Seksueel geweld en seksueel misbruik (algemeen)

Forum Lotgenoten Seksueel Geweld Achtergrond & Informatie Informatieve websites & mediaberichten Seksueel geweld en seksueel misbruik (algemeen)

  • Dit onderwerp bevat 166 reacties, 6 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 08/01/2024 om 22:27 door Luka.
10 berichten aan het bekijken - 151 tot 160 (van in totaal 167)
  • Auteur
    Reacties
  • #269570
    Luka
    Moderator
    Topic starter

      Karin Bloemen: ‘Na een verkrachting legde hij vaak geld of snoep neer’

      Jarenlang stelselmatig seksueel misbruikt worden door je stiefvader. Het overkwam zangeres en cabaretière Karin Bloemen (inmiddels 61). Hij heeft haar jeugd – en haar hele gezin – vernield. ‘Als kind voelde ik aan alle kanten dat het niet klopte wat hij deed. Maar ik zei niks, uit angst: hij dreigde altijd met de gevangenis.’

      Karin is de jongste van drie zussen en vierenhalf jaar oud, als Ben Kuijt, dan 27, bij het gezin intrekt. Haar vader is anderhalf jaar daarvoor vertrokken en steeds verder uit beeld geraakt. Met Kuijt krijgt haar moeder nog twee kinderen: een meisje en een jongen.

      Verkracht
      Vlak na haar achtste verjaardag wordt Karin voor het eerst door hem verkracht. En dat blijft ruim zes jaar lang doorgaan, vaak meerdere keren per week. Thuis, voor school, na school. In de donkere kamer waar ze haar stiefvader, een kermisfotograaf, moet helpen rolletjes te ontwikkelen, achter in de winkel die haar moeder en hij hebben en waar ze na school en in de vakanties vaak moet helpen. Hij maakt kijkgaatjes in de slaapkamers en de douche, kent haar rooster. Overal is hij met die ‘ogen van ijs’ die geen tegenspraak dulden. Ook Karins’ twee oudere zussen worden door hem misbruikt. En ook haar moeder – zal later blijken. Ze beschrijft het allemaal in haar in 2019 verschenen boek: ‘Mijn ware verhaal’.

      Je wil de mechanismes laten zien, hoe het in z’n werk gaat en waarom iedereen zwijgt, gaf je ooit als een van de redenen om het boek te schrijven. Wat zijn die mechanismes?
      ‘Het is een sluw spel van verleiden, omkopen, afhankelijk maken, manipuleren, bang maken, straffen, controleren. Na afloop legde hij vaak geld of snoep neer – zo corrumpeerde hij je. Hij zei ook altijd dingen als: “Je bent er aan toe”. En: “Iedereen doet dit”. Tegelijkertijd mocht je het absoluut aan niemand vetellen. Dus je voelde aan alle kanten dat het niet klopte. Maar je zei niks, uit angst: hij dreigde altijd met de gevangenis. Maar ook uit schaamte en onwetendheid. Als iemand mij op mijn achtste had gevraagd: heb je seks met papa, dan had ik gezegd: ik weet het niet. Het hele concept van seks is een kind totaal onbekend.’

      Een keer gevraagd
      In haar boek schrijft Karin dat haar moeder één keer vraagt of haar stiefvader ‘wel eens iets doet wat een grote man niet met een klein meisje zou moeten doen’. Karin is dan nog niet verkracht, maar wel betast. Ook heeft ze gezien, nauwelijks begrijpend wat ze zag, hoe haar stiefvader ‘steunend op zijn armen met een ontbloot onderlichaam tussen de benen van Annelies ritmisch op en neer bewoog’.

      Je beschrijft hoe je nee zegt, terwijl je uit alle macht hoopt dat je moeder snapt dat het ‘ja’ is. Waarom zei je nee?
      ‘Je moet je die situatie voorstellen: mijn moeder stond met haar jas nog aan in hun slaapkamer, de kamer waar hij mij niet lang ervoor zijn lul had laten zien. Dat, en dat hoogteverschil van een volwassene die op je neerkijkt en je bevraagt en dan niet duidelijk zegt wat ze wil weten, wat ze vermoedt, waar ze zich zorgen om maakt. En als kind weet je ook niet: wat gaat ze met die informatie doen? Ik had al gezien hoe Annelies, mijn oudste zus, naar een kindertehuis was gestuurd. Daarom begon hij met mij. Ik dacht: als ik het vertel, stuurt ze mij ook weg. Of misschien gaat ze het wel aan hem vertellen, en dan? Al die factoren bij elkaar maken dat je denkt: ik ben niet veilig. Dus zeg je niks.’

      Veiligheid
      Veiligheid, daar begint het mee, zegt Karin als het gaat over de vraag hoe een hulpverlener een vermoeden van seksueel misbruik bespreekbaar kan maken. ‘Veiligheid is dat een kind naar huis kan en net kan doen alsof-ie niks heeft verteld. Dus niet: Als je het nu vertelt, stuur ik morgen de politie erop af. En ook niet: dan zorg ik dat je uit huis wordt geplaatst. Thuis is het enige dat kinderen kennen en hebben. De loyaliteit en opofferingsgezindheid is heel groot. Daar moet je rekening mee houden, dus ook niemand de schuld geven. Dan ben je klaar, dan is het gesprek weg.’

      Hoe moet het wel?
      ‘Zorg eerst voor een veilige plek en zeg dan iets als: “Ik ga niets doen, zonder dat jij het wil”. En: “Je hoeft nu niets te beslissen, alleen te vertellen. Ik schrijf het op, zodat we het weten, maar dan doen we nog steeds niks.” Dan heb je misschien een begin.’

      Bron: Zorg en Welzijn >>

      #269778
      Luka
      Moderator
      Topic starter

        Vivienne zei nee: ‘Ik zei dat hij op moest houden, maar hij duwde mijn benen uit elkaar’

        Het is #nietjouwschuld, in welke situatie dan ook. Journalist Vivienne Groenewoud wil daarom haar verhaal vertellen. Over die ene keer op Pinkpop, in haar tentje.

        “Ik was een jaar of twintig toen ik samen met een aantal vrienden naar Pinkpop ging. Oliver was daar ook bij. Hij was de broer van een huisgenootje waar ik in die tijd goed mee omging. Hij had best iets aantrekkelijks, tenminste als ik niet iedere keer als ik in zijn ogen keek, zijn zus zag, maar een echte klik was er van mijn kant niet.

        Toen zijn vrienden laat in de avond de trein wilden pakken en zijn zusje met haar vriendje meeging, gaf hij aan dat hij nog wel een dagje wilde blijven. Ik hield me een beetje op de vlakte, maar blijkbaar kwam de hint niet aan. Of hij misschien bij mij in mijn tentje mocht slapen. Dat was toch groot genoeg?

        Shirtje uittrekken
        Ik aarzelde, maar ik vond ergens ook dat ik niet zo moest zeuren. Daarbij: hij keek zo zielig met die puppy-ogen van hem, dat ik mezelf al ‘ja’ hoorde zeggen voor ik er echt over had nagedacht. Toen we die avond naast elkaar op mijn luchtbed lagen zei Olivier dat hij me wilde bedanken: Hij wilde me een massage geven, zei hij. Hij studeerde fysiotherapie en na al dat dansen voor het frontstage kon ik vast wel wat van zijn spier-relaxerende moves gebruiken. Weer aarzelde ik. Ik sputterde iets van: ‘Nee joh, liever niet.’ Maar hij bleef aandringen. Hij kon het echt heel goed, zei hij. Het voelde raar, maar ik wilde niet kinderachtig doen. Hij bedoelde het goed, toch? Daarbij wilde ik hem niet kwetsen. Ik voelde me schuldig. Ik lag al op mijn buik en voor ik het wist zat Olivier bovenop me.

        Hij kneedde mijn schouders met krachtige handen en ik moest toegeven: het voelde goed. Even ontspande ik: had ik hier nu zo moeilijk over gedaan? Dit kon toch geen kwaad. Maar na een paar minuten zei Olivier dat ik beter even mijn shirtje uit kon trekken. Hij kon er zo niet zo goed bij. Weer was het daar: dat stomme schuldgevoel toen ik mezelf erop betrapte dat ik het niet wilde. Ik nam het mezelf kwalijk dat ik deze jongen die het alleen maar goed bedoelde niet vertrouwde. Wat was ik toch een preutse trut.

        Ik verstijfde
        Ik zag er dan wel uit als een wilde meid en had een grote mond over seks, maar eigenlijk was ik best een beetje van de oude stempel. Onenightstands waren totaal niet mijn ding en ik had tot op dat moment alleen seks met jongens gehad als ik echt verliefd was. Terwijl dit allemaal door mijn hoofd schoot, had Olivier mijn shirtje al over mijn hoofd getrokken. Zijn handen gleden over mijn naakte rug en mijn flanken. Ik hoorde dat hij zwaarder begon te ademen. Ik verstijfde. Voor ik het wist had hij mijn rokje omlaag geschoven en kneedde hij mijn billen. Ik zei dat hij op moest houden, maar schoof mijn benen uit elkaar en duwde zijn vingers langs mijn slipje hardhandig bij me naar binnen glijden.

        ‘Ontspan’ zei hij, toen hij merkt dat ik verkrampte. Ik was totaal overdonderd. En wat ik misschien wel het allerergste vond was dat mijn lichaam – alsof het een eigen leven leidde – op hem reageerde. Ik keek over mijn schouder en zag dat Olivier zijn penis tevoorschijn had gehaald en zichzelf bevredigde. Het enige wat ik op dat moment kon bedenken was dat ik moest zorgen dat het zo snel mogelijk voorbij was. Ik kreunde wat, kronkelde en dat hielp hem over de spreekwoordelijke streep. Daarna zijn we eigenlijk direct gaan slapen en de volgende dag hebben we op een normale, luchtige manier afscheid genomen. Beiden repten we geen woord meer over wat er die nacht gebeurd was.

