Overige websites

  • Dit onderwerp bevat 74 reacties, 5 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 28/05/2023 om 18:25 door Luka.
10 berichten aan het bekijken - 31 tot 40 (van in totaal 75)
  • Auteur
    Reacties
  • #240630
    Luka
    Moderator

      11 stappen om je emoties te uiten

      Veel mensen vinden het moeilijk om hun emoties te uiten. Sommige mensen uiten overdreven veel wat ze voelen en anderen delen niet genoeg. Weten hoe je op de juiste en gematigde wijze je emoties kunt uiten zal je enorm helpen in je persoonlijke, sociale en professionele leven.

      Er bestaan vele theorieën en technieken die je leren hoe je je emoties ofwel kunt onderdrukken ofwel kunt controleren. Het is echter bewezen dat deze aanpak niet echt effectief is. Emoties en gevoelens zijn spontaan en automatisch en het is de bedoeling dat ze worden gevoeld en geuit.

      Het is wetenschappelijk bewezen dat het vermijden en onderdrukken van emoties negatieve psychologische gevolgen kan hebben. Moderne therapieën zoals acceptatie- en bindingstherapie en andere praktijken zoals mindfulness of meditatie kunnen je helpen je emoties te accepteren en leren hoe je ermee om kunt gaan. Je emoties zijn een deel van jou en moeten met zorg worden behandeld.

      Emoties Opkroppen
      Als jij bijvoorbeeld een persoon bent die veel emotionele angst ervaart, dan zou je misschien bepaalde dingen kunnen doen en je op een bepaalde manier kunnen gedragen om die angst te vermijden. Misschien weet je namelijk niet zeker hoe je de angst in goede banen kunt leiden of kunt uiten. Deze emotionele onderdrukking kan lichamelijke problemen, zoals een snelle hartslag, overmatig zweten, rillingen, of ademhalingsproblemen veroorzaken.

      Wanneer gevoelens niet worden geuit, ontstaat er spanning. Deze spanningen kunnen lichamelijk geconcentreerd zijn in gebieden zoals de nek, het gezicht, verschillende spieren en de ruggengraat.

      Als je aan deze emoties vast blijft houden zonder ze te uiten, kun je gevoelig zijn voor psychosomatische ziekten aan de aderen, hoofdpijn of maagproblemen. Het is een onbetwistbaar feit dat je emoties je lichamelijke gezondheid beïnvloeden. Weten hoe je je emoties kunt uiten kan lichamelijke problemen en emotionele pijn voorkomen.

      Weten hoe je je emoties kunt uiten in 11 stappen
      Met een beetje oefening en door deze simpele stappen te volgen, zul je in staat zijn om je emoties beter te identificeren en op gepaste wijze te uiten. Hieronder vind je deze 11 stappen, dus kun je ze in praktijk beginnen te brengen:

      1. Identificeer de emotie en het gevoel: Wanneer er in je lichaam iets verandert uit reactie ergens op, of dit nu iets externs is of iets dat zich in je gedachten voordoet, zou je jezelf moeten afvragen: Wat voel ik? Welke lichamelijke symptomen ervaar ik? Wat is de oorzaak? Waarom gebeurt dit nu?
      2. Leer om je gevoelens te herkennen: Zodra je je emoties en gevoelens opmerkt, zou je het gevoel dat ze bij je veroorzaken moeten analyseren. Probeer om een lijst te maken van al deze emoties en wat het precies is dat ze lichamelijk verraadt.
      3. Let op de reactie van je lichaam: Emoties worden gereguleerd door het limbisch systeem en het zenuwstelsel en zijn moeilijk te controleren wanneer ze zich voor het eerst voordoen. Laat de emotie die je voelt even bezinken, zodat je er helder over na kunt denken en kunt bedenken hoe je erop kunt reageren.
      4. Let meer op hoe je reageert op een gegeven situatie: Misschien voelt het zo alsof het de situatie is die je nerveus maakt, maar de kern van het probleem is je emotionele reactie op de situatie. Observeer jezelf en je zult je realiseren dat jouw reactie altijd hetzelfde is, of je nu een belangrijk papier niet kunt vinden of ten onrechte een boete krijg voor het overtreden van de verkeersregels. Het enige wat je kunt veranderen, is jouw reactie.
      5. Uit je emoties op juiste en gepaste wijze: Zodra je eenmaal de vorige stap volledig doorhebt, zul je in staat zijn je emoties op een gecontroleerde manier te uiten. Toch zijn er nog enkele stappen die je kunt leren om te begrijpen wat er bij je gebeurt, zodat je dit op de juiste manier kunt uiten.
      6. Communiceer met en ervaar je lichaam: Wanneer je die sterke emoties ervaart, stel dan vast uit welk deel van je lichaam ze voortkomen. Geef ze een kleur en een tastbare textuur. Plaats ze op een specifieke plek en probeer om een andere relatie met ze te vormen. Jij bent dat wat je lichaam en je emoties omvat; ze beheersen jou niet.
      7. Probeer om eerlijk te zijn over wat je voelt en wat je doet: Als je in werkelijkheid onverschillige gevoelens hebt over iets of iemand, waarom blijf je dan proberen om het te laten werken? Of als je geïrriteerd, geërgerd en boos bent, waarom zou je dat gesprek dat je zou kunnen helpen om jezelf beter te begrijpen dan vermijden?
      8. Kies de beste situatie om jezelf te uiten: Als je bijvoorbeeld een conflict hebt met je baas en een constructief gesprek met hem of haar wenst te voeren, zul je nergens komen als je dit op het verkeerde moment besluit te doen. Onderzoek daarom de situatie, de mensen om je heen en jezelf wanneer je besluit welk moment het beste zal zijn.
      9. Gebruik een positieve vorm van communicatie: Een vriendelijke toon, actief luisteren, oogcontact en het gebruiken van eenvoudige uitspraken zoals ‘ik voel me gestrest’ in plaats van ‘wat er vandaag op mijn werk gebeurde heeft me zo gestrest gemaakt’ zal je helpen een situatie te vermijden waarin je in gedachten terug moet gaan naar de situatie om te kunnen omschrijven wat er is gebeurd. De ander zal impliciet begrijpen dat jouw stress duidelijk door je werk veroorzaakt wordt.
      10. Gebruik je lichaam om je te helpen uiten wat je voelt: Tijdens het uitleggen dat je gestrest bent, leg je je hand op je hart, op je hoofd of op je buik. Dit insinueert dat je onplezierige gevoelens ervaart en dat het goed voor jou en je omgeving zou zijn om niet langer in deze staat te blijven verkeren.
      11. Het visualiseren en lokaliseren van je emoties is essentieel: Jij bent verantwoordelijk voor het beheren van je eigen emoties en gevoelens, zonder ze te onderdrukken of verstoppen. Je moet jezelf uiten om jezelf en je gedachten opluchting en rust te kunnen bieden en om de emoties zelf te kunnen begrijpen.

      Hoe kun je je emoties zelf kalmeren
      Soms heeft emotioneel ongemak niets te maken met een werkelijk concrete situatie. Je zou verdrietig kunnen zijn vanwege bepaalde herinneringen, omdat je je niet lekker voelt of vanwege willekeurig welke verdrietige gedachte die je in je hoofd zou kunnen hebben. In deze situaties kun je datgene toepassen wat we al eerder noemden: accepteer die gevoelens als een deel van jou. Voel het ongemak en accepteer dat je een levend persoon bent die deze gevoelens zou moeten koesteren.

      Jezelf accepteren als een emotioneel wezen is de sleutel tot het weten welke emoties je voor jezelf zou moeten houden en welke je naar anderen toe zou moeten uiten.

      Emoties zijn een deel van de menselijke ontwikkeling als soort en zijn tevens datgene dat ons onderscheidt van de rest van de dieren die de aarde bewonen. Emoties zijn natuurlijk, dus vecht niet keer op keer tegen ze. Laat ze zijn en probeer in de tussentijd te ontspannen. Ga op zoek naar iets anders om je gedachten bezig te houden. Praat bijvoorbeeld met iemand, ga schrijven of maak een wandeling.

      Als je overweldigend krachtige emoties zoals woede ervaart, probeer dan een intensieve sport te beoefenen. Dit zal je in staat stellen om je opgekropte woede en stress te ontladen.

      Bron: verkenjegeest.com

      #240631
      Luka
      Moderator

        Acht manieren om met wrok om te gaan

        Vasthouden aan wrok kan slecht zijn voor je geestelijke gezondheid. In dit artikel delen we daarom een paar effectieve en praktische manieren om met wrok om te gaan en verder te gaan met je leven.

        Wat zijn de beste manieren om met wrok om te gaan? Het Merriam-Webster woordenboek definieert wrok als “een gevoel van verontwaardigd ongenoegen of aanhoudende vijandigheid ten opzichte van iets dat als een fout, belediging of verwonding wordt beschouwd.”

        Het is een negatieve emotie die je voelt als iemand je opzettelijk kwaad doet of niet voldoende probeert dit te voorkomen. Wrok is vaak ook de motivatie achter wraak. De voornaamste reden waarom je moet leren om met wrok om te gaan is daarom niet alleen om te voorkomen dat je anderen kwetst, maar ook om voor je eigen mentale gezondheid te zorgen.

        Hee verleidelijk het soms ook is, vast blijven houden aan pijnlijke ervaringen is slecht voor je welzijn. Uiteindelijk heb je er alleen jezelf mee. We proberen het vaak te rechtvaardigen door te zeggen dat we simpelweg onze emoties uiten zodat we ons beter kunnen voelen.

        Acht manieren om met wrok om te gaan
        Het is handig om een ​​aantal hulpmiddelen te hebben om beter met wrok om te gaan. Daarom hebben we voor dit artikel wat advies verzameld om je te helpen dit soort situaties in het vervolg beter te beheersen.

        Als je deze richtlijnen volgt, kun je de oorzaak van het probleem identificeren en analyseren op een manier waardoor het niet erger wordt. Bijgevolg kun je voorkomen dat je je laat meeslepen door emoties die je gedrag negatief kunnen beïnvloeden. Man probeert hoofd leeg te maken

        Je moet wrok in de kiem smoren
        Als je wilt leren om met wrok om te gaan, moet je eerst leren om de oorzaak ervan op een objectieve manier te analyseren. Probeer een goed onderbouwde verklaring te vinden die je negatieve gevoelens tegengaat. Accepteer bijvoorbeeld dat niet elke persoonlijke of professionele situatie altijd aan jouw behoeften of wensen zal worden aangepast.

        Voed geen negatieve gedachten
        Alsmaar blijven nadenken over hetzelfde probleem, heeft geen zin. Wellicht wordt je er zelfs alleen maar geïrriteerd van, wat het moeilijk maakt om je wrok te beheersen. Probeer het probleem in plaats daarvan daarom liever te vergeten. Accepteer dat je niet kunt veranderen wat er is gebeurd en begin te zoeken naar oplossingen.

        Hecht waarde aan vergeving
        Dit kan een van de meest lastige adviezen zijn om toe te passen. Dit komt omdat het niet altijd even makkelijk is om een ander te vergeven. Een optie is daarom om te proberen jezelf te herinneren aan de gebeurtenissen die je motiveren de ander te vergeven. Dit kan lastig zijn omdat je hoofd meestal vol zit met gedachten aan dingen die vergeving juist moeilijk maken.

        Gelukkig bestaat er echter een eenvoudige oefening die je hierbij kan helpen. Maak op een vel papier twee kolommen en noteer in elk van deze kolommen de positieve en negatieve aspecten van je relatie met de persoon waar het omgaat.

        Je kunt er zelfs een numerieke waarde aan geven. Dit zal je helpen om de wrok die je voelt op een objectievere manier te beheersen. Zodoende zul je een beter perspectief krijgen op zowel het slechte als het goede aan de situatie.

        Trek de juiste conclusies
        Dit is een goede vervolgstap op de vorige stap. Nadat je de positieve en negatieve aspecten van je relatie met de persoon die je heeft gekwetst hebt geanalyseerd, kun je conclusies trekken over de waarde van de relatie. Op die manier kun je bepalen of je bereid bent verder te gaan dan vergeving en het waard vindt om de relatie nog te redden of niet.

        Uit je gevoelens
        Om goed met wrok om te gaan, is het belangrijk om het probleem niet voor jezelf te houden. Praat erover met iemand die je kan helpen dingen vanuit een andere hoek te bekijken. Andere mensen kunnen je namelijk ideeën of inzichten geven die je eerder niet had.

        Handel niet zonder na te denken
        Je laten meeslepen door je emoties is de antithese van het beheren van je wrok. Hoe moeilijk het ook lijkt, het beste is om een ​​stapje terug te doen en te proberen om niet in het heetst van de strijd discussies te voeren. Wacht tot je gekalmeerd bent en dingen rationeel kunt bekijken.

        Selectief geheugen
        Je hersenen beschikken over een overlevingsmechanisme dat je helpt dingen te vergeten die je pijn bezorgen. Dit is geen waterdichte oplossing. Het kan je echter wel helpen om op een gezondere manier met je wrok om te gaan.

        Als iemand je op de een of andere manier pijn doet, ga er dan niet van uit dat het geheid nog een keer zal gebeuren. Probeer jezelf er in plaats daarvan van te overtuigen dat het een geïsoleerd incident was.

        Dat gezegd hebbende, is het belangrijk om te weten hoe je iemands karakter kunt doorgronden. Je kunt proberen om bewust te zijn van welke mensen je in de toekomst weer kunnen kwetsen. Raak echter niet geobsedeerd door dat idee.

        Distantieer jezelf
        Tot slot kan het in situaties die je stress bezorgen soms het beste zijn om jezelf te distantiëren. Dit kan ook een goed advies zijn als het gaat om een relatiebreuk. Het helpt je namelijk om situaties te vermijden die oude wonden opnieuw kunnen openen. Uiteindelijk zullen tijd en ruimte je helpen om een duidelijker beeld van de situatie te krijgen en je wrok los te laten.

        Bron: verkenjegeest.com

        #240632
        Luka
        Moderator

          Experimenteren met hulp vragen

          Sinds een paar weken, ben ik in het bezit van een indrukwekkende brace om mijn onderbeen. Het ziet er wat robotachtig uit. Robots zijn geprogrammeerd om te doen wat ze moeten doen, volgens vaste patronen. Ik besluit dat ik de komende weken anders wil om gaan met mijn vaste patronen.

          Ik had mijn buurvrouw gevraagd of zij mij, na mijn enkeloperatie, aan het einde van de middag uit het ziekenhuis wilde ophalen. Dat wilde zij wel én ze bood me meteen aan mij vroeg in de ochtend (kwart voor zeven!) ook weg te brengen. Ikzelf had de buurvrouw zo min mogelijk ‘last’ willen bezorgen en was van plan gewoon zelf met de bus en metro naar het ziekenhuis te gaan. Op deze manier zou ik het mezelf onnodig lastig maken, dus ik besloot haar aanbod om mij die ochtend te brengen te accepteren.

          Eenmaal op de operatiekamer aangekomen, begonnen de voorbereidingen voor de ruggenprik. De verpleegkundige vroeg mij “wat doe je voor werk?” De robot in mij activeerde het gebruikelijke gedachtepatroon: wat zou ze willen horen? Ik besloot de robot uit te zetten. Ik schaamde me, ik werk al een tijdje niet meer. Ik wilde niet liegen. Ik wilde ook niet zeggen “vroeger werkte ik als accountant”. Ik besloot te zeggen “ik werk als ervaringsdeskundige depressie”. Ik vond dat ik vrijwilligerswerk wel kon classificeren als werk. Het voelde onwennig en awkward. Ik schoof zelf over op de operatietafel en kreeg mijn prik.

          Tijdens de operatie daalde mijn bloeddruk, hier was ik voor gewaarschuwd. Er was mij verzekerd dat ik gewoon kon zeggen dat ik me niet lekker voelde worden. “De meetapparatuur loopt altijd wat achter op de werkelijkheid”, had de anesthesist gezegd. De robot in mij registreerde dat mijn bloeddruk daalde en activeerde het programma ‘stel je niet aan’. Ik keek of de anesthesist naast me zat, maar zag hem niet. Natuurlijk was hij gewoon in de ruimte en hij had ook gezegd dat ik hem mocht roepen. Ik riep niet, ik wachtte af. De anesthesist kwam na de volgende bloeddrukmeting naar me toe en vroeg me hoe het ging. De robot in mij activeerde het programma ‘het gaat wel’. Ik besloot de robot te overrulen en vertelde de anesthesist dat ik me niet lekker voelde en wat misselijk. De anesthesist nam mijn klacht serieus en leek blij dat hij mij kon helpen met extra medicatie. Ik veranderde het programma in de robot en verving ‘het gaat wel’ door ‘zeg wat je voelt’.

          Nadat de chirurgen mijn enkel gerepareerd hadden, moest ik onvermijdelijk hulp aanvaarden. Het was door de verdoving onmogelijk om zelf van de operatietafel naar het bed over te schuiven. Drie paar handen draaiden mij op mijn zij, schoven een mat onder mij en schoven mij over in het bedje. Het voelde veilig en zorgzaam.

          Eenmaal terug op de kamer was het afwachten tot alle lichaamsfuncties weer terugkwamen, voordat ik naar huis mocht. De verpleegkundige kwam me regelmatig controleren, bood me drinken en eten aan. Toen kwam het moment dat ik moest plassen. Een heugelijk moment, want dat was het laatste wat ik moest doen om naar huis te kunnen. Echter, mijn krukken stonden in de hoek en ik lag bed… De robot in mij activeerde het programma ‘wacht af’. Ik voelde me wat bezwaard en hoefde nog niet heel nodig, maar ik besloot wederom de robot te overrulen en de verpleegkundige zelf te bellen. Met een glimlach op haar gezicht hielp de verpleegkundige mij en merkte op dat het wellicht prettig voor mij zou zijn om vast dat operatiejasje te verwisselen voor mijn eigen t-shirt. Ik voelde me opgelucht. Ik veranderde het programma ‘wacht af’ in ‘vraag wanneer je dat wilt’.

          Die middag haalde mijn buren me op, ik voelde me enigszins bezwaard dat we ook nog langs de apotheek moesten voor medicatie. Ik vond al dat ik veel van ze gevraagd had, maar er was geen andere optie. Ik had de trombosespuitjes en pijnstillers diezelfde avond nog nodig. Dus ik zette me over mijn bezwaren heen en deelde mee dat we nog even langs de apotheek moesten. Mijn buurvrouw stapte uit bij de apotheek, regelde de medicatie en vertelde mij dat ze slechts één spuitje op voorraad hadden maar dat de apotheek de rest morgen bij mij thuis zou afleveren. Het voelde heerlijk dat zij dat voor mij geregeld had.

          De volgende dag kwam de buurvrouw even een kopje thee doen om te vragen hoe ik erbij zat. Ik vertelde dat ik de dag daarna even naar de huisarts wilde om het drukverband onder mijn brace vandaan te laten halen en de wondjes te laten controleren. Op haar gebruikelijke nuchtere wijze vroeg ze me hoe ik gedacht had daar te komen. Mijn robot activeerde het programma ‘zelf doen’. Ik vertelde haar dat ik gewoon met de bus zou gaan. Het met krukken lopen ging me best goed af. Ze lachte me nog net niet uit, maar zei dat ze mij natuurlijk niet met de bus zou laten gaan en me ging brengen. Het voelde alsof ik al veel te veel credits gebruikt had. Ik herschreef het programma ‘zelf doen’, in ‘niet zelf doen als het niet hoeft’.

          In de week voor de operatie had ik al wat oude flexibele broeken met wijden pijpen opgezocht. Deze bleken echter alleen te passen als ik de zijkant open knipte. ‘Ach, ik ga er voorlopig toch niet ver op uit’, dacht ik. Een vriendin gaf me de tip om een broek met ritsen tot aan de heup te regelen. Ze had er nog één liggen die ik wel mocht lenen. Ze kwam er zelfs speciaal de volgende dag voor terug. Wederom voelde ik me bezwaard. Het robotprogramma ‘zelf doen’ was weer automatisch opgestart. Met haar tip zou ik gewoon even googlen en een soortgelijke broek op het wereldwijde web bestellen en een paar dagen wachten.

          Vandaag heb ik ‘haar’ broek aan. Hij zit heerlijk, ziet er beter uit dan die flubberbroeken én het aantrekken is een verademing. Ik herschreef het programma ‘zelf doen’ in ‘aanbod aannemen mag, ook al kan je het zelf’.

          Ik merk dat ik het fijn vind, even de afleiding van een bezoeker te hebben. Het is fijn om whatsappjes en kaartjes, van de postduif, te krijgen. De stilte, de vermoeidheid, de misselijkheid en het gebrek aan mobiliteit zijn best lastig te verdragen. Ergens op de achtergrond draait het programma ‘stel je niet aan’ op volle toeren. Normaal ben ik ook veel alleen (met mijn depressie) thuis op de bank voor de buis. Volgens mijn rationele ik is er geen verschil met de situatie nu, dus waarom zou ik nu wel aan mensen vragen of ze me komen oppeppen?

          Wederom besluit ik een regel toe te voegen aan mijn robotprogramma:
          Experimenteer met vragen en voel wat de experimenten opleveren.

          Bron: dsmmeisjes.nl Site bestaat niet meer

          #240646
          Luka
          Moderator

            Hoe moet je jezelf zijn wanneer je zelf niet eens weet wie je bent?

            Wanneer je voor een lastige beslissing staat krijg je vaak het advies om “je gevoel” te volgen, “jezelf te zijn” of de keuze “dichtbij jezelf te houden.” We geloven als samenleving maar al te graag dat je op je gevoel moet varen en dat het dan wel goed komt. Dit lijkt misschien iets van de laatste jaren, maar het is al decennia aan de gang. De wijze Aristoteles zei bijvoorbeeld al dat “jezelf kennen de bron van alle wijsheid is.” Je persoonlijke identiteit is dus blijkbaar heel belangrijk, maar wat doe je als je deze niet kent? En waarom is dit eigenlijk zo belangrijk? Over jezelf zijn en identiteit vinden wanneer je niet weet wie je bent.

            Jezelf zijn wanneer je jezelf niet kent
            “Zodra je weet wie je bent valt alles op z’n plek”, schrijft mentale gezondheidexpert Roo Harris. “Je ziet de wereld helderder, relaties lopen soepeler en ook beslissingen maken gaat je makkelijker af.” Bovenal zorgt een eigen identiteit voor sturing in het leven. “Je geeft duidelijk grenzen aan en dat straalt zelfverzekerdheid uit.”

            Klinkt top, toch? Jezelf ontdekken is niet enkel voorbehouden aan welgestelde meisjes die in hun tussenjaar naar Australië gaan, maar iedereen kan het. Sterker nog, je identiteit achterhalen is een stuk minder vaag dan het klinkt.

            “De persoonlijke identiteit is opgebouwd uit meerdere maskers uit het dagelijks leven, zoals het zijn van een ouder, broer, zus, partner of professional”, aldus Christine Yu. Volgens de gezondheidsexpert is ook het beeld dat anderen over ons hebben belangrijk. “Je identiteit kan worden ‘vertroebeld’ door het beeld dat anderen van je hebben. Zo staan sommigen bekend als de slimmerik of lomperik van de groep, terwijl dit in werkelijkheid wel meevalt.”

            Die sociale verwachtingen zorgen ervoor dat je soms het idee hebt de draad kwijt te zijn, en niet meer weet of je iets echt vindt, of dat je denkt dat je dat vindt. “Het is moeilijk om je eigen identiteit helder voor je te zien”, verklaart neurowetenschapper Nina Strohminger. “Op zoek gaan naar jezelf is daarom een proces van laag voor laag afdalen naar de kern, net zoals je een ui pelt.”

            Het is overigens helemaal niet verkeerd om soms het idee te hebben dat je ‘onnatuurlijk’ gedrag vertoont. “Ik pas mijn gedrag aan naar de context”, aldus Strohminger. “Ook verandert mijn gedrag met de jaren. Dit betekent echter niet ik geen sterke persoonlijke identiteit heb.” De hersendeskundige maakt hiervoor de vergelijking met een rups en een vlinder. Deze zijn technisch gezien hetzelfde beest, ongeacht de transformatie.

            Bestaat er zoiets als jezelf zijn?
            Boeken, adviezen en gezapige quotes van de Xenos moedigen ons aan te vertrouwen op ‘je water’, en op zoek te gaan naar onze innerlijke stem. Maar bestaat er wel zoiets als een daadwerkelijke identiteit? Nee, aldus Strohminger. “Het bestaan van een persoonlijke identiteit is vooral een volkswijsheid, maar er is wetenschappelijk gezien geen bewijs dat het ook echt bestaat.”

            Dit betekent echter niet dat persoonlijke identiteit, en het ontwikkelen hiervan, onbelangrijk zijn. Sterker nog, uit onderzoek van dezelfde Strohminger blijkt dat het gevoel van een persoonlijke identiteit belangrijk is voor mensen. We hebben een soort intern kompas nodig om de acties van anderen te beoordelen, en orde te scheppen in de chaotische wereld om ons heen.

            “We vinden het belangrijk om te weten of iemand ooit is vreemdgegaan, of iemand gehandicapt is, of iemand problemen heeft en of iemand bijvoorbeeld gul is. Wanneer je anderen hun acties niet beoordeelt is het niet mogelijk om moraliteitsgevoel te kweken.” Oftewel: dankzij een persoonlijke identiteit heb je altijd iets om op terug te vallen, en dat gevoel van een fundament hebben is belangrijk.

            Zo concludeert een onderzoek uit 2016 dat het gevoel van persoonlijke identiteit belangrijk is voor onze gemoedstoestand. Mensen die ‘zichzelf zijn’ hebben duidelijke normen en waarden en staan daarmee steviger in hun schoenen dan mensen die minder goed weten wie ze zijn. Ook is wetenschappelijk bewezen dat mensen die beslissing maken op basis van hun gevoel blijer zijn met de resultaten dan mensen die enkel op de harde feiten afgaan.

            Kortom: het is dus moeilijk om wetenschappelijk te bewijzen dat er zoiets bestaat als een persoonlijke identiteit, maar omdat we met subjectieve gevoelens en emoties te maken hebben is dat van ondergeschikt belang. Wanneer jij denkt dat iets belangrijk is, wordt het belangrijk. Dit kennen we van het placebo-effect. Bovendien denken we een persoonlijke identiteit nodig te hebben om anderen hun gedrag te beoordelen.

            Jezelf zijn: zo begin je
            Het is dus duidelijk dat jezelf zijn voordelen oplevert, maar hoe begin je? Alhoewel het proces jarenlang kan duren en je veel levenservaring nodig hebt om er achter te komen hoe je precies in elkaar steekt (en hoe dit in de loop der jaren verandert), kun je jezelf wel een handje helpen. Jezelf zijn doe je zo.

            Wie je bent tegenover wat je bent
            “Zeg je naam hardop: dat is wie je bent”, adviseert Harris. “Zeg vervolgens wat je bent en omschrijf dit. Voor mij geldt bijvoorbeeld dat ik een moeder ben, een vrouw, getrouwd, een dochter, een vriend en een advocaat. Ik ben ook een schrijver, een coach en ik hou van Aperol Spritz.”

            Dit is wat je bent, wie je bent is slechts je naam. Wat je bent is de rest, maar het is allemaal onderdeel van wie je bent. Harris: “Deze stap draait om dingen los van elkaar te kunnen zien. We zijn gewend om over onszelf na te denken als een soort samenhangend geheel, en in praktijk hebben veel dingen ook met elkaar te maken, maar het is belangrijk om alles op een rijtje te zetten.”

            Zet de tv uit
            Nu je weet wie en wat je bent is het tijd om te voelen wat je persoonlijke identiteit is. In onze samenleving zijn we gewend om continu rationele beslissingen te maken en zo min mogelijk op ons gevoel te vertrouwen. De kunst is om deze ervaring van ‘jezelf zijn’ weer aan te wakkeren, hoe zweverig dat ook klinkt.

            Volgens Harris kun je dit het beste in stilte doen. “Waarschijnlijk is je leven te druk en je hersenen overvol”, aldus de advocate/schrijfster. “Doe de tv uit en leg je telefoon aan de kant. Op een gegeven moment hoor je het stemmetje in je hoofd: “dit is saai, zullen we iets anders gaan doen?” Je moet proberen om vertrouwd te raken met dit stemmetje en het te herkennen. Door steeds meer bewust na te denken kom je erachter wat je leuk vindt, waar je plezier uithaalt en wat je absoluut niet aanstaat.”

            Vermijd negatieve zelfpraat
            Hoe meer media we consumeren, hoe slechter we ons voelen. We worden dagelijks overladen met beelden van schoonheid en krijgen zo het gevoel aan deze standaarden te moeten voldoen, of het nou om een mooi huis, lichaam, verre reis of auto gaat. Onbewust gaan we hierdoor slecht over onszelf denken, omdat ons wasbordje niet voldoet aan die van de tienduizenden modellen op Instagram.

            Tijd dus om dat innerlijke stemmetje op te voeden. De beste manier om dit te doen is door naar je gedachten te luisteren en een ‘mentale aantekening’ te maken wanneer je ‘zelfpraat’ negatief is. Zodra je denkt dat je lelijk bent zeg je in je hoofd “dit was een gedachte”. Niets meer, niets minder. “Het gaat erom dat je gedachten neutraal worden en onze emoties hier niet direct door beïnvloed worden”, aldus Yu.

            Draai de vraag om
            In plaats van op zoek te gaan naar wie je bent, kun je ook bepalen wie je wil zijn en daar je gedrag op aanpassen. Onze identiteit hangt zoals gezegd samen met de manier waarop anderen ons gedrag bestempelen dus wanneer je je leven gaat afstemmen op een bepaald ideaalbeeld wordt dit uiteindelijk je persoonlijke identiteit.

            “Net als veel anderen vond ik het moeilijk om mezelf te zijn, en te achterhalen wat dit betekent”, schrijft ervaringsdeskundige Diana Seserman. “Ik stond bekend als workaholic en behulpzaam. Op papier was ik lekker bezig, maar vanbinnen voelde dit niet zo. Ik besloot mezelf twee doelen te stellen.”

            “Ten eerste wilde ik zonder angst leven maar aan de andere kant wel balans houden, want een bepaalde routine vind ik fijn. Deze twee waarden werden mijn referentiepunten en elke actie of beslissing die ik maakte deed ik aan de hand van mijn eigen gemaakte normen.” Het gaat er dus om dat je je eigen lat maakt.

            Stel doelen
            Tot slot is het belangrijk om niet alleen vast te stellen wie je bent, maar ook waarom je zo bent. “Probeer de grote vragen in het leven te beantwoorden”, aldus Harris. “Waarom ben je hier en wat heeft je tot dusver hier gebracht? Ben je hier blij mee, of zou je het anders aanpakken? Als je hier geen antwoord op weet, waarom weet je dit niet?”

            Het gaat er dus om dat je zonder druk van anderen, of van jezelf misschien, antwoord probeert te geven op de grote vragen uit het leven. En inderdaad, dat is lastig. Bovendien is het heel eng om dingen uit te spreken of neer te pennen, want dan is het ineens werkelijkheid. Toch is het wel belangrijk om dit te doen, want zo creëer je handvatten en heb je iets om naar terug te grijpen wanneer het lastig wordt.

            Harris: “Stel vragen als: wat is belangrijk voor jou? Wat geeft je leven betekenis? Wanneer was de laatste keer dat je het gevoel had dat je leven er echt toe deed? Wanneer was de laatste keer dat je jezelf nuttig en voldaan voelde? Op welke momenten voel je je het best?”

            Bron: Commen.nl

            #244535
            Luka
            Moderator

              The Attachment Theory: How Childhood Affects Life

              The attachment theory argues that a strong emotional and physical bond to one primary caregiver in our first years of life is critical to our development. If our bonding is strong and we are securely attached, then we feel safe to explore the world. If our bond is weak, we feel insecurely attached. We are afraid to leave or explore a rather scary-looking world. Because we are not sure if we can return. Often we then don’t understand our own feelings.

              #245453
              Luka
              Moderator

                Zelfcompassie-expert Kristin Neff: ‘Er is niemand die we zo slecht behandelen als onszelf’

                We moeten slim én succesvol én knap én interessant zijn. Lukt dat niet, dan zijn we niet mals voor onszelf. Maar al die zelfkritiek maakt het leven niet vrolijker. Stop ermee en toon zelfcompassie, zegt de Amerikaanse psychologe Kristin Neff.

                Zelfverachting en schaamte, die gevoelens overheersten bij de Amerikaanse onderzoeker Kristin Neff (51) na de scheiding van haar eerste man. Om daarmee beter te kunnen omgaan, sloot ze zich aan bij een meditatiegroep. Daar leerde ze dat zelfcompassie – stoppen met jezelf te veroordelen en te bekritiseren – net zo belangrijk is als compassie voor anderen. Neff las alles wat los en vast zat over het onderwerp en sprak met een aantal boeddhistische leiders. Vervolgens introduceerde ze het begrip in de academische wereld. Nu is zelfcompassie, naast mindfulness, een van de veelbelovende nieuwe paden die de psychologie is ingeslagen om mensen met allerlei problemen te helpen.

                Steeds meer wetenschappers houden zich bezig met het onderwerp. Zo is bewezen dat zelfcompassie helpt tegen depressieve gevoelens en angsten. Haar onderzoek leverde Neff niet alleen een bloeiende wetenschappelijke carrière op, maar helpt ook in het dagelijkse leven met haar autistische zoon.

                Wat is zelfcompassie?
                ‘De meeste mensen, vooral vrouwen, zijn veel aardiger voor anderen dan voor zichzelf. Dikke koe, denken ze bijvoorbeeld, als ze in de spiegel kijken. Of als ze falen: kun je nou nooit eens iets goed doen? Dat zullen andere mensen niet snel tegen je zeggen, maar je zegt het wel tegen jezelf. Zelfcompassie houdt in dat je jezelf dezelfde zorg en steun geeft als je een goede vriend zou geven. Dus in plaats van zelfkritiek te hebben, heb je compassie voor het feit dat je niet perfect bent of een moeilijke tijd doormaakt.
                Het is toch opvallend dat het blijkbaar zo lastig is om te bedenken hoe je op een meer compassievolle manier tegen jezelf zou kunnen praten, terwijl het heel makkelijk is om te bedenken wat je tegen een ander zou zeggen die het moeilijk heeft? Dat laatste oefenen we ons hele leven al. Er is niemand die we zo slecht behandelen als onszelf.’

                Wat gebeurt er als je altijd zelfkritisch bent?
                ‘Er is een sterk verband tussen zelfkritiek en depressie. Het is zelfs een van de belangrijkste oorzaken van depressie. Jezelf beschadigen en – uiteindelijk – zelfmoord zijn de extreemste uitingsvormen van zelfkritiek. In een mildere vorm kan zelfkritiek leiden tot gevoelens van somberheid en verdriet en niet in jezelf geloven. Bovendien kun je verstrikt raken in een selffulfilling prophecy. Sommige mensen zijn zo gewend om negatief over zichzelf te denken, dat ze liever omgaan met mensen die hun negatieve zelfbeeld bevestigen dan met mensen die goed voor hen zijn. Dat herken ik ook wel: mijn vader is bij ons weggegaan toen ik drie jaar oud was om in een hippiecommune te gaan wonen. In mijn liefdesrelaties heb ik vervolgens een hele poos mannen uitgezocht die me steeds weer lieten zitten. Die mannen bevestigden het beeld dat ik van mezelf had; dat ik het niet waard was om bij mij te blijven.’

                Waar komt zelfkritiek vandaan?
                ‘Mensen met kritische ouders hebben er vaak last van. En in onze cultuur gaan we ervan uit dat het goed is om streng voor jezelf te zijn. Het is bijna zoals we kinderen vroeger behandelden: de enige manier waarop ze het zullen leren is als we ze streng straffen. Maar daarmee help je het kind niet; het wordt depressief en verdrietig.
                Wat kinderen betreft zijn we gelukkig veranderd, maar niet als het onszelf aangaat. Terwijl jezelf bestraffen net zo effectief is als een kind slaan.’

                Maar als je af en toe niet streng bent voor jezelf, wordt het nooit wat.
                ‘Veel mensen denken inderdaad dat zelfkritiek noodzakelijk is om iets te bereiken. Word je niet te gemakkelijk en te toegeeflijk voor jezelf als je veel zelfcompassie hebt? Maar weet je: ware zelfcompassie is nooit gemakzuchtig. Als je te veel alcohol drinkt of er zo de kantjes vanaf loopt op je werk dat het je carrière schaadt, dan zorg je niet goed voor jezelf. Dat noem ik geen zelfcompassie. Als je eens niet op je werk verschijnt omdat je vindt dat je die dag echt nodig hebt om bij te komen, ben jij de enige die kan zeggen of dat de ware reden is, of dat je gewoon gemakzuchtig bent. Uit onderzoek dat hier op de afdeling is gedaan, blijkt dat mensen die meer zelfcompassie hebben, juist méér pogingen doen als ze iets willen bereiken. Als studenten hun examen niet haalden, wilden degenen met meer zelfcompassie het vaker nog een keer proberen.’

                Zelfcompassie motiveert dus.
                ‘Ja, als je veel zelfcompassie hebt, streef je net zulke ambitieuze doelen na als andere mensen. Het verschil is alleen dat je minder van streek bent als het niet lukt, omdat je jezelf geen veeg uit de pan geeft. Mensen zullen daarom eerder een presentatie geven waar ze bang voor zijn, of een baan aannemen waarvan ze niet zeker weten of ze die wel aankunnen. Toen ik met mijn man en autistische zoon een tocht te paard door Mongolië maakte (zie kader) was ik erg bang voor wat er zou gaan gebeuren. Maar het fijne van zelfcompassie is: je kunt jezelf de mildheid geven die je nodig hebt. Dat betekent niet dat je niet zult falen of dat dingen niet zullen misgaan. Maar áls dat gebeurt, kun je ermee omgaan.’

                Waarom is het eigenlijk zo moeilijk om niet zelfkritisch te zijn?
                ‘Er is in de westerse wereld zoveel druk om speciaal en bovengemiddeld te zijn. De eisen zijn hoog. Als ik als psycholoog een onderzoek doe waarbij ik sommige proefpersonen het idee wil geven dat ze een bepaalde test slecht hebben gedaan, is het tegenwoordig not done om te zeggen dat ze benedengemiddeld hebben gepresteerd. Ik behoor dan te zeggen dat ze “gemiddeld” zijn. Gemiddeld zijn is blijkbaar al traumatisch genoeg.
                Maar denk eens aan al die dingen waar je eigenlijk heel gewoon in bent en die geweldig zijn: dat je leeft en kunt praten, dat je naar je werk gaat, een gezin hebt. Allemaal vrij doorsnee, maar ze geven ons het meeste levensgeluk. We zijn zo gewend om positieve aspecten van ons leven te zien als dingen waarin we béter zijn dan anderen. Dat is ook waar het begrip zelfvertrouwen op leunt.’

                Wat is dan het verschil tussen zelfvertrouwen en zelfcompassie?
                ‘Zelfcompassie gaat om de relatie die je met jezelf hebt, zelfvertrouwen om hoe je jezelf beoordeelt. Klassieke denkers als William James meten zelfvertrouwen af aan hoe positief je over jezelf denkt op terreinen die belangrijk voor je zijn, zoals je werk of de sport die je beoefent. Presteer je goed, dan voel je je goed. Maar schiet je tekort, dan voel je je slecht over jezelf. Zelfvertrouwen gaat dus over je goed voelen over de positieve aspecten van jezelf. Zelfcompassie gaat over begripvol zijn ten opzichte van je minder leuke kanten.’

                Te veel zelfvertrouwen is zelfs helemaal niet goed, volgens u.
                ‘Zelfcompassie lijkt dezelfde psychologische voordelen op te leveren als zelfvertrouwen, maar dan zonder de nare bijwerkingen, zoals narcistische trekjes of de neiging andere mensen de grond in te trappen om je beter te voelen. Zelfcompassie is meer gericht op wat je met anderen verbindt, op manieren waarop je hetzelfde bent als andere mensen, dan op wat je van hen onderscheidt, op welke manieren je beter bent. Dat aspect van zelfcompassie heet common humanity: we zijn met elkaar verbonden doordat we allemaal nare dingen meemaken en imperfect zijn.’

                Hoe past u zelfcompassie toe in uw eigen leven?
                ‘Er waren momenten dat ik me afvroeg waarom nu juist ónze zoon autisme moest hebben. Zelfcompassie zorgde ervoor dat ik niet verdronk in zelfmedelijden. Ik herinnerde mezelf eraan dat andere kinderen weer andere problemen hebben, en dat ik niet de enige ouder ben die het moeilijk heeft. Godzijdank was ik al in mijn persoonlijke leven en in mijn werk bezig met zelfcompassie toen ik hoorde dat mijn zoon autistisch was. Mensen gaan vaak direct in de probleemoplossingsmodus, voordat ze aandacht besteden aan hun emotionele behoeften. Ik had op dat moment plannen om een aantal dagen te gaan mediteren en ben dat evengoed gaan doen. Vóórdat ik het internet op ging om naar informatie en oplossingen te zoeken. Ik stond mezelf toe om te rouwen – omdat het leven van mijn kind er anders uit zou zien dan ik gedroomd had – en bang te zijn. Daardoor was ik er na thuiskomst veel beter tegen opgewassen dan als ik niet eerst voor mezelf had gezorgd.’

                Leert u zelfcompassie ook aan uw zoon?
                ‘Ik geloof oprecht in je excuses aanbieden aan je kind als je iets fout doet. Sommige ouders zeggen: dat moet je nooit doen, je moet altijd de touwtjes in handen hebben. Maar ik denk dat het goed is om je kinderen te leren dat iedereen fouten maakt. Dat het belangrijker is hoe je vervolgens met zo’n fout omgaat. Als je als ouder toegeeft dat je iets hebt verpest, als je bijvoorbeeld heel erg kwaad bent geworden en daarvoor je excuses aanbiedt, creëer je de verwachting van menselijkheid. Doe je dat niet, dan creëer je de verwachting van perfectie en dat zal je kind uiteindelijk schaden.
                Over mijn zoon is het misschien iets lastiger te zeggen omdat hij autistisch is, maar ik geloof dat hij best aardig voor zichzelf is. Ik hoorde hem een keer zeggen: “Het is oké als dingen soms kapotgaan, het is niet erg.”’

                Bron: Psychologie Magazine >>

                #245823
                Luka
                Moderator

                  Waarom niemand een ster is in communiceren

                  Mensen met autisme kunnen niet duidelijk communiceren, toch? Ik denk dat vrijwel niemand een ster is in communiceren, al willen de meesten dit niet toegeven. De schuld bij iemand anders leggen is zo gedaan.

                  Autisme en communiceren
                  Een bekend stereotype van mensen met autisme is dat ze niet kunnen communiceren. ‘Ze’ denken en praten op een andere manier, en begrijpen de ‘normale’ gang van zaken niet. Mensen met autisme zouden dingen te letterlijk nemen en hebben bijvoorbeeld oogkleppen op voor verborgen boodschappen. Hierdoor zijn communicatieproblemen slechts een kwestie van tijd. En de schuldige? Diegene met autisme natuurlijk!

                  I beg to differ. Het probleem ligt namelijk niet bij diegene met autisme, maar aan het feit dat niemand goed kan communiceren. Ik niet (met autisme), jij niet, niemand niet. Misschien ben je het niet met me eens. Dat kan. Bovendien had ik het zien aankomen. Feit blijft dat communiceren vaak allesbehalve soepel gaat, autisme of niet. Bij deze vijf voorbeelden.

                  1. Verborgen boodschappen
                  Stel: Je zit net aan een lekkere reep chocolade naar binnen te schuiven. Op een gegeven moment komt er iemand naar binnen lopen die zegt: “Is dat chocolade? Wat lekker zeg!” Er is geen vraag gesteld, maar de meeste mensen bedoelen het wel zo. Ze proberen via een verborgen boodschap aan te geven dat zij chocolade ook waarderen, en eigenlijk wel een stukje van jouw reep willen.

                  Ik begrijp dat niet. Zeg gewoon wat je wilt. Wees duidelijk. Wil je een stukje chocolade? Vraag het, maar draai er niet om heen. En wordt dan vervolgens al helemaal niet gefrustreerd wanneer ik het niet begrijp door mijn autisme, terwijl jij niet duidelijk genoeg communiceert.

                  2. Geen antwoord op de vraag geven
                  Regelmatig stel ik een vraag, maar krijg geen antwoord. Dit betekent niet dat ik genegeerd word, allesbehalve, maar de reactie is geen antwoord. Het is een mededeling. Als ik voor mijzelf duidelijkheid probeer te creëren door aan mijn moeder te vragen wat we morgen op onze vrije dag gaan doen, kan het volgende antwoord terugkrijgen: “Ik wilde morgenochtend gaan sporten en moet ook nog even boodschappen doen.”

                  Ja, fijn voor je dat je dat gaat doen, maar nu heb ik nog geen antwoord op mijn vraag. Ik weet nu wel wat jouw planning is, maar niet wat we samen gaan doen en wat daardoor mijn daginvulling wordt. De oplossing: luister goed naar wat iemand daadwerkelijk vraagt, en geef daar antwoord op. Best simpel eigenlijk, dus stel ik voor om dat vaker te doen.

                  3. Ja, nee. Maar toch eigenlijk ja
                  Nog zo’n leuke is de ontkennende vraag. Menig mens zal het herkennen. Iemand stelt je een vraag met een ontkenning erin, waarop je met “Ja” antwoord met de bedoeling het te bevestigen, maar diegene vat het op alsof je met je antwoord het juist ontkent. Klinkt verwarrend? Is het ook.

                  Laten we de volgende vraag nemen: “Had jij niet een nieuwe baan?” De meeste mensen zullen, als ze een nieuwe baan hebben, reageren met “Ja.”, maar eigenlijk ontken je hiermee dat je een nieuwe baan hebt. Als je antwoord met “Nee.”, zal je een dubbele ontkenning hebben en dus het bevestigen dat je een nieuwe baan hebt. Echter zal dit vaak door de ander weer opgevat worden dat je geen baan hebt.

                  Dus moet je nou ja, nee of toch ja zeggen? Mijn tip: bevestig de vraag met antwoorden zoals “Inderdaad, ik heb een nieuwe baan.” en ontken met antwoorden als “Dat klopt niet, ik heb geen nieuwe baan.” Door geen ja of nee te gebruiken, en daarnaast de vraag in bevestigende of ontkennende vorm te herhalen, maak je het voor iedereen duidelijker.

                  4. Leugentjes om bestwil
                  Leugentjes om bestwil: iedereen doet het weleens. Oké, mensen met autisme zijn er vaak geen held in, maar dat terzijde. Je vriendin wilt graag weten of de jurk die ze past wel leuk staat, en vraagt dat aan jou. “Hij staat je super mooi!”, zeg jij terug, terwijl je hem eigenlijk niet zo mooi bij haar figuur vindt staan. Jij zegt het om haar niet te kwetsen, want zij was helemaal weg van de jurk. Hartstikke lief natuurlijk, dat je haar niet wilt beledigen, en daarom maar een leugentje om bestwil gebruikt.

                  Totdat ze besluit de jurk te kopen, aangezien zij denkt dat jij hem ook mooi vindt staan. Geen enkele vrouw wilt in een jurk lopen die haar niet goed staat, hoe leuk de jurk ook is. Ze zou dus veel meer hebben aan jouw (subtiele) eerlijke mening. Die kan je overigens ook zo vormen dat je haar nog steeds niet kwetst (nogmaals, subtiel). Dat is veel duidelijker dan dat leugentje waarbij ze denkt dat je eerlijk bent, maar je dat eigenlijk niet bent.

                  5. Informatie weglaten
                  Het is lastig om een opdracht uit te voeren wanneer je niet alle informatie krijgt. Een puzzel kun je immers ook moeilijk maken zonder alle stukjes. Als mij gevraagd wordt om bij de supermarkt kaas te halen, sta ik vervolgens in de supermarkt voor ontzettend veel keuzes.

                  Geraspte kaas, een blok kaas, plakjes kaas. Jong belegen, belegen of extra belegen. Parmezaanse kaas, of toch Gouda? Tja, dat had diegene nou niet gezegd. En kaas is nou eenmaal geen kaas meer tegenwoordig, met al die keuzes. Gewoon duidelijk zeggen wat je wilt en verwacht dus.

                  Autisme en communiceren
                  Ik daag je uit om er eens op te letten. Wie nauwlettend gesprekken in de gaten houdt zal merken dat vrijwel niemand duidelijk, helder en goed communiceert. Niemand. Jij niet. Ik niet. De buurman niet. Je werkgever niet. En de communicatieadviseur van een groot bedrijf ook niet. Oké, misschien zal deze persoon beter communiceren dan de gemiddelde persoon, maar waarschijnlijk niet altijd.

                  Dit is ook helemaal niet raar, want communiceren is gigantisch lastig. Bovendien blijft inschatten hoe een ander gaat reageren op jouw bijdrage moeilijk. Het is daarom verstandiger om stap-voor-stap beter te babbelen, dan in één keer je hele manier van communiceren omgooien. Want, zeg nou zelf: zo erg is het toch ook niet als het misgaat? Communicatieproblemen leveren soms hele komische situaties op. Bovendien weet je zo in ieder geval hoe je het voortaan niet meer moet aanpakken. Weer wat geleerd.

                  Bron: Commen >>

                  #247331
                  Luka
                  Moderator

                    ‘Laat mij slachtoffer zijn zonder schaamte of bewijsplicht’

                    De wereld heeft een onrealistisch beeld van hoe een slachtoffer van huiselijk geweld eruitziet, weet Tessel ten Zweege uit eigen ervaring. Daardoor bleef ze lang stil toen haar vriend haar mishandelde. ‘De geloofwaardigheid van een slachtoffer moet niet afhangen van hoeveel tranen ze laat.’

                    Sommige nachten lig ik wakker van herinneringen aan mijn ex-vriend. De blauwe plekken die hij mij bezorgde verklaarde ik met vergezochte leugens en langzaamaan raakte ik steeds verder verwijderd van de levens van mijn vriendinnen. Mijn ouders waren niet eens op de hoogte van het feit dat mijn vriend stiekem bij me was ingetrokken. Ik had vaker gehoord dat een op de vijf vrouwen met geweld binnen relaties te maken krijgt op een punt in haar leven, en verbaasde me er steeds over dat ik die ene vrouw niet kende. Toen werd ik haar zelf, die ene op de vijf. En de andere vier hadden geen idee van wat zich afspeelde in mijn studentenkamer. In februari 2018 zette ik hem mijn studentenwoning uit.

                    Elke dag komen er nog fragmenten van herinneringen aan mijn ex-vriend naar boven

                    Inmiddels kan ik er – selectief – over praten. Het liefst op een afstandelijke, praktische manier. Met nut, om een gesprek te openen; het thema in een artikel of een column aan te kaarten. Elke dag komen er nog fragmenten van herinneringen aan hem naar boven. Op sommige dagen laat ik het toe en schrijf ik het van me af, op andere dagen wuif ik de flarden zo snel mogelijk weg. Heel af en toe voel ik de behoefte om erover te praten. Ik zie de relatie graag als een levenloos lichaam, waar ik klinisch naar kan kijken, en dat ik naar wens kan ontleden om te kijken waar nog schade zit. Na gedane zaken naai ik het lichaam weer dicht, en moet iedereen er verder zijn mond over houden.

                    Het is niet dat ik mijn verhaal nergens kwijt kon. Mijn vriendinnen zijn de meest begripvolle en lieve mensen van de wereld, mijn ouders zijn schatten, mijn latere (inmiddels ex-)vriend was lief en geduldig, en ik ben omringd door feministen die strijdbaar zijn en elkaar uit de brand willen helpen. Ook was ik financieel en juridisch gezien in staat om mijn ex-vriend eruit te trappen en uit de school te klappen, een privilege dat veel slachtoffers van geweld binnen relaties niet hebben.

                    Toch bleef ik lang stil, zelfs nadat hij was vertrokken uit Nederland. Ik schaamde me dat ik hem niet eerder van me had afgeschud. Ik voelde me schuldig, omdat ik zoveel had gelogen en me agressief had verdedigd tegen vriendinnen die me simpelweg wilden zien, of die zich afvroegen wat er gebeurd was met mijn gehavende gezicht.

                    Wat me er vooral van weerhield het te vertellen, gewoon eerlijk te zijn, was dat ik niet wist hoe ik een goed slachtoffer moest zijn. Welke woorden moest ik gebruiken? En kon ik zomaar zo’n bom op iedereen laten vallen zonder dit te moeten toelichten? En hoe kon ik op een beleefde manier alle blikken van medelijdende afwijzen?

                    Ik schaamde me dat ik hem niet eerder van me had afgeschud

                    Goedbedoeld advies
                    Slachtofferschap is een soort stempel, die het woord ‘fragiel’ pontificaal op je voorhoofd drukt. Het is een ongemakkelijk onderwerp dat mensen achteruit doet deinzen, maar tegelijkertijd uitnodigt tot allerlei impertinente vragen. ‘Hij heeft me pijn gedaan’ klinkt als ‘ik ben gebroken’ voor menig gesprekspartner met wie ik hierover heb gepraat. Woorden als ‘trauma’ worden me in de mond gelegd. De eerste reactie is vaak dat ik in therapie zou moeten gaan. Goed bedoeld waarschijnlijk, maar mag ik dat zelf bepalen? De ander bekijkt me argwanend, zich afvragend hoe ik hier nog zit, zonder kleerscheuren of tranen. Ben je echt mishandeld of is dit aandachttrekkerij? Ben je slachtoffertje aan het spelen?

                    Naast het ontwijken van pathologische stigmatisering, alsof alle slachtoffers voor altijd geestesziek en getraumatiseerd zijn, houdt slachtofferschap ook een soort bewijsplicht in. Ik ken het verhaal van Cece Dao, studente aan de Erasmus Universiteit, die na over haar verkrachting te vertellen colleges moest blijven volgen met de jongen die haar dat aandeed, omdat de universiteit de klacht niet serieus nam totdat de politie zich ermee zou bemoeien. Ook NRC meldde vorig jaar dat het aankaarten van #MeToo-praktijken vaak leidde tot het vertrek van de slachtoffers. Hoe navigeer je vanuit een identiteit die je tegelijkertijd moet ontkennen en bewijzen?

                    Voor veel slachtoffers zullen beschuldigende vragen als ‘Waarom heb je dat nooit verteld?’ bekend in de oren klinken

                    Ik herinner me dat een vriendin me op een avond vroeg of het wel goed met me ging. Ze had signalen opgepikt toen ze met mijn ex en mij samen was. Ze had zijn agressieve dronk gezien en vertrouwde het niet. Als ze niet beter zou weten, zou ze denken dat hij me mishandelde, vertelde ze. ‘Maar dat zou jij natuurlijk nooit toelaten.’ Toen heb ik me het meest onzeker gevoeld over hoe ik slachtoffer moest zijn.

                    Had ik op dit moment moeten bekennen? Ik ben niet wie je denkt dat ik ben. Ik word mishandeld, ik laat het toe. Had ik van het voorzetje gebruik gemaakt, had ze me dan geloofd? Ik was blijkbaar geen plausibel slachtoffer, en als ik had toegelaten, was het dan ergens mijn eigen schuld? Ik antwoordde ontkennend, al weet ik nog steeds niet precies waarom. Ik durfde niet, en ik was bang om haar teleur te stellen.

                    De Duitse cultuurwetenschapper en schrijver Mithu Sanyal spreekt over deze twee kanten van slachtofferschap: het slachtofferschap dat je wilt vermijden – het stereotype van een gebroken, weerloze vrouw – en het slachtofferschap dat wordt ontvangen als een beschuldiging en dus voorzien moet worden van bewijs. Dat betekent niet direct dat je blauwe plekken moet laten zien, maar voor veel slachtoffers zullen beschuldigende vragen als ‘Waarom heb je dat nooit eerder verteld?’ of ‘Weet je het zeker? Ik vind hem altijd zo vriendelijk’ bekend in de oren klinken. ‘De prijs voor erkenning, empathie en herstel is dat het leven van elk slachtoffer bewijs moet zijn voor wat ze hebben meegemaakt, dat ze hun psyche moeten conserveren als een soort crime scene die elk moment geïnspecteerd kon worden’, schrijft Sanyal in haar boek From Lucretia to #MeToo.

                    Geen bewijsplicht
                    Van mijn relatie heb ik losse flarden aan herinneringen, die als vervelende muggen om me heen zoemen. Ik voel er niets voor om mijn herinneringen in een chronologisch rijtje te zetten om op te dreunen wanneer iemand me iets vraagt. Ik vind het waardevol om hardop na te denken over hoe ik me voelde tijdens de relatie, maar wanneer iemand me vraagt of hij me heeft geslagen, en hoe vaak dan, word ik onmiddellijk teruggehaald naar die krappe kamer en sta ik daar weer, net zo weerloos als toen. Ik wil slachtoffer zijn op mijn eigen voorwaarden. Zónder de schaamte, de zwakte, of de bewijsplicht.

                    Amber Heard werd niet geloofd omdat ze de dag na haar mishandeling een lachende foto op sociale media plaatste

                    Het is tijd om nieuwe narratieven van slachtofferschap te erkennen. Het imperfecte slachtoffer dat niet dient als getuige of als baken van medelijden, maar gewoon als mens dat kan spreken over zijn/hun/haar ervaring en kan zeggen: ‘Sorry, op die vraag wil ik geen antwoord geven.’ Een slachtoffer wiens geloofwaardigheid niet afhangt van hoeveel tranen ze laat, of ze aangifte heeft gedaan, of hoe overtuigend ze kan vertellen. In 2016 deed Amber Heard aangifte tegen Johnny Depp omdat ze zei dat hij haar had geslagen. Ze werd veelal niet geloofd omdat ze de dag erna een lachende foto plaatste op sociale media.

                    We zouden het juist moeten vieren als slachtoffers weer glimlachen en doorgaan met hun leven, in plaats van hun nieuwe geluk tegen ze te gebruiken. Ook al begrijp je niet hoe het voelt om geweld te ervaren van iemand die je liefhebt, of begrijp je niet hoe iemand daarna ooit weer kan glimlachen, de ervaring van het slachtoffer is legitiem.

                    Momenteel voert de VN met #OrangeTheWorld een internationale campagne tegen geweld tegen vrouwen. Het is een project dat vooral preventie van intiem partnergeweld wil stimuleren. Laten we tijdens deze zestien dagen van activisme niet alleen potentiële slachtoffers behoeden, maar ook de ruimte bieden aan alle imperfecte slachtoffers die de wereld al rijk is. Laat ze hun verhaal delen, laat ze zwijgen, laat ze huilen en lachen, en onthoud dat het onbegrip dat jij misschien voelt, niets afdoet aan wat zij hebben meegemaakt.

                    Bron: One World / Harlot >>

                    #247356
                    Luka
                    Moderator

                      Eerste hulp bij een stalker: ‘Wat je ook doet, zoek vooral geen contact’

                      Jaarlijks hebben zo’n honderdduizend Nederlanders last van een stalker. In de meeste gevallen krijgen ze ongewenste berichten opgestuurd, maar mishandeling komt ook voor. Wat doe je als je wordt gestalkt?

                      Stalking is strafbaar, het valt in de wet onder ‘belaging’. En toch blijkt het in de praktijk moeilijk om mensen ertegen te beschermen. Denk aan 16-jarige Humeyra Ergincanli uit Rotterdam, die vorig jaar op school door haar ex werd doodgeschoten na maandenlang lastig te zijn gevallen. Zo’n trieste wending komt gelukkig niet vaak voor. Maar evengoed houden veel slachtoffers vaak jarenlang last van de psychische en emotionele gevolgen.

                      Wanneer is er sprake van stalking?
                      Volgens de wet is belaging ‘het stelselmatig en opzettelijk inbreuk maken op je privacy’. Duidelijke voorbeelden zijn de ex die vervelende berichten stuurt of een aanbidder die ongevraagd bloemen laat bezorgen, maar de buurman die leugens over je vertelt of dreigt met geweld, valt er ook onder. En ja, het zijn meestal mannen. Stalkers willen wraak nemen of angst aanjagen, ze willen je dwingen iets te doen of te laten. Soms maken ze daarbij gebruik van fysiek geweld.

                      ,,Iemand die, nadat het uit is gegaan, vaker berichtjes stuurt, is niet meteen een stalker’’, zegt recherchepsycholoog Bianca Voerman, stalkings-expert bij de Landelijke Eenheid van de politie. ,,Dat is het wel als hij je bedreigt, of als het zo heftig is dat je doodsbang bent. Angst voor een ex blijkt een goede indicator voor het risico dat een slachtoffer loopt. Als de overlast langer dan twee weken duurt, is de kans groot dat de stalker doorgaat.’’

                      Kun je het in de kiem smoren?
                      Vroeg ingrijpen heeft effect bij ongeveer de helft van de stalkers, zegt Voerman. Slachtofferhulp Nederland adviseert een aangetekende brief naar de stalker te sturen. ,,Geef daarin duidelijk aan dat je er niet van gediend bent’’, zegt woordvoerder Jytte Reichert. ,,Zo kun je aantonen dat je geprobeerd hebt het te stoppen.’’

                      Volgens recherchepsycholoog Voerman kan de politie een ‘stopgesprek’ voeren als je er melding van maakt. ,,Vooral mensen die geen strafblad hebben, houden daarna vaak op.’’ Ook raadzaam: breng je omgeving op de hoogte. ,,En bewaar al die vervelende appjes en brieven, zodat je bewijs hebt.’’ Wat je ook doet, zoek vooral geen contact met je stalker. ,,Sommigen willen een vinger aan de pols houden, maar het is alsof je een shot geeft aan een verslaafde. Houd de stalker op afstand.’’

                      Wat doet de politie?
                      Belaging is een zogeheten klachtdelict: de politie kan pas vervolgen als je aangifte doet. Veel slachtoffers zijn te bang dat het escaleert. Voerman: ,,Bij onze aanpak staat veiligheid voorop. Zo nodig nemen we extra maatregelen: we kunnen mensen aansluiten op het alarmsysteem AWARE, dan kun je met één druk op de knop de politie waarschuwen als je stalker voor je staat.’’

                      Om een stalkingsgeval te kunnen beoordelen, wordt het zogeheten screeningsinstrument SASH ingezet. ,,We kijken bijvoorbeeld of er sprake is van bedreiging, heftige jaloezie of conflicten over gezamenlijke bezittingen, allemaal zaken waardoor slachtoffers grotere risico’s lopen.’’

                      Idealiter leidt aangifte tot een strafproces tegen de verdachte, maar het komt voor dat slachtoffers niet serieus worden genomen. Reichert van Slachtofferhulp Nederland: ,,Dat is frustrerend. Verzamel in elk geval zo veel mogelijk bewijzen.’’

                      Wat zijn juridische mogelijkheden?
                      Op belaging staat maximaal drie jaar gevangenisstraf, al kan de rechter hogere straffen opleggen. In de praktijk pakken vonnissen lager uit. Wel wordt steeds vaker een contactverbod opgelegd (in 2018 gold dit voor het gros van de 876 stalkers). Je kunt zelf via een kort geding een contact-, locatie- of gebiedsverbod aanvragen bij de civiele rechter. Je moet dan duidelijk maken dat je stalker zich misdraagt, en de noodzaak en spoedeisendheid onderbouwen.

                      Anders dan bij een strafproces, kan de civiele rechter alleen een dwangsom opleggen, als de stalker zich niet houdt aan het verbod. Reichert: ,,De kosten zijn ook een nadeel, want een advocaat is verplicht. Maar het initiatief ligt wel bij jou. En je hebt binnen een paar weken een uitspraak.’’

                      Hoe blijf je emotioneel overeind?
                      Veel slachtoffers leven voortdurend in angst. Ze slapen niet meer of raken geïsoleerd. Een posttraumatische stressstoornis komt ook voor. ,,Sommigen schamen zich, vooral als de stalker een ex-partner is. Maar erover praten is belangrijk’’, zegt Reichert. ,,We hebben een onlineplatform waar lotgenoten ervaringen delen, de meesten vinden dat erg prettig.’’

                      Slachtoffers krijgen met de vooroordelen van anderen te maken, weet Bianca Voerman, vooral als de belager een bekende is. ,,Zo van: waar twee kijven hebben er twee schuld. Een vrouw werd op straat aangevallen door haar belager, die haar probeerde te wurgen. Ze was vooral opgelucht dat nu eindelijk duidelijk was hoe erg het was.’’

                      Herkenbaar, vindt een woordvoerder van de lotgenotengroep Beweging Stop Stalken, die vanwege haar stalker anoniem wil blijven: ,,Psychisch geweld is niet zichtbaar. Twijfel niet aan jezelf en zoek hulp.’’

                      Houdt het ooit op?
                      Het kan maanden of jaren doorgaan. Soms stopt de stalker, bijvoorbeeld omdat hij een nieuwe vriendin heeft. Een veroordeling is geen garantie: één op de vijf veroordeelde daders gaat opnieuw in de fout. Van de mensen die al een strafblad hadden, is dat zelfs 81 procent. Helaas vallen er jaarlijks 35 doden door huiselijke geweld: bij zes tot tien mensen is daar stalking aan voorafgegaan.

                      Dwangvolgers stoppen is een kwestie van een lange adem, zegt Voerman. ,,Zoek in de tussentijd hulp en zorg dat je veilig blijft. Verander de sloten van je huis, zorg dat als je iets online zet, je stalker je locatie niet ziet. Door actief met je veiligheid bezig te zijn, neem je de controle over je leven weer terug.’’

                      Kan stalking beter worden aangepakt?
                      Politie en justitie treden steviger op tegen stalkers die een contactverbod overtreden. Aanleiding daarvoor zijn de (inschattings)fouten die zijn gemaakt na de aangiften van Humeyra Ergincanli.

                      Advocaat Peter Schouten, gespecialiseerd in stalkingszaken, pleit voor een lik-op-stukbeleid. ,,Een winkeldief die een blikje bier steelt, mag in voorlopige hechtenis worden genomen, terwijl stalkers vrij rondlopen tot hun strafzaak maanden later voorkomt. Geef ze op zijn minst een enkelband tot die tijd.’’

                      Volgens een woordvoerder van Beweging Stop Stalken herkennen instanties stalking niet altijd, bijvoorbeeld omdat de dader zelf aangifte doet tegen zijn slachtoffer. De organisatie houdt een petitie om meer bescherming te organiseren, zoals één loket waar slachtoffers terecht kunnen voor hulp.

                      Recherchepsycholoog Bianca Voerman wil ook meer aandacht voor de behandeling van de daders. ,,Zodat ze na vrijlating niet opnieuw beginnen, want dat gebeurt nog te vaak.’’

                      Bron + filmpje: ED.NL >>

                      #248115
                      Luka
                      Moderator

                        Tekenen dat het allemaal even too much is (en wat te doen)

                        We hebben het allemaal weleens druk en we zijn allemaal weleens gespannen. Dat is ook niet erg, zolang het maar binnen de perken blijft. Maar hoe weet je nou of je ‘gewoon een beetje gestrest bent’ of dat je écht te veel hooi op je vork hebt genomen?

                        Deze tekenen geven aan dat het allemaal even too much is.

                        Je slaapt slecht en bent altijd moe
                        De laatste tijd maak je lange dagen op je werk. Je zou denken dat je ’s avonds helemaal uitgeteld in bed ligt en binnen no time in slaap valt. Maar als je dan eindelijk op één oor ligt ben je klaarwakker. Waarom kun je verdomme nou niet slapen?

                        Niet kunnen slapen kan erop duiden dat je te veel stress ervaart. Maar dat is niet het enige. Het kan ook zijn dat je prima slaapt maar alsnog iedere avond uitgeteld op de bank ligt. Je voelt je leeg en hebt nergens energie voor.

                        Tip: een drukke geest maakt moe, zowel mentaal als lichamelijk. Probeer je geest daarom tot rust te brengen door middel van meditatie. Eet gezond (suiker zorgt voor wisselingen in je bloedsuikerspiegel) en probeer een paar keer per week te sporten.

                        Spreek met jezelf af om op een bepaalde tijd naar bed te gaan en houd je ook aan deze afspraak. Een routine zorgt voor rust. Kijk voordat je gaat slapen geen tv meer maar probeer wat te lezen of drink een kop thee.

                        Je hebt geen behoefte aan gezelligheid
                        Normaal gesproken wil je niets missen en ben je bij elke sociale aangelegenheid present. Maar de laatste tijd ben je totaal niet in de stemming voor gezelligheid. Een koffiedate met een vriendin? Pff… daar heb je echt geen zin in. En morgen heb je ook nog een etentje bij je schoonouders gepland staan. Stiekem sluit je jezelf liever op in huis. En dat hoéft ook helemaal niet slecht te zijn.

                        Wat me-time op z’n tijd kan je helpen om een nieuwe boost te krijgen. Maar als je al weken of zelfs maanden geen sociale contacten onderhoudt moet je er toch eens aan denken weer het gezelschap van anderen op te zoeken. Van een kluizenaarsbestaan wordt niemand gelukkig. En misschien is een goed gesprek met een vriendin of een ontspannen avond in de kroeg juist wel wat je nodig hebt op dit moment.

                        Je kunt je niet goed concentreren
                        Als je merkt dat je vergeetachtig wordt, de aandacht maar moeilijk kunt vasthouden en minder alert bent is dat een teken dat je te veel van jezelf hebt gevraagd. Doordat je lichaam de spanningen niet kan verwerken heb je nu last van een verminderde concentratie. Er spoken te veel gedachten door je hoofd die je niet kunt ordenen. En dat maakt concentreren op één ding natuurlijk knap lastig.

                        Het kan ook zijn dat je last heb van uitstelgedrag. Je to-do-list is zo lang dat je eigenlijk geen idee hebt waar je moet beginnen. Het weerhoudt je ervan om ook écht te beginnen. Wat je kunt doen? Schrijf overzichtelijk op wat je allemaal nog moet dan. Zet de belangrijkste taak bovenaan en de minst belangrijke taak onderaan.

                        Vervolgens begin je gestructureerd het lijstje af te werken. Kijk niet naar je to-do-list als een geheel, maar focus je op één taak en begin pas met de volgende als deze taak af is.

                        Je bent onwijs emotioneel
                        Zodra je een zielig liedje op de radio hoort ben je al snel tot tranen geroerd. En dat terwijl je helemaal geen emotioneel type bent. Heeft er iemand commentaar op je werk? Ook dan wil je het liefst in huilen uitbarsten. Situaties als dezen kunnen erop wijzen dat het allemaal even te veel is. Er heeft zich zoveel emotie opgebouwd dat je continu het gevoel hebt dat je instort.

                        Tip: laat de tranen komen en huil één keer heel goed, zodat het uit je systeem is. Hierna is het de kunst om weer een balans te vinden. Holistisch therapeut Katy Batt deelt op Mindbodygreen een fijne oefening.

                        Het gaat als volgt: ga op een stoel zitten en zet je voeten plat op de grond. Sluit je ogen en haal diep adem. Visualiseer nu dat je voeten naar de grond worden getrokken, met boomwortels die uit je voeten komen (vreemd maar waar) en diep in de aarde groeien. Houd deze visualisatie een aantal minuten vast en open dan langzaam je ogen weer.

                        Je kunt je niet echt ontspannen
                        Het lijkt zo simpel: een rustige wandeling maken door het bos of in je eentje koffie drinken op een terras. Maar op de een of andere manier lukt het je maar niet om te ontspannen. Je bent de laatste tijd erg onrustig en kunt maar moeilijk even alleen zijn met je eigen gedachten.

                        Herken je jezelf in dit profiel? Dan moeten er bellen gaan rinkelen. Het kan erop wijzen dat je te veel stress ervaart. Tip: ga na waar de onrust vandaan komt en waar de blokkades zitten. Mindfulness-meditatie kan je hierbij helpen. In dit artikel lees je waarom het werkt (en niet zweverig is).

                        Bron: Bedrock.nl >>

                      10 berichten aan het bekijken - 31 tot 40 (van in totaal 75)
                      • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
                      gasten online: 37 ▪︎ leden online: 0
                      No users are currently active
                      FORUM STATISTIEKEN
                      topics: 3.762, reacties: 21.138, leden: 2.809