaamde. Dit was zogenaamd om mij te bevredigen en ik vond het als 18-jarige nog moeilijk om te zeggen op welke manier ik dat wilde. Hij bleef ook erg gefixeerd op anale sex. Ondanks dat ik zijn handen meerdere keren weg duwde, ging hij met zijn vingers naar en in mijn anus. Hij bleef hier zo op aandringen, dat ik uiteindelijk opgaf, met als gevolg dat hij me op allerlei plekken aan het ‘bevredigen’ was, en ik alleen maar pijn had. Ik kon die situatie niet aan. Vanuit het lichamelijke oerinstinct, om te overleven, kwam mijn lichaam in een freeze stand. Ik tunede als het ware uit, dissocieerde zelfs. Alsof ik er niet bij was en alles een zwarte waas werd. Als ik ‘bijkwam’ uit die zwarte waas focuste ik op leuke dingen, op zaken die in het verschiet lagen, op wat ik die dag verder nog allemaal zou gaan doen. Kennelijk was dit mijn escape, omdat het allemaal te heftig voor me was. De dingen die hij bij mij deed en die ik als zeer onplezierig heb ervaren, vind ik ook nu nog moeilijk om te benoemen, maar ik doe het toch, zodat het hopelijk anderen vrouwen sterkt in hun besef dat pijn of weerstand of iets gewoon niet willen altijd reden genoeg zijn om te zeggen: ‘Dit niet.’ En dat het heel normaal is dat je partner dan naar je luistert, en je je nooit schuldig hoeft te voelen als je ergens niet voor in bent.

                Wurgseks
                Een keer werd het extra eng, toen hij tijdens de sex mijn keel dichtkneep en ik amper lucht kreeg. Ik ben zelfs echt even helemaal weggeweest. Naderhand vroeg hij: ‘En wat vond je ervan dat ik je keeltje dichtkneep?’ Het gekke is dat ik me pas weer herinnerde dat hij dat gedaan had, toen hij me die vraag de volgende ochtend stelde. Zover heen was ik. Doordat ik me dit zo slecht kon herinneren, kon ik geen antwoord geven op zijn vraag. Het was heel verwarrend. Ik weet nog dat ik hem gevraagd heb waarom hij altijd maar doorging tijdens de sex, ook als aangaf dat ik iets niet wilde.

                “Wat vond je ervan dat ik je keeltje dichtkneep?”
                Uit dagboekfragmenten uit die tijd blijkt dat ik hem wel gevraagd heb waarom hij altijd doorging, zelfs als ik aangaf iets niet te willen. Zijn antwoord was: ‘Omdat je je verzet uiteindelijk toch altijd opgeeft.’ Hij had er duidelijk schik in om dit machtspelletje met mij te spelen. Veel van de dingen die hij in bed met mij deed, gaven hem ook niet direct lichamelijk genot, toch genoot hij ervan. Hij had zeker sadistische trekken.

                Nooit goed genoeg
                Het lijkt nu misschien alsof onze relatie enkel kommer en kwel was, maar dat was niet zo. We konden samen enorm lachen, speelden allebei in een band en deelden die passie voor muziek. Ik voelde zeker wat voor hem. Toch was het duidelijk dat hij weinig om mij gaf. Zo liet hij me bijvoorbeeld gerust alleen door een stuk donker bos fietsen. Ook zei hij dat ik een borstvergroting moest nemen en dat mijn zangstem niet goed genoeg was. Hij vergeleek me voortdurend met zijn ex, zijn grote liefde, en ik kwam er slecht vanaf. Door de manier waarop hij me behandelde, voelde ik me eigenlijk nooit goed genoeg.

                “Ik ging alles vanuit zijn perspectief bekijken”
                Je vraagt je misschien af waarom ik bij hem ben gebleven. Ik denk aan de ene kant dat onze relatie stand hield omdat ik er met niemand over sprak, niemand in mijn omgeving wist hoe hij mij behandelde en hoe vreemd hij zich soms gedroeg. Het was iets van ons tweeën, dat schepte een soort verbond. Daarnaast, en dat is lastig uitleggen, waren mijn gevoelens bij hem zo rauw en heftig, dat ik me daarin met hem verbonden voelde, Ik ging alles vanuit zijn perspectief bekijken, kreeg zelfs empathie voor hem. Heel vaak dacht ik: als ik dit niet toelaat, ontneem ik hem zijn genot. En ik was er heel sterk in gaan geloven dat zijn genot het allerbelangrijkst was. Mijn veiligheid hing daarvan af. Dingen vanuit zijn oogpunt bekijken voelde van levensbelang. Ik had niet door dat het voor mij zo destructief was en dat het bijzonder traumatisch kan zijn als iemand constant over je grenzen heen gaat. De reden waarom ik er destijds niet aan onderdoor ben gegaan, is omdat ik alles wegstopte en doordeweeks in mijn studentenstad afstand van hem nam en me met mijn studie bezighield. Dan was dit probleem er gewoon niet.

