Medicijnen

Tags: 

  • Dit onderwerp bevat 46 reacties, 3 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 16/05/2023 om 16:22 door Luka.
7 berichten aan het bekijken - 41 tot 47 (van in totaal 47)
  • Auteur
    Reacties
  • #259347
    Luka
    Moderator

      Marianne kreeg een antipsychoticum als slaapmiddel: ‘Ik voelde me net een zombie’


      Huisartsen en psychiaters schrijven het antipsychoticum quetiapine voor bij mensen met slaapproblemen. En dat terwijl de richtlijnen vooral benadrukken dit niet te doen. Ook bij een lage dosering kan quetiapine voor flinke bijwerkingen zorgen. En gebruikers kunnen er moeilijk mee stoppen.

      Marianne Boerstra uit Sneek zat er helemaal doorheen. Ze kreeg door haar werk in de gehandicaptenzorg steeds meer last van burnout-klachten. “Op een gegeven moment sliep ik gewoon niet meer. Toen heb ik me ziekgemeld en ben ik naar mijn huisarts gegaan.” Die geeft haar een recept mee voor een slaapmiddel. Maar als Marianne bij de apotheker komt om het medicijn op te halen is ze verbaasd. “Ik kreeg quetiapine mee. Vanuit mijn werk ken ik dat als antipsychoticum. Dat is echt pittig spul.”

      Rare dromen
      Toch besluit Marianne op aanraden van de huisarts het middel te proberen. Na een aantal dagen krijgt ze al last van forse bijwerkingen. Ze krijgt nachtmerries en voelt zich enorm versuft. “Door al die rare dromen kwam ik echt geradbraakt uit bed. En in het verkeer wist ik niet hoe ver een auto nou weg was. Alles kwam heel vertraagd binnen. Ik voelde me echt net een zombie. Een heel onprettig gevoel.”

      Quetiapine is in 1997 op de markt gebracht onder de merknaam Seroquel. Het is een antipsychoticum ontwikkeld door AstraZeneca: het Zweeds-Britse farmaceutische bedrijf dat tegenwoordig vooral bekend is om zijn vaccins tegen corona. Seroquel is geregistreerd als medicijn voor schizofrenie, een bipolaire stoornis of zware depressies. Maar het wordt tegenwoordig ook in een lagere dosering door psychiaters en huisartsen voorgeschreven bij slapeloosheid.

      Olievlek
      Het gebruik van quetiapine zorgt ervoor dat je slaperig en suf wordt. En dat is volgens Arne Risselada, klinisch farmacoloog in het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen, de reden dat het in een lage dosering ook voor slapeloosheid wordt voorgeschreven. “Als je goede ervaringen hebt bij het voorschrijven van quetiapine bij slaapproblemen ga je dat vaker doen. Zo is het vanuit de psychiatrie ook in de huisartsenpraktijk beland. En inmiddels heeft het zich als een olievlek verspreid.”

      Quetiapine moet het vooral hebben van mond-tot-mondreclame, want wetenschappelijk bewijs dat het bij slaapproblemen helpt ontbreekt. En ondanks dat huisartsen en psychiaters het in een lage dosering voorschrijven, is dat volgens de richtlijnen niet de bedoeling. Zo staat in de richtlijn van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) te lezen: “Voor antipsychotica, zoals quetiapine, is geen plaats bij de behandeling van slapeloosheid; er is te weinig bewijs voor de effectiviteit, terwijl bijwerkingen veel voorkomen.”

      Bron: Pointer / KRO-NCRV >>

      #259348
      Luka
      Moderator

        Tollend over straat

        Pillen zijn uitgegroeid tot de meest voorkomende ‘oplossing’ voor psychische problemen. Ook angststoornissen. In hoeverre heeft de bange mens daar baat bij?

        Het was op een angstcongres dat ik hem voor het eerst zag. Op het laatste moment bleek er wat te zijn geschoven met de tijden. ‘Maar niet in paniek raken’, zei de cabaretier op het podium, ‘beneden liggen bergen oxazepam. Echt, het komt helemaal goed met ons.’