        Verkeerde signalen
        Nog maanden daarna heb ik aan mezelf getwijfeld. Had ik wel genoeg geprobeerd om hem van me af te krijgen? Was ik te makkelijk geweest? Ja: ik had gedronken. Ik had zelfs een plakje spacecake gegeten, iets waar ik normaal niet dol op was, want ik hield liever mijn hoofd erbij. Had ik door mijn drang om eens wat losser dan normaal te zijn, de verkeerde signalen afgegeven? Wilde ik het eigenlijk zelf ook?

        Ik kreeg het antwoord op die vraag toen Olivier enige tijd later zijn zus kwam bezoeken in ons studentenhuis. Zodra ik zijn stem hoorde begon ik te hyperventileren en kreeg ik een full blown angstaanval, iets waar ik sindsdien wel vaker last van heb gehad. Dit was mijn antwoord aan mezelf: ik had dit nooit gewild. Ik heb nooit iets tegen Olivier gezegd, of tegen zijn zus. Ik zag op tegen de discussie die ongetwijfeld zou losbarsten en ik wist dat ik op dat moment niet sterk genoeg in mijn schoenen zou staan om me staande te houden. Ik moest nog een tijd met zijn zus in huis wonen, en wilde de boot niet laten schudden. Er waren teveel argumenten die tegen me spraken, of die in ieder geval de schijn zouden kunnen wekken dat ik zelf ook wel te porren was geweest voor dit ‘avontuurtje’.

        Maar ondanks dat ik aangeschoten was en we in een festival sfeertje van love & happiness verkeerden waar mensen zich misschien makkelijker laten verleiden tot dingen die ze in het ‘normale’ leven nooit zouden doen, ook al was mijn ‘nee’ misschien niet krachtig genoeg geweest: het was wel zeker een ‘nee’.

        Een nee die gehoord had moeten worden.”

        #nietjouwschuld
        Het is niet jouw schuld. Nooit. Flair zegt met deze campagne nee tegen victim blaming. Deel daarom jouw verhaal met de #nietjouwschuld, zodat het voor iedereen duidelijk is hoe groot en wijdverspreid dit probleem is en sta samen op tegen victim blaming.

        Als er ooit een moment was waarop we gehoord zullen worden, is het nu.

        Bron: Flair online >>

        #270458
        Luka
        Moderator
        Topic starter

          Mara: ‘Dit trauma hoort bij me en staat bij iedere nieuwe ontmoeting op de agenda’

          Iedere week delen we een openhartige en goudeerlijke liefdesles van een lezer. Omdat de liefde alleen maar mooier wordt als je deelt. Zo’n acht jaar geleden werd Mara (29) tijdens een huisfeestje gedwongen tot seks door een vriend van haar. Die ervaring heeft nog altijd invloed op haar liefdesleven en alle nieuwe ontmoetingen.

          “Ik was een laatbloeier op liefdesgebied. Mijn eerste zoen kreeg ik toen ik achttien was en ik was twintig toen ik voor het eerst het bed deelde met iemand. Tot die tijd had ik totaal geen oog voor jongens. Intimiteit was voor mij iets groots, ik dacht dat ik zou trouwen met de man die me ontmaagde, maar zoals bij velen liep dat anders.

          Ik was van het nuchtere type, dus toen ik een jaar later voor mijn stage naar een andere stad verhuisde en daar via vriendinnen in een vriendengroep met muzikanten rolde, boeide dat me niet zo. Het was gezellig, natuurlijk, maar ik was niet zo onder de indruk van hun creatieve status. Af en toe zoende ik met iemand tijdens het uitgaan en verder stortte ik me vooral op mijn stage.”

          “Op een avond waren we uit met die hele groep vrienden en kreeg ik van een van die gasten steeds wat extra wijn aangeboden. Het was al laat en we sloten de nacht af met een huisfeestje. Iedereen was al ver heen, de meesten door drugs, ik van de drank. Al betwijfel ik of er iets in die wijn zat, want ik kreeg een flinke black-out en herinner me alleen nog flarden van die avond.

          We sliepen allemaal in één ruimte, maar midden in de nacht werd ik opeens wakker in de badkamer. Ik weet niet meer hoe ik daar ben gekomen. Die vriend van mij, die overigens een vriendin had, was er ook en zette me onder de douche. Hij draaide de kraan open en zei: ‘je moet wel stil zijn zodat niemand het hoort’. Daarna kreeg ik weer een black-out en toen ik wakker werd zat zijn penis in mijn mond. Heel naar. De volgende ochtend was hij weg, en vertelde ik aan een huisgenoot wat er was gebeurd. Die vond het een heftig verhaal, maar omdat ik er vrij laconiek over deed zag zij ook geen red flags.”

          Wat wilde hij van me?
          “Mijn stage, het stappen, alles ging gewoon door. Totdat een vriendin van me twee maanden later vertelde dat die jongen haar een bericht had gestuurd en vroeg of ze hem kon adviseren. Hij vond mij oprecht leuk en wilde serieus met me daten. Toen brak ik. Ineens voelde ik sterker dan ooit dat er iets gebeurd was dat niet oké was. Huilend ben ik naar de mentor op school gestapt en heb ik alles op tafel gegooid. Ik had die jongen sindsdien nog maar een keer kort gezien, en nu dit? Wat wilde hij nou van me?”

          “Mijn mentor verwees me door naar een schoolpsycholoog, die mij achteraf gezien meer kwaad dan goed heeft gedaan. Met haar vragen als ‘waarom zou je daar bang voor zijn?’ en ‘waarom vind je dat vervelend?’, stompte ze me helemaal af. In plaats van me over mijn angsten heen te helpen, leerde ze me ‘fuck it’.”

          Als een robot los in het nachtleven
          “Ik sloot me af en kon geen enkele emotie meer voelen. Ook de positieve niet. Als een soort robot ging ik los in het nachtleven. Jagen op mannen, op seks en op bevestiging dat ik er mocht zijn. Een hele rare periode. Onrustig, maar ook confronterend, want iedere keer als een man wilde dat ik hem pijpte sloeg ik op slot, en vertelde ik iets vaags. Soms konden ze er wel iets uit opmaken, soms liep een fling er ook op stuk. Ik ben er niet trots op, maar ik heb het wel gedaan. Doodmoe werd ik er van.”

          En net toen ik dacht: nu ga ik hulp zoeken, riep iemand uit ons gezin tijdens een etentje dat het zo fijn was dat niemand van ons naar een psycholoog hoeft. Dus liet ik het weer, want ik wilde niemand teleurstellen. Ondertussen ging het steeds slechter met me. Ik had geen energie meer voor school, lag alleen maar series te kijken in bed en had geen lust meer in het leven.”

          “In totaal duurde het twee jaar na het incident voordat ik écht durfde aan te kloppen bij een psycholoog. Mijn situatie was zo slecht dat ik met spoed werd behandeld. Met praten, psychomotorische therapie en visualisaties herprogrammeerde ik vier jaar lang mijn hoofd en lijf wat er was gebeurd. Dat hielp enorm.

          Ik koos ervoor om anderhalf jaar geen seks te hebben en de waardering puur uit mezelf te halen. Dit kan ik echt iedereen aanraden. Dankzij die goede therapie is mijn zelfbeeld weer positief en kan ik triggers zoals laatst na die uitzending van BOOS binnen een paar dagen van me laten afglijden. In het begin duurde dat soms weken of zelfs maanden.”

          Wanneer vertel ik het en hoe?
          “Toch blijft het moeilijk. Dit trauma is iets dat bij me hoort en in iedere nieuwe ontmoeting op de agenda staat. Wanneer vertel ik het en hoe? Ik heb een relatie van anderhalf jaar gehad na het incident en er nooit iets over verteld. Ik ben nu sinds een maand aan het daten, maar die man weet nog van niks, terwijl ik elke dag weer tegen dingen aanstuit die makkelijker zouden zijn als hij er wél van afwist.”

          “Ook in nieuwe vriendschappen is het altijd zoeken naar een geschikt moment. Maar ook met mensen die het al weten blijft het lastig en zorgt het soms voor discussie of onbegrip. Wat niet hielp door de jaren heen is dat sommige reacties heel lauw of zelfs negatief waren.

          Een vriendin uit die tijd vertelde later dat ze had gehoord dat die jongen hetzelfde bij een ander meisje had gedaan. ‘Nu geloof ik je wel’, zei ze. Dat vond ik verschrikkelijk, want waarom moet het eerst bij iemand anders gebeuren voordat je mij gelooft?”

          Houd hoop
          “Maar weet je, dankzij die therapie en het verzamelen van nieuwe mensen om me heen – die daadwerkelijk in me geloven – heb ik rust gevonden. En met die liefde komt het ook wel goed. Houd hoop, dat is de helft.”

          De naam ‘Mara’ is een gefingeerde naam. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

          Bron: RTL Nieuws >>

          #270459
          Luka
          Moderator
          Topic starter

            Sabine (20) deed na lange tijd toch aangifte van verkrachting: “Anders zou het aan me blijven knagen”

            Liever wilde Sabine (20) er nooit meer aan terugdenken, daarom duurde het twee jaar voordat ze toch besloot om aangifte te doen van verkrachting toen ze nog maar 15 was. “Ik schaamde me zo dat ik het liefst alles wilde vergeten.”

            “Mensen vinden het gek als ze horen dat iemand jaren wacht met aangifte doen tegen seksueel misbruik. Er wordt dan openlijk getwijfeld aan je motieven, zoals nu ook bij de vrouw die aangifte heeft gedaan tegen Marco Borsato en Ali B. Dat is victim blaming en het maakt me boos. Niemand doet voor de grap aangifte, zéker niet als het om seksueel misbruik gaat. Vaak geef je jezelf hier de schuld van, of stop je het diep weg, simpelweg omdat je je zo schaamt en er een heel vies gevoel aan hebt overgehouden. Ik weet waar ik het over heb. Ik heb zelf aangifte gedaan van verkrachting en wat was dat ontzettend pijnlijk en slopend om te doen.”

            Diep weggestopt
            “Ik weet nog goed dat ik op een ochtend onder de douche stond en terugdacht aan wat er inmiddels een jaar eerder was gebeurd. Out of the blue realiseerde ik me: ik ben verkracht. Ik had het zó diep weggestopt. Maar dat houdt een keer op, uiteindelijk komt het toch weer naar boven. Doordat ik het lange tijd voor me hield kreeg ik last van paniekaanvallen. Soms had ik moeite met ademhalen. Ik voelde me intens verdrietig. Uiteindelijk vertelde ik aan een vriendin wat er met me gebeurd was. Ze schrok en zei: “Dit is niet oké.” Ook op school heb ik hulp gezocht bij een vertrouwenspersoon. Iedereen drukte me op het hart: Sabine, doe alsjeblieft aangifte.”

            Verdrietig
            “Ik was vijftien toen ik werd verkracht door Ruben, een oudere man die ik kende uit mijn vriendengroepje. Doordat hij ouder was, keek ik tegen hem op. Op een avond vierde hij zijn verjaardag, hij werd dertig. Met allemaal mensen om me heen vierde ik feest. De hele avond schonk Ruben me likeurtjes in. Door de hoeveelheid drank voelde ik me zo raar, dat ik voor pampus lag op de bank. Uiteindelijk, toen iedereen weg was, nam hij me mee naar zijn bed zodat ik daar kon slapen. Hij begon me te zoenen, te betasten en uiteindelijk had hij seks met me. Ik voelde me alleen maar ziek, kon niks en deed ook niks. “Je mag nooit aan iemand vertellen dat je bij me in bed hebt gelegen en je mag het er ook niet met me over hebben via WhatsApp”, zei Ruben mij de volgende dag. Ik voelde me schuldig en vies. Hoe kon dit gebeurd zijn? Als ik nuchter was geweest, had ik dit nooit gewild. Ik gaf mezelf de schuld van alles. Waarom was ik bij hem in bed gaan liggen? Waarom heb ik hem laten begaan in plaats van me te verzetten? Totdat ik besefte: ook al was ik dronken, hij had hoe dan ook van me af moeten blijven. Een volwassen man hóórt geen minderjarige dronken te voeren, mee naar bed te nemen en te verkrachten.”

            Open wond
            “Ik begon angstig te worden voor mannen. Iemand die je seksueel misbruikt kon opeens iederéén zijn: een buurman, een kennis, een leraar. Dat maakte mij zo angstig. Door EMDR (traumatherapie, red.) te ondergaan bij een psycholoog heb ik hier goed mee leren omgaan. Maar de therapiesessies waren zwaar, steeds herbeleefde ik bepaalde momenten. Des te meer tijd eroverheen ging, des te duidelijker het mij werd dat ik aangifte wilde doen. Ik wilde Ruben, die ik sindsdien niet meer heb gezien, duidelijk maken dat wat hij heeft gedaan een misdaad is. Alleen had ik toen nog geen idee wat me te wachten stond.”

            Doorgezet
            “Op het politiebureau werd me gevraagd mijn verhaal globaal te vertellen tijdens een eerste gesprek. Er werd een rapport opgemaakt om een beeld te schetsen wat ik zou kunnen verwachten als ik daadwerkelijk aangifte zou doen. De uitkomst van dat rapport: er werd niet gedacht dat het tot een veroordeling zou leiden. Er waren tenslotte geen getuigen, er was geen DNA-bewijs. Toch zette ik door. Inmiddels had ik vernomen dat Ruben zich aan meerdere meisjes had vergrepen. Ik hoopte dat mijn aangifte hen over de streep zou trekken om dat ook te doen. Bovendien had ik een vriendin die wilde getuigen dat Ruben mij de hele avond alcohol had geschonken en dat ik die avond bij hem ben gebleven. Toen ik officieel aangifte deed, zat ik tegenover twee mannelijke agenten, terwijl ik had aangegeven er graag een vrouw bij te hebben. Ze bleven op allerlei details doorvragen, waardoor het leek alsof ze me niet geloofden en mij de schuld gaven. “Dat moeten we doen, dat is ons werk”, verontschuldigden ze zich. Beseften ze zich wel dat ik zo lang had gewacht met aangifte doen omdat ik het moeilijk vond hierover te praten en het liefst alles wilde vergeten?”

            Geen rechtvaardigheid
            “Pas na anderhalf jaar kreeg ik bericht: er werd geen zaak van gemaakt. Er was te weinig bewijs en er waren geen getuigen. Ik voelde me zó in de steek gelaten. Alsof ik het niet waard ben om rechtvaardigheid te krijgen. Ook voelde ik spijt: was ik maar meteen naar de politie gestapt, dan had de politie DNA-materiaal gehad van zijn sperma. Want seks met een minderjarige is een misdrijf. Voor mij heeft het rechtssysteem gefaald. Dat maakt het zuur en verdrietig. Toch ben ik niet alleen maar verbitterd. Ja, er is een Sabine voor en een Sabine na wat er gebeurd is. Ik ben niet meer naïef en goedgelovig. Ik heb er alles aan gedaan om voor mezelf op te komen. Als ik dat niet had gedaan, dan was het aan me blijven knagen. Vrouwen die in hetzelfde schuitje zitten als ik, raad ik aan om naar een vertrouwenspersoon te stappen, iemand bij wie je je veilig voelt. En ik pleit ervoor om toch aangifte te doen, ondanks mijn ervaring. Vaak vergrijpt een man zich niet aan één vrouw, maar aan meerdere vrouwen. Iemand moet zich als eerste uitspreken, zodat hopelijk meerdere vrouwen ook de moed kunnen opbrengen om dat te doen. Met mij gaat het nu gelukkig goed. Ik heb inmiddels een relatie met mijn lieve vriend die ik met heel mijn hart vertrouw. Ik heb geen paniekaanvallen meer, mijn studie is afgerond. Een paar jaar geleden had ik nooit verwacht dat ik uit het dal omhoog zou komen en dat mijn leven nog zo’n mooie wending zou nemen.”

            Bron: Libelle >>

            #270537
            Luka
            Moderator
            Topic starter

              MELISSA IS SEKSUEEL MISBRUIKT: “IK WERD NIET GELOOFD”

              Volgens het Centrum Seksueel Geweld zijn er jaarlijks 100.000 slachtoffers van seksueel geweld. De gevolgen zijn voor ieder slachtoffer anders. Veel mensen twijfelen over wat hen is overkomen en weten niet zeker wie de schuld had. In de Mental Health Club ging Tannaz in gesprek met ervaringsdeskundige Melissa en coach en therapeut Souad over hoe seksueel misbruik impact kan hebben op je mentale gezondheid en wat je ertegen kunt doen. Een ding stellen ze voorop: seksueel misbruik is nooit goed te praten en nee is altijd nee.

              HUISFEEST
              Een paar jaar geleden had Melissa te veel gedronken op een huisfeest. Ze voelde zich niet goed en besloot naar haar kamer te gaan om te slapen. Toen alle gasten naar huis gingen, kwam iemand ongevraagd haar kamer binnen en maakte misbruik van het feit dat ze dronken was. Ze werd namelijk verkracht. “Ik heb in het begin altijd mezelf de schuld gegeven en zag het niet als verkrachting of seksueel misbruik. Ik dacht dat ik gewoon te dronken was geworden en dat het daarom mijn schuld was. Pas toen ik het een half jaar geleden besprak met iemand, kwam ik tot de realisatie dat dit eigenlijk echt niet oké was. De dader is er gewoon mee weggekomen en dat maakt me boos.”

              REALISATIE
              Melissa was fysiek niet in staat om zichzelf te verdedigen of nee te zeggen. Toen ze dat achteraf inzag, realiseerde ze dat ook zij te maken heeft gehad met verkrachting. Toch wist ze niet zo goed hoe ze haar ervaring moest labelen. “Ik was er even stil van en moest het laten bezinken. Ik heb mensen in mijn directe omgeving die verkrachting hebben meegemaakt toen ze nuchter waren. Zij hebben er echt een trauma aan overgehouden. Het eerste wat ik dacht was dat mijn ervaring lang niet zo erg is als wat zij hebben meegemaakt.”

              VECHTEN, VLUCHTEN, BEVRIEZEN
              Volgens Souad kan seksueel misbruik op verschillende manieren effect hebben op je mentale gezondheid. “Je kan last krijgen van vermoeidheid, onrust, boosheid of agressie, zonder dat je weet wat de aanleiding is. Daarnaast dragen slachtoffers zo’n ervaring vaak een hele tijd onbewust met zich mee. Later pas worden ze bewust van wat ze is overkomen, zo ging dat ook bij Melissa.” Melissa dacht dat ze de enige was die dit zo ervaarde, maar Souad geeft aan dat ze meerdere mensen heeft gesproken die zich pas tien of vijftien jaar na het seksueel misbruik bewust werden van wat ze eigenlijk hadden meegemaakt. En daar is misschien een verklaring voor. “Na een traumatische gebeurtenis zijn er drie verschillende reacties die we als mensen vertonen”, vertelt Souad. “Slachtoffers vechten, vluchten of bevriezen vaak.” Dat laatste ziet Souad vooral bij slachtoffers van seksueel misbruik. “In het moment bevriest een slachtoffer en die bevries-reactie blijft vaak nog heel lang na de gebeurtenis aanhouden.”

              NIET GELOOFD
              Melissa kwam erachter dat de dader een heel ander verhaal rondvertelde aan andere feestgangers, namelijk dat ze had genoten van wat er was gebeurd. Daarom besloot ze later haar eigen kant van het verhaal te delen. “Maar ik werd niet geloofd. Het is gebeurd op een feestje waar een gezellige sfeer hing. Ze dachten dat ik het misschien niet meer zo goed wist omdat ik had gedronken. Omdat ik niet werd geloofd, ben ik mezelf gaan aanpraten dat het mijn eigen fout was. Maar nu zie ik in dat ik me vanaf dat moment heel anders ben gaan gedragen op feestjes”, aldus Melissa. Souad denkt dat het belangrijk is om dicht bij je eigen waarheid te blijven, ondanks de mening van anderen. “Mijn tip is om het niet zomaar met iedereen te bespreken, want je kan een heel nare opmerking van iemand krijgen. Mensen begrijpen niet altijd wat het inhoudt om te bevriezen tijdens zo’n gebeurtenis.”

              BICULTUREEL EN SCHAAMTE
              Melissa is bicultureel opgevoed en heeft daardoor soms te maken met een schaamtecultuur. “Het is lastig om onderwerpen als deze bespreekbaar te maken met je familie.” Souad voegt eraan toe dat er in dergelijke culturen vaak vanuit familie-eer wordt gedacht. Zo worden gebeurtenissen als deze gezien als iets wat de familie wordt aangedaan en niet per sé het slachtoffer zelf. “Ik ken veel voorbeelden van vrouwen die nooit bij hun ouders durfden aan te kloppen en daardoor een groot geheim met zich meedragen. Maar ik ken ook vrouwen die alle moed bij elkaar hebben verzameld en naar hun moeder toe zijn gegaan, waarna hun moeder ze vervolgens vertelde dat ze hier nooit meer over mochten praten.” Souad heeft een advies voor mensen die met misbruik te maken hebben gehad en het tóch aan hun familie willen vertellen: “Blijf het gesprek aangaan over wat voor impact het op jou heeft gehad.” Melissa voegt eraan toe dat je het niet meteen aan het hele gezin hoeft te vertellen. “Begin bij iemand met wie je close bent.”

              ONDERSCHAT HET NIET
              Souad wil aan slachtoffers van seksueel misbruik meegeven dat ze dit niet alleen hoeven te doen. “Praat met lotgenoten met wie je je ervaringen kunt delen. Dat kan soms al je pijn op een bepaalde manier verzachten.” Daarnaast vertelt Souad dat het belangrijk is om professionele hulp te zoeken. “Onderschat het niet voor jezelf. Zelfs als je denkt dat het allemaal wel meevalt, kan het in andere fases van je leven toch weer naar boven komen.”

              TWIJFEL IS OOK NEE
              Hoewel Melissa benadrukt dat zij niet kan spreken namens de gemiddelde ervaringsdeskundige op het gebied van seksueel misbruik, vindt ze het wel belangrijk dat onderwerpen als deze bespreekbaar worden gemaakt. “Ik hoop dat steeds meer mensen zich realiseren: nee is nee en een twijfel is ook nee.” Ze wil alle mensen die seksueel actief zijn dan ook aanspreken: “Ga bij twijfel niet door en overtuig de ander niet, respecteer de twijfel. Dan heeft de ander er ook een fijn gevoel bij.”

              Bron: Funx >>

              #270582
              Luka
              Moderator
              Topic starter

                Lynn werd slachtoffer van seksueel geweld: ‘De universiteit zou meer moeten doen’

                De 25-jarige oud-UvA-student Lynn werd tijdens haar studententijd slachtoffer van seksueel geweld. Volgens haar is het tijd dat ook universiteiten meer gaan doen aan sociale veiligheid, juist als het gaat om studenten onderling. ‘Het is zó belangrijk om te weten hoe je grenzen kunt aangeven en herkennen.’

                Lynn: ‘Ik deed in 2019/2020 een bestuursjaar. Ik woonde in Amsterdam, had net mijn bachelor aan de Universiteit Utrecht afgerond en ik zou later aan een UvA-master beginnen. Dat bestuursjaar was heel interessant, ik ontmoette nieuwe mensen, het was leerzaam en soms waren er feestjes.

                Op één feestje, op 28 februari 2020, ging het mis. Er was een zaaltje in Utrecht, er waren zo’n zestig mensen en er werd gedronken. Ik sprak met een jongen die ik vaagjes kende, hij studeerde aan de Universiteit Utrecht. Uiteindelijk hebben we daar gezoend en later ben ik met hem meegegaan naar huis.

                Bij hem thuis voelde ik de vibe niet meer, we hadden allebei teveel gedronken. Al snel was ik er echt klaar mee en zei ik dat ik niet meer wilde. Maar hij stopte niet – ook niet toen ik steeds luider en duidelijker aangaf dat ik niet meer wilde. Door al mijn kracht te gebruiken wist ik onder zijn lichaam uit te komen en hem van me af te duwen.

                Ik kleedde me zo snel mogelijk aan en ben in shock vertrokken, maar ik voelde direct dat dit foute boel was. Een dag later voelde ik me zo naar: ik had geschreeuwd dat ik het niet wilde. Waarom had hij niet geluisterd?

                ‘De politie liet me direct weten dat het een lastige zaak zou worden: het was zijn woord tegen het mijne. Wel golden mijn verwondingen als belastend materiaal’

                Aangifte
                Ik had eerder al weleens iets meegemaakt waarvan ik achteraf dacht: wilde ik dit wel echt zelf? Maar deze keer was er geen twijfel over mogelijk dat dit tegen mijn wil was. Met een vriendin heb ik besloten melding te maken bij de politie. Dat was pittig: ik moest gedetailleerd mijn hele verhaal vertellen op het politiebureau en mijn verwondingen laten zien. De politie liet me direct weten dat het een lastige zaak zou worden: het was zijn woord tegen het mijne. Wel golden mijn verwondingen als belastend materiaal.

                Ook belden ze direct een vrouw van het Centrum Seksueel Geweld, en dankzij haar werd een advocaat, een soatest en via de huisarts een verwijzing naar een psycholoog geregeld. Anderhalve week later heb ik ook aangifte gedaan. Op verkrachting staat minimaal twaalf maanden gevangenisstraf, wat heftig voelt, maar ik wilde hiertegen opstaan om ervoor te zorgen dat anderen dit niet ook zou overkomen.

                Verwerken/doorgaan
                Na die aangifte begon het eigenlijk pas. Ik heb zeven weken niet gewerkt en anderhalf jaar therapie gehad. Mijn leven stond voor een groot deel op pauze. Er waren dagen waarop ik zoveel verdriet voelde dat ik dacht: wanneer gaat de zon weer schijnen? Dat was het resultaat van het trauma. Ik heb nog nooit in mijn leven zoveel fysiek geweld moeten doorstaan. Die angst kruipt in je lichaam.

                Ik weet dat ik goed heb gehandeld in het begin, dat ik relatief snel psychologische hulp heb gekregen, maar desondanks functioneerde ik niet zoals ik gewend was van mezelf. Ik voelde me onveilig, had nachtmerries en was bezorgd dat ik nooit meer iemand zou durven vertrouwen en daardoor geen liefde zou kunnen vinden. Toen ik aan de UvA-master begon kon ik me niet concentreren, want ik was alleen maar met “de zaak” bezig en wanneer ik iets zou horen van het Openbaar Ministerie over het al dan niet vervolgen.

                De rechtszaak was afgelopen december, bijna twee jaar na het voorval. Op de zitting heb ik een slachtofferverklaring voorgelezen. Ik was heel zenuwachtig, maar de dag voelde uiteindelijk als een erkenning van dat wat mij is aangedaan. Ik had die aangifte ook niet gedaan uit wraakzucht, maar omdat ik vind dat we dit probleem moeten aanpakken. Hij is uiteindelijk vrijgesproken – er was niet voldoende overtuigend bewijs – maar ik hoop toch dat hij ervan heeft geleerd.

                Seksistische grappen
                Ik vind het vooral fijn dat het proces nu achter me ligt en dat ik aandacht kan vragen voor dit onderwerp. Ik ben er sterk van overtuigd dat je moet leren voelen wat je zelf wilt en wat je niet wilt, daar moet je bewust bij stilstaan – zeker als vrouw leer je dat niet vanzelf. Ook geldt dat je moet letten op gedragingen van de ander – wil die het even graag als jij? Het is niet zo dat alles oké is totdat de ander aangeeft wat-ie níet wil.

                Niet alleen in bed of in de kroeg moeten mensen stilstaan bij hun gedrag, ook onschuldig ogende acties kunnen grote gevolgen hebben. Mensen realiseren zich vaak niet hoe stigmatiseren van en seksistische grappen over bijvoorbeeld vrouwen leiden tot verwarring of onduidelijkheid over wat goed en fout is. We accepteren als maatschappij en dus ook in het studentenleven veel te vaak en veel te veel grensoverschrijdend gedrag, zoals opmerkingen over of naar een studiegenoot of een wedje op of iemand “te regelen is”. Uiteindelijk creëren die dagelijkse grappen – in mijn ogen verkeerde – normen waardoor mensen niet weten wat ze wel en niet kunnen doen: zo gaan mensen over grenzen in de kroeg en uiteindelijk in bed. Ik hoop dat veel meer jonge mensen, studenten, bij zichzelf te rade gaan hoe ze met de ander omgaan, zodat we meer verkrachtingen en aanrandingen kunnen voorkomen.

                ‘Deze jongen heeft mij iets heel vervelends aangedaan, maar hij is geen monster’

                Cultuurverandering
                Het beeld dat verkrachters vieze, nare mannen zijn, klopt in de meeste gevallen niet – wat het mogelijke trauma tot gevolg niet minder afschuwelijk maakt. Deze jongen heeft mij iets heel vervelends aangedaan, maar hij is geen monster.

                Vanuit de studentenbril bezien is het misschien heel makkelijk om na een feestje met iemand naar huis te gaan ook als je die persoon nauwelijks kent. Dat hoeft ook helemaal niet verkeerd te zijn, je kunt alsnog een heel leuke avond hebben. Maar het is wel belangrijk dat mensen op elk moment nog kunnen zeggen: nee, dit wil ik niet.

                De enige manier om seksueel geweld te voorkomen is door de cultuur te veranderen. Daarvoor moet je mannen en vrouwen echt bewuster maken over wat grenzen eigenlijk zijn en hoe je dat kunt checken. Als iemand tegenstribbelt is het heel duidelijk, maar er zijn natuurlijk ook subtielere signalen waaruit je kunt opmerken dat de ander niet wil.

                De kern ligt echt in onderwijs omdat je daar iedereen kunt bereiken. De universiteit zou daarom echt meer ontwikkeling mee moet geven aan studenten op het gebied van seksuele vorming en omgangsvormen. Ik zou zeggen: geef in het begin van een studie minimaal één college over dit onderwerp. Mensen zijn achttien, ze weten nog niks en gaan wel allemaal nieuwe ervaringen opdoen. Ik zou hier bij wijze van spreken zelf college over willen geven om dit gevoel over te brengen op studenten. Maar de universiteit zou ook met organisaties moeten samenwerken die krachtige voorlichting of trainingen geven over dit thema.

                Ik heb ook aangeklopt bij de UvA, zeker toen mijn masterstudie niet goed lukte. De studiebegeleiders waren een luisterend oor en dachten mee over het uitstellen van mijn scriptie. Maar toch is het lastig, ik kreeg telkens een andere begeleider. Ook vind ik dat universiteitsmedewerkers zich moeten realiseren dat dit soort situaties heel heftig zijn, dus zelfs als iemand het kleinste signaal geeft moet je het serieus nemen, ook al gaat het over een opmerking of handtastelijkheid. Doe het niet af met: “Het zal wel meevallen” of “het zijn maar geluiden”.

                Het gaat inmiddels weer goed met mij. De tijd en therapie hebben veel geholpen, hoewel ik wel angstiger en achterdochtiger ben dan voorheen. Er is een stukje onbevangenheid weg dat niet meer terugkomt. Ik hoop dat door deze ervaring te delen, ik studenten inspireer om na te denken over consent en wensen – nog liever dan over de grenzen – van de ander.’

                Bron: Folia.NL >>

                #270708
                Luka
                Moderator
                Topic starter

                  “Ik kon niks zeggen, ik kon niks doen”: Margo (23) werd gedrogeerd en verkracht, zus Toke (19) zag alles gebeuren

                  “Ik kon niets zeggen. Ik kon niets doen.” Afgelopen zomer werd Margo (23) na een avond uit verkracht bij haar thuis. Ze vermoedt dat de jongen eerst drugs in haar drankje deed, al is dat vaak moeilijk te bewijzen. Toen haar zus Toke (19) thuiskwam, zag zij alles gebeuren. De twee zussen doen hun verhaal in “Pano”.

                  Dit artikel bevat een getuigenis over een verkrachting. Zit je met vragen over seksueel geweld? Dan kan je terecht op het nummer 1712 of op de website 1712.be. Ben je zelf slachtoffer, dan kan je steeds terecht bij een zorgcentrum na seksueel geweld.

                  Vanavond in “Pano” getuigen verschillende vrouwen over hun traumatische ervaringen in het uitgaansleven. “Verkrachtingsdrugs verborgen” wordt om 21.25 uur uitgezonden op Eén en is dan ook beschikbaar op VRT NU.

                  Net verhuisd naar een nieuwe stek, een reeks versoepelingen van de coronamaatregelen én stralend weer. Begin juli hopen de zussen Margo en Toke op een mooie zomer. “We hadden zo veel zin om ons huis in te richten”, vertelt Toke. “Maar toen dit kwam, was dat wel om zeep”, vult Margo aan. “Toen voelden we ons niet meer thuis.”

                  “Dit” is wat er op een zomeravond in juli gebeurde na een avondje uit. Samen met een collega en een vriendin hoopte Margo haar opgestapelde knaldrang nog eens van zich af te dansen. “Ik keek daar superhard naar uit. En eigenlijk was het een superleuke avond”, vertelt Margo over het feestje. Aan het einde raakt ze aan de praat met drie jongens. Wanneer het feest afloopt om 1 uur ‘s nachts, bieden die aan om Margo naar huis te brengen.

                  Thuis bij Margo schenken de jongens drank uit. “Waarom niet? Ik ben thuis. Ik ben in een veilige omgeving. Ik ben op mijn gemak”, dacht Margo toen nog. Maar die drank had niet het verwachte effect. “Ik kon niets meer zeggen. Ik kon niets doen”, vertelt Margo. En dat na één shotje. Ook op het feestje had Margo al iets gedronken. “Ik was wel tipsy, maar niet dat ik me niets kon herinneren”, zegt ze. “Toen, na dat shotje, was het ineens gedaan.” Margo vermoedt dan ook dat de jongens (of een van hen) iets in haar drankje hebben gedaan.

                  Margo’s zus Toke is op dat moment zelf op stap. Wanneer ze thuiskomt, hoort ze buiten het huis al luide muziek spelen. “Toen ik de voordeur opendeed zag ik schoenen staan. Mannenschoenen, maatje 46. Dan kreeg ik al een gevoel: wat ga ik hier aantreffen?”, zegt ze.

                  “Toen stapte ik de deur voor mij binnen. En daar zag ik mijn zus voorovergebogen op tafel liggen”, vertelt Toke.

                  Hoe kan je zelf weten of er iets in je drankje is gedaan?

                  Vandaag lijkt GHB de vaakst gebruikte verkrachtingsdrug, “Vijf à tien jaar geleden was dat misschien eerder rohypnol”, zegt toxicoloog Jan Tytgat van de KU Leuven. GHB, voluit gamma-hydroxy-boterzuur, wordt vaak foutief aangeduid als “vloeibare xtc”, maar heeft niets met xtc te maken.

                  “Het is wel een vloeistof, dus je kan het makkelijk toevoegen aan een alcoholisch drankje. Een paar druppeltjes volstaan. Het is ook vrij makkelijk te maken”, zegt Tytgat. Bovendien is GHB in een drankje bijna onzichtbaar en je proeft het niet.

                  Toch bestaan er testkits om te zien of je drankje “gespiket” is. Die kits werken vaak met strips die verkleuren als er iets in je drankje is gedaan. Maar omdat veel drankjes al van zichzelf een kleur hebben, zijn ze niet zo handig. Zeker niet in donkere ruimtes op café of in een club. “Denk maar aan een glas rode wijn. Die natuurlijke, rode kleurstof is bepalend voor de kleuren op je test”, zegt Tytgat. De testkits geven dus eerder een vals gevoel van veiligheid.

                  Het effect van GHB samen met alcohol geeft een “2+2=5”-effect, zegt de toxicoloog. “Het versterkt elkaar. Je voelt je slaperig, soms zelfs comateus.” Dat is dan de periode waarin de feiten meestal worden gepleegd. Nadien is het ook moeilijk om GHB op te sporen. Volgens Tytgat blijft de stof maar 6 uur in het bloed en 12 uur in urine achter. Nadien is het uiteraard wel nog mogelijk om DNA te verzamelen om bijvoorbeeld verkrachting te bewijzen. Ook andere stoffen in je bloed of urine kunnen nog aantonen dat je niet in staat was om toestemming te geven.

                  Voor Margo is dat hele moment als “een diepe slaap”. Ze beseft niet goed wat er toen gebeurde en was al helemaal niet in de mogelijkheid om toestemming te geven. “Ze lag daar gewoon bewusteloos”, zegt Toke. “Ik voelde mij zo hopeloos omdat ik mijn zus daar zag liggen.”
                  “Pas toen mijn zus naast mij stond, kwam het besef dat een jongen iets aan het doen was. Ik besefte zelfs niet goed wat”, zegt Margo. “En ik had de kracht niet om iets te zeggen of iets te doen.” Eén detail bleef wel hangen. “Toen mijn zus riep dat die jongen van mij af moest gaan, zei hij in mijn oor: ‘Oh, je zusje is thuisgekomen’. Gestoord, gewoon.” Daarna werd alles weer zwart.

                  Toke begint te roepen op de jongens. “Ik zei dat hij meteen moest stoppen en van mijn zus af moest gaan. Maar die deed dat niet”, zegt ze. “Ik werd gewoon helemaal gek, dus ik bleef maar roepen. Dan heb ik hem eraf geduwd”, vertelt Toke.

                  Wie zijn de mannen die verkrachtingsdrugs toedienen?

                  Het gaat om een minderheid van de verkrachters, zegt professor seksueel geweld Ines Keygnaert (UGent). Elk jaar worden er zo’n 4000 verkrachtingen aangegeven bij de politie, al weten we dat veel slachtoffers die stap niet zetten. In 2020 werd bij 49 van die aangiftes genoteerd dat de dader drugs toediende. Dat betekent dat er ongeveer elke week 1 aangifte van een verkrachting met drugs gebeurt.

                  “Deze verkrachters, die de feiten plannen, hebben vaker een sadistische en psychopate persoonlijkheid”, zegt Keygnaert. “Zij schrijven een heel scenario uit en oefenen dat soms ook. Om hun technieken te verfijnen, kunnen ze dus ook meerdere slachtoffers maken”, klinkt het.

                  “Onder die plegers die ‘spiken’ zijn er ook veel die in meerdere facetten van hun leven niet slagen. Eenzaten, zeg maar”, zegt de professor. “Als dan iemand tegenstand biedt, weten ze niet goed hoe te reageren. Door alcohol en drugs toe te dienen, is er geen tegenstand, en kunnen ze toch doorzetten.”

                  De ochtend nadien is het voor Margo niet meteen duidelijk hoeveel grenzen er overschreden zijn. Dat is wel vaker bij slachtoffers van seksueel geweld. Er hangt dan wel een vreemde sfeer in huis, maar tegen de middag gaat Margo toch gewoon werken.

                  Toke, die als enige buitenstaander alles heeft gezien, had die nacht bijna niet geslapen. “Margo wist van niets. Op dat moment voelde ik mezelf zó slecht”, zegt ze. Daarom besluit Toke, op dat moment 19 jaar, om klacht in te dienen bij de politie. “Het interesseerde mij niet wat mijn zus dacht. Ik wilde het doen voor mezelf, maar ook voor haar. Als ze dit niet serieus nemen, ja, dan weet ik het ook niet meer.”

                  Twee agenten komen mee naar het huis van Toke en Margo. Pas wanneer Margo thuiskomt van haar werk en een gesprek heeft met de politie, beseft ze hoe ernstig de feiten waren. In het Zorgcentrum na seksueel geweld in Gent worden er stalen afgenomen bij Margo. Ze weet nog niet of daar drugs zijn aangetroffen. Ook de naam van de man tegen wie ze klacht indiende, kent ze na acht maanden nog steeds niet. In het zorgcentrum kan ze de weken na de feiten een paar gesprekken hebben met een psycholoog.

                  Intussen gaan Toke en Margo door met hun leven. Het laat een dubbel gevoel achter bij Toke: had ze sneller naar de politie kunnen stappen en waren er dan meer sporen achtergebleven? Margo probeert dan weer niet te vaak terug te denken aan de avond. “Mijn manier van verwerken is: er niet te lang bij stilstaan”, zegt ze. “Ik maak mijn leven zo druk dat ik geen tijd heb om erover na te denken. Ik geef het gewoon geen kans om in mijn hoofd te komen.”

                  Bron + filmpjes + link naar documentaire: Pano.be >>

                  #272564
                  Luka
                  Moderator
                  Topic starter

                    Ze moest dit ook maar zien als therapie, zei hij

                    Na een verleden vol misbruik vond Yvonne bij haar therapeut Ruud een veilige haven. Dacht ze. Haar verhaal laat zien hoe ingewikkeld het kan zijn om seksueel wangedrag door zorgverleners tegen te gaan. ‘Ik ben niet uit op wraak. Ik wil dat deze man wordt gestopt.’

                    I

                    10:30 – Ruud: Mag ik komen?
                    10:30 – Yvonne: Waarom?
                    10:30 – Ruud: Omdat ik van je hou
                    10:30 – Yvonne: Om het nog moeilijker te maken?

                    10:31 – Ruud: Dat hoeft niet
                    10:31 – Yvonne: Dat kan ik niet!!!!!!!

                    10:32 – Ruud: Dan moeten we stoppen met van elkaar te houden
                    10:32 – Yvonne: Je neukt me 1 keer in de week en spreekt over houden van

                    10:33 – Ruud: Wil je dat ik niet kom of wel?
                    10:33 – Yvonne: Ik weet niets meer
                    10:33 – Yvonne: Echt niet

                    10:34 – Ruud: Dan kom ik vanmorgen en werken we vanavond
                    10:34 – Yvonne: Ik wil hulp
                    10:34 – Ruud: Wel of niet?
                    10:34 – Yvonne: Ik weet het niet

                    10:35 – Ruud: Doe je open als ik bel?
                    10:35 – Yvonne: Neuk me maar als je wilt

                    10:36 – Ruud: Ik kom nu

                    10:38 – Yvonne: Nee!!!!

                    10:38 – Yvonne: Aub kom niet!!!!
                    10:38 – Yvonne: Ik ben bang niet doen!!!!
                    10:38 – Yvonne: Niet komen. Ik doe niet open

                    10:41 – Yvonne: Niet doen. Niet net als mijn vader. Ik smeek het je.

                    Het is 14 oktober 2018 als Yvonne met bonzend hart de whatsappberichten op haar telefoon leest. Waarom doet Ruud dit toch, denkt ze. Waarom begrijpt hij niet dat ik dit niet wil?

                    Yvonne, dan 51 jaar oud, is een alleenstaande moeder van twee zoons en een dochter en woont in een buitenwijk van Amsterdam. Ze heeft het stevig te verduren gehad in haar leven. Als kind werd ze jarenlang seksueel misbruikt door haar alcoholistische vader. Eenmaal volwassen werd ze ook door een geliefde met geweld tot extreme seksuele handelingen gedwongen. Ze hield er ernstige psychische en lichamelijke klachten aan over, die in episoden de kop opstaken.

                    Sinds begin 2017 zijn haar klachten weer in alle hevigheid terug. Ze haat haar eigen lichaam, heeft overal pijn en is suïcidaal. En dat heeft alles te maken met Ruud.

                    Lees dit artikel verder als abonnee van de Volkskrant op volkskrant.nl of als lid van LSG in het ledendeel.

                    #272578
                    Luka
                    Moderator
                    Topic starter

                      Lauren (25) werd verkracht en mishandeld in Oeganda: ‘Toen we naar de keuken gingen, wist ik wat hij ging doen’

                      Wat een leerzame stage van drie maanden in Oeganda moest worden, werd een verschrikkelijke nachtmerrie toen het huis waar Lauren (25) sliep werd overvallen door acht mannen.

                      Tijdens de overval werd ze mishandeld, verkracht en zwaargewond achtergelaten.

                      OEGANDA
                      Het is 2019 en Lauren mag voor haar minor drie maanden stage lopen in het buitenland. Samen met drie vriendinnen vliegt ze naar Oeganda om daar aan de slag te gaan bij een fysiotherapeut. “Ik doe een opleiding tot huidtherapeut en ging aan de slag in het revalidatiecentrum. Daar hielp ik met het behandelen van kinderen met oedeem die aan het revalideren waren”, vertelt Lauren als we haar bellen.

                      WAAKHONDEN
                      Na een maand slaat echter het noodlot toe: bij de beveiligde compound waar Lauren slaapt breken om vier uur ’s nachts acht mannen in. “We gingen zoals iedere andere avond gewoon naar bed, maar ik weet nog dat we allemaal enthousiast waren omdat we dat weekend op safari zouden gaan. ’s Nachts werden we wakker omdat onze waakhonden aan het blaffen waren. Toen wisten we meteen dat er iets aan de hand was.”

                      Vanaf dat moment is het volgens Lauren net alsof ze naar een film kijkt. “De deuren werden met geweld opengebroken. We probeerden via de telefoon contact te leggen met de twee bewakers die voor de deur stonden, maar kregen geen gehoor. Achteraf was dat omdat zij door de mannen in elkaar geslagen waren. We moesten afwachten wat er ging gebeuren en zijn bij elkaar in bed gekropen.”

                      OVERVAL
                      Ze beschrijft het moment dat de mannen binnenkomen in hun kamer als een ’typische overval’. “Er was veel geschreeuw en ze intimideerden ons met hun wapens. Ze hadden machetes bij zich en bevolen ons om onze spullen te geven. We hadden een kastje waarin ons contante geld lag, wat we aan de mannen gaven. Er was op dat moment nog geen sprake van fysiek geweld.”

                      Meteen als de mannen binnenkomen is er één van hen die constant bij Lauren in de buurt blijft staan. “Ik voelde me gegijzeld, ook al had hij me nog niet fysiek aangeraakt. Ik stond daar als jonge vrouw naast een gewapende man die ontzettend intimiderend was. Hij liet me niet meer met rust. Mijn lichaam ging in de overlevingsstand.”

                      KEUKEN
                      De man neemt Lauren mee naar de keuken van het huis. “Ik ging met hem mee, want ik wist dat weglopen geen zin had. Toen ik in m’n eentje met hem mee naar de keuken moest lopen wist ik wat me te wachten stond. Dat klinkt misschien gek, maar ik dacht: ik word nu verkracht en ik hoop dat ik er levend uitkom.”

                      Eenmaal in de keuken wordt de man gewelddadig. “Ineens lag ik op de grond met een hoofdwond en heeft hij me verkracht. Ik ben de hele tijd bij bewustzijn geweest, maar heb me – dat vertelde mijn psycholoog me later – tijdens de verkrachting waarschijnlijk mentaal afgezonderd. Gek genoeg had ik op dat moment niet het gevoel dat ik dood zou gaan. Dat kwam pas een aantal uur nadat de mannen weg waren. Nu weet ik dat het voor de daders niets had uitgemaakt of ik het had overleefd of niet.”

                      ZWAARGEWOND
                      Als de man weggaat, ziet Lauren dat ze bloedt, maar ze weet niet waar het vandaan komt. Verder heeft ze een bult op haar wenkbrauw en heeft de man haar zo hard op haar kaak geslagen dat haar kies is gebroken. “Kort daarna stond ik op en ben ik naar de badkamer gelopen. Daar was één van de jongens die ook in het huis woonde. Hij heeft me getroost en we hebben samen gewacht tot we het idee hadden dat de kust veilig was.”

                      HULPDIENSTEN
                      “Op een gegeven moment kwam iedereen langzaam uit de kamers en belden de minder gewonde mensen de hulpdiensten. Mijn huisgenoten hadden minder fysiek letsel en zorgden voor mij.” Die nacht licht ze haar familie nog niet volledig in, maar laat alleen in een appje weten dat ze oké is. “Een heel nietszeggend appje wat waarschijnlijk een shock voor ze was.”

                      De volgende ochtend om een uur of zeven FaceTimet ze vanuit het ziekenhuis met haar broer. “Ik probeerde globaal te vertellen wat er was gebeurd, maar bleef vrij vaag. Pas toen hij vroeg of er iemand aan ons had gezeten, heb ik alles verteld. Daarna heb ik mijn zus gebeld en heeft mijn broer het aan mijn ouders verteld.”

                      NAAR HUIS
                      De hele dag brengt Lauren door in het ziekenhuis en zijn zij en de andere slachtoffers allerlei zaken aan het afronden. “Mijn ouders zijn meteen aan de slag gegaan om ons daarbij te helpen. Dankzij hen is er heel snel gehandeld. Daarna werd het vrij snel duidelijk dat we allemaal naar huis wilden. Helaas had ik nog geen fit to fly gekregen, waardoor we nog een nacht in Oeganda moesten doorbrengen. Het was afgrijselijk. We hebben allemaal niet geslapen en gingen om beurten naar de wc om over te geven.”

                      Bij thuiskomst mag de familie van de slachtoffers de meiden bij een speciale uitgang opwachten. “Ik heb natuurlijk meteen mijn ouders geknuffeld, maar ook zij stonden in overlevingsmodus. Het enige wat ik op dat moment wilde was thuis op de bank liggen. Het was heel emotioneel, maar ik kon niet huilen. Ik heb uiteindelijk twee maanden lang niet gehuild.”

                      DADERS
                      Of de daders ooit opgepakt zijn, weet ze niet. “Via via hoorde ik dat er één of twee mensen opgepakt zijn, maar of het de daders zijn weet ik niet honderd procent zeker. Als je me een jaar geleden had gevraagd of me dat heel veel uitmaakt had ik ‘ja’ gezegd, maar inmiddels maakt het me een stuk minder uit.”

                      Vorig jaar is ze voor het eerst weer op vakantie geweest. “Wel naar Frankrijk, maar doordat er gevaar was voor bosbranden heb ik uiteindelijk toch een paniekaanval gekregen. Het gevoel dat ik ergens was waar ik niet zomaar weg kon was verstikkend. Over verre reizen denk ik voortaan ook nog wel iets langer na. Vooral ook omdat het buiten Europa qua afwikkeling van dit soort zaken zo veel slechter geregeld is.” Terug naar Oeganda zou ze ooit wel willen, maar met welk doel weet ze nog niet. “Wil ik dan die plek weer bekijken of wil ik vooral op die safari waar ik uiteindelijk niet aan toe ben gekomen?”

                      Nu, drie jaar later, gaat het beter met Lauren. “Mijn heftigste PTSS-klachten zijn behandeld met EMDR-therapie, dus de ergste angsten zijn voorbij. Nu is het tijd om mijn leven weer op te pakken en mijn studie af te maken.”

                      Bron: Linda >>

                      #272947
                      Luka
                      Moderator
                      Topic starter

                        Milou werd jarenlang lastiggevallen door haar ex-therapeut

                        “Toen ik al lang geen therapie meer volgde bij hem, stuurde hij me een mailtje waarin hij me een diagnose gaf: autisme. Hiervoor baseerde hij zich op de enkele keren dat we seks hadden gehad.”

                        In 2009 gaat de twintiger Milou* in therapie bij de ruim vijfentwintig jaar oudere psychotherapeut Henk*. Ze heeft net een relatie van vier jaar achter de rug die onaangenaam geëindigd is en wil aan de hand van therapie ontdekken waar het mis is gegaan. Een half jaar later stopt Milou met de therapie. Voor haar gevoel heeft ze genoeg geleerd over zichzelf.

                        Enkele weken na haar laatste sessie krijgt ze een mailtje van Henk, met de vraag of ze eens wil afspreken. Milou gaat akkoord, en na het afspraakje hebben ze een kortstondige seksuele relatie, die ze na vijf weken weer verbreekt. Daarna blijft Henk nog bijna tien jaar Milou mailen, ook al vraagt ze hem keer op keer om hiermee te stoppen. In zijn berichten vraagt hij haar om af te spreken, verwijst hij naar intieme informatie die ze deelde tijdens therapiesessies, geeft hij haar – ongevraagd – een ingrijpende diagnose gebaseerd op de keren dat ze seks hebben gehad en rakelt hij details op over Milou’s privéleven die hij nooit geweten zou hebben als hij haar niet had opgezocht. Jarenlang blijft hij haar in mailtjes analyseren en doet hij pogingen om ‘de liefde te herstellen’. Pas wanneer Milou dreigt dat ze een klacht zal indienen, stoppen de berichten.

                        De situatie van Milou illustreert de complexiteit van seksueel grensoverschrijdend gedrag binnen de geestelijke gezondheidszorg. Wanneer er sprake is van een strafbaar feit, zoals bij een aanranding of verkrachting, zijn de regels duidelijk: dat is bij wet verboden. De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) stelt ook dat ‘je geen seksueel contact met een patiënt mag hebben tijdens de therapie’. In zulke gevallen kan er een inspectie plaatsvinden en kunnen er sancties volgen. Maar na de therapie is het in principe niet verboden om een (seksuele) relatie te beginnen met je ex-patiënt, ook al kan dat – zoals in het geval van Milou – schadelijke gevolgen hebben.

                        Onderzoeksjournalisten Jolanda van de Beld en Emy Koopman deden voor Investico onderzoek naar seksueel overschrijdend gedrag binnen de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Hun onderzoek, waarvan het tweede deel deze week uitkomt, publiceerden ze in Trouw. Daarbij richtten zij zich op zowel gesloten instellingen als ambulante behandelingen. “Ik deed eerder voor Investico onderzoek naar hoe de politie omgaat met zaken van seksueel misbruik,” vertelt Van de Beld aan VICE. “Via dat onderzoek kwam ik in contact met iemand die slachtoffer was van seksueel misbruik binnen de ggz. Seksueel misbruik kan overal plaatsvinden, maar in die casus kon je goed zien hoe er bepaalde factoren binnen de ggz zijn die seksueel misbruik in de hand werken.” Van de Beld verwijst naar het feit dat ggz-patiënten vaak in een situatie zitten waarin ze geïsoleerd zijn van vrienden en familie, ofwel doordat ze in een gesloten instelling zitten, ofwel doordat ze door een emotioneel zware periode gaan. Daardoor kan je als patiënt snel in een afhankelijkheidsrelatie belanden met een therapeut, die daar op diens beurt weer misbruik van kan maken.

                        “Bij Rutgers zeggen ze: seksualiteit is een belangrijk onderdeel van wie we zijn, daarover praten is ook tijdens therapie van belang. Daarom is het in de ggz cruciaal om een onderscheid te maken tussen intimiteit binnen de therapiesessies en intimiteit die schadelijk kan zijn voor de patiënt.”

                        “Bovendien is goede therapie vaak gebaat bij intimiteit: je moet je op je gemak voelen bij je therapeut om je open te kunnen stellen,” vertelt Van de Beld. Voor het onderzoek maakte ze gebruik van de expertise van Rutgers, het Nederlandse kenniscentrum voor seksualiteit en seksuele gezondheid. “Bij Rutgers zeggen ze: seksualiteit is een belangrijk onderdeel van wie we zijn, daarover praten is ook tijdens therapie van belang. Daarom is het in de ggz cruciaal om een onderscheid te maken tussen intimiteit binnen de therapiesessies en intimiteit die schadelijk kan zijn voor de patiënt.”

                        In het geval van Milou maakte haar ex-therapeut vooral misbruik van het feit dat hij maandenlang een kijkje had gekregen in haar diepste onzekerheden. “Toen onze relatie al enkele maanden beëindigd was, ging ik ermee akkoord om nog een keertje met hem uit eten te gaan. Die avond heb ik aangegeven dat ik geen seks meer met hem wilde hebben,” vertelt Milou aan VICE. De volgende dag krijgt ze een boze mail van Henk, waarin hij haar verwijt dat ze koud en egoïstisch is, en dat ze totaal niet bezig is met de gevoelens van een ander. Hij verwijst hierbij naar de therapiesessies waarin zij twijfels had uitgesproken over haar behoefte om alleen te zijn.

                        Bijna een jaar na hun break-up ontvangt Milou een lange brief, die VICE heeft kunnen inzien, waarin Henk schrijft dat hij eindelijk doorheeft wat er met haar aan de hand is: ze heeft HFA, een vorm van autisme. “In de brief baseerde hij zich hierbij deels op ons seksleven,” vertelt Milou. “Tijdens onze therapiesessies hebben we amper over seks gepraat. Zijn diagnose stelde hij dus op uit wat hij later ‘leerde’ tijdens die enkele weken dat we samen sliepen.” Henk koppelt bijvoorbeeld het feit dat ze seks hebben gehad aan de autisme-diagnose – Milou zou hem een keertje verteld hebben dat seks haar erg vrij doet voelen, en volgens hem kwam dit dan doordat ze ‘zich op andere manieren moeilijk kan uiten’.

                        “Tijdens onze therapiesessies hebben we amper over seks gepraat. Zijn diagnose stelde hij dus op uit wat hij later ‘leerde’ tijdens die enkele weken dat we samen sliepen.”

                        “Ook baseerde Henk zich op het interieur van mijn huis: omdat mijn huis vol staat met gekke verzamelingen, zou ik autisme hebben. Ik had een keer grappend gezegd dat de inhoud van mijn mooi geordende keukenkast een kijkje in mijn ziel is. Daarover schreef hij later dat ik op dat moment ‘ontdaan was’ omdat ‘Henk mijn geheim had gezien’,” vertelt Milou. Milou heeft na Henk bij verschillende andere psychologen therapie gevolgd. Van die psychologen koppelde niemand haar klachten aan de diagnose ‘autisme’.

                        Milou vertelt dat ze de brief met daarin de diagnose kon relativeren, maar dat het haar ook kwaad maakte. “De eigenschappen die hij noemde in die brief – eigenschappen waar ik me soms onzeker, maar óók trots over kan voelen – moesten volgens hem gecorrigeerd worden en weken af van de norm. De inhoud van die brief voelde erg gewelddadig, vooral omdat het door een psychotherapeut was geschreven. Alsof mijn volledige identiteit ontkend werd,” vertelt ze. “Dat heeft me in sommige situaties erg onzeker gemaakt. Als ik in een lastige sociale situatie zat, dacht ik terug aan wat hij had geschreven en zocht ik de fout bij mezelf,” vertelt Milou. In dezelfde brief pleit Henk zichzelf volledig vrij van enige hofmakerij. Zo schrijft hij hoe Milou hem verleid heeft, hoe hij ‘volledig overvallen was’ door de signalen die Milou hem had gestuurd. “De brief en de diagnose waren heel erg manipulatief. Zijn bericht interpreteerde ik als: kom jij maar terug naar mij, meisje. Ik weet wie jij écht bent en ik kan jou daarom helpen.”

                        Ondanks het feit dat verschillende factoren binnen de ggz seksueel misbruik in de hand kunnen werken, zien Van de Beld en Koopman in hun onderzoek dat de cijfers van zulke meldingen erg laag zijn. “Wij zien dat er maar tientallen gevallen per jaar worden gemeld,” vertelt Van de Beld. “En hoewel ik dat graag wil geloven, vermoed ik dat het aantal gevallen veel hoger ligt. Er zijn jaarlijks een miljoen Nederlanders die gebruik maken van de ggz. Er werken ongeveer 100.000 mensen als hulpverlener, psycholoog en psychiater. We wilden vooral onderzoeken of het klopt dat er daadwerkelijk zo weinig gevallen zijn van seksueel misbruik binnen de ggz. Mocht er sprake zijn van onderreportage, dan wilden wij uitvinden waar dat aan zou kunnen liggen.”

                        “Zijn bericht interpreteerde ik als: kom jij maar terug naar mij, meisje. Ik weet wie jij écht bent en ik kan jou daarom helpen.”

                        Een onderzoek naar die cijfers bleek ingewikkeld. “We hebben op allerlei manieren geprobeerd om mensen te bereiken die slachtoffer zouden zijn van seksueel misbruik binnen de ggz, maar we kregen te weinig respons om een uitspraak te kunnen doen over de omvang. We denken dat dit vooral te maken heeft met de doelgroep: er is al een grote drempel om melding te maken van seksueel misbruik, en deze wordt nog hoger als je je mentaal niet goed voelt, of psychisch in de war bent.”

                        Milou heeft in 2020 contact opgenomen met de beroepsvereniging voor therapeuten die werkzaam zijn in de geestelijke gezondheidszorg (VIT), die haar doorverwezen naar de Stichting Complementaire en Alternatieve Gezondheidszorg (SCAG). Een klachtenfunctionaris heeft haar begeleid naar de Tuchtrecht Complementaire Zorg (TCZ), een apart tuchtcollege waar Henk als integratief therapeut onder valt. Hier diende ze uiteindelijk een klacht in – in de hoop dat Henk in de toekomst geen slachtoffers meer kan maken en om te voorkomen dat Henk haar nog langer ongewenst berichtjes zou blijven sturen. Anders dan bij tuchtrecht van reguliere gezondheidszorg, moet er bij TCZ een klacht ingediend worden binnen twee jaar na de vermeende schending van de beroepscodes om deze in behandeling genomen te krijgen. Dit betekende voor Milou dat er bij haar klacht enkel nog naar het laatste mailtje is gekeken dat zij ontving. Dat was volgens TCZ te mager, waardoor de klacht is afgewezen. Om te voorkomen dat Henk alsnog contact zou opnemen, vroeg Milou of TCZ hem niet kon inlichten wanneer er verder niets met de klacht gedaan werd.

                        “Mij werd verteld dat ze toch een gesprek met hem aan zouden gaan, en dat hij eventueel onder supervisie zou worden geplaatst. Ik heb uiteindelijk nooit meer gehoord hoe dat afgelopen is,” vertelt Milou. Wel liet de klachtenfunctionaris van de SCAG haar weten dat ze de korte verjaringstermijn die ze nu hanteren misschien willen aanpassen. Vooralsnog zijn klachten na twee jaar verjaard.

                        De situatie van Milou bevindt zich juridisch in een grijs gebied, maar laat duidelijk zien hoe de dynamiek tussen cliënt en therapeut kan zorgen voor een ongelijke relatie – de kennis die Henk opdeed in de therapiesessies met Milou zette hij later in om haar te manipuleren weer bij hem terug te komen. Bovendien zat Milou op het moment van haar contact met Henk in een mentaal moeilijke periode, waardoor ze veel steun haalde uit de aandacht van haar therapeut. “Ik begon met therapie omdat mijn vorige partner geen seks meer met mij wilde hebben. Mijn ex vertelde me bijvoorbeeld dat hij niet verder met me kon door mijn ‘lichamelijke gebreken’, bijvoorbeeld omdat mijn borsten te klein zouden zijn en omdat ik ‘geen lust bij hem opwek’,” vertelt Milou. “Ik voelde dat Henk geïnteresseerd was in me, en dat deed me – na die afwijzing van mijn ex– ontzettend goed. Na mijn therapie heb ik ook meer seksuele contacten gehad, juist om zelfvertrouwen op te bouwen.”

                        Van de Beld heeft een dergelijk verhaal verschillende keren gehoord. “Ik heb iemand gesproken die een relatie had met haar therapeut – en dacht dat ze dat ook wilde – maar toen ze er later op terugkeek, besefte ze dat ze op dat moment helemaal niet in staat was om haar eigen grenzen aan te geven. Dat is ook exact de reden waarom je tijdens je therapie geen relatie mag hebben met je patiënt,” vertelt ze. “Ik heb ook verhalen gehoord van zorgverleners die over de schreef zijn gegaan en het achteraf gooiden op het ziektebeeld van de patiënt. Zo van: zij lokte het uit, dat past nu eenmaal bij ‘borderline-gedrag’. Zo’n bewering is natuurlijk kwalijk en doet iemand heel erg twijfelen aan diens eigen ervaring.”

                        “Ik weet dat ik me hier niet schuldig om moet voelen, maar ik had lang het gevoel dat het mijn eigen schuld was, ook al heb ik duidelijk mijn grenzen aangegeven.”

                        Dat herkent Milou ook. “Ik ben een seksueel persoon, en ik hou van experimenteren. Daarom ben ik ook ingegaan op de avances van Henk. Ik weet dat ik me hier niet schuldig om moet voelen, maar ik had lang het gevoel dat het mijn eigen schuld was, ook al heb ik duidelijk mijn grenzen aangegeven.”

                        Van de Beld legt uit wat er concreet aan dergelijke situaties te doen is: “De inspectie wil meer aandacht voor preventie van seksuele grensoverschrijdingen binnen de ggz, bijvoorbeeld door het onderwerp meer bespreekbaar te maken. Ik ben benieuwd of dat in de praktijk gaat werken.” Uiteindelijk is het volgens Van de Beld belangrijk dat de organisaties zelf ook een oogje in het zeil houden. Voor het onderzoek van Investico sprak Van de Beld ook met andere therapeuten. In die gesprekken geeft iedereen hetzelfde aan: een relatie tussen therapeut en (ex-)patient mag simpelweg niet.

                        Maar volgens hulpverleners is die manier van spreken over relaties te rigide. “Omdat je meteen je baan kan verliezen als je een relatie krijgt met een patiënt, verzwijgen therapeuten dit sneller.” Volgens hulpverleners is het belangrijk dat er enerzijds duidelijke regels blijven, maar dat er anderzijds meer gepraat wordt over wat er gaande is binnen een praktijk. “Hulpverleners vragen allemaal om meer openheid,” legt Van de Beld uit. “Ze vragen bijvoorbeeld om elke week even bij elkaar te checken of er iets gaande is, en dat die momenten dan ook de mogelijkheid geven om als hulpverlener over die gevoelens te praten. En het allerbelangrijkste is dat er zo een onderscheid gemaakt kan worden tussen kwaadwillende hulpverleners, die moedwillig misbruik maken van hun macht, en hulpverleners die op een meer onschuldige manier ‘afglijden’ naar te intiem contact met een patiënt. Als je het gesprek over die ‘afglijding’ eerder open gooit, dan kan je een tuchtzaak misschien voorkomen.”

                        Normaal gesproken kun je vrij snel een klacht kan indienen bij het tuchtcollege, maar Milou viel net tussen de mazen van de wet. Voor haar is het daarom ook belangrijk dat ze gehoord wordt in haar klacht, ook al volgen er geen daadwerkelijke sancties voor Henk. “Ik had graag een andere uitspraak gezien van het tuchtcollege, maar ik ben wel blij dat Henk mij sinds hun waarschuwing niet meer heeft gecontacteerd,” vertelt Milou. “Hij heeft jarenlang onverstoord mijn grenzen overschreden, terwijl ik keer op keer aangaf dat het moest ophouden. Doordat hij onophoudelijk mijn identiteit bleef bevragen en zich bleef opdringen, hebben zijn woorden uiteindelijk wel impact op me gehad. Dat hij me bleef lastigvallen, gaf me een gevoel van machteloosheid,” vertelt ze.

                        “Ik ben nu in een andere stad gaan wonen, en ik ben erg opgelucht dat ik Henk niet meer zomaar op straat kan tegenkomen. In mijn voormalige stad ben ik constant op mijn hoede. Ik walg van de gedachte aan hem,” vertelt Milou. “Henk heeft als psychotherapeut gevaarlijk weinig inzicht in zijn eigen psyche. Al die tijd wilde hij heel graag mijn redder zijn, terwijl hij mij juist ontzettend nodig had.”

                        *De namen van Milou en Henk zijn gefingeerd. De echte namen zijn bekend bij de redactie.

                        Bron: Vice.com >>

                      10 berichten aan het bekijken - 151 tot 160 (van in totaal 167)
                      • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
                      gasten online: 33 ▪︎ leden online: 0
                      No users are currently active
                      FORUM STATISTIEKEN
                      topics: 3.872, reacties: 21.900, leden: 3.003