                Smeekbedes
                Mart bleef aandringen op anale sex. Hij wilde dat echt een keer proberen. Ik gaf hem zijn zin. Zonder glijmiddel of enige voorbereiding probeerde hij me te penetreren, waarop ik wanhopig zei dat het niet ging en dat het te veel pijn deed. Hij zei dat ik me meer moest ontspannen en ging gewoon door. Hij drong bij me binnen. Ik schreeuwde zonder geluid. Ik wilde dit niet. Ik smeekte hem te stoppen. Het deed hem niks. Op een of andere manier heb ik hem toch van me af weten te duwen en ervoor gezorgd dat hij ‘gewoon’ verder ging, vaginaal dus. Toen het hele drama voorbij was, merkten we dat het condoom gescheurd was. Daar schrok ik enorm van, omdat het bevestigde dat er iets was gebeurd dat niet had mogen gebeuren. Iemand anaal penetreren zonder glijmiddel kan helemaal niet, daarmee breng je iemand lichamelijk schade toe! Waarom was hij niet zuiniger met mij omgesprongen? Ik ging meteen naar de wc, durfde niks van mezelf ‘daar’ aan te raken. Ik voelde me enorm vies en wist niet wat ik moest doen om mezelf weer schoon te krijgen. Ik moest heel erg huilen. Het voelde alsof hij me verkracht had.

                “Hij kwam niet eens even checken of ik wel oké was”
                Op een gegeven moment werd ik bang dat hij zich zorgen zou maken over mij, dus raapte ik mezelf bij elkaar. Eenmaal weer op de kamer zag ik dat Mart vredig lag te slapen. Ook dat kwam hard aan, dat hij niet eens even wilde checken of ik wel oké was. Ik kon het niet opbrengen om naast hem te slapen, dus ging ik op een ander bed in de kamer liggen en huilde mezelf in slaap. De volgende ochtend zag Mart dat ik niet naast hem lag. Hij zette zijn zieligste stemmetje op en vroeg verbaasd waarom ik niet bij hem in bed lag, alsof ik hem iets had aangedaan, in plaats van andersom. Ik stond op en liep naar zijn bed om weer naast hem te gaan liggen. Zo veel macht had hij over mij. Ik deed wat hij wilde. Het was zijn schuld niet… Ik dacht opnieuw dat ik fout zat, niet hij.

                Anale verkrachting
                Na dit voorval heb ik hulp gezocht op een online forum waar ik over de anale verkrachting vertelde, in de hoop wat steun of advies te krijgen. Maar in plaats van support of medeleven kreeg ik als reactie dat ik dom was geweest. Ik had van de wisseling van anale sex naar vaginale sex ook nog een infectie opgelopen. Volgens de meiden die dit lazen, was dat mijn eigen schuld, ik had echt beter moeten weten. Zij vonden bovendien dat ik Mart ten onrechte van verkrachting beschuldigde. Ik had toch zelf ‘a’ gezegd. Door deze reacties werden mijn gevoelens van schuld en schaamte alleen nog maar groter. Ik kon met mijn verhaal bij niemand terecht. Hierdoor kwam ik nog meer in een isolement en kreeg ik nog meer het idee dat het aan mij lag.

                Na tien maanden verkering trok Mart de stekker uit onze relatie. Hij was niet meer verliefd, zei hij. Ik ben tot op de dag van vandaag blij dat hij dat gedaan heeft. Ik had die beslissing waarschijnlijk niet snel genomen. Sterker nog, ik had zelfs liefdesverdriet van onze breuk, ook al klinkt dat gek.

                Therapie
                Na een poosje kreeg ik een nieuwe relatie, met mijn huidige vriendin (ik ben biseksueel). Het viel haar al snel op dat ik moeite had met intimiteit en erg moest huilen en raar reageerde als ik haar wilde vertellen dat ik een keertje geen zin in seks had, omdat ik bijvoorbeeld moe was of niet lekker. Ik was er zo aan gewend geraakt hem altijd zijn zin te geven, dat ik al dat geven heel gewoon was gaan vinden. Een vanzelfsprekendheid naar de ander, die ik van mezelf verwachtte. Er kwam een moment waarop ik voor de eerste keer met haar praatte over mijn meest traumatische ervaring. Door niet langer te zwijgen was de geest uit de fles en werd het in mijn hoofd een grote wirwar, een eindeloze film waarin ik alles herbeleefde. Er ontstonden hele discussies in mijn hoofd. Waarom had ik me niet meer verzet? Waarom had ik dit toegelaten? Wat was mijn eigen aandeel geweest? En wat als ik mijn verhaal met anderen zou delen, dan zouden zij toch ook op z’n minst antwoord willen op die waaromvragen? Ik was mensen toch een verklaring schuldig? Ik moest toch kunnen uitleggen hoe het zat? Ik kreeg de hele situatie maar niet scherp in mijn hoofd en belandde in een depressie.

                Na veel zelfonderzoek en met behulp van verschillende therapieën ben ik gaan begrijpen wat er lichamelijk en emotioneel allemaal met me gebeurd was. Dat ik bepaalde escapes had ontwikkeld omdat ik niet met de situatie om kon gaan, en dat het makkelijker was te denken dat het aan mij lag dan toe te geven dat ik een partner had die continu zijn zin doordrukte. Ik heb antwoorden gevonden op vragen als: waarom ben ik niet weggelopen? Waarom heeft dit tien maanden voortgeduurd? Waarom heb ik hem zijn gang laten gaan? Ik kan eindelijk tegen mezelf zeggen dat het nooit mijn schuld geweest is. Ik heb gedaan wat ik kon, want als ik destijds anders of beter had gekund, had ik dat zeker niet nagelaten. Hij was fout, niet ik.