        In de weken en maanden die volgden raakte ik bevriend met de cabaretier, die Pepijn heet. In 2010 had de huisarts de diagnose ‘gegeneraliseerde angststoornis’ bij hem gesteld: een permanent verhoogd angstniveau, dat om de minste of geringste aanleiding kan exploderen. De diagnose was een opluchting geweest voor Pepijn, veel viel op zijn plaats. De angst die hij als kind ervoer in de zandbak, wanneer de andere jochies naar hem keken, de angst die hij als puber ervoer toen bleek dat zijn lichaam geen groeihormonen aanmaakte. Alle periodes van gepieker en angst hadden nu een plek gekregen in het simpele verhaal dat alleen een diagnose biedt: hij leed aan een stoornis. Lange tijd ging het goed met hem, totdat zijn vriendinnetje het met hem uitmaakte, en hij in een crisis belandde. Het was het startpunt van een eindeloze weg langs therapeuten, psychiaters, pillenhuizen en tabletloketten.

        Voor angst- en paniekstoornissen bestaan geen aparte medicijnen. Voor acute angst kun je angstremmers slikken (zoals oxazepam), die maar kort werken. Voor angst- en paniekstoornissen worden daarom antidepressiva voorgeschreven. Het eerste middel dat Pepijn slikte was citalopram, een antidepressivum dat vaak wordt voorgeschreven aan mensen die met veel angst kampen. Citalopram is een selectieve serotonine-heropnameremmer (SSRI), wat betekent dat het ervoor zorgt dat de lichaamseigen neurotransmitter serotonine vertraagd wordt heropgenomen door het lichaam, en dus langer werkzaam blijft in de hersenen. Van de miljoen antidepressiva die Nederlanders in 2017 slikten, waren meer dan de helft SSRI’s, ook wel ‘happy pills’ genoemd.

        De opmars van de SSRI begon in de jaren zeventig, nadat de Amerikaanse federale overheid grote financiële steun was begonnen te verlenen aan farmaceutische bedrijven, om grootschalige studies uit te voeren naar de invloed van neurotransmitters op geestelijke stoornissen. In 1965 formuleerde de Britse arts Alec Coppen het idee dat sommige medicijnen het serotonineniveau in de hersenen zouden verhogen. Serotonine heeft een positieve invloed op je geheugen, je emoties, je stemming, je seksuele activiteit en je eetlust, maar wat het precíes doet, lijkt niemand te weten. Niettemin werd Coppens idee overgenomen door artsen en onderzoekers, en iedere nieuwe aanhanger ervan was minder genuanceerd in zijn denken. Het idee, waarvan de validiteit nooit is bewezen of zelfs maar aannemelijk gemaakt, werd een geloofsartikel. Geleidelijk verdrongen SSRI’s de meeste andere middelen van de markt en vormen ze, naast antibiotica, de best verkochte medicijnen uit de wereldgeschiedenis.

        Psychiaters maken het zichzelf vaak gemakkelijk door tegen hun patiënten te zeggen dat ze last hebben van een ‘chemische disbalans’ in hun hersenen, die dan zou worden verholpen door een pilletje. Maar wat dan precies uit balans is, hoe een balans er überhaupt zou uitzien, en welke rol antidepressiva precies spelen in het herstellen ervan, dat weet niemand. ‘“Chemische disbalans” is een soort containerbegrip dat weer tijdwinst oplevert’, vatte Ronald Pies, voormalig redacteur van het vakblad Psychiatric Times, eens samen. Die tijdwinst is zonder meer voordelig voor psychiaters en farmaceuten. Voor patiënten ligt het gecompliceerder.

        Als eerste kreeg Pepijn, nadat hij verlaten was, oxazepam voorgeschreven, in combinatie met venlafaxine, een zogenaamde serotonine-en-noradrenaline-heropnameremmer, een SNRI. SNRI’s zorgen ervoor dat naast serotonine ook de neurotransmitter noradrenaline langer werkzaam blijft. (Noradrenaline heeft een opwekkend effect, en lijkt op adrenaline.) Hoewel venlafaxine Pepijn zo’n buikpijn bezorgde dat hij niet meer rechtop kon lopen, slikte hij het middel vier maanden.

