Seksueel geweld en seksueel misbruik (algemeen)

Forum Lotgenoten Seksueel Geweld Achtergrond & Informatie Informatieve websites & mediaberichten Seksueel geweld en seksueel misbruik (algemeen)

  • Dit onderwerp bevat 166 reacties, 6 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 08/01/2024 om 22:27 door Luka.
10 berichten aan het bekijken - 111 tot 120 (van in totaal 167)
  • Auteur
    Reacties
  • #250021
    Luka
    Moderator
    Topic starter

      Duffy doet haar verhaal: Verkracht worden is alsof je doorleeft na moord

      In een lang en emotioneel bericht op haar website heeft Duffy (35) dan toch details gedeeld over de vreselijke periode die ze heeft doorstaan. Eerder dit jaar verklaarde de zangeres haar jarenlange afwezigheid van het podium met een schokkend bericht over haar ontvoering en verkrachting, zonder in detail te treden. Nu deelt de popster uit Wales wel het hele verhaal.

      ,,Tijdens mijn verjaardag jaren geleden werd ik gedrogeerd in een restaurant, om vervolgens vier weken lang gedrogeerd te worden en naar het buitenland te worden ontvoerd. Ik herinner me helemaal niets van de vliegreis en bevond me opeens achterin een auto. Ik werd in een hotelkamer gestopt, waar de dader mij verkrachtte. Ik was doodsbang en durfde niet te vluchten. Ik heb geen idee hoe ik de kracht heb gevonden om die dagen door te komen, maar ik voelde een soort overlevingsdrang,” aldus Duffy op haar website.

      Mensenrechten
      Uiteindelijk vloog haar verkrachter terug met haar naar het Verenigd Koninkrijk, waar hij haar opnieuw drogeerde, nota bene in haar eigen huis. ,,Ik weet niet of hij mij toen ook weer verkracht heeft. Ik voelde me een zombie. Ik weet wel dat ik niet naar de politie durfde te stappen, omdat ik dacht dat ik anders vermoord zou worden. Ik kon het risico niet lopen om ‘nieuwswaardig’ te worden in verband met mijn veiligheid. Dus ik moest mijn instinct volgen. Ik vluchtte en vond een plek waar hij me niet kon vinden.”

      De traumatische gebeurtenissen zijn van grote invloed geweest op het leven van de zangeres. Ze was zo ondersteboven van wat er was gebeurd, dat ze denkt dat het haar 90.000 uur heeft gekost om zich weer enigszins stabiel te voelen. ,,Ik wilde het liefst mijn naam veranderen en naar een ver land verdwijnen. Het voelde alsof ik was beroofd van mijn mensenrechten. Maar een derde van mijn leven is al verwoest door dit incident en ik wilde mezelf, en alles wat ik in de muziek heb bereikt, niet zomaar uitvlakken. Verkracht worden is alsof je doorleeft nadat je bent vermoord. Je leeft, maar je bent dood. Maar ik schaam me niet langer voor dat wat er gebeurd is.”

      Politie
      Twee keer heeft Duffy haar verhaal bij de politie gedaan, al was dat niet geheel uit eigen beweging. Iemand dreigde haar verhaal wereldkundig te maken, en die afpersing maakte haar zo angstig dat ze besloot een vrouwelijke agent in vertrouwen te nemen. Een tweede keer vertelde ze een andere agente over hetgeen haar was overkomen, na een incident waarbij drie mannen haar huis probeerden binnen te dringen. ,,De identiteit van de verkrachter is iets tussen mij en de politie.”

      De zangeres, die in 2008 doorbrak met de hit Mercy, is geholpen door een psycholoog gespecialiseerd in trauma en seksueel geweld. ,,Zonder haar was ik hier nooit doorheen gekomen. In de nasleep ben ik een gevaar voor mezelf geweest. Het duurde acht sessies voordat ik oogcontact met haar kon hebben, daar worstelde ik zo mee.” Ze was zo bang voor haar verkrachter, dat ze in de drie jaar die erop volgden vijf keer verhuisde voor ze een plek had gevonden waar ze zich veilig voelde.

      Opvallend genoeg wil ze juist nu, in een tijd dat mensen vanwege de coronacrisis thuis zitten, haar verhaal doen. ,,Ik heb bijna tien jaar in mijn eentje doorgebracht. Soms zag ik wekenlang niemand, geen levende ziel. Mijn haar was vol klitten”, schrijft ze. ,,Ik voel me verplicht om te vertellen hoe moeizaam het was om te herstellen. Ik hoop dat je je door mijn verhaal minder schaamt als je je eenzaam voelt.”

      Ik heb bijna tien jaar in mijn eentje doorgebracht. Soms zag ik wekenlang niemand, geen levende ziel

      ,,Je zal je afvragen: waar was je familie? Degenen die wilden helpen waren gewoon te ver weg. dat is de tol die ik heb betaald door mezelf schuil te houden. Dat zorgde ervoor dat ze van me vervreemden. Wat mij overkwam was niet alleen een aanslag op mijn leven, het had ook impact op vele anderen. Het duurde extreem lang om de scherven weer op te rapen.”

      Duffy wil weer kunnen zingen, het geeft haar vrijheid. Hoe of wat weet ze nog niet precies. ,,Ik zal nu weer terugkeren naar de stilte. Ik vind dat ik het verdien om ooit weer werk uit te brengen, maar ik betwijfel of ik ooit nog de zangeres zal zijn zoals mensen mij hebben leren kennen.”

      ,,Ik hoop dat ik door het delen van mijn verhaal weer een lach in mijn ogen krijg, licht in mijn leven, dat zolang afwezig is geweest”, besluit Duffy. ,,Ik kan dit decennium nu achter me laten. Hopelijk krijg ik nu nooit meer ‘Wat is er met Duffy gebeurd-vragen’. Nu ben ik vrij.”

      Twee weken geleden liet Duffy het liedje Something Beautiful horen op de Britse radio, als een hart onder de riem in de moeilijke tijden. Ze heeft geen plannen om het officieel uit te brengen, maar is hieronder wel te beluisteren:

      Bron: AD >>

      #250121
      Luka
      Moderator
      Topic starter

        Wat betekent het grijze gebied bij seksuele intimidatie nou eigenlijk?
        Een groot probleem is dat daders hun seksueel grensoverschrijdend gedrag vaak anders ervaren dan hun slachtoffers.

        Seksueel grensoverschrijdend gedrag is vaak ongelooflijk alledaags. Het kan iets zijn als een goedmoedige collega die tijdens het poseren voor een groepsfoto ineens een warme hand op je billen legt, een eenzame man op een bankje die verlekkerde dingen over je benen begint te lispelen zodra je langsloopt, of een sekspartner die verbeten doorgaat terwijl je zelf al een tijdje geen zin meer hebt.

        Het is ronduit vervelend – soms zelfs beangstigend en vernederend – als zoiets je overkomt. Tegelijkertijd kan het lastig zijn om er iets tegen te ondernemen. Want ook al is iemand keihard over je grens gegaan, buiten de context van je eigen gevoelens is dat soms moeilijk hard te maken. Als het over seksueel wangedrag gaat, valt al snel de term ‘grijs gebied’ – alsof er een vetvlekje op ons morele kompas zit, waardoor we niet meer kunnen aflezen wie er schuldig is. “Bedoelde die collega het niet gewoon als grapje?” is zo’n vraag die zich opdringt. “Maak ik problemen die er eigenlijk niet zijn? Lokte ik die smerige opmerking niet een beetje uit met mijn opzichtige benen?”

        Het is moeilijk om in helder zwart-wit over seksueel grensoverschrijdend gedrag te praten, omdat het onduidelijk is waar die grens ligt. “Ik worstel met het idee van spreken over een grijs gebied,” zegt psycholoog en hoogleraar seksuologie Ellen Laan. “Bij iets als straatintimidatie geldt dat of iets vervelend is of niet, vaak helemaal afhangt van de context. Als een ontzettend aantrekkelijk iemand jou op straat tegenkomt en zegt “wow gorgeous, mag ik je telefoonnummer”, dan kan dat best leuk zijn. Maar als een type met slechte tanden en een bierbuik hetzelfde doet, is het misschien juist erg vervelend. Die context bestaat uit meerdere dingen: de omgeving waar het zich afspeelt, wie het is die aan het roepen is, wat voor eerdere ervaringen de persoon die het ondergaat heeft gehad. Het is ingewikkeld om universele uitspraken over te doen of wat wel of niet kan. Een democratisch principe, waarbij iets fout is als de meerderheid het als vervelend beschouwt, helpt hierbij niet.”

        “Bij straatintimidatie gaat het al heel snel over de vraag wat acceptabel is en wat niet,” zegt ook socioloog Mischa Dekker. Hij onderzoekt hoe intimidatie op straat in Frankrijk en Nederland een politiek probleem geworden is, en komt de notie van een ‘grijs gebied’ daarbij dikwijls tegen.

        De discussie over dat grijze gebied is niet nieuw, benadrukt Dekker. In de jaren zestig en zeventig waren feministische activisten er in elk geval al heel stellig over: straatintimidatie gaat over macht, niet over seks. Als mannen op straat naar vrouwen roepen, fluiten of grijnzen is dat geen onbeholpen poging tot sjans, maar een uiting van macht en dominantie. Een grijs gebied was er wat hen betreft dus niet. “Die stelligheid was een reactie op de victim precipitation theory die in de jaren vijftig in zwang was geraakt. Bij die theorie wordt er vooral gekeken naar hoe een slachtoffer van een misdrijf zich gedragen heeft: heb je bijvoorbeeld meer kans om verkracht te worden als je op een bepaalde manier loopt of praat. Door die benadering kwam de schuld voor een aanzienlijk deel bij het slachtoffer te liggen, het nodigde uit tot victim blaming. Feministen waren het daar niet mee eens, en wilden zich daar heel erg tegen afzetten.”

        Dat leidde tot de opvatting dat elke vorm van ongewenste toenadering in de publieke ruimte per definitie een vorm van seksisme is. In Frankrijk wordt deze manier van denken aangehouden bij voorlichting over straatintimidatie op middelbare scholen, vertelt Dekker. Aan de meisjes in de klas wordt verteld dat ze slachtoffer zijn van mannelijk machtsvertoon, de jongens wordt opgeroepen om vooral op te houden met die dominantie. Het is een duidelijke boodschap, maar hij ziet ook dat het bij leerlingen voor vervreemding kan zorgen.

        “Leerlingen op scholen in de voorsteden van Parijs zien die voorlichting bijvoorbeeld als iets elitairs, iets wat afkomstig is van hoogopgeleide, witte mensen uit de binnenstad,” legt hij uit. Culturele achtergrond en klasse spelen ook mee als het gaat om de vraag welk gedrag acceptabel is, wat het in de praktijk moeilijker maakt om een harde grens te bepalen.

        “Ik snap zo’n zwart-wit benadering vanuit activistisch oogpunt, want het gaat relativering van straatintimidatie tegen – mensen die “ach, het was maar een grapje” zeggen. Maar om bij mannen daadwerkelijk een gedragsverandering teweeg te brengen, moet je ze duidelijk maken dat er verschillende interpretaties mogelijk zijn. Je moet dat grijze gebied serieus nemen,” aldus Dekker.

        “Dat probeert bijvoorbeeld het team van Qpido, een stichting die voorlichting over seksualiteit en weerbaarheid organiseert in Amsterdam. Zij zeggen: voor een deel komt straatintimidatie voort uit mannelijke dominantie en vervelende intenties, maar een groot deel is het ook simpelweg sociale onhandigheid, zeker bij jongeren. Daarom geven zij bijvoorbeeld flirtles aan jongens en meisjes, om ze te leren hoe ze om een leuke manier contact kunnen leggen met anderen. Het is een compleet andere aanpak dan in Frankrijk, veel minder ideologisch. Maar als we door middel van educatie een cultuurverandering willen bewerkstelligen, is het belangrijk om bij te houden wat in de praktijk het beste werkt.”

        Als het om straatintimidatie gaat, lijkt het er dus op dat het grijze gebied zich uitstrekt tussen twee parallelle waarheden: de perceptie van het slachtoffer en de perceptie van de dader. De één voelt zich geïntimideerd en ongemakkelijk, de ander waant zich een ouderwetse casanova die met welgemeende complimentjes de levens van passerende vrouwen probeert op te vrolijken.

        Laan is het er mee eens dat zo’n verschil in perceptie kan bijdragen aan het ontstaan van grijze gebied. Ze voegt daar aan toe dat de manier waarop verreweg de meesten van ons seksueel gesocialiseerd zijn, ertoe leidt dat vrouwen vaker slachtoffer worden van seksuele intimidatie, terwijl de meeste plegers mannen zijn.

        “We worden allemaal opgevoed met het idee dat mannen van nature een onuitputtelijke zin in seks hebben, waardoor ze bijna wel de fout in moéten gaan”, aldus Laan. “Ik zie dat ook bij jonge, vaak hoogopgeleide vrouwen in mijn spreekkamer, die bij mij komen omdat ze pijnklachten hebben tijdens seks. Dat ze pijn krijgen, betekent dat ze dingen doen waar ze niet voldoende opgewonden voor zijn. Toch heerst bij hen heel sterk het idee dat ze hun mannelijke sekspartner hun zin moeten geven, of ze dat nou zelf willen of niet, vanuit een soort heilig ontzag voor de mannelijke seksuele drift. Het komt niet bij ze op om te zeggen ‘dit doet pijn, laten we iets anders doen’, nee, dat neuken moet gebeuren.”

        Voor vrouwen is seksualiteit gecompliceerd, zegt Laan. “In seksuele voorlichting wordt bij meiden vaak de nadruk gelegd op weerbaarheid, en op het voorkomen van zwangerschap en soa’s. Zo is het net of seks voor meiden veel gevaarlijker is dan voor jongens. En als je als vrouw openlijk seksueel bent, loop je het risico dat je een slet wordt gevonden, door zowel mannen als vrouwen.”

        “Tegelijkertijd zie je overal hoogst geseksualiseerde beelden van vrouwen, die juist heel veel plezier in seks lijken te hebben. In porno hoef je maar de grote teen van een vrouw aan te raken, of ze ligt al in extase. Die verwarring voel je als vrouw ook op straat: je hoort er mooi en vrouwelijk uit te zien, maar ook weer niet té, want dan verlies je het recht om het vervelend te vinden als je wordt nageroepen. We vinden dat vrouwen de hele tijd op de rem moeten trappen, terwijl mannen volop gas mogen geven.”

        Laan benadrukt dat de vrouwelijke en de mannelijke seksualiteit in feite juist helemaal niet zo van elkaar verschillen. “Maar zowel mannen als vrouwen hebben het beeld dat het wel zo is.”

        Een verschil in perceptie, oftewel het grijze gebied, maakt het lastig om straatintimidatie, en seksueel grensoverschrijdend gedrag in het algemeen, strafbaar te stellen. Volgens strafjurist Stéphanie Heinerman, die werkt als strategisch juridisch adviseur is bij Bureau Clara Wichmann, is ons strafrecht eigenlijk niet goed ingericht om met seksueel wangedrag om te gaan. “Wat volgens het recht strafbaar is, is veel nauwer en kleiner dan wat we als maatschappij als grensoverschrijdend beschouwen”.

        Dat komt onder andere omdat binnen het strafrecht de intentie van de pleger erg zwaar weegt. Als iemand niet de opzet heeft gehad om een misdrijf te begaan, is het al een stuk minder waarschijnlijk dat hij of zij strafbaar gedrag heeft vertoond. Seksueel wangedrag is al lastig te bewijzen, omdat het zich over het algemeen tussen twee personen afspeelt en er geen getuigen bij zijn, maar het wordt al helemaal moeilijk als een dader kan volhouden niet door te hebben gehad dat het slachtoffer er niet van gediend was.

        Heinerman noemt wetgeving ‘het sluitstuk van de maatschappij’. “Het hobbelt altijd een beetje achter maatschappelijke ontwikkelingen aan”, zegt ze. “En in het strafrecht ben je gebonden aan wat er in de wet staat.”

        “Voordat seksueel grensoverschrijdend gedrag strafbaar is, moet er sprake zijn van dwang, een overduidelijk machtsverschil, of het slachtoffer moet in een hulpeloze toestand hebben verkeerd”, legt Heinerman uit. “Dwang veronderstelt dat het slachtoffer zich moet hebben verzet, maar dat is niet per se een veelvoorkomende reactie van slachtoffers. Wat vaak voorkomt is dat een slachtoffer van grensoverschrijdend gedrag juist verstijft, vanuit een overlevingsimpuls.”

        Het is nu zo dat veel seksueel grensoverschrijdend gedrag zo vaak voorkomt, dat we het als normaal en daarom niet strafbaar zijn gaan beschouwen. “Betast worden in het uitgaansleven bijvoorbeeld; voor veel vrouwen hoort dat er gewoon een beetje bij. Terwijl het toch echt grensoverschrijdend gedrag is.”

        Wel ziet Heinerman dat er verandering op komst is, en dat er sinds de #MeToo-beweging binnen het strafrecht steeds meer oog komt voor de maatschappelijke veranderingen. Vorig jaar schreef de minister van Justitie en Veiligheid een brief aan de Kamer, met daarin het voornemen om het Wetboek van Strafrecht meer in lijn te brengen met de maatschappij. “Het voorstel is om bij seksuele misdrijven niet meer zozeer te kijken naar de opzet van de pleger, maar ook naar de wil van het slachtoffer. Dat zou een enorme verruiming betekenen van wat er strafbaar is, niet alleen qua fysiek seksueel overschrijdend gedrag, maar ook qua verbale en non-verbale intimidatie op straat en online.” Plegers zouden dus strafbaar zijn als ze hadden kunnen weten dat wat ze deden tegen de zin van de ander was – net zoals je ook strafbaar kan zijn wegens heling als je in de vroege ochtend op straat een fiets koopt voor tien euro.

        Laan denkt ook dat deze verandering in het Wetboek van Strafrecht wenselijk is. “Al krijg je natuurlijk wel het probleem van mannen die zeggen dat ze dan niet eens meer mogen flirten zonder een overtreding aan hun broek te krijgen. Dat vind ik een ontzettende bagatellisering van het probleem, trouwens, als je zo reageert wil je het gewoon niet begrijpen.”

        Voor Laan bestaat de weg naar minder seksuele problemen en grijze gebieden uit meer begrip en kennis. “Met de Stichting voor Seksueel Welzijn pleit ik voor het idee van seksuele gelijkwaardigheid. Er blijkt steeds meer uit wetenschappelijk onderzoek dat vrouwen en mannen in hun vermogen tot lustgevoelens, opwinding en klaarkomen helemaal niet veel van elkaar verschillen. Maar er is wel een verschil in hoe ze hun seksualiteit uitvoeren. Als seks alleen maar om penetratie draait, dan is het logisch dat vrouwen minder klaarkomen, en dat het voor hen dus minder leuk is. Maar we accepteren dat, omdat we denken dat het zo hoort.”

        Meer seksuele gelijkwaardigheid lost het probleem van seksuele intimidatie wellicht niet helemaal op, maar zou seks voor vrouwen in ieder geval een stuk minder gecompliceerd en bedreigend maken.”Ik vind het onzinnig idee dat je altijd maar moet benadrukken dat er voor mannen ook een voordeel is”, zegt Laan, “maar het is natuurlijk wel zo: als het voor vrouwen leuker wordt, is het dat voor mannen ongetwijfeld ook.”

        Bron: Vice.com >>

        #251990
        Luka
        Moderator
        Topic starter

          SARAH GETUIGT OVER SEKSUEEL GEWELD

          “ZE VROEGEN WAAROM IK ZO LANG HAD GEWACHT. ‘ALS HET ECHT ZO ERG WAS, GA JE TOCH METEEN NAAR DE POLITIE?’”

          Sarah* stond op het punt om af te studeren. Ze voelde zich onoverwinnelijk. Tot ze op de meest intieme manier werd gekwetst: op weg naar haar kot werd Sarah van haar fiets getrokken en verkracht. Lees hier haar verhaal.

          “Ik zat in mijn laatste jaar unief. Het was augustus. Ik had een tweede zit. Ik had heel juli aan mijn eindwerk gewerkt en nu kon ik het eindelijk afleveren. Ik fietste naar de faculteit om het in te dienen. Het was lekker warm weer en de terrassen zaten overvol. Er was een uitgelaten sfeer. Studenten liepen af en aan en er heerste een gezellige drukte. Ik voelde me onoverwinnelijk. Dat herinner ik me nog.

          Dat moment toen ik mijn eindwerk indiende was geweldig. Die twee herexamens die ik nog had, één ervan zelfs de volgende dag, zouden een makkie zijn. Ik fietste van de faculteit weer richting mijn kot. Dat was iets buiten de stad. Dat heb ik vaak vervloekt want ik moest altijd door weer en wind fietsen. Maar mijn nonkel had daar een studio en ik kon er tegen een spotprijsje intrekken. Als student zeg je dan geen nee.

          IK PASSEERDE HET SPORTCOMPLEX EN DOOK HET GROEN IN. IK KWAM ANDERE MENSEN TEGEN. JONGENS DIE VOETBALDEN, WANDELAARS. IK PASSEERDE EEN JONGEN DIE NAAST ZIJN FIETS OP HET GRAS ZAT. HIJ ZWAAIDE EN RIEP ‘HEY TIJGER, KOM JE ERBIJ ZITTEN?’ IK LACHTE EN WUIFDE TERUG, RIEP DAT IK NAAR HUIS MOEST, EN DAT HET VOOR EEN ANDERE KEER ZOU ZIJN.

          Niet veel later hoorde ik een fietser achter me. Ik reed wat naar rechts zodat hij gemakkelijk kon passeren. Maar niemand passeerde. Ik keek achterom en ik zag die jongen fietsen. Hij lachte en zei: ‘Dan rij ik toch met jou mee naar huis?’ Ik lachte, zei dat dat niet nodig was en wenste hem een fijne dag. Hij versnelde en kwam naast me rijden. Hij vroeg waarom ik niet wou dat hij meeging. Of ik een probleem met hem had. Of ik iemand thuis had zitten. De toon werd bitsiger. Hij probeerde me van het baantje te rijden. Ik maakte een inschattingsfout. Ik dacht, ik ben niet sneller dan hem. Laat ik hem gewoon van zijn fiets duwen. Ik strekte mijn arm, klaar om hem te duwen. Maar hij pakte mijn pols. Een seconde later lagen we allebei op de grond. Ik krabbelde recht, riep: ‘Klootzak, ben je gek geworden!’ Ik probeerde mijn fiets recht te zetten, het wiel was gedraaid. Het leek of heel mijn fiets stuk was, ik kreeg hem niet recht door mijn trillende handen.

          Ik voelde een por in mijn rug. ‘Wat ga je nu doen?’ werd er gelachen. Ik draaide me niet om. Ik bleef proberen mijn fiets recht te krijgen. Opnieuw een por. ‘Hey tijger.’ Ik siste dat hij me met rust moest laten. Ik kreeg weer een por, een stevige, en viel recht naar voor op mijn fiets. Mijn knie lag open, ik probeerde recht te komen. Maar hij trok me naast mijn fiets. Het ging heel snel. Zijn handen waren ineens overal. Ik lag op mijn buik. Ik kon geen kant uit. Ik had precies geen kracht meer in mijn lijf. Ik liet hem begaan. Het ging snel. Ik denk nog geen twee minuten. Terugkijkend was ik tot op ‘het moment’ nooit bang. Ik was geagiteerd. Het was een jongen van mijn leeftijd, zelfs jonger denk ik. Hoe kon dat fout gaan. Ik kon hem toch perfect terechtwijzen?

          IK DACHT DAT ALTIJD ALS ZOIETS JE OVERKWAM, JE EEN POWERBOOST KREEG. DAT JE EEN 100-DECIBELSTEM KRIJGT, OF JE EEN MMA-VECHTER WORDT. NIETS VAN. IK KON NIETS. IK DACHT NIETS. IK ZEI NIETS. HET GEBEURDE GEWOON.

          Ik herinner me hoe stil het was. Hij zei niets, maakte zelfs geen geluid. Ik hoorde vogeltjes fluiten. Ik rook het gras. Ik voelde de zon schijnen. Ik hoorde mensen naderen. Ik voelde dat hij stopte. Hij sprong op zijn fiets. Een jong koppel passeerde toen hij weg was. Ik sprong recht. Ze vroegen of het ging. Ik stamelde dat ik van mijn fiets was gevallen. Ze hebben nog naar mijn knie gekeken. De jongen heeft mijn stuur weer vastgezet.

          Ik ben naar mijn kot gereden. Ik ben in de douche gegaan, heb de wonde op mijn knie verzorgd. Ik heb mijn cursus gepakt en ben beginnen studeren voor mijn examen. Ik heb spaghetti gegeten. Ik heb me klaargemaakt en ben naar de stad gereden om iets te gaan drinken met mijn vriendin. Het was een gezellige avond. Ik heb gelachen, dat weet ik nog. De volgende dag legde ik een perfect examen af, zo voelde het toch.

          Het was pas daarna dat ik een klop kreeg. Mijn lijf trilde en ik kreeg het niet meer onder controle. Mijn vriendin kwam langs en zei nog lachend ‘zoveel heb je gisteren toch niet gedronken?’ Na aandringen, lang aandringen, kwam het verhaal er met horten en stoten uit. Fragmentarisch, ik heb niet alles gezegd. Ze was verbouwereerd, ze wist niet hoe te reageren. Ik vertelde het verhaal immers nuchter, met hier en daar een kwinkslag. Ik bleef terugkomen op mijn fiets die nog altijd stroef reed en dat ik hoopte dat ik geen nieuwe moest kopen.

          MIJN VRIENDIN ZEI DAT IK NAAR DE POLITIE MOEST GAAN. IK WOU NIET. IK ZEI DAT IK NOG MOEST STUDEREN VOOR MIJN EXAMEN TWEE DAGEN LATER.

          Ik studeerde me kapot. Ik negeerde de berichtjes die binnenkwamen. Ik legde een examen af, voldoende deze keer. Ik was afgestudeerd. Maar ik voelde me niet onoverwinnelijk. Niet meer. Medestudenten juichten, samenvattingen werden verscheurd. Ik stond er in een roes bij. Ik sprong terug op mijn fiets en dacht, komaan bijt een keer door. Je gaat naar de politie. Je hebt er nu tijd voor. Gewoon dat even afhandelen en dan is het voorbij.

          Ik kwam aan in het politiebureau. Ze voegen waarvoor ik kwam. Ik zei dat ik iets lastig had meegemaakt. ‘Toch geen moeilijk examen zeker?’ werd er gelachen. Ik lachte mee. Ik vertelde mijn verhaal, in bullet points, onsamenhangend. Ik wou er gewoon van af. Ik kon of wou niet antwoorden op andere vragen. Ik kon me de locatie niet meer herinneren. Ik kon enkel zeggen dat het een jongen was op een fiets en dat mijn fiets stuk was. Ik weet nog dat ik zei dat hij vriendelijk was. Ik kon geen andere details geven. Ze bleven dezelfde vragen stellen. Ik werd geagiteerd, kort. Het leek of we geen stap vooruit kwamen. Ze vroegen waarom ik zolang had gewacht. ‘Als het echt zo erg was, ga je toch meteen naar de politie?’ Nu was er geen bewijsmateriaal meer, als dat er al zou zijn, als er al iets strafbaar was gebeurd. De zaak zou moeilijk zijn, lieten ze verstaan.

          ‘WAT IS ER NU EIGENLIJK GEBEURD, JUFFROUW? WANT WE SNAPPEN JE VERHAAL NIET.’ IK DURFDE NIET BENOEMEN WAT ER WAS GEBEURD. IK HOOPTE DAT ZE TUSSEN DE REGELS ZOUDEN LEZEN. IK KREEG HET WOORD ‘VERKRACHT’ NIET OVER MIJN LIPPEN.

          Maar ze lazen niet tussen de regels. Misschien konden ze het niet. Niet met de info die ik gaf. Ik haalde mijn schouders op. Ik zei dat het niets was. Ik ging naar buiten. Ik heb me niet meer onoverwinnelijk gevoeld sindsdien. Dat besef ik nu.

          We zijn nu enkele jaren later. Ik moet altijd lachen als ik in de magazines artikels lees over verkrachtingen of seksueel geweld. Over hoe sterk de slachtoffers zijn, hoe ze de gruwel hebben overleefd. Dat is wel zo, waarschijnlijk. Ik dacht twee jaar na datum ook dat ik best een sterke griet was. Ik had het toch maar even geflikt: afgestudeerd, zonder enige vertraging me op de arbeidsmarkt gegooid, een job gevonden, een goeie, en ook nog eens een lief gevonden. Volgens de magazines ben je dan een survivor.

          Ik heb even in die roes kunnen leven. Me overtuigd dat ik oké was. Dat ik het had geplaatst. Dat ik vanaf nu alleen maar vooruit ging kijken en vooral voluit ging leven. Zonder dat iemand me ooit nog ging beperken. De eerlijkheid en de realiteit hebben me ingehaald, vijf jaar later. De buitenwereld ziet me nog steeds als een lachebek, iemand die ervoor gaat, die altijd wel een avontuur beleeft. Maar als ik eerlijk ben, heeft die jongen me nog steeds in zijn macht.

          Ik loop niet meer zo zorgeloos rond. Dat merk ik aan kleine dingen. De auto meteen vergrendelen als ik instap. Perfect weten wie met me mee afstapt van de trein. Geen oortjes gebruiken als ik fiets om alle omgevingsgeluiden toch maar te kunnen detecteren. Oversteken als ik een luide groep jongens zie afkomen. Op zich zijn dat dingen die niet al te erg zijn. Maar het kruipt ook verder.

          IK BEN GEREMD IN SOCIALE CONTACTEN. IK HAP NAAR ADEM ALS IK MET EEN VREEMDE ALLEEN IN DE LIFT MOET STAPPEN.

          Die nieuwe ontmoetingen met collega’s van een ander kantoor, verschrikkelijk. Onnozel geflirt op café? Daar draait nu mijn maag van om. Ik merk dat mijn favoriet seizoen zelfs is veranderd. Vroeger was het de zomer, hands down. Dat heeft nu een zure smaak. Ik kies nu voor de herfst. Ik haat het wanneer het warmer wordt en de winkels volhangen met kleedjes en andere zomerspullen. Die draag ik al lang niet meer. Al jaren niet. Ook al weet mijn verstand dat het niet uitmaakte of ik een rok of een broek had gedragen, het was toch gebeurd. Ik ben bang geworden van mijn eigen lijf, van mijn eigen vrouwelijkheid.

          Dan kan je jezelf niet meer wijsmaken dat je oké bent. Ik ben in therapie. Ik haat het dat ik elke week 80 euro moet uitgeven voor iets waar ik geen schuld aan heb. Ik haat het dat ik mijn verhaal elke keer opnieuw moet doen. Ook al is het om me te helpen. Ik ben het beu gehoord. Ik wil verder. En het lukt me niet. Ik voel me voor de zoveelste keer gestraft als ik bij de psycholoog binnenkom en ze me zegt dat we nog een lange weg te gaan hebben. Het voelt als emmers water naar zee brengen. Het voelt alsof ik continu minuten aan kostbaar leven voel wegstromen.

          Ik voel geen woede naar hem. Dat heb ik eigenlijk nooit gevoeld, hoe vreemd dit ook klinkt. Ik was op de verkeerde plek op het verkeerde moment. Een nuchtere analyse. Ik heb soms mijn verhaal verteld. Dat doe ik nu niet meer, buiten nu omdat het anoniem is. Ik kreeg die enkele keren meteen de reactie dat het een schande was dat ik geen klacht had ingediend. Dat er waarschijnlijk anderen na mij zijn geweest enkel en alleen omdat ik de ballen niet had om aangifte te doen. Dat was een slag onder de gordel, maar bevestigde de woede die ik voor mezelf voelde. Die lafbek die ik was.

          HET HEEFT DRIE JAAR AAN INTENSIEVE GESPREKKEN GEKOST OM ME NIET SCHULDIG TE VOELEN OVER HET FEIT DAT IK GEEN AANGIFTE DEED. HIJ IS VERKEERD, IK NIET, EN TOCH. ELKE KEER ALS IK EEN VERHAAL LEES, DENK IK ‘IK HOOP DAT HET NIET DOOR MIJ KOMT’.

          Ik voel geen woede naar de politie. Ik geloof oprecht dat ze wilden luisteren en helpen. Maar ze de tools niet hadden. Mijn verhaal was niet gemakkelijk om gehoord te worden. Mijn therapeut wordt daar gek van. Ook hier zit de fout niet bij mij. Mijn verhaal mag nog zo onsamenhangend zijn. Het moet gehoord worden en opgevolgd worden.

          Ik voel niet meer de noodzaak om toch nog een klacht in te dienen, hoewel ik de dingen nu beter kan vertellen. Ze vinden hem toch niet meer. Ik heb ook het gevoel dat het mij niet verder gaat helpen. Ik bewandel nu de weg van de therapie, om het te kunnen plaatsen, om voort te kunnen gaan, om wie weet ooit nog eens onbezorgd te fietsen, maar altijd zonder oortjes.”

          *De naam van de getuige werd gewijzigd om haar privacy te respecteren.

          Bron: Amnesty.be >>

          #252283
          Luka
          Moderator
          Topic starter

            ’Achteraf gezien heeft hij mij meerdere malen verkracht’

            In de VROUW-rubriek Tussen de lakens vertellen vrouwen over hun seksleven. Dit verhaal komt van Sharon (29). Ze heeft een tijdje een relatie met een man gehad, die het alleen lekker vond als ze tegenstribbelde. „Mijn nee wond hem op. Achteraf gezien heeft hij mij gewoon meerdere malen binnen onze relatie verkracht.”

            „Max was qua looks helemaal mijn type. Groot, sterk, wat langer gitzwart haar, mooie donkere ogen, zes jaar ouder. Echt zo’n man waar je je veilig bij zou moeten voelen. Dat straalde hij uit, maar het tegendeel bleek waar. Onze relatie begon wel oké en ik was toen ook nog zo verliefd op hem dat ik sommige ietwat merkwaardige zaken voor lief nam. Zo was zijn wil wet en bepaalde hij echt alles. Maar dat maakte me niets uit, zolang we maar samen waren.”

            „Max was qua looks helemaal mijn type. Groot, sterk, wat langer gitzwart haar, mooie donkere ogen, zes jaar ouder. Echt zo’n man waar je je veilig bij zou moeten voelen. Dat straalde hij uit, maar het tegendeel bleek waar. Onze relatie begon wel oké en ik was toen ook nog zo verliefd op hem dat ik sommige ietwat merkwaardige zaken voor lief nam. Zo was zijn wil wet en bepaalde hij echt alles. Maar dat maakte me niets uit, zolang we maar samen waren.”

            Hardhandig
            „Hij was in bed heel dominant en ook wel wat hardhandig. Ik was wel wat gewend tussen de lakens, dus ook daar maakte ik me niet direct druk om. Het was ergens ook wel opwindend. En bovendien; in het begin van een nieuwe relatie is het altijd een beetje aftasten, ook in bed. We zouden elkaar vast wel vinden. Als ik iets niet prettig vond, probeerde ik hem subtiel de juiste richting op te sturen. Al had hij daar geen oren naar.”

            „We waren een half jaar bij elkaar toen ik tot mijn spijt moest constateren dat we in bed gewoon niet de beste match waren. Hij kon niet op een tedere manier seks met mij hebben. Het moest altijd heftig, altijd ruig. Hij dronk ook veel, wat zijn weerslag op ons seksleven had. Als er een borrel in zat, dan was hij niet te houden. Vaak dronk ik ook maar een wijntje extra om in dezelfde stemming te komen. Het is regelmatig voorgekomen dat ik zo tipsy was, dat ik de volgende ochtend amper nog wist wat we nou precies gedaan hadden.”

            Kanker
            „En toen werd mijn moeder ziek. Ze bleek een ongeneeslijke vorm van kanker te hebben en ging heel snel achteruit. Ik wilde zo veel mogelijk met en van haar genieten en bij haar zijn. Naar seks met Max stond mijn hoofd totaal niet; ik was zo verdrietig. Hij vond dat ik niet zo moest zeuren; seks zou me juist laten ontspannen. Hoe harder ik ’nee’ zei, hoe meer hij aandrong. Mijn ’nee’ wond hem gewoon op.”

            „Ik heb meerdere keren seks met Max gehad terwijl ik heel duidelijk had aangegeven dat ik het echt niet wilde. Hij dwong me. Ik liet het gebeuren, om een enorme scène te voorkomen. Als ik zou blijven volhouden, zouden we knallende ruzie krijgen en dat kon ik er echt niet bij hebben. Daar had ik de energie niet voor. Ik heb hem een paar keer in tranen zijn gang laten gaan. Hij had totaal geen oog voor mij. Hij had maar één doel: klaarkomen.”

            Uitgemaakt
            „Zodra hij zijn zaad kwijt was, viel hij in slaap. De volgende ochtend vroeg hij of ik het ook lekker had gevonden. Ik was inmiddels zo murw geworden, dat ik alleen maar knikte. Tijdens mijn moeders laatste weken heb ik het uitgemaakt met Max. Ik kon het niet langer opbrengen. Mijn liefde voor hem was compleet verdwenen door hoe hij met mij omging. Ik wilde me kunnen focussen op mijn moeder. Hij werd woest toen ik de relatie verbrak en bazuinde rond dat ik verschrikkelijk ben in bed.”

            „We zijn inmiddels drie jaar verder en ik heb een heel leuke en fijne vriend met wie ik het in bed perfect heb. Soms knuffelen we alleen maar of we liggen naakt tegen elkaar aan; de daad is niet ons hoogste doel. Alles is zo anders. Ik heb mijn nieuwe vriend verteld over Max en wat hij met mij deed. ’Dat is gewoon verkrachting!’, riep hij geschokt. Zo had ik er nog niet naar gekeken, maar hij heeft wel gelijk. Ik ben gedwongen tot seks. En daar is inderdaad maar één woord voor…”

            Aangifte
            „Ik vind het nog steeds lastig het te bestempelen als verkrachting, merk ik. Ik was er toch zelf bij? Ik heb het toch uiteindelijk toegestaan? Ik had het ook kunnen uitmaken en kunnen weglopen. Maar Max had mij op zo’n manier in zijn greep en ik zat ook in zo’n lastige persoonlijke situatie, dat ik dat niet deed. Maakt hem dat dan minder schuldig? Eigenlijk niet. Ik zou aangifte kunnen doen, maar dat doe ik niet. Ik kan het toch niet bewijzen en het is mijn woord tegen het zijne. Ik wil door en niets meer met Max te maken hebben. Maar het is natuurlijk van de zotte dat zulke kerels hier mee wegkomen. En misschien doet Max dit ook bij andere vrouwen…”

            Bron: de Telegraaf >> 

            #252374
            Mark
            Moderator

              Seksuele intimidatie op de werkvloer? Dit kun je ertegen doen


              © GETTY

              Ineens legt je baas een hand op je been of net iets te laag in je rug. Of je collega noemt jou consequent ‘die lekkere blonde.’ Seksuele intimidatie op de werkvloer komt nog altijd regelmatig voor: 1 op de 13 Nederlanders krijgt ermee te maken. Wat kan je in zo’n geval het beste doen?

              Als Danielle 14 jaar oud is krijgt zij een bijbaantje bij een opticien. Alles lijkt goed te gaan, tot haar baas haar vraagt mee te helpen bij een andere zaak die te kampen heeft met een personeelstekort. Nietsvermoedend gaat zij aan de slag bij de opticien, een man van middelbare leeftijd. “Het was rustig en ik vroeg of ik iets kon doen. Hij zei: ‘Ja dat kan wel, maar dat wordt dan na werktijd’.” Danielle vindt deze opmerking wel vreemd, maar besluit hem verder te negeren. Tot de opticien voorstelt om haar ogen op te meten, aangezien het toch heel rustig is in de winkel.

              ‘Ik was 14 en durfde niet tegen hem in te gaan’

              Ze gaat met hem mee in het daarvoor bedoelde kamertje en hij draait de deur op slot. “Ik was 14 en durfde niet tegen hem in te gaan. Hij legde een hand op mijn been en die kroop steeds verder omhoog.” Danielle slaat zijn hand weg, weet het slot open te krijgen en rent het kamertje uit. Als ze weer in de winkel staat, begint ze hard te huilen. Ze vertelt aan klanten die op dat moment de winkel in komen lopen dat ze ziek is. Zij vragen de opticien om haar naar huis te sturen. “Ik heb het thuis meteen aan mijn ouders verteld. Die hebben contact opgenomen met de manager van mijn eigen filiaal. Er zijn toen vervolgstappen genomen en er is een onderzoek geweest waar ik niet veel mee te maken heb gehad.”

              Goed gehandeld
              Danielle – nu 32 – heeft vandaag de dag geen last meer van dit incident, maar nu zij zelf kinderen heeft, kijkt zij er vol walging op terug. “Ik voel me er op zich prima over. Ik heb geen blijvende schade opgelopen. Ik kon nog helder nadenken en een ontsnappingsplan bedenken. Maar als ik er nu op terugkijk, denk ik: hoe vies dat je zoiets bij een 14-jarige doet, als je zelf dik in de veertig bent.” Ze is wel tevreden met hoe er destijds gehandeld is. “Mijn werkgever is er goed achteraan gegaan en de opticien in kwestie is ontslagen.” Ze is achteraf blij dat ze zelf ook direct actie heeft ondernomen. “Vertel het aan een vertrouwenspersoon of je familie. Ga het vooral niet bij jezelf zoeken of jezelf de schuld geven.”

              Arbeidsrecht advocaat Mirjam Decoz bevestigt hoe belangrijk het is om je uit te spreken als je te maken krijgt met seksuele intimidatie op de werkvloer. Decoz heeft zich gespecialiseerd in zaken waarin integriteit of ongewenste omgangsvormen aan de orde zijn. Ze staat niet alleen werknemers bij in de klachtprocedure, maar adviseert ook werkgevers bij het opstellen en implementeren van een beleid op dit gebied en is voorzitter van klachtencommissies bij meerdere bedrijven. Wij vroegen haar naar concrete stappen die je kan nemen als je te maken krijgt met seksuele intimidatie op de werkvloer.

              Wat is seksuele intimidatie?
              Een van de obstakels die zich daarbij voordoen, is dat het soms moeilijk te bepalen is waar de grens ligt. Gaat die hand op jouw bovenbeen of die ene opmerking al te ver? Soms kan het heel duidelijk zijn, maar vaak is het een glijdende schaal. Grapjes en complimenten kunnen snel omslaan in grensoverschrijdend gedrag. Volgens Decoz is seksuele intimidatie omschreven in de wet als ‘gedrag met een seksuele connotatie’. “Een arm om een collega slaan die net zijn moeder is verloren, kan troostend bedoeld zijn. Maar een gemiddeld mens weet goed het verschil te merken tussen die troostende arm en een met een andere intentie.”

              Een ander element van de definitie is dat je door gedrag in je waardigheid wordt aangetast, omdat het gedrag vernederend of kwetsend is. Hierdoor voel je je namelijk onveilig in je werkomgeving.

              ‘Je komt terecht in een tosti-ijzer: je zit aan twee kanten klem’

              Als jij bijvoorbeeld wordt aangeduid als ‘die ene met de lange benen’, kan dit een vorm van seksuele intimidatie zijn, zo stelt Decoz. “Als er zo over jou gesproken wordt, word je aangetast in je waardigheid. Dit kan komen door zowel opmerkingen of fysieke gebaren als blikken. Er zijn verschillende uitingsvorming.” Het kan helpen om met vrienden of andere dierbaren over jouw ervaringen te praten. Zo voel je je gehoord en kan je peilen of er inderdaad raar gedrag heeft plaatsgevonden. “Zorg goed voor jezelf en wees je bewust van het feit dat jij bepaald gedrag niet prettig vindt”, adviseert Decoz. “Bespreek het met je partner, familie of vrienden zodat ze je kunnen helpen bepalen wat is normaal is en wat niet.”

              Het is belangrijk om te zorgen dat je steun hebt, hoe ingewikkeld dit ook kan zijn. Volgens Decoz durven veel mensen bijvoorbeeld niet aan hun partner te vertellen wat hen overkomt op werk omdat een partner vanuit emoties kan reageren. “Een partner kan bijvoorbeeld boos reageren dat mensen van zijn vrouw af moeten blijven.” Dit is niet altijd de reactie waar je op zit te wachten als jou iets naars is overkomen. “Een vrouw komt dan in een tosti-ijzer terecht: op je werk zit je klem en thuis kan je niet je ei kwijt.” Uiteraard geldt dat voor mannen die met seksuele intimidatie op hun werk te maken krijgen precies hetzelfde.

              Zelfzorg
              Naast het zoeken van steun, is het belangrijk dat je eventueel bewijs veiligstelt. Advocaat Decoz raadt aan om zoveel mogelijk bij te houden wat jou overkomt en dit ook aan anderen te communiceren. “Als er appjes zijn, bewaar die dan en gooi ze niet weg. Dit kan namelijk bewijs zijn.” Zorg ook dat je niet alleen mensen vertelt wat jou overkomt, maar zorg voor schriftelijk bewijs. “Schrijf zo snel mogelijk op wat jou overkomt in de vorm van een dagboek. Hou bij wat jou precies overkwam en op welke datum dit gebeurde. Je kan het ook appen aan een vriend of vriendin.” Herinneringen vervagen en met goede notities blijven details helder. “Het is een vorm van zelfzorg, want als je bewijs weggooit sta je 1-0 achter”, zo stelt Decoz. “Vaak zijn collega’s wel bereid te verklaren in een klachtonderzoek, maar dan ben je afhankelijk van iemand anders.”

              Waar kan je terecht
              Het tijdig aanpakken van ongewenst gedrag kan verdere escalatie voorkomen. Als het niet te ernstig is, kan gewoon aanspreken een uitstekend middel zijn. “Dat kan met een knipoog. Zeg bijvoorbeeld: lees jij het beleid er nog maar eens even op na”, aldus Decoz. Weet jij niet goed hoe je iemand het beste kan aanspreken? “De vertrouwenspersoon op je werk kan je tips en tricks meegeven om zelf iets op te lossen. Ook kan zo iemand functioneren als een filter en je behouden voor te grote stappen. Of juist andersom: wat zit jij klem, laten we kijken wat er mogelijk is.”

              Mocht jouw werkgever om welke reden dan ook geen degelijk vertrouwenspersoon hebben, valt hier omheen te werken. “Het is mogelijk om via een arbodienst een abonnement af te sluiten bij een vertrouwenspersoon”, adviseert Decoz. “Je hoeft alleen te betalen als je diegene ook daadwerkelijk nodig hebt. De kans zit er dik in dat je werkgever dat wil doen: zij hebben namelijk ook baat bij een goede klachtafwikkeling. Geef je werkgever de kans om het intern op te lossen.” Hier kan je alles lezen over hoe een vertrouwenspersoon je kan helpen.

              Kan je blijven?
              Kan je na het indienen van een klacht over seksuele intimidatie bij je werkgever blijven? “Als je gelijk hebt gekregen, zou je gewoon je baan moeten kunnen houden”, legt Decoz uit. Maar in de praktijk blijken de arbeidsverhoudingen daarna vaak verstoord te zijn. In twee derde van de klachten die zij behandelt, loopt het uit op een beëindiging van de arbeidsrelatie.

              En als voorzitter van klachtencommissies merkt zij goed hoe veel stress zo’n onderzoek veroorzaakt. “Ook na het indienen van een klacht denkt een slachtoffer: ‘Nou sorry, maar bij dit bedrijf wil ik niet meer werken’.” Decoz is van mening dat er momenteel nog te weinig wetgeving is die een klachtenonderzoek in goede banen leidt. Dan wordt het bijvoorbeeld onzorgvuldig of niet grondig genoeg aangepakt, waardoor niet alle feiten boven water komen. Terwijl het juist zo belangrijk is dat een slachtoffer zich serieus genomen voelt. “Je moet zorgen dat diegene zich gesteund en geholpen voelt, zodat hij of zij kan aanblijven.”

              Verlaagde drempel
              Een goede vertrouwenspersoon en een strak georganiseerde klachtenregeling kunnen de drempel voor vrouwen en mannen om zich uit te spreken, verlagen. Je weet dan als werknemer dat je melding of klacht serieus wordt genomen en het werkt bovendien preventief. Ook na de opkomst van de #MeToo-beweging in 2017 blijft het namelijk knap lastig om een melding te maken van seksueel overschrijdend gedrag. En bij lang niet iedereen loopt het zo goed af als bij Danielle. Ondanks dat zij tevreden is met hoe haar klacht behandeld is, heeft het incident zijn sporen achtergelaten. “Ik durfde een tijd niet alleen te zijn met volwassen mannen. Wanneer ik alleen was met iemands vader dacht ik al snel: oei, hij zou toch geen rare dingen doen.”

              Ook een klein incident kan een grote impact hebben. Maar je machteloos voelen, hoeft niet: zoek steun, verzamel bewijs, maak het bespreekbaar en praat zo nodig met een vertrouwenspersoon. Dan weet ook een dader dat zijn of haar blikken, opmerkingen of handtastelijkheden echt te ver gaan en dat je bereid bent om voor jezelf op te komen.

              Bron: evajinek.nl

              #252407
              Mark
              Moderator

                Suzanne (31) werd jarenlang misbruikt door haar vader: ‘Wat heeft die man een schade aangericht’

                Suzanne (foto) zag haar vader vorige maand voor het eerst in acht jaar terug, in de rechtszaal in Dordrecht. Hij is veroordeeld voor ontucht met zijn (toen) minderjarige dochter. © Shody Careman

                Vanaf haar negende werd Suzanne* (31) seksueel misbruikt door haar vader. Hij is veroordeeld tot drie jaar cel. De psychische schade verwoestte haar leven, maar Suzanne zette zichzelf terug op de rails. ,,Als ik straks oud en krakkemikkig ben, wil ik niet terugkijken op m’n leven en denken: joh, wat heb ik het verkloot.’’

                Acht jaar na hun contactbreuk waren Suzanne en haar vader in juni voor het eerst weer samen in een ruimte, in de rechtszaal in Dordrecht. De Heerjansdammer zat in het verdachtenbankje, zijn dochter op de publieke tribune. ,,Het was raar om hem na al die tijd weer te zien’’, vertelt ze nadien vanuit haar huiskamer in haar huidige woonplaats Wageningen.

                Lees dit premium-artikel verder op ad.nl of als lid van LSG in het ledendeel.

                #252636
                Luka
                Moderator
                Topic starter

                  Bevroren kun je niet terugvechten: over hoe 70% bevriest bij seksueel misbruik

                  Wanneer iemand #MeToo zegt, weet bijna iedereen gelijk waarover het gaat. De slogan ‘Me Too’ werd in 2017 wereldberoemd, nadat talloze slachtoffers van seksueel misbruik de hashtag gebruikten om hun ervaringen te delen. Dit is inmiddels drie jaar geleden en nog steeds lijkt het onderwerp een taboe te zijn.

                  Zo laat het inmiddels opgeheven Instagram-account @abusers_nl zien hoe slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag hier vaak stil over bleven. Vragen als ‘Wat zouden mensen over mij denken?’ en ‘Wat als ik niet geloofd zou worden?’ zorgen ervoor dat velen liever zwijgen dan spreken.

                  Dit Instagram-account wilde een veilige plek vormen waar de verzwegen verhalen wel worden geloofd. Het zorgde voor veel ophef, wat in mijn ogen maar al te goed illustreert waarom het zo lastig is om erover te praten.

                  Stigma en ongeloof omtrent seksueel misbruik
                  Op @abusers_nl werden verhalen gedeeld van mensen die zeggen slachtoffer te zijn geweest van seksueel misbruik. Inmiddels is het account uit de lucht, omdat de oprichter door de vele bedreigingen zich niet veilig voelde om hiermee door te gaan. In een artikel van VICE vertelt de oprichter het account te zijn gestart, om een veilige plek te creëren voor slachtoffers waar ze wel geloofd worden.

                  Binnen een week tijd kreeg het account 12.000 volgers en stroomden de ervaringen van slachtoffers binnen. Vervolgens plaatste @abusers_nl de verhalen op de Instagram-pagina. Ik vind het mooi om te lezen dat verhalen die lang waren verzwegen dankzij het account toch naar buiten worden gebracht. Wat me echter opvalt is dat slachtoffers hun verhaal alleen in anonimiteit kwijt durven.

                  De voorkeur om anoniem te blijven is niet zonder reden. OneWorld kopt in een vergelijkbaar artikel over het beladen Instagram-account de titel ‘Slachtoffers van seksueel misbruik zijn nergens veilig’. Slachtoffers kunnen rekenen op ongeloof en stigma: mensen die in reguliere media met naam hun verhaal doen, ontvangen dikwijls negatieve reacties.

                  Naast dat er veel ongeloof is doordat er vaak een gebrek aan bewijs is, is er ook sprake van stigmatisering van slachtofferschap. Een slachtoffer van seksueel misbruik wordt gauw als ‘beschadigd’ of ‘getraumatiseerd’ bestempeld.

                  Let’s Talk About Yes
                  Terwijl ik dit schrijf moet ik bekennen dat die stigmatisering mij er ook lang van heeft weerhouden om mijn eigen ervaring met seksueel grensoverschrijdend gedrag te delen. Ik snap eigenlijk heel goed waarom mensen alleen in anonimiteit hun verhaal durven te delen. Ikzelf voelde en voel nog steeds schaamte voor wat mij is overkomen. Alsof ik een zwak persoon ben, die dit zomaar heeft laten gebeuren. Terwijl ik mezelf juist als een sterk en autonoom wezen zie. De campagne van Amnesty International liet me echter op een andere manier naar mijn ervaring kijken.

                  De #LetsTalkAboutYes campagne van Amnesty International is geïnitieerd om de huidige Nederlandse wet te veranderen. Volgens de Nederlandse wet is er namelijk pas sprake van verkrachting als er geweld of dwang is. Een nieuw wetsvoorstel van Minister Grapperhaus maakt seks zonder instemming wél strafbaar, maar in mindere mate en noemt het geen verkrachting: hij noemt dit seks tegen de wil. Een onderscheid maken tussen seks tegen de wil en verkrachting doet geen recht aan het slachtoffer, vindt Amnesty International.

                  Het overgrote deel van Nederland is het hiermee eens. Uit nieuw onderzoek door I&O Research blijkt dat ruim 76% van de Nederlandse bevolking vindt dat seks zonder instemming ook verkrachting is. De huidige wet geeft het gevoel: ‘Het valt wel mee, het was maar seks tegen de wil’, aldus een slachtoffer van verkrachting.

                  Sterker nog, het schijnt dat 70 procent van de slachtoffers bevriest uit angst volgens het rapport van I&O Research. Naast een mogelijke flight or fight response blijkt dus de meerderheid een freezing response te hebben. Bevroren kun je niet terugvechten. Dit maakt de verkrachtingswet van Grapperhaus schrijnend en doet geen recht aan slachtoffers van seksueel misbruik.

                  De relatie met mijn lijf na seksueel misbruik
                  Toen ik las dat 70 procent van de slachtoffers bevriest uit angst, vielen voor mij de puzzelstukjes op hun plaats. Ik heb heel lang gedacht dat ik iets had kunnen doen, me ertegen had moeten verzetten. Echter, ik kon niks anders dan bevriezen en het maar laten gebeuren. Dit maakt mij niet zwak, dit maakt mij menselijk. Het is een menselijke reactie om uit angst te verstijven wanneer zoiets je overkomt.

                  Dit heeft voor mij de drempel verlaagd om er niet langer over te zwijgen. Lange tijd heb ik er nooit wat over gezegd en het seksuele misbruik verkleind in mijn hoofd. Ik geloofde namelijk zelf haast niet dat dit was gebeurd, vooral omdat het een goede vriend was. Ik maakte er een ander verhaal van, om het van me af te kunnen zetten. Maar ik merk dat ik hiermee mezelf tekort heb gedaan.

                  Het heeft veel impact op mijn eigen relatie met intimiteit gemaakt. Ik werk nog steeds aan het herstellen van de relatie met mijn lijf. Ik had moeite met mezelf open te stellen naar andere mensen. Intimiteit toe te staan tussen lichamen. Ik zag het als iets verkeerd, want wat er met me gebeurd is was fout.

                  Op het moment heb ik dan wellicht geen duidelijke ‘nee’ gegeven, maar mijn stilte door bevriezing was zeker geen ‘ja’. Nu weet ik dat ik me er niet voor hoef te schamen en dat het niet mijn schuld was. Zoals de campagne van Amnesty International laat zien, ga je op zo’n moment in overlevingsstand.

                  Wat kun jij doen bij seksueel misbruik?
                  Met enige twijfel om dit artikel te publiceren, weegt de urgentie van mijn boodschap toch zwaarder. Ergens ben ik nog steeds bang voor wat anderen van mij zullen denken. Het gaat echter niet om mijn verhaal: het gaat erom dat álle verhalen gehoord worden en dat elke grens die wordt overschreden er één te veel is. Met mijn openheid probeer ik schaamte en stigmatisering tegen te gaan.

                  Ik wil geen medelijden of als ‘beschadigd’ worden bestempeld. Mijn wens is dat mensen gaan leren van de verhalen die worden verteld en dat de bevragingscultuur omgezet wordt naar een luistercultuur. Ik hoop dat reacties als ‘Wat had je aan?’, ‘Wat heb jij zelf gedaan op dat moment?’ en ‘Kan je het bewijzen?’ veranderen in reacties als ‘Je hoeft je niet te schamen’, ‘Het is niet jouw schuld’ en ‘Ik zie en geloof je’.

                  Uiteraard wil ik niet ontkennen dat het lastig blijft om over zoiets persoonlijks en pijnlijks te spreken. Ik bewonder het Instagram-account @abusers_nl en de mensen die via de hashtag ‘MeToo’ hun verhaal hebben verteld. Ik wens elk slachtoffer van seksueel misbruik toe een veilige kring te vinden, waarin ze hun ervaring kunnen delen. Het is al verdrietig genoeg om slachtoffer te zijn, laten we het alsjeblieft niet nog zwaarder maken door ongeloof en stigma. In plaats daarvan open het gesprek, bied een luisterend oor en neem elk verhaal serieus.

                  Nu je toch de tijd hebt genomen voor het lezen van mijn artikel, zou je dan ook een moment willen nemen om een kaartje naar Minister Grapperhaus te sturen? Via deze link kun je een oproep doen aan de minister om de verkrachtingswet aan te passen.

                  Hieronder heb ik mijn ervaring van me afgeschreven door middel van poëzie en vervolgens in beeld gebracht.

                  Bron: Commen >>

                  #252637
                  Luka
                  Moderator
                  Topic starter

                    Hoe ik in bed belandde met m’n behandelaar

                    “Of ik spijt heb? Ja en nee. Ik heb spijt dat ik mezelf heb pijn gedaan door mee te gaan in mijn eigen borderline-gedrag. Aan de andere kant was ik natuurlijk helemaal niet in orde toen ik op de psychiatrische afdeling binnenkwam. Hij, als hulpverlener, had de taak om mij op dat moment tegen mijn eigen destructieve gedrag te beschermen, en dat heeft hij niet gedaan.”

                    Borderline-flirtgedrag: zo vervagen grenzen
                    Vrij vertaald staat borderline voor ‘grenssloper’. Mensen die met de persoonlijkheidsstoornis gediagnosticeerd zijn bewegen zich als geen ander tussen sociale grenzen. Het ene moment zijn ze ongekend charmant en trekken daarmee iedereen aan, terwijl ze het volgende moment van niets of niemand wat willen horen en enkel bezig zijn met afstoten.

                    Dit is niet alleen verwarrend voor de persoon zelf, maar ook voor de omgeving, helemaal wanneer het op intieme relaties aankomt. Niemand weet de spelregels van liefde precies en wanneer je tien mensen op straat vraagt naar hun manier van flirten krijg je tien verschillende antwoorden terug. De situatie wordt nog een stuk complexer wanneer het proces van elkaar verleiden, plagende grapjes maken en sexy zijn zich op de werkvloer afspeelt.

                    Die chaos is compleet wanneer het flirten niet plaatsvindt tussen collega’s, maar tussen een cliënt en een hulpverlener. Voeg de drie samen – iemand met borderline, flirten en een medisch professional – en je komt in een gebied met meer dan vijftig tinten grijs terecht, waarbij niemand meer weet wat de grenzen zijn.

                    Precies dit overkwam Sterre*, die een kortstondige romance beleefde met Kevin*, een psychiatrisch verpleegkundige. Een openhartig gesprek over de ‘borderline-flirtmodus’, grenzen die overtreden worden, spijt en hoe hulpverleners dit kunnen voorkomen.

                    Normaal leven
                    ‘Ik wil niet zeggen dat ik tijdens mijn lange relatie, die vijf jaar duurde, echt gelukkig was, maar ik had wel een normaal leven’, steekt Sterre van wal. ‘Op mijn zeventiende had ik bijvoorbeeld voor de eerste keer een depressie en op mijn twintigste werd ik daarnaast met Borderline Persoonlijkheidsstoornis gediagnosticeerd. Na het verbreken van de relatie raakte ik wederom depressief.’

                    ‘De meeste borderliners zijn extreem bang om verlaten te worden, en zo ook ik. Tijdens de relatie was ik altijd al extreem bang om verlaten te worden en dat was nu dus werkelijkheid geworden. Hierdoor ging ik ‘loco’ en werd ik in de periode na de break-up enorm met mezelf geconfronteerd.’

                    Op de achtergrond had Sterre altijd al door dat er een donkere kant in haar schuilde, maar dankzij de ingrijpende gebeurtenissen traden deze naar de voorgrond. ‘Ik voelde de hele tijd neigingen tot zelfbeschadiging, en het lukte me op een gegeven moment niet meer om die te onderdrukken. Het voelde alsof ik op een muur afgleed, en niet kon stoppen.’

                    Over de precieze omstandigheden kunnen we geen uitspraken doen, maar Sterre kwam terecht op de afgesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis. Hier leerde ze de twaalf jaar oudere verpleegkundige Kevin kennen. Hij zag er net als zij jonger uit dan ‘ie eigenlijk is, had donker haar en bijkleurende ogen. Hij was aantrekkelijk.

                    ‘Ik kon er niets aan doen. Ik ging automatisch over in wat ik achteraf herken als de ‘borderline-flirtmodus’. Op dat moment ben ik ineens heel grappig, durf ik allemaal grappen te maken die ik normaal nooit maak en ben ik heel sociaal en gezellig, maar ook een tikkeltje mysterieus en gevaarlijk’, legt Sterre uit. ‘Ik weet op dat moment dat ik leuk ben en Kevin ging er dan ook op in.’

                    ‘Een mix van dankbaarheid en flirten’
                    ‘Ik voelde me euforisch door zijn aandacht, maar nadat de crisisdienst afgelopen was, en ik weer naar huis ging, dacht ik er weinig over na.’ Sterre ging door met haar leven en dacht dat Kevin gewoon wat liever tegen haar deed vanwege de situatie, tot ze twee dagen later per toeval een toepasselijk kaartje voor ‘m tegenkwam. Ze had spullen van Kevin geleend en dit kaartje kon ze mooi meesturen met de rest van de post. ‘De tekst schudde ik in mijn borderline-flirtbui zo uit mijn mouw: een mix van oprechte dankbaarheid, en een beetje flirten.’

                    Vervolgens nam Kevin het initiatief op zich en stuurde een week later een bedankberichtje via Facebook, waar Sterre op inging. ‘De vonken spatten af van onze berichtjes. Allebei messcherp, allebei zó grappig, allebei zó sexy. Dezelfde avond nog zagen we elkaar en er gebeurde iets wat ik nooit voor mogelijk had gehouden: ik kuste met een hulpverlener. Als ik niet een klein beetje gevoel van zelfbehoud had gehad, hadden we direct seks gehad. Hij had echter nachtdienst.’

                    ‘Ondertussen ging het niet goed met me, en moest ik een tijdelijke nood-behandelovereenkomst ondertekenen. Ik was ervan overtuigd dat mijn situatie niet heel veel beter ging worden, dus kon ik het maar beter even leuk hebben. Na een paar dates hadden we seks, waarbij ik in een PTSS-ding terechtkwam. Ik had het gevoel dat ik het verpest had. Nu had hij mijn echte, kapotte, waardeloze versie gezien, zo dacht ik.’

                    Bescherming
                    Dit was echter niet het geval en Kevin troostte Sterre, en dronken samen zelfs nog een wijntje, ‘Gek genoeg hadden we het nog heel leuk’, waarna ze elkaar twee dagen niet meer zagen. Vervolgens kwam Sterre op de spoedeisende hulp terecht waar een kundige psychiater haar geheim ontfutselde.

                    ‘Die avond sprak ik Kevin via WhatsApp, waarbij we het hadden over gevoelens en verliefd zijn, terwijl ik al wist dat ik hem de volgende dag moest zeggen wat hem te wachten stond.’ In verband met privacy en een gedragscode kan niet vermeld worden hoe het verhaal afloopt, omdat er een onderzoek loopt.

                    ‘Of ik spijt heb? Ja en nee’, zegt Sterre. ‘Ik heb spijt dat ik mezelf heb pijn gedaan door mee te gaan in mijn eigen borderline-gedrag. Ook vind ik het naar voor hem dat hij zoveel problemen heeft gekregen op zijn werk.’ Er is echter ook een keerzijde, aldus Sterre.

                    ‘Aan de andere kant was ik natuurlijk helemaal niet in orde toen ik op de psychiatrische afdeling binnenkwam. Hij, als hulpverlener, had de taak om mij op dat moment tegen mijn eigen destructieve gedrag te beschermen, en dat heeft hij niet gedaan.’

                    ‘Ik denk dat ik ‘m dat wel kwalijk neem. Hij heeft bijvoorbeeld nooit gezegd dat wat tussen ons speelde niet kon. Sterker nog, ik was degene die dat ter sprake bracht.’ Wel kwamen Sterre en Kevin een keer een collega van hem tegen tijdens een date, waarna hij zei dat ze niet meer in het openbaar konden afspreken.

                    ‘Dit neemt niemand meer van me af’
                    ‘Voor mij is het vooral verwarrend dat ik niet wist, en nog steeds niet weet, of hij gewoon gebruik van me heeft gemaakt, of dat hij daadwerkelijk gevoelens had.’ Tijdens de kortstondige romance overlaadde Kevin Sterre met complimentjes, maar of deze oprecht waren is onzeker. ‘Ik zal nooit antwoord krijgen op deze vraag, en voor een onzekere borderliner is dat ongeveer het ergste wat je kan overkomen.’

                    Sterre: ‘Achteraf realiseer ik me wel dat dit gedrag voortkomt uit hechtingsproblematiek in mijn jeugd. Mijn vader liet me bijvoorbeeld in de steek, zeg maar gerust ‘daddy-issues’, en ook de nieuwe vriend van mijn moeder kampte met problemen, zoals agressiviteit.’

                    ‘Ik was het echter gewoon zat om me altijd klote te voelen en wilde gewoon een leuke tijd hebben, waardoor ik verder ging met Kevin. Aan de ene kant wil ik dus dat hij me tegen mezelf had beschermd, maar aan de andere kant was alles het waard. Deze ervaring neemt niemand meer van me af.’

                    Hoe moeten hulpverleners hiermee omgaan?
                    De gemiddelde hulpverlener moet zich gedragen naar een boekwerk van ethische normen en waarden, dus het is een understatement om te zeggen dat een seksuele relatie met een cliënt of patiënt niet de bedoeling is.

                    “Het probleem is dat niet iedere cliënt zich aan de ‘spelregels’ houdt”, aldus psycholoog Donna Petrozzello. “Doktoren zijn ook mensen en voelen zich dus gevleid, maar moeten zich bewust zijn van het ethische dilemma dat ze creëren wanneer ze ingaan op avances.”

                    Uiteraard heeft iedere hulpverlener zijn eigen manier van omgaan met flirtende patiënten, maar een algemene best practice is om de versierpogingen direct de kop in te drukken.

                    “Als hulpverlener moet je te allen tijde professioneel handelen en integer zijn om zo je eigen rol als hulpverlener te beschermen, maar ook de integriteit van het vakgebied. Ik zeg daarom tegen flirtende patiënten dat ik mij gevleid voel, maar dat ik een figuurlijke grens trek omdat ik hulp moet verlenen”, adviseert hersenonderzoeker Kenneth Altman.

                    Laura Hetzler, plastisch chirurg, kiest ervoor om zo snel mogelijk de seksuele lading uit complimentjes te halen. “Wanneer cliënten iets aardigs zeggen over mijn schoenen, kleren of figuur reageer ik helemaal niet, of verplaats ik het gesprek naar iets meer klinisch. Ik ga bijvoorbeeld inhoudelijk over de behandeling praten. Je moet in ieder geval niet over je heen laten lopen en duidelijk maken dat het flirtgedrag niet kan.”

                    Bron: Commen >>

                    #252779
                    mara
                    Lid LSG

                      Seksueel grensoverschrijdend gedrag neemt toe door dating apps

                      Een paar keer swipen en vervolgens de liefde van je leven ontmoeten: daten via een app klinkt misschien romantisch, maar helaas zit er ook een keerzijde aan. Zedenrechercheurs krijgen steeds vaker meldingen over verkrachting en ander seksueel misbruik na afspraakjes via dating-apps.

                      Bron: rtlboulevard.nl

                      #252795
                      Luka
                      Moderator
                      Topic starter

                        Nafluiten op straat is niet flirten
                        Het is intimidatie (en dat moet stoppen)

                        Fietfieuwen naar een voorbijganger of roepen dat iemand er lekker uitziet. Onschuldig flirterig gedrag? Nee, zegt de grootste groep jongeren. Tweederde (67 procent) vindt iemand nafluiten op straat niet kunnen. Toch had de helft van de jonge vrouwen (54 procent) hier het afgelopen jaar mee te maken. Dat blijkt uit onderzoek van 3Vraagt, in het kader van onze serie Het F-woord.

                        In de derde aflevering van Het F-woord, onze serie over feminisme vierde golf, is de strijd van de feminist het onderwerp. De verschillende personages vertellen op welke manier en vooral waarvoor zij strijden.

                        Eén van die personages is de jonge Ambrien Moeniralam. Zij runt het Instagram-account Catcalls of Ams. Catcalling wil zoveel zeggen als de dingen die (meestal) vrouwen op straat naar hun hoofd krijgen geslingerd door (meestal) mannen, soms relatief onschuldig tot soms hevig intimerend. Ambrien krijt deze catcalls op straat om mensen bewust te maken van de straatintimidatie.

                        Uit onderzoek van 3Vraagt blijkt dat afgelopen jaar meer dan de helft van de ondervraagde vrouwen te maken hebben gehad met catcalling. Voordat we de rest van de cijfers van dit onderzoek delen, eerst een video van een vrouw die op straat in New York loopt en onophoudelijk wordt geintimideerd, waarin ook meteen duidelijk wordt hoe ongemakkelijk, irritant, vulgair en soms zelf angstig dit is.

                        Compliment versus aandacht
                        Acht op de tien vrouwelijke deelnemers (80 procent) vindt catcalling een vorm van intimidatie. Onder jonge mannen is dat zes op de tien (62 procent). Volgens de jongeren geeft catcalling vaak een ongemakkelijk of onveilig gevoel aan de ontvanger. Ook vinden velen het denigrerend om iemand ongevraagd in het openbaar te seksualiseren.

                        Iemand schrijft: “Ik loop niet op straat om gekeurd te worden. Het is echt intimiderend als een vreemde je als lustobject ziet en ongepaste opmerkingen gaat maken waarvan je niet weet hoe ver ze zullen gaan.” En iemand anders: “Ook als je ‘alleen maar’ naar iemand fluit op straat zeg je eigenlijk al dat je diegene wel zou willen doen.”

                        Een aantal jonge vrouwen vertelt dat de situatie soms grimmig wordt. Zo vertelt een deelnemer: “Ik negeerde wat ze riepen en liep snel door. Dat werd niet gewaardeerd en toen was ik een ‘kuthoer’.” Een ander: “Catcalling draait niet om een complimentje geven, maar om aandacht krijgen. Probeer maar eens het ‘compliment’ af te slaan. Negen van de tien keer word je uitgescholden. Gebeurt dit ook bij een oprecht compliment? Lijkt me niet.”

                        Niet in de buurt van je moeder
                        Toch zien drie op de tien (29 procent) jonge mannen en negentien procent van de jonge vrouwen catcalling niet meteen als een vorm van intimidatie. “Je moet toch een beetje kunnen flirten,” vraagt iemand zich af.

                        Wel is het volgens de meesten afhankelijk van de toon en setting. Een compliment maken over wat iemand aan heeft en vervolgens doorgaan met je leven, oké. Iets zeggen over iemands lichaam, wat je met diegene zou willen doen en opdringerig gedrag, niet. “Alles wat je niet in de buurt van je moeder zou durven zeggen is ongepast,” vat een deelnemer samen.

                        Mannen minder gecatcalled
                        Naast nagefloten worden, kreeg de helft (52 procent) van de vrouwelijke deelnemers een compliment over hun uiterlijk toegeroepen op straat. Drie op de tien (28 procent) werden het afgelopen jaar eenmaal of vaker achterna gelopen.

                        Mannelijke deelnemers kregen in mindere mate te maken met catcalling. Zeventien procent werd een of meerdere keren nageroepen met een compliment over hun uiterlijk. Acht procent werd nagefloten en een even grote groep (acht procent) kreeg een seksueel getinte opmerking toegeroepen. Zeven procent werd eenmaal of vaker achterna gelopen.

                        Bron: Human >>

                      10 berichten aan het bekijken - 111 tot 120 (van in totaal 167)
                      • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
                      gasten online: 36 ▪︎ leden online: 2
                      Leentje, Peter76
                      FORUM STATISTIEKEN
                      topics: 3.764, reacties: 21.142, leden: 2.811