                Hulp nodig?
                Sinds 1 april 2019 is er een nieuw online platform voor vrouwen die te maken hebben met partnergeweld: safewomen.nl. Ongeveer een op de drie vrouwen maakt partnergeweld mee; seksueel geweld in relaties is een vorm van partnergeweld. Vaak is het ontzettend moeilijk om daar met iemand over te praten of hulp te zoeken. Bijvoorbeeld door schaamte, door angst voor de gevolgen, omdat vrouwen niet weten dat ze met partnergeweld te maken hebben of omdat ze niet weten waar ze terecht kunnen voor hulp. SAFE biedt met de website een laagdrempelige plek voor vrouwen om anoniem en op eigen tempo uit te zoeken in welke situatie ze precies zitten en welke hulpopties er zijn. De website is ontwikkeld met hulp van ervaringsdeskundige, vrouwen die zelf partnergeweld hebben meegemaakt.

                Wil je meer weten over SAFE? Kijk op http://www.safewomen.nl of mail naar safe.elg@radboudumc.nl. SAFE is een initiatief van de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc (met subsidie van ZonMw). Je kunt ook terecht bij het Centrum Seksueel Geweld als je met seksueel geweld te maken hebt of hebt gehad, of dit nu in een relatie is of niet.

                Bron: marieclaire.nl

                #245934
                Skye
                Moderator

                  Rebecca’s verhaal

                  DEPRESSIEF… maar waarom eigenlijk?


                  Gedrogeerd & misbruikt


                  18 jaar & zwanger na misbruik

                  #246086
                  Lucky1959
                  Lid LSG

                    SEKSUELE VERWAARLOZING EVENZEER EEN PROBLEEM ALS MISBRUIK

                    Maarten Ghysels is enerzijds psychiater, relatietherapeut en seksuoloog, maar anderzijds ook lichaamsgericht psychotherapeut en seksueel psychotherapeut. Hij is een van de sprekers op het jaarlijks congres over seksueel geweld, waarvan Blik op Hulp mediapartner is. Hij waardeert naar eigen zeggen de waarde van zowel de klassieke als de meer holistische benadering van hulpverlening. “Het zijn twee volwaardige vakgebieden die veel aan elkaar te geven en van elkaar te leren hebben. Helaas is er een kloof tussen beide kennisgebieden. Dat zorgt ervoor dat in de klassieke hulpverlening een aantal aspecten rond seksueel geweld onderbelicht blijven”. In dit exclusieve interview legt hij uit welke zaken dat zijn en hoe je er in de hulpverleningspraktijk mee om kunt gaan.

                    SCHRIKKEND LICHAAM
                    Bij elk geweld schrikt ons lichaam, maar zeker bij seksueel geweld. Uit onderzoek blijkt dat hoe jonger dit gebeurt, hoe groter de schade. Ghysels: “Het lichaam trekt samen, krimpt in elkaar, we houden onze adem in. Als we niet kunnen vechten of vluchten, treedt er een bevriezingsreactie op. Als de dreiging blijft – en dat is praktisch altijd het geval bij seksueel geweld, omdat de macht van de dader bezit van ons heeft genomen – dan blijven we in deze stresstoestand verder leven. Zonder dat we dat beseffen. Onze weefsels blijven gespannen en verkrampt en we ademen niet meer in het gebied waarin onze integriteit geschonden is. Onze buik en onderbuik is gespannen of leeg en onze onderrug zit op slot. Eigenlijk is ons bekken dan één groot bekkenpantser. Deze samengedrukte toestand is terug te vinden tot op celnivo”.

                    ADEMHALING
                    Een herstel van het seksueel misbruik is volgens Ghysels pas compleet als ook de weefselschade hersteld is. “Daar bedoel ik mee: als het slachtoffer opnieuw volop tot in zijn bekken ademt, als er geen verkrampingen meer in zijn bekken zijn en daar weer een vrije stroming is. Ik heb vele slachtoffers van seksueel geweld begeleid die vertelden dat ze hun misbruik verwerkt hadden. Maar aan de manier van ademen, aan hun gespannenheid in hun lichaam en vooral hun bekken werd duidelijk, dat dit misbruik slechts ten dele verwerkt was. Vaak kwamen ze naar mij omdat ze zich niet volwaardig seksueel voelden. Dat kan ook niet zolang de weefsels niet hersteld zijn.

                    HECHTINGSTHEORIE
                    De deskundigheid van Ghysels richt zich de laatste jaren vooral op het gebied van de vroegtijdige seksuele ontwikkeling. Deze blijkt als onderbouw van ons volwassen liefdesleven veel belangrijker dan mensen in de regel denken. Ghysels legt uit: “De hechtingstheorie heeft het verband al gelegd tussen hechting in de prille kinderjaren en hechting in volwassen intieme relaties. Maar dit verband is veel omvattender en dat beschrijf ik in mijn werk. In die vroegtijdige ontwikkeling, dus vanaf de geboorte tot zes jaar, vindt heel veel seksueel misbruik plaats. Het overgrote deel van dit misbruik wordt niet als misbruik gezien. Dat heeft natuurlijk ook met de definitie te maken. Voor mij is seksueel misbruik elke vorm van grensoverschrijdend gedrag dat de seksuele integriteit van het kleine kind schendt. De gezonde seksuele ontwikkeling wordt beschadigd. Dit is een bredere kijk dan de bekende manier van kijken in de maatschappij en de hulpverlening”.