        Tijd voor Pepijn om over te schakelen naar een nieuw medicijn, sertraline, een SSRI. Het middel sloeg niet aan, en Pepijn kreeg er een vervelende, bitter-chemische smaak van in zijn mond, en soms leek het of zijn tong in de fik stond. (Zes weken, het minimum om te kunnen bepalen of het middel aanslaat.)

        Op naar de volgende: fluvoxamine, opnieuw een SSRI. Dit sloeg überhaupt niet aan, en Pepijn zag zo wazig en was zo duf dat hij nauwelijks op de fiets durfde. (Zes weken.) Next. Mirtazapine, een tricyclisch (met een chemische structuur die bestaat uit drie koolstofringen) antidepressivum, werkte wel, maar niet op een manier die erg beviel: in drie weken tijd kwam Pepijn acht kilo aan. Zijn geheugen werkte minder goed, hij had een droge mond, gebeurtenissen beklijfden niet. En elke keer dat Pepijn van iets schrok, een onverwacht geluidje was genoeg, had hij het gevoel een elektrische schok te krijgen. (Weer zes weken.) Volgende: escilatopram, een relatief nieuw middel (2011) dat erg lijkt op citalopram (1989). Helaas deed het middel erg weinig voor Pepijn; hij bleef even angstig en zorgelijk. (Drie maanden.)

        Hij besloot er nortrilen bij te nemen, weer een tricyclisch antidepressivum. Het middel had een ongelukkige uitwerking op Pepijn, die het gevoel had knettergek te worden, warrig, intens nerveus, erg emotioneel. Hij had telkens het idee dat hij moest ontsnappen, zonder te weten waaruit. (Twee weken.) Daarna volgde een maand agomelatine, een middel dat lijkt op melatonine, het slaaphormoon. Hier werd Pepijn helaas kotsmisselijk van. Tollend liep hij over straat, en slapen ging ook belabberd. (Vier weken.)

        Uiteindelijk kwam Pepijn uit bij duloxetine, een SNRI. Dat middel slikt hij, maanden later, vandaag nog steeds. Het werkt, enigszins, en de bijwerkingen vallen mee. Nou ja, de eerste twee maanden had hij helemaal geen libido meer. Niks. Dan ging hij op een date, doken ze de koffer in, en voelde hij geen enkele prikkeling, het was alsof zijn lid niet meer bestond. Tegenwoordig gaat het beter. Tegenwoordig gaat het.

        Inmiddels zijn pillen uitgegroeid tot de meest voorkomende ‘oplossing’ voor psychische problemen. ‘De waarheid is dat patiënten vaak maar weinig geduld hebben’, legde Damian Denys, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) aan me uit, ‘en dat wij psychiaters maar weinig tijd hebben. Daarom is het, over het algemeen, zowel statistisch als sociaal wenselijker om eerst met pillen te beginnen, en dan daarna te kijken of er misschien aanvullende therapieën nodig zijn.’

        Psychofarmaca, ooit bedacht voor de echt zware gevallen, die niet konden functioneren, die dreigden ten onder te gaan, worden massaal geslikt, ook door mensen die het misschien wel zonder zouden kunnen, of die ten minste beter geïnformeerd zouden moeten worden over wat ze precies innemen.

        Werken die pillen eigenlijk? Niet echt, vindt oud-huisarts en gerenommeerd epidemioloog Dick Bijl. Aan veel van die studies waarmee de werkbaarheid van antidepressiva zou zijn aangetoond, mankeert volgens hem heel veel. Bijl, voorzitter van de International Society of Drug Bulletins en schrijver van Het pillenprobleem, is een van de zeldzame onafhankelijke medici ter wereld die zich heeft toegelegd op het uitpluizen van geneesmiddelenonderzoek. De laatste 22 jaar heeft hij zo’n dertigduizend publicaties gelezen en van commentaar voorzien. Veel studies zijn haastig en slecht uitgevoerd, meent hij, en dan is er ook nog de zogeheten ‘publicatiebias’, het fenomeen dat farmaceutische bedrijven decennialang slechts de onderzoeken met positieve resultaten hebben vrijgegeven, terwