Kindermisbruik (algemeen)

  • Dit onderwerp bevat 107 reacties, 9 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 13/12/2023 om 23:00 door Moderator.
10 berichten aan het bekijken - 61 tot 70 (van in totaal 108)
  • Auteur
    Reacties
  • #236293
    Mark
    Moderator

      Door de schandalen in de kerk, de zaak rond atletiekcoach Jerry M. en alle commotie over de Michael Jackson-documentaire domineert kindermisbruik doorlopend de media. Het blijft echter, ook in Nederland, onmogelijk om een goed beeld van de omvang van het probleem te krijgen.

      Als het gaat om cijfers over kindermisbruik in Nederland, zijn de bevindingen van de Nationaal Rapporteur de betrouwbaarste graadmeter. De Nationaal Rapporteur brengt sinds 2012 in kaart hoeveel kinderen seksueel geweld ervaren en – tot op zekere hoogte – om wat voor vorm het gaat. Niet alleen aanranding of verkrachting vallen onder seksueel geweld, maar ook bijvoorbeeld misbruik via de webcam of het bezit (of vervaardigen) van kinderporno.

      De Nationaal Rapporteur meldde in 2014 dat één op de drie kinderen in Nederland ooit een vorm van seksueel geweld heeft meegemaakt; soortgelijke cijfers werden eerder ook genoemd in buitenlandse onderzoeken. Volgens de Nationaal Rapporteur worden elk jaar 62.000 kinderen voor het eerst slachtoffer van enige vorm van seksueel geweld.

      Helft van de kinderen houdt altijd problemen
      De gegronde schatting van één op de drie kinderen wordt bevestigd door Iva Bicanic, het hoofd van het Landelijk Centrum Seksueel Geweld. Bicanic is in Nederland de wetenschappelijke autoriteit op het gebied van dit onderwerp. Ze is klinisch psycholoog en verricht al meer dan twee decennia onderzoek naar misbruik van kinderen.

      “De frequentie of de duur van het misbruik kan enorm variëren”, stelt ze. “Sommige kinderen worden eenmaal betast. Andere kinderen worden jarenlang door iemand gedwongen om met regelmaat seksuele handelingen te verrichten of te ondergaan. Als ik iets heb geleerd van mijn werk als therapeut, is dat alles mogelijk is bij seksueel misbruik, ook wat je je niet kunt of wilt voorstellen.”

      De helft van alle slachtoffers houdt er de rest van zijn of haar leven significante problemen aan over. “Wat omvang en impact betreft kun je spreken van een epidemie”, beklemtoont Bicanic. “Bij sommigen gaat het dan om het hebben van nachtmerries, angsten of depressies. Anderen ervaren tot op hoge leeftijd problemen met intimiteit en het vertrouwen in andere mensen, zeker op het gebied van seksualiteit.”

      “Veel jonge kinderen herkennen misbruik ook niet.”
      Heleen Alders, De Kindertelefoon

      ‘Veel slachtoffers blijven hun hele leven zwijgen’
      Het blijft heel lastig om exacte cijfers boven tafel te krijgen, licht ook de woordvoerder van de Nationaal Rapporteur toe. “Zeer jonge kinderen die worden misbruikt, kunnen vaak zelf nog niet verbaal aangeven wat er is gebeurd”, legt ze uit. “En ook als ze wat ouder waren op het moment dat het heeft plaatsgevonden, treden veel kinderen niet naar voren uit schaamte of schuldgevoel.”

      Dit is ook de ervaring van De Kindertelefoon, die vorig jaar 8.450 gesprekken over seksueel misbruik voerde. Een kwart van de gesprekken ging over ongewenste intimiteiten en een kwart over verkrachtingen.

      “Veel jonge kinderen herkennen misbruik ook niet”, stelt woordvoerder Heleen Alders. “Ze hebben nog nooit van misbruik gehoord, ze weten simpelweg niet wat het is. En de dader presenteert wat er gebeurt als ‘normaal’.” Bij iets oudere kinderen en tieners is het vaak een combinatie van factoren. “Denk aan dreiging van of manipulatie door de dader, een gevoel van loyaliteit of afhankelijkheid en de angst dat je er zelf schuldig aan bent of dat je niet geloofd wordt.”

      Ouders zien af van aangifte omdat er geen bewijs is
      De Nationale Politie registreerde vorig jaar bijna achthonderd gevallen van mogelijk seksueel misbruik van kinderen. “Dan wordt er dus een slachtoffer of een verdachte in ons systeem gezet”, stelt woordvoerder Robbert Salome. “Maar er is dan nog niets onderzocht of aangetoond.”

      In 619 gevallen leidde dit tot een gesprek op het bureau. “Soms besluiten ouders daarna alsnog geen aangifte te doen, bijvoorbeeld omdat zij hun kind niet willen blootstellen aan de hele procedure die daarop volgt”, legt woordvoerder Salome uit.

      Het totaal aantal zaken waar daadwerkelijk aangifte van wordt gedaan, was vorig jaar 422. Hier vallen incest of misbruik van wilsonbekwamen (bijvoorbeeld mensen met een verstandelijke beperking) overigens niet onder. Hier werd vorig jaar 312 keer melding van gemaakt.

      ‘Deze cijfers zijn helaas topje van de ijsberg’
      Salome erkent dat deze cijfers hoogstwaarschijnlijk niet meer dan het topje van de ijsberg zijn. “Niet zelden spreken slachtoffers pas na jaren überhaupt met een ander persoon over het misbruik”, legt hij uit.

      Een bekende trigger is ook het moment waarop slachtoffers zelf kinderen krijgen. Dit was ook het geval met de twee mannen die getuigen in de documentaire over Michael Jackson. “Wij kunnen als politie alleen maar actie ondernemen als wij kennis kunnen nemen van een strafbaar feit, zoals een aangifte of de ontdekking van een filmpje op internet”, beklemtoont Salome. “We weten simpelweg niet hoeveel mensen zich niet bij ons melden, bijvoorbeeld omdat ze het gevoel hebben dat er geen bewijs is of dat de politie toch niets kan beginnen.”

      Het Openbaar Ministerie (OM) laat weten in 2018 in totaal 1.193 kindermisbruikzaken in behandeling te hebben genomen. In 57 procent van de zaken werd ook een verdachte gedagvaard. “De overige zaken werden geseponeerd, vaak wegens gebrek aan bewijs”, aldus een woordvoerder. De Raad voor de Rechtspraak kon op korte termijn niet uitzoeken hoe vaak verdachten vorig jaar daadwerkelijk werden veroordeeld voor kindermisbruik.

      ‘Veel slachtoffers blijven negatief over zichzelf denken’
      Een groot misverstand onder niet-slachtoffers is dat praten over misbruik gemakkelijker wordt naarmate de tijd verstrijkt, stelt klinisch psycholoog Bicanic met klem. “De meeste slachtoffers vertellen er nooit over”, legt ze uit. “Zelfs voor hun partner houden ze het geheim.”

      Natuurlijk mogen mensen ervoor kiezen nare gebeurtenissen uit het verleden voor zichzelf te houden. “Maar je merkt dat veel slachtoffers op een later moment in hun leven toch vastlopen door hun herinneringen. Veel kinderen en volwassenen blijven rondlopen met het gevoel dat het hun eigen schuld was, omdat ze niets deden om het te stoppen. Zulke gedachten voeden het idee dat je niets waard bent. Je kunt alleen nog maar negatief over jezelf denken.”

      Bicanic benadrukt dat er geen enkele situatie denkbaar is waarin dit verwijt terecht kan zijn. “Als kind kan jij niet op tegen een volwassene die jou ergens – subtiel of hardhandig – toe dwingt. Het verschil in leeftijd en macht is op geen enkele manier te overbruggen in zo’n situatie. Dat kinderen niets doen of meewerken is geen keuze, maar een manier om de situatie te overleven.”

      “Maar je merkt dat veel slachtoffers op een later moment in hun leven toch vastlopen door hun herinneringen.”
      Iva Bicanic, Landelijk Centrum Seksueel Geweld

      ‘Daders zijn juist géén enge mannen in bosjes’
      Orthopedagoog en psychotherapeut Sander van Arum van de Stichting Civil Care is gespecialiseerd in kindermishandeling en seksueel misbruik binnen het gezin. “De hardnekkigste mythe rond plegers van kindermisbruik is dat het enge mannen zijn die uit bosjes springen”, stelt hij. “Het merendeel van de daders zijn ‘gewone mensen’ van wie je het nooit zou verwachten: ooms, vaders, broers, buurjongens, artsen, sportdocenten, coaches.” Ruwe schattingen stellen dat in meer dan drie kwart van de zedendelicten de dader een bekende van het slachtoffer is.

      Volwassenen die kinderen misbruiken, kunnen door zeer diverse motieven worden gedreven tot hun acties. “Het zijn zeker niet alleen pedofielen, van wie de meesten overigens nooit tot seks met kinderen overgaan”, stelt Van Arum. “Vaak zijn het ook mannen die intimiteitsproblemen met leeftijdgenoten ervaren. Zij voelen zich veel meer op hun gemak bij kinderen en gaan in een relatie met een minderjarige gaandeweg de grens van sensualiteit of seksualiteit over.”

      Andere daders zijn bijvoorbeeld verslaafd aan seks, waardoor ze een steeds heftigere prikkel nodig hebben om hun verlangens te bevredigen. Ook kunnen het mensen met een antisociaal karakter zijn, die geen enkel schuldgevoel over welke handeling dan ook kennen. “Het helpt slachtoffers bij de verwerking van hun trauma vaak als zij beter snappen hoe een dader tot het misbruik is gekomen”, stelt Van Arum.

      ‘Breng misbruik meer in beeld, met een SIRE-reclame’
      De Nationaal Rapporteur pleitte er recent voor dat zedenrechercheurs intensiever gebruik gaan maken van digitale opsporing. Op bijvoorbeeld smartphones en laptops staat vaak veel informatie die zeer bruikbaar is in dit soort zaken.

      Therapeuten Van Arum en Bicanic denken dat het bestrijden van kindermisbruik vooral gebaat is bij meer openheid over het onderwerp, ook richting jonge kinderen. “Kinderen denken bij misbruik aan kinderlokkers, terwijl veruit de meeste daders bekenden zijn”, stellen zij. Alleen door misbruik meer in beeld te brengen en bespreekbaar te maken, kunnen kinderen herkennen wat er gebeurt als zij slachtoffer worden van dit soort praktijken, stellen de therapeuten. Dit kan bijvoorbeeld als onderdeel van de eerste lessen over verliefdheid en seksualiteit of met een SIRE-campagne die op kinderen is gericht.

      “De gevolgen van misbruik kun je zien als een chronische ziekte, die heel veel levens stuk maakt”, aldus Bicanic. “We zouden het daarom bovenaan de agenda van onze samenleving moeten plaatsen. Maar dat het zo vaak voorkomt, is voor veel mensen een ongemakkelijke realiteit. Als je erover begint, wenden mensen liever hun hoofd af. Ze willen er zo ver mogelijk vandaan blijven: ‘Dat gebeurt niet in mijn straat, in mijn familie of bij mijn voetbalclub.’ Je houdt jezelf met zulke gedachten voor de gek om de illusie van een veilige wereld vast te houden.”

      Bron: nu.nl

      #236631
      Luka
      Moderator

        Hoe praat je met kinderen over kindermishandeling?

        Evie Daniels is GZ-psycholoog en trainingsacteur. Ze werkte bij het Kinder- & Jeugdtraumacentrum (KJTC) in Haarlem en heeft nu haar eigen praktijk. In haar carrière sprak zij al veel kinderen die zijn mishandeld. Deze ervaring zet zij in als trainingsacteur. Bijvoorbeeld in Spits je oren!, een training die we vanuit TIMM Consultancy geven over praten met kinderen bij vermoedens van kindermishandeling. Hoe doe je dat? Evie geeft tips.

        1. Relax
        Kinderen voelen haarfijn aan hoe jij erbij zit. Als je bijvoorbeeld gespannen bent of met je hoofd ergens anders, dan werkt dat tegen je. Richt je aandacht volledig op het kind. Maak je hoofd vrij en neem de tijd. Dan geef je het kind de ruimte en vang je alle signalen op.

        2. Vertel wie je bent
        Maak duidelijk wie je bent en wat je komt doen. Vertel wie zich zorgen maken en waarom. Wees ook helder over wat je doet met de informatie die het kind geeft. In hoeverre er sprake is van geheimhouding en wat de uitzonderingen daarop zijn. En beloof niks dat je niet kunt waarmaken.

        3. Zet je mening uit
        Elk antwoord van het kind is oké. Zwijgen ook. Zorg dat je betrokken reageert, maar tegelijkertijd neutraal blijft. Zet je mening even uit. Het helpt niet als je van antwoorden schrikt of ze probeert te relativeren. En als het kind niet (verder) wil praten, respecteer je dat.

        4. Wees nieuwsgierig
        Moedig het kind aan om te vertellen door oprecht nieuwsgierig te zijn. Een eenvoudig ‘vertel eens?’ kan al genoeg zijn. Durf door te vragen en te checken of het klopt zoals jij het hebt begrepen. Hierbij vinden kinderen het vaak prima als je later nog eens terugkomt op iets dat al eerder is besproken.

        5. Vergeet niet te spelen
        Kinderen zijn niet gewend aan lange gesprekken, zeker niet over lastige onderwerpen. Dus zorg voor afleiding tussendoor. Dit verlaagt de spanning. Ga tekenen, gooi een balletje heen en weer, pak de Playmobil erbij, vertel iets leuks, ga een stuk lopen of laat je ergens mee helpen. Wees creatief!

        Bron: timmconsultancy.nl

        #236647
        Mark
        Moderator

          Toename misbruikmeldingen na documentaire Leaving Neverland

          Leaving Neverland over Michael Jackson is voor slachtoffers van seksueel misbruik herkenbaar. Bij hulpstanties kwamen veel meer meldingen binnen.

          Als ontucht lang duurt, kan er een hechte band ontstaan tussen de misbruiker en het kind. De minderjarige kan zich zelfs verliefd voelen. „Soms wordt die band gesmeed met cola, sigaretten of geld”, zegt Iva Bicanic, die als klinisch psycholoog slachtoffers van kindermisbruik behandelt. „Maar heel vaak ontstaat er een speciale connectie door de aandacht die het kind krijgt.” Als het misbruik stopt, wordt die belangstelling gemist. „Kinderen kunnen dan echt rouwen.”

          Lees dit premium artikel verder op nrc.nl of als lid van LSG in het ledendeel.

          #236953
          Mark
          Moderator

            Psychische gevolgen op oudere leeftijd van seksueel misbruik in de jeugd

            De laatste jaren is veel gepubliceerd over het vóórkomen van seksueel misbruik en de gevolgen daarvan in het volwassen leven. Met name de onderzoeken van Draijer hebben in Nederland duidelijk gemaakt hoe frequent seksueel geweld voorkomt. Zij vond dat 248 (24) van 1054 vrouwelijke respondenten tussen de 20 en 40 jaar uit de algemene bevolking bepaalde seksueel ongewenste ervaringen hadden meegemaakt vóór hun 16e jaar; bij 164 (16) van hen ging het om incest.1 Van 160 volwassen patiënten die waren opgenomen in een psychiatrische instelling rapporteerde desgevraagd 34 ervaringen met seksueel misbruik vóór hun 16e; de helft van hen was als kind verkracht.2 In een vergelijkbare setting was 44 (17/39) van de vrouwelijke en 21 (8/38) van de mannelijke patiënten seksueel misbruikt.3 Bij slechts 9 van deze 25 slachtoffers was het misbruik bekend uit het medisch dossier.

            Lees het hele artikel op ntvg.nl >>

            #237386
            Mark
            Moderator

              Woord vooraf

              Dit artikel plaats ik hier niet om een lans te breken voor pedoseksualiteit, maar omdat ikzelf slachtoffer ben van deze breed gedragen opvattingen aan het einde van de vorige eeuw/begin deze eeuw. Met name omdat seks met kinderen zo genormaliseerd werd, heeft het bij mij lang geduurd voor ik besefte dat ik misbruikt werd. Ik vind ik het belangrijk om onderstaand artikel te plaatsen omdat het anderen die er, net als ik, slachtoffer van zijn geworden, mogelijk kan helpen begrijpen wat er met hen gebeurd is. Elders op het forum staat de aflevering ‘Ruimte voor de pedofiel‘ van de documentaire serie ‘Andere tijden’ over hetzelfde onderwerp.

              Mark

              ____________________________

              Toen was pedofilie nog heel gewoon
              Lees verder: Volkskrant.nl, 11 april2014

              Het is nu nauwelijks voor te stellen, maar zo’n dertig jaar geleden werd er nog veelvuldig gepleit voor acceptatie van seks met kinderen. Zaterdag in Vonk een artikel over de omwenteling in het denken over pedofilie. Hier een greep uit artikelen uit de jaren ’70 en ’80 die nu nooit meer de krant zouden halen.

              Sytze van der V. stond in 1982 gewoon nog met zijn hele achternaam in de krant. Het artikel – met de kop ‘Beperkte kijk op pedofilie’ – illustreert perfect het grote verschil tussen de mediabehandeling van pedofielen vroeger en nu. De Eindhovense pedofiel leeft tegenwoordig een opgejaagd bestaan, na zijn vrijlating in 2009 kreeg hij door de burgemeester een gebiedsverbod opgelegd. Waar hij nu woont, is niet bekend.

              #237675
              Mark
              Moderator

                Jeugdtrauma leidt tot emotionele littekens

                 

                Mensen die in hun jeugd zijn misbruikt of verwaarloosd kampen later vaker met depressie en angst. Bovendien is het beloop van deze psychische stoornissen bij hen vaker ongunstig. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Jacqueline Hovens. Zij pleit voor meer bewustwording en preventie. “Emotionele verwaarlozing blijft nu te vaak onzichtbaar.”

                Jacqueline Hovens, psychiater in het LUMC, onderscheidde in haar onderzoek vier soorten jeugdtrauma’s: seksueel misbruik, fysieke mishandeling, emotioneel misbruik en emotionele verwaarlozing. Hoe vaker verwaarlozing en misbruik samen voorkwamen, des te sterker was het verband met angst en depressie, met name de combinatie daarvan. Opvallend: negatieve levensgebeurtenissen, zoals echtscheiding of overlijden van ouders en uithuisplaatsing verhogen de kans om angstig of depressief te worden niet. “Dat is alleen het geval als deze gebeurtenissen samengaan met langdurige mishandeling of verwaarlozing”, aldus Hovens.

                Emotionele verwaarlozing
                Vooral emotioneel misbruik (zoals kleineren en chanteren) en emotionele verwaarlozing (geen aandacht en liefde geven aan het kind) bleken de kans op angst en depressie te verhogen. Hovens pleit daarom voor meer aandacht voor deze vormen van mishandeling. “Seksueel misbruik en fysieke mishandeling zijn de afgelopen decennia enorm afgenomen, maar emotionele verwaarlozing niet. Naar schatting wordt ruim 10 procent van de kinderen emotioneel verwaarloosd. Probleem is dat het vaak niet zichtbaar is en patiënten, maar ook therapeuten, het lastig vinden om te bespreken.”

                Chronischer beloop
                Hovens pleit ervoor om jeugdtrauma’s wel bespreekbaar te maken, omdat het van belang kan zijn voor de behandeling van angst en depressie. Traumatische ervaringen blijken bijvoorbeeld voorspellers voor een chronisch beloop en ongunstig behandelresultaat. Uit eerder onderzoek blijkt dat mensen met een traumaverleden meer baat hebben bij psychotherapie dan bij medicijnen, terwijl dit voor patiënten zonder jeugdtrauma niet geldt. “Mensen met een jeugdtrauma hebben vaker moeite hun emoties goed te reguleren, wantrouwen hun omgeving meer en denken negatiever over zichzelf. Je moet niet alleen de depressie behandelen, maar ook daar iets aan doen.”

                Kwetsbaarder persoonlijkheidsprofiel
                De promovenda keek ook naar psychologische mechanismen die het verband tussen jeugdtrauma’s en psychische stoornissen kunnen verklaren. “Mensen met een jeugdtrauma hebben een kwetsbaarder persoonlijkheidsprofiel. Ze scoren bijvoorbeeld hoger op hopeloosheid en hulpeloosheid, zijn minder extravert en minder geneigd hulp te vragen. Ze zijn daarbij emotioneel instabieler en impulsiever, waardoor de kans op negatieve gebeurtenissen in het latere leven ook groter is.”

                Hovens pleit voor meer aandacht voor dit probleem, niet alleen bij behandelaren van patiënten met angst en depressie, maar ook – ter preventie – bij professionals die met kinderen werken, zoals leerkrachten, medewerkers van jeugdzorg en artsen. “Ouders verwaarlozen of mishandelen hun kind vaak uit onmacht of omdat ze zelf getraumatiseerd zijn. Zij hebben ondersteuning nodig om een positieve ouder-kindrelatie te bevorderen. Bovendien moet de vicieuze cirkel doorbroken worden.”

                Bron: gezondheidenco.nl

                #237676
                Mark
                Moderator

                  Kindermisbruikers koppelen seks onbewust aan kinderen

                   

                  Als kinderen wordt geleerd nee te zeggen tegen ongewenst contact verkleint dat de kans op seksueel misbruik. Kindermisbruikers koppelen seks onbewust aan kinderen. Dit beïnvloedt de manier waarop zij het gedrag van kinderen interpreteren. Wanneer kinderen niet duidelijk afwijzend reageren, associëren zij deze reactie eerder met instemming. Deze combinatie vergroot de kans op een delict of herhaling van kindermisbruik. Dat blijkt uit onderzoek van Erasmus MC van psycholoog Inge Hempel.

                  Kindermisbruikers onderscheiden zich van mannen zonder delictverleden in de manier waarop zij denken over seks met kinderen. Zo koppelen zij kinderen onbewust eerder aan seks dan dat zij volwassenen hiermee in verband brengen. Dit is bij mannen zonder delictverleden andersom. Kindermisbruikers denken bijvoorbeeld sneller dat een kind seks wil als het op schoot wil zitten of zegt: wil je mijn kamer zien? Ook hebben zij de neiging om delicten goed te praten, te rechtvaardigen. “Deze manier van denken vergroot de kans dat zij daadwerkelijk een delict plegen of in herhaling vallen”, zegt psycholoog en onderzoeker Inge Hempel.

                  Pedofielen zien snel toestemming
                  “Daar komt bij dat zowel kindermisbruikers als de mannen zonder delictverleden die meewerkten aan de studie, het moeilijker vonden om een onduidelijke reactie van een kind goed te begrijpen. Als een kind giechelde of niet reageerde, waren zij daardoor eerder geneigd om te denken dat het instemde met de situatie. Huilen of weigeren echter, werd begrepen als nee zeggen. Dit verkleint de kans op een delict of herhaling. Hempel: “Het is belangrijk dat ouders en verzorgers zich hiervan bewust zijn en hun kind leren om nee te zeggen, ook wanneer het niet precies begrijpt wat er gebeurt. Zeker als je bedenkt dat de dader meestal een bekende is van de familie van het slachtoffer. Ook al is het opa, die lieve buurman of leuke trainer, hij mag nooit aan je zitten als je dat niet prettig vindt. Echter, een kind is natuurlijk zelf nooit verantwoordelijk bij seksueel misbruik.”

                  Misbruikers zelf misbruikt
                  Hempel onderzocht ook de relaties tussen delict ondersteunende gedachten en eigen misbruikervaringen. Hieruit blijkt dat bijna de helft van de kindermisbruikers die kinderen fysiek seksueel misbruikt hebben, zelf ook op enige wijze seksueel misbruikt is in de kindertijd. Ook hebben zij vaker gedachten die seks met kinderen rechtvaardigen, dan mannen die kinderen niet fysiek seksueel misbruikt hebben, zoals downloaders van kinderporno. Toch vond zij geen relatie tussen deze twee uitkomsten. Onduidelijk is wanneer de delict ondersteunende gedachten precies ontstaan. Hempel: “Het kan zijn dat deze gedachten zijn gevormd na het delict en niet zijn ontwikkeld na de eigen misbruikervaring, maar dat is een aanname die verder onderzoek verdient.”

                  Leren nee zeggen
                  Promotor en hoogleraar forensische psychiatrie Hjalmar van Marle zegt over het onderzoek: “De uitkomsten benadrukken het hardnekkig karakter van gedachten die kindermisbruikers gebruiken om seks met kinderen te rechtvaardigen en de noodzaak van een intensieve behandeling om herhaling te voorkomen. Ook brengt het een hele praktische aanbeveling naar voren, namelijk dat de kans dat kinderen seksueel worden misbruikt kleiner is, wanneer zij leren hoe zij duidelijk moeten weigeren bij ongewenst lichamelijk contact.”

                  Aan de studie deden 47 mannelijke misbruikers mee die fysiek seksueel contact hadden met een kind en 20 mannen die geen fysiek contact hadden, maar zichzelf lichamelijk toonden aan kinderen of kinderpornografie hadden gedownload of verspreid. Ook deden 40 mannen mee zonder delictverleden.

                  Bron: gezondheidenco.nl

                  #237848
                  Luka
                  Moderator

                    Misbruikslachtoffers in de sport: ‘Het is zo moeilijk om je verhaal te vertellen’

                    Er komen steeds meer schokkende details naar buiten in de misbruikzaak rond de Rotterdamse atletiektrainer Jerry M. Omdat niemand aangifte deed, kon hij jarenlang rond blijven lopen. Hij kreeg zelfs een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG).

                    Hoe kan het dat hij zo lang bleef rondlopen en hij door de jaren heen bij meerdere clubs kon toeslaan? Zwemster Ela Hutten, zelf slachtoffer van seksueel misbruik, heeft wel een idee waarom. “Er zijn heel veel voorvallen waar we niets van weten, en dat zijn er veel meer dan we denken.”

                    ‘Het gaat heel sluipend’
                    Hutten schreef een boek over het misbruik door haar zwemcoach, ‘Onder Water’. Tussen haar twaalfde en haar veertiende hield dat misbruik aan. “Het gaat heel sluipend, al had ik al vrij snel door dat het niet klopte. Maar je zit er al snel diep in, en hoe kom je daar dan weer uit?”

                    Over het misbruik durfde ze lang niet te vertellen, onder andere door chantage van haar zwemcoach. Ook werden haar schreeuwen om hulp vaak niet gehoord. “Ik probeerde het een vriendinnetje te vertellen, dat hij me had gezoend, maar daar deed ze niets mee. Mensen hebben ook gezien dat hij bijvoorbeeld op mijn kont sloeg, maar volwassen mensen hebben dat niet als grensoverschrijdend gedrag opgevangen.”

                    Koude rillingen
                    Ook oud-Vitessespeler Renald Majoor herkende veel in de misbruikzaak rond Jerry M. “Je krijgt er koude rillingen van. Ik heb het hele verhaal doorgelezen en het is echt ongelooflijk dat dit gebeurt.” Als twaalfjarige jeugdspeler werd Majoor misbruikt door zijn teamleider. Vorig jaar vertelde hij uitgebreid zijn verhaal, wat op veel aandacht kon rekenen. “Ik schrok ervan hoe groot dat werd.”

                    Majoor deed aangifte tegen zijn misbruiker, net als Vitesse. “Maar het is ontzettend moeilijk om je verhaal te vertellen. Het is een heel pijnlijk proces.”

                    Taakstraf
                    Het is begrijpelijk dat veel slachtoffers daar niet doorheen willen. Ook Ela Hutten wilde soms dat ze liever geen aangifte had gedaan. Toen zij uiteindelijk over haar misbruik vertelde, werd de KNZB ingelicht, maar een officiële aangifte bij de politie gedaan. “Mijn coach is strafrechtelijk vervolgd, maar dat komt niet bij de KNZB terecht. Hetzelfde speelt nu bij de atletiekbond, waar het misbruik bij de tuchtrechter is gemeld.”

                    Doordat het proces zo lang duurde, kwam de dader er met een taakstraf vanaf. “Al heeft hij daar zelf voor gezorgd. Na mij zijn er nog meer slachtoffers van dezelfde man geweest. Soms denk ik: had ik maar geen aangifte gedaan.”

                    Signaleringsborden
                    Renald Majoor pleit voor signaleringsborden op elke sportclub, om misbruik bespreekbaar te maken. “Op die borden moet iedereen binnen een vereniging kunnen zien wat de weg is als grensoverschrijdend gedrag zich voordoet. Er zou een soort meldpunt moeten zijn waar je je verhaal kan vertellen.”

                    Om slachtoffers hun verhaal te laten vertellen, begon hij ook een stichting: De Stilte Verbroken. Hier kunnen misbruikslachtoffers in de sport bij lotgenoten hun verhaal kwijt. Een deskundig vangnet daarachter kan helpen bij vervolgstappen. Ela Hutten benadrukt ook het belang van het verhaal van slachtoffers aanhoren. “Vaak worden ze niet serieus genomen en dan gaat het al fout. Meldingen raken kwijt, of aangifte doen wordt afgeraden. Slachtoffers móeten gehoord worden.”

                    Bron: EenVandaag – Avro Tros >>

                    #237849
                    Luka
                    Moderator

                      Slachtoffers seksueel misbruik in de sport vertellen
                      12-12-2017

                      Honderden amateursporters hebben te maken met seksuele intimidatie binnen hun sportclub, zo blijkt uit onderzoek van EenVandaag. NOC/ NSF presenteert vandaag een onderzoek met vergelijkbare conclusies. EenVandaag sprak 642 sporters die slachtoffer zijn geworden, ongeveer even veel mannen als vrouwen. Wat maken zij mee en hoe veel invloed heeft deze ervaring op de rest van hun leven? Lees hier hun indrukwekkende persoonlijke verhalen, die ze soms voor de allereerste keer in hun leven vertellen.

                      “Toen schaamde ik mij ervoor en had het gevoel dat niemand mij zou geloven. Dit had de assistent trainer mij ook bedreigend meegedeeld.”

                      EenVandaag deed in juli 2017 uitgebreid onderzoek naar seksuele intimidatie binnen amateursport.
                      Lees hier de resultaten

                      Wat maken de slachtoffers mee?
                      Het begint met verbale intimidatie, zoals opmerkingen over de borsten of een ‘onschuldige’ uitnodiging om seks te hebben. Echt onschuldig is dit nooit omdat de slachtoffers meestal minderjarig zijn en in een machtsverhouding staan tot de dader omdat het bijvoorbeeld om de trainer gaat. Voor veel slachtoffers blijft het niet bij opmerkingen en ze krijgen ook te maken met ongewenste aanraking. Vaak worden er bewust seksuele handelingen verricht, maar soms blijft de vraag hangen of je coach je nu bewust in in je kruis opving bij bij een oefening.

                      “Hij was een man van 26, ik was 15 jaar. Opmerkingen als: heb je het wel eens gedaan? Ik vind je leuk. Ik wist niet goed hoe hier mee om te gaan, hij bracht mij met de auto wel eens thuis, parkeerde dan en begon met zoenen en strelen. Het was het niet goed, hij had beter moeten weten, ik was nog een kind, wel met het lichaam van een vrouw. Dit is kennis van nu, toen had ik dat allemaal niet zo in de gaten. Feit blijft dat ik het nooit ben vergeten, ik ben nu 57.”

                      ‘Het begon met zoenen en strelen’
                      “Als 10 jarige jongen werd ik door seniorlid meegelokt naar buiten alwaar deze man mij manipuleerde om mijn penis te laten zien. en hij mij verder probeerde te benaderen ben ik weggerend. Het was de trainer. In de eerste periode van mijn puberteit heb ik daar wel mee geworsteld.”

                      “Een kliminstructeur die bovenop de rotsen, terwijl je aan touw vast zat en niet weg kon, probeerde steeds verder te gaan, van opmerkingen tot aanhalen tot intieme aanraking. Je durft in die situatie niet echt iets te doen. Ik was 14.”

                      “Bij het opvangen bij ringen, paard, brug werd ik in m’n kruis gepakt. Ook andere meisjes hadden daar last van. Mijn ouders geloofden het niet. Andere meisjes gingen van gym af.”

                      “Als we oefeningen aan de ringen deden, ving de turnleraar ons op om vallen te voorkomen. Hij raakte alle meisjes dan even aan bij de borsten. Hij is later veroordeeld tot gevangenisstraf .”

                      “Een oudere speler probeerde meerdere keren mijn piemeltje te pakken, hetgeen niet altijd lukte omdat ik harder (weg) kon lopen. Jaren later hoorde ik dat de ‘dader’ strafrechtelijk was veroordeeld wegens zedendelicten.”

                      “De echtgenoot van mijn turnlerares liep steeds vaker door de meisjeskleedkamer terwijl ik mij aankleedde. Hij maakte opmerkingen zoals: ” zo zo je begint al kleine borstjes te krijgen” en “zal ik die borstjes eens beter bekijken” of ” die zal ik eens goed pakken”.

                      ‘U bent de eerste die mijn verhaal hoort’
                      Veel sporters schamen zich over wat hen is overkomen. Vooral bij de jongste slachtoffers tot 15 jaar heeft het een enorme impact. Ze durven het niet tegen anderen te vertellen omdat ze denken dat het hun eigen schuld is of omdat ze bang zijn om niet geloofd te worden. Ook het argument dat ze dachten ‘dat het zo hoort’ wordt regelmatig gebruikt, zeker bij mensen waar het misbruik al tientallen jaren geleden plaatsvond.

                      ‘Ik heb vroeger mijn moeder verteld over mijn aanranding, maar zij geloofde mij niet. Heb het nu maar voor me gehouden om nog meer negativiteit te vermijden.”

                      Delen
                      “Ik heb hier met niemand ooit eerder over gesproken, u bent NU de eerste die dat van mij hoort!!”

                      “Ik heb me nooit geschaamd maar ik besefte wel dat ik niet op steun zou kunnen rekenen. Ik voelde me alleen en hulpeloos. Mijn ouders….? Die zouden het in de doofpot hebben gestopt want die wilden geen trammelant. Nu nog niet trouwens…. veel te moeilijk.”

                      “Ik dacht dat het zo hoorde, bij je opvoeding en begeleiding, en zocht daar niets achter.”

                      “Toen schaamde ik mij ervoor en had het gevoel dat niemand mij zou geloven. Dit had de assistent trainer mij ook bedreigend meegedeeld.”

                      “Ruim 50 jaar geleden was ongewenste sexuele ervaring/intimidatie een levensgroot taboe, daar sprak je met niemand over.Op de hockeyclub werd ik continue lastig gevallen door een bestuurslid, die ik door mijn activiteiten voor de club/clubblad deed regelmatig tegenkwam, ook `s avonds, geen haar op mijn hoofd die er over dacht dat tegen mijn ouders te vertellen, ik was inmiddels 16, een aantrekkelijk meid, dus ze zouden mij de schuld wel geven, dacht ik toen.”

                      De club: ‘stelt u zich niet zo aan’
                      Omdat de drempel om er over te praten hoog is wordt er ook maar weinig bij de clubs gemeld. De clubs waar wel melding gemaakt wordt reageren heel wisselend. Soms wordt er meteen opgetreden en wordt de dader van de club verwijderd. Maar ook komt het regelmatig voor dat er helemaal niets gebeurt. Slachtoffers zien dan soms geen andere oplossing dan om zelf maar te stoppen met hun sport.

                      “Ze zeiden dat ik me niet zo moest aanstellen en dat ik het verkeerd opvatte. Daarna heb ik er niet meer over gesproken maar ben bij de eerste gelegenheid gestopt met atletiek.”

                      “De man is geschorst. Hij bleek het vaker te hebben gedaan, ook bij de scouting was hij eerder al geschorst.”

                      “De meldingen zijn zonder gevolg gebleven. Het bestuur van de club was goede vriendjes met de betrokkene, allemaal lieden die elkaar van de commerciële club kenden. Ik heb de club verlaten (met enige walging).”

                      “Mijn vader heeft de trainer (en zijn collega’s) erop aangesproken. Hij ontkende. Dat was natuurlijk niet zo bedoeld. Excuses. Ik ben gestopt met duiken.”

                      Bron: EenVandaag – Avro Tros >>

                      #238229
                      Luka
                      Moderator

                        Ruim kwart meisjes op speciaal onderwijs slachtoffer van seksueel geweld

                        Meisjes hebben op het voortgezet speciaal onderwijs (vso) een vier keer zo grote kans om seksueel grensoverschrijdend gedrag mee te maken dan op het regulier onderwijs, zo blijkt uit recent onderzoek van Rutgers en Soa Aids Nederland. 27% van de meisjes uit zogenoemde cluster 4-scholen melden ervaringen met seksueel geweld, tegenover 7% van de meisjes in regulier onderwijs. Naar cluster 4-scholen gaan jongeren met (ernstige) gedragsproblemen of psychische stoornissen. Niet alleen tussen het speciaal onderwijs en regulier onderwijs is een verschil op te merken, ook tussen jongens en meisjes. ‘Slechts’ 3% van de jongens, zowel op cluster 4-scholen als in regulier onderwijs, maken soortgelijk geweld mee. De relatieve kwetsbaarheid van scholieren in speciaal onderwijs is dus niet de enige factor in van het meemaken seksueel geweld: ook gender speelt een rol.

                        Nieuw onderzoek
                        Het onderzoek is een vervolg op eerder, grootschalig onderzoek van Rutgers en Soa Aids Nederland, Seks onder je 25e. Hierin werden de seksuele ervaringen van jongeren tot 25 jaar oud onder de loep genomen. Maar scholieren en studenten van speciaal onderwijs waren toen niet meegenomen. Een van de redenen hiervoor is dat de doelgroep moeilijk te bereiken is. Uit de samenvatting van de resultaten van het nieuwe onderzoek blijkt dat een laag aantal respondenten beschikbaar was. Bovendien is het waarschijnlijk dat de werkelijke cijfers nog hoger liggen, omdat scholen en ouders scholieren van wie al bekend was dat zij seksueel misbruik hebben meegemaakt, of van wie het vermoed werd, niet mee hebben laten doen aan het onderzoek. Daarnaast kan het voor mensen met een verstandelijke beperking lastiger zijn om te bepalen wat wel en niet grensoverschrijdend is.

                        Aanraking tot verkrachting
                        De meeste gevallen van grensoverschrijdend gedrag dat de meisjes op het vso meemaken zijn tongzoenen en aanrakingen. Maar bij 13% van de meisjes –bijna de helft – is het zelfs tot verkrachting gekomen. Hanneke de Graaf, senior onderzoeker bij Rutgers, denkt dat een mogelijke verklaring is dat deze meisjes misschien impulsiever en naïever zijn, en het lastiger vinden om de bedoelingen van een ander in te schatten. Een onderzoek naar de plegers zou ook duidelijk kunnen maken waarom het de meisjes op het vso zijn die zoveel vaker met grensoverschrijdend gedrag te maken krijgen: daarover kwam uit dit onderzoek geen conclusie naar voren. Een dergelijk onderzoek is alleen waarschijnlijk nog lastiger uit te voeren dan het huidige onderzoek

                        Preventie
                        Het onderzoek laat goed zien waar jongeren op het voortgezet speciaal onderwijs extra kwetsbaar zijn en dat het enorm belangrijk is dat er extra voorlichting in het vso komt, zodat scholieren meer begrip hebben van wat grensoverschrijdend is en wat niet en zo weerbaarder worden. Rutgers biedt daartoe het lesmateriaal Lang Leve de Liefde: voortgezet speciaal onderwijs aan. Deze lesmethode bestond al langer en is op maat gemaakt voor het speciaal onderwijs, onderverdeeld in cluster-1 en -2-scholen enerzijds en cluster-3 en -4-scholen anderzijds. Op Act4Respect vindt u onder Best practices ook andere interventies waarmee u als professional jongeren met een verstandelijke beperking kunt ondersteunen ter preventie van geweld of nadat zij geweld hebben ervaren.

                        Bron: Act4Respect

                      10 berichten aan het bekijken - 61 tot 70 (van in totaal 108)
                      • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
                      gasten online: 36 ▪︎ leden online: 2
                      Moontje, Chris
                      FORUM STATISTIEKEN
                      topics: 3.752, reacties: 21.081, leden: 2.773