                    VERLANGENS, ANGSTEN EN AFKEER
                    “De grens naar de gezonde ontwikkeling van het kind wordt zowel overschreden door de prille seksuele ontwikkeling van het kindje te overspoelen met volwassen verlangens als door het te overspoelen met volwassen angsten en afkeer”, gaat Ghysels verder. “Om dat goed te kunnen plaatsen hebben we een nieuw begripskader nodig: de juiste seksuele spiegel. Voor een gezonde ontwikkeling heeft een kind een juiste seksuele spiegeling nodig, in elke fase van zijn kinderlijke ontwikkeling. Een juiste seksuele spiegeling ligt in het midden tussen twee uitersten: seksueel misbruik aan de ene kant en seksuele verwaarlozing aan de andere”.

                    SPIEGELING
                    Van een juiste spiegeling is volgens de Vlaamse psychiater sprake als een klein kindje uitreikt met zijn seksuele gevoelens, het recht heeft om daar welkom mee te zijn, bij ouders die hem daarin zien en verwelkomen. “Hij heeft ouders nodig die hem zien in zijn prille seksuele gevoelens en niet door de ogen van volwassenen die naar zijn seksueel uitreiken kijken. Dit is voor vele ouders niet zo gemakkelijk. In vele aspecten in de opvoeding kijken ze met volwassen ogen, in plaats van zich te verplaatsen in de leefwereld van een kindje”.

                    MISBRUIK
                    “Wanneer een klein kindje met zijn seksuele gevoelens uitreikt en een ouder vermengt dit met zijn volwassen begeerte dan is dit een ernstige vorm van seksueel misbruik”, vervolgt Ghysels. “Deze seksuele begeerte is veel te heftig en te groot voor een kind. Het voelt zich overspoeld door volwassen gevoelens. Het verstijft en verlamt en geeft ernstige weefselschade in het geslacht zelf, maar ook rondom in de botten en spieren. Ook alle bekkenbodemspieren, de spieren in de onderrug en de onderbuik. Een dergelijke situatie is meestal zo heftig dat het kindje gedwongen wordt niet meer in zijn bekken en zijn gevoelens aanwezig te blijven. Vaak zien we dan dat een kind naar zijn hoofd of zelfs buiten zijn lichaam vlucht. We hebben het dan over de bekende vorm van seksueel misbruik”.

                    AFKEER
                    Volgens Ghysels is er echter ook een minder bekende vorm van misbruik: misbruik door volwassen afkeer. “Deze zelfde schade treedt ook op als een ouder niet zijn seksuele begeerte, maar zijn afkeer, walging en angst vermengt met de leefwereld en het uitreiken van het kleine kindje. De afkeer die het kindje voelt in de ogen van deze ouder of in zijn aanraking dringt heel diep in zijn weefsels binnen. Dit is een zeer penetrerende energie die op dezelfde manier schade aan de weefsels geeft. We kennen allemaal het gezegde, een blik kan doden, wel dit is hier het geval. De blik van Medusa veranderde omstaanders in steen. Een klein kindje versteent in zijn weefsels als een ouder zo kijkt of met die zelfde energie aanraakt”.

                    OVEREENKOMSTEN
                    “Ik heb de kans gehad om clienten te begeleiden met beide vormen van misbruik en heb heel grote overeenkomsten gezien. Deze vorm van seksueel misbruik blijft buiten het aandachtsveld van de hulpverlening en media. Het is verborgen seksueel misbruik. Alleen in de seksuele lichaamspyschotherapie wordt er op deze manier aandacht aan gegeven. Zowel een kind misbruiken door seksuele begeerte als door seksuele afkeer is seksueel misbruik”, aldus Ghysels.

                    VERWAARLOZING
                    Van seksuele verwaarlozing is sprake als ouders het seksuele uitreiken van het jonge kind totaal negeren. “En dat is iets dat in deze tijd steeds meer voorkomt”, stelt Ghysels vast. “Vele jonge ouders zijn bang dat hun kindje op de kleuterklas zou vertellen dat een ouder met hun penisje of spleetje is bezig geweest. Om dit te voorkomen, raken ze het geslacht van hun kindje nog amper aan. Ze denken dat ze op deze manier geen schade geven. Maar het tegendeel is waar. Het kindje dat in zijn seksueel uitreiken zich genegeerd voelt, gaat zich ook onzeker voelen, zich schuldig voelen en schamen. Zijn weefsels gaan zich ook samentrekken. Dat gebeurt ook bij ons als volwassene als we ons genegeerd voelen. We trekken samen, verstijven en worden onzeker. Hier maak ik me heel veel zorgen over. We beseffen collectief nog niet hoeveel schade dit geeft. Het is heel belangrijk dat ouders dit weten en dat ook hulpverleners die weten.

                    VLAGGENSYSTEEM
                    De juiste seksuele spiegel ligt volgens Ghysels in het midden tussen de beide uitersten van seksueel misbruik en seksuele verwaarlozing. Instanties als Sensoa hebben een vlaggensysteem voor ouders en scholen ontwikkeld waarbij ze interacties als gezond, gevaarlijk en schadelijk benoemen. “Een zeer goede stap in de goede richting”, stelt Ghysels. “Maar natuurlijk is een juiste seksuele spiegel voor elke maatschappij en cultuur verschillend”.

                    GROTER KADER
                    Maar hoe kun je als hulpverlener dan de kwaliteit van zorg voor plegers en slachtoffers van seksueel geweld zo goed mogelijk bieden? “Daar kan ik geen universeel antwoord op geven, want elke vorm van hulpverlening heeft zijn eigen grenzen en beperkingen. Maar wat wel goed is om voor ogen te houden is dat je als hulpverlener over het algemeen met een cliënt te maken hebt waar je je aandacht op richt. Je biedt hulp aan een slachtoffer van seksueel geweld of aan een dader van seksueel geweld. Maar het is belangrijk dat je het grotere kader ook blijft zien. Het is bekend dat elk trauma dat de vorige generatie niet geheeld heeft, nagenoeg automatisch overgaat op de volgende generatie. Dit geldt ook zeker voor seksueel trauma”.

                    HERHALING
                    In zijn boek Traumaseksualiteit beschrijft Peter John Schouten hoe slachtoffers van seksueel geweld vanaf het moment dat het geweld plaatsvond, handelen vanuit de macht van de dader. Ghysels: “Die macht blijft tot de wond van het geweld helemaal geheeld is. Ik wil elke hulpverlener dit boek aanraden ook al is het geschreven voor mannen die slachtoffer zijn van mannen of van vrouwen. Hij beschrijft ook hoe het seksueel geweld zich herhaalt. Het is bekend dat het domein waarin het trauma zich heeft voorgedaan, ook het domein is waarin slachtoffers heling zoeken. Daarin zijn ze immers gebroken. Bij seksueel misbruik door te heftig verlangen of afkeer, is het slachtoffer zichzelf kwijt geraakt via zijn seksualiteit. Hij zal naar seksuele wegen zoeken, maar heeft daar geen volwassen vermogens toe. Omdat hij zo beschadigd is, zal hij ofwel in herhaling vallen als slachtoffer ofwel dader worden. Om zichzelf te helen wordt hij grensoverschrijdend naar anderen waar hij macht over heeft. Helaas zijn kleine kinderen daarbij een zeer gemakkelijk slachtoffer.

                    CIRKEL
                    Door het begrip seksueel misbruik uit te breiden tot misbruik vanuit begeerte of vanuit afkeer wordt de dader-slachtoffer cirkel ook meer zichtbaar. “Een slachtoffer kan dader worden door zijn lust te vermengen met de prille ontwikkeling van het kind”, stelt Ghysels. “Of door met afschuw en afkeer het geslacht van zijn eigen kind aan te raken, vaak het kind met het tegenovergestelde geslacht, het geslacht van de eigen misbruiker. Bij niet verwerkt misbruik tot op weefselniveau kan dit laatste gemakkelijk gebeuren. Op deze manier zien we dat een slachtoffer op zijn of haar beurt dader kan worden. Ik denk dat het heel belangrijk is dat er aan de dader slachtoffer cirkel meer zorg en aandacht wordt gegeven zonder een vorm van veroordeling”.

                    VERWACHTINGEN VAN DE HULPVERLENING
                    Slachtoffers van seksueel misbruik verwachten dat ze zich veilig voelen in de relatie met hun hulpverlener. Ghysels: “Ze willen zich gezien voelen in alle aspecten van hun mens-zijn en niet dat ze gediagnosticeerd worden in een bepaalde categorie die hun problemen maar gedeeltelijk ziet. Tegelijk hebben deze mensen geen enkele reden om hulpverleners te vertrouwen. Ze zijn immers juist in een vertrouwensrelatie misbruikt. Daarnaast hebben ze ook allerlei andere dingen in hun leven meegemaakt. Ze zijn dan ook veel meer dan alleen slachtoffer van seksueel geweld. Op het congres over seksueel geweld zal hij uitvoeriger op al deze thema’s ingaan.

                    Drs. Maarten Ghysels
                    Maarten Ghysels spreekt op het jaarlijks congres over seksueel geweld. Hij is psychiater, relatietherapeut en seksuoloog. Hij werkt ook als lichaamsgericht psychotherapeut en sexual-grounding therapeut (seksueel lichaamspsycho-therapeut). Hij is onder meer schrijver van “De vroegkinderlijke seksuele ontwikkeling en haar invloed op ons volwassen liefdesleven”. Ook schreef hij diverse andere boeken, studie bundels en artikelen in kranten en tijdschriften.

                    Bron: blikophulp.nl

                    #246125
                    Mark
                    Moderator

                      Misbruik verwoestte het gelukkige leven van Gabi (19): ‘Ik dacht echt, ik kom hier nooit levend uit’

                      Twintig keer is Gabi (19) opgenomen geweest vanwege haar trauma’s, depressie en eetstoornis. Ze heeft drie klinieken van binnen gezien. Ze zat dagen in een isoleercel. “Ik dacht: nu ben ik definitief gek geworden.” Maar nu vertelt ze haar verhaal. Over vallen, doorgaan, vallen en doorgaan.

                      Er is een oude Gabi en een nieuwe Gabi. De oude Gabi was een wat ze zelf noemt ‘meisje-meisje’. Jurken, rokjes, spontaan, sociaal, enthousiast. De nieuwe Gabi draagt broeken, grote truien en is stil, rustig, onzeker zelfs. Doet alles om maar niet op te vallen. “Ik wil onzichtbaar zijn voor de mensen die me pijn kunnen doen.”

                      Nooit alleen
                      Gabi Schulenberg (19) vertelt haar verhaal aan de keukentafel in het Brabantse Zevenbergen, in het huis waar ze werd geboren en nu nog steeds met haar ouders en broertje woont. Het is koud buiten, maar de zon schijnt. Ze is vandaag even naar buiten geweest.

                      “En dat ging goed”, zegt ze, “dankzij hem.” Ze wijst naar haar bruin-witte hondje dat kwispelend aan haar voeten ligt. Mellow heet-ie. Mellow maakt haar leven weer ‘een beetje leefbaar’. “Hij laat me nooit alleen. Zelfs niet als ik naar de wc ga.”

                      Gelukkig
                      “Mijn ellende begon toen ik tien was. Daarvoor was alles goed.” Ze komt uit een ‘warm nest’, heeft een leuk broertje, lieve ouders, had op de basisschool altijd vriendinnetjes. Of ze gelukkig was? “Ja”, zegt ze. “Ik was echt heel gelukkig. Als ik er nu aan terugdenk, denk ik: what the fúck is er allemaal gebeurd, daarna?”

                      Er heel erg over uitweiden wil Gabi niet – want het is een onderwerp waarover ze niet graag praat, en ze denkt bovendien dat mensen er ook niet graag over willen lezen. In het kort: Gabi is langere tijd seksueel misbruikt. Door wie, waarom en hoe, dat doet er niet toe voor dit verhaal, vindt ze.

                      “Ik wil vooral vertellen wat het met me heeft gedaan. En hoe belangrijk goede hulp is voor mensen zoals ik.”

                      Zelfverkozen stilte
                      De 10-jarige Gabi voelde: wat hier gebeurt, is niet goed. “Ik had donders goed door dat het niet hoorde, maar ik schaamde me en dacht dat het misbruik door mij kwam. Er was een stemmetje dat tegen me zei: ‘Ja, Gabi, jíj hebt het laten gebeuren’.”

                      Die zelfverkozen stilte was niet goed, zegt Gabi nu. Doordat ze niet over haar problemen sprak, haar verdriet en woede niet kon uiten, implodeerde ze. “Ik richtte al mijn gevoel naar binnen toe. Ik werd onzeker, voelde me kwetsbaar.”

                      Gezicht in de wc
                      Toen ze naar de middelbare school ging, was het misbruik al gestopt, maar kwam er een nieuw probleem bij. Ze werd gepest. Het begon met buitensluiten – haar tafel werd dan weggeschoven als er groepjes in de klas moesten worden gemaakt. Het eindigde met een boterham naar haar hoofd, haar schooltas incluis boeken in de sloot, iemand die haar met haar gezicht in de wc-pot duwde.

                      “Het dieptepunt was dat een groepje me na schooltijd vanaf het perron voor de trein probeerde te duwen.”

                      Ongelukkig en onzeker
                      Ook in een andere klas ging het pesten door. “Ik denk dat mijn klasgenoten voelden hoe ongelukkig en onzeker ik was. Ik was een makkelijk slachtoffer.” Ze weet zeker: als ze niet misbruikt zou zijn, zou dat pesten haar niet zijn overkomen. “De oude Gabi was dit niet overkomen, die had een grote bek opgezet.” Ze glimlacht bij de woorden ‘grote bek’.

                      Maar de nieuwe Gabi ging steeds minder eten. “Eerst kwam het omdat ik door de stress en angst voor het gepest geen hap meer door mijn keel kreeg. Maar toen besefte ik dat mijn eetpatroon iets was waar ík controle over had. Het was veilig: ik hoefde me niet meer bezig te houden met mijn klasgenoten, maar met calorieën. Bovendien was dat afvallen ideaal in mijn ogen: ik werd letterlijk onzichtbaar.”

                      Muizenhapjes
                      Soms at ze de hele dag niets. Soms at ze wel tijdens het avondeten – muizenhapjes. “Mijn ouders hebben alles geprobeerd. Van lekkere broodjes smeren en meegeven naar school, tot taart halen, mijn lievelingseten maken, en dreigementen: je mag pas van tafel als je bord leeg is.”

                      Gabi lacht als ze eraan terugdenkt. Ze ziet zichzelf nog de aardappelen hier door de keuken gooien.

                      In de derde klas werd ze door een zorgcoördinator naar de GGZ doorgestuurd. Ze biechtte aan haar ouders op dat ze een eetstoornis had – voor hen een bevestiging van wat ze al vreesden. Ook het pestverhaal kwam boven tafel.

                      Kern van het probleem
                      “Ik denk wel dat ze zijn geschrokken. Maar ik was niet meer bezig met andere mensen. Ik was ver weg. Dat zie je wel vaker bij depressieve mensen: die zien niet meer echt wat er om hen heen gebeurt.”

                      Ze belandde in een kliniek voor jongeren met een eetstoornis. “Ik zat daar voor een deel op mijn plek, maar ik had natuurlijk ook een trauma en een depressie.” De kern van haar probleem – de trauma’s – werden volgens Gabi lang over het hoofd gezien.

                      In totaal zat ze in drie klinieken. Bij de tweede kliniek ging het mis. Vorig jaar. Als Gabi eraan terugdenkt, schiet maar één woord door haar hoofd: gekte. Pure gekte. “Ik dacht echt: ik kom hier nooit meer levend uit. En dat wílde ik ook helemaal niet. Ik greep alles aan om mezelf pijn te doen. Ik wilde niet meer bestaan.”

                      In de isoleercel
                      “Ik kreeg ook van die scheurkleding aan, wat je ook altijd in films ziet in gevangenissen. Daar zitten geen ritsjes of knopen aan waar mensen zichzelf iets mee kunnen aandoen. Ze hebben me zelfs een keer in een isoleercel gestopt omdat ze me met drie man niet meer konden houden. Zo wild was ik. Tien dagen lang alleen maar met je eigen gedachten in een kamer. Dat is lang hoor.”

                      Een toekomst zag Gabi niet meer. Vroeger wilde ze graag een gezinnetje. En rechercheur worden. Of psycholoog. Ze grijnst. “Dat wordt hem niet meer, psycholoog. Ik heb er nu zelf zó veel gezien…”

                      De derde kliniek was een plek waar ze voor haar gevoel pas echt terechtkon. “Ik was een paar jaar verder en heel veel ellende verder, hè, en pas toen was ik ergens waar ik dacht: hier kunnen ze me helpen.”

                      Lange wachttijden
                      De lange wachttijden in de jeugdzorg hebben haar, denkt ze, de das om gedaan. Voor de eerste opname moest ze drie maanden wachten. “Dat klinkt misschien niet heel lang, maar als elke dag zwart en leeg is, dan is zelfs een uur al eindeloos lang.”

                      Tijdens haar opnames is Gabi gaan schrijven. Gedichten, korte hoofdstukjes. Over hoe ze zich voelt, hoe het eraan toe gaat in de kliniek, hoe de buitenwereld naar haar kijkt, maar ook over hoe jeugdzorg beter zou kunnen.

                      De hele Gabi
                      Daar is nu haar boek over verschenen, Stille tranen. “Ik heb me door die wachttijden heel lang ongezien gevoeld, en daarna ook bij de behandelaars. Ze behandelden elke keer maar een stukje van mijn problemen, maar niet álles. Niet de hele Gabi.”

                      “Maar Jeugdzorg doet ook heel veel goede dingen. De kliniek waar ik nu zit, luistert naar wat ík wil. Dat heb ik aan Jeugdzorg te danken. Ze pakken hier álles aan.”

                      Sinds maart is Gabi thuis. Zonder langdurige opnames tussendoor. “En komt ook door Mellow. Die is nu precies negen maanden bij mij, hij is een hulphond en waarschuwt me als ik ergens ben waar te veel prikkels zijn. Als hij dat niet zou doen, dan kan ik zo out gaan.”

                      Ze slaat zachtjes met haar vlakke hand op de keukentafel. “Gewoon naar de grond. M’n kop kan het dan niet aan.”

                      Gevoel niet veranderd
                      Vraag haar hoe het nu met haar ‘kop’ is, en ze haalt haar schouders op. “Mensen denken: ze is weer thuis, ze heeft een hond, gaat naar buiten, dus het is goed. Maar mijn gedrag is dan wel veranderd, maar mijn gevoel niet. Ik flip niet meer, maar ben nog steeds somber, ondanks die hele apotheek aan medicijnen die ik slik.”

                      Het maakt, vertelt Gabi op zachtere toon, dat ze gesprekken heeft bij de Levenseindekliniek. Zodat die, mocht het Gabi niet meer lukken het leven te leven, haar wens tot euthanasie in vervulling kan laten gaan.

                      Het geeft rust. “Sommige mensen snappen dat niet. Die zeggen dan: ‘Maar je bent toch beter nu!’ Maar mijn hoofd is niet gezond. Ik weet ook niet of mijn ouders het zullen accepteren als hun dochter zou gaan, maar ze kunnen het wel respecteren. Ik wil gelukkig worden, maar als dat niet lukt, wil ik in rust en liefde kunnen gaan met mijn vriendinnen en familie om me heen. We hebben er gesprekken over.”

                      Genieten van de zon
                      “Weet je?” Ze kijkt even naar buiten. Zon. Daar kan ze af en toe weer van genieten. “Het is niet zo dat ik morgen euthanasie wil. Er zijn nog traumabehandelingen die ik kan doen. Hoop sterft als laatste.”

                      Wat haar de meeste hoop geeft? Dat soms, heel soms, een sprankje van de oude Gabi weer terug is. “Inclusief die grote bek.”

                      Bron: rtlnieuws.nl

                      #246816
                      mara
                      Lid LSG

                        Rebecca werd 2 keer verkracht: Ik bevroor compleet

                        „Op mijn achttiende liep ik zeven maanden stage in Amerika. Tijdens deze stage ben ik verkracht op een huisfeestje van een goede vriend. In Amerika is het normaal dat je blijft slapen tijdens een feestje, dus zo geschiedde. Het was een groot huis met meerdere slaapkamers.”

                        „De volgende ochtend wilde ik vertrekken om te gaan werken. Ik werd echter hard aan mijn arm een van de kamers in getrokken. De jongen die het deed was ook blijven slapen maar ik kende hem verder niet. Hij duwde me op het bed en verkrachtte me. Ik wist dat er anderen in de woonkamer zaten, maar ik durfde niet te gillen. Daarnaast durfde ik me niet te verzetten uit angst dat de jongen agressiever zou worden. Woorden kwamen mijn keel niet uit en mijn lichaam deed niet mee. Ik bevroor compleet.”

                        „Na afloop liep de jongen de kamer uit en zag ik hem in de keuken doodnormaal een ontbijtje maken. Ik zei gedag en liep de deur uit alsof er niets aan de hand was. De woede kwam pas toen ik thuis kwam. Ik voelde me vies en ontzettend boos. Niet eens op hem, maar op mezelf.”

                        Gedrogeerd
                        „De tweede verkrachting was vijf jaar later, ook in Amerika. Ik was met een vriendin op vakantie in Las Vegas. We zaten in een hotel met een eigen club en tijdens een avondje uit werd ik in die club gedrogeerd. Ik weet niets meer van de verkrachting. Achteraf zijn we er via camerabeelden achter gekomen dat ik ben meegenomen naar een hotelkamer.”

                        „De dag erna werd ik wakker in bed met een onbekende man. Mijn lichaam deed heel veel pijn, maar ik wist niet wat er was gebeurd. Naarmate de tijd verstreek, kreeg ik meer flashbacks en kwam het besef. Ook die ervaring ging voor mij gepaard met schaamte en ik hield opnieuw mijn mond. Ik heb zeven jaar met mijn geheimen rondgelopen en gaf mezelf de schuld. ’Ik ben hiervoor op de wereld gezet’, dacht ik.”

                        Taxi
                        „Dat mijn lichaam totaal bevroor en me elke keer in de steek liet, maakte mij angstig. Tot ik in 2015 in een taxi zat met een jongen. Hij wilde seks en ik wilde niet, maar in tegenstelling tot de vorige twee keer werd ik woedend. Het werd zwart voor mijn ogen en ik schopte hem met alle macht weg. Ik kwam in de overlevingsstand: niet een derde keer! Ik wist de taxi uit te komen zonder dat hij me kon aanraken.”

                        Ouders
                        „Na deze ervaringen is mijn leven wel veranderd. Ik ben na die laatste ervaring letterlijk dingen gaan vermijden: ik ging niet meer uit, wilde niet meer met de trein en niet meer alleen naar de supermarkt. Ik heb bijna een half jaar thuis gezeten uit angst voor wat er kon gebeuren als ik buiten zou komen. Mijn ouders wisten ondertussen van niets.”

                        „Pas drie jaar geleden ben ik hulp gaan zoeken. Omdat ik zo lang met mijn ervaringen heb rondgelopen had ik mezelf wijsgemaakt dat niemand me zou geloven. Ook dacht ik dat mensen mij een aandachtszoeker zouden vinden. Pas toen de huisarts me direct doorverwees naar de psycholoog was ik opgelucht: ik werd eindelijk gehoord!”

                        Paniekaanval
                        „Ik ken mijn vriend al tien jaar: vanuit vriendschap zijn we we langzaam een relatie begonnen. We hebben nu 3,5 jaar een relatie en hij is mijn eerste vriendje. Mannen duwde ik uit angst altijd weg als ze te dichtbij komen. Seks met hem lukte in het begin niet. Mijn vriend wist niets van mijn verleden en elke keer tijdens de seks kreeg ik een enorme paniekaanval en moest ik huilen. Seks riep bij mij immers herinneringen op die ik juist wilde vergeten.”

                        „Ik was bang en had een grote afkeer tegen seks. Mijn vriend schrok elke keer heel erg als ik een paniekaanval kreeg. Hij nam de schuld op zich en vroeg wat hij fout deed. Toen ik hem mijn verhaal vertelde, luchtte dat ontzettend op. Langzaam ontdekten we manieren waardoor de seks voor mij wel fijn en veilig voelt.”

                        Depressie
                        „Mijn angst is dankzij therapie weggenomen, al kamp ik met een complexe vorm van PTSS. Daarnaast zit ik momenteel – met mijn zoontje – intern in een kliniek vanwege een postnatale depressie. Ik kreeg na de bevalling afgelopen oktober namelijk een afkeer jegens hem, nam hem alles kwalijk. Waarschijnlijk komt dat omdat ik te vroeg ben gestopt met traumatherapie.”

                        „Mijn ervaringen houden me niet meer elke dag bezig: ik kan nu weer prima alleen naar de supermarkt. De angst zit me niet meer dwars, maar zit er nog wel. Ik heb met name angst voor onbekende mannen en de urgentie voor zelfbescherming. Naar Amerika wil ik nog wel terug, maar dit keer met mijn vriend. En alleen als hij me belooft dat hij me geen seconde loslaat.”

                        Deze week is de campagne ’Wat kan mij helpen’ van het Ministerie van Justitie en Veiligheid gestart. De campagne wil mensen die tegen hun wil seks hebben gehad, motiveren zo snel mogelijk professionele hulp te zoeken. Maar liefst 70% van de vrouwen bevriest – net als Rebecca – tijdens een heftige gebeurtenis. Die freeze levert vaak een schuldgevoel op, terwijl het een natuurlijke reactie van het lichaam is. Zo snel mogelijk hulp vragen, helpt om na zo’n ingrijpende seksuele ervaring verder te kunnen. Rebecca zelf vraagt met #freeze op Instagram aandacht voor het feit dat zoveel mensen bevriezen tijdens een nare seksuele ervaring.

                        Bron: De Telegraaf >>

                      10 berichten aan het bekijken - 91 tot 100 (van in totaal 167)
                      • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
                      gasten online: 27 ▪︎ leden online: 1
                      Leentje
                      FORUM STATISTIEKEN
                      topics: 3.762, reacties: 21.138, leden: 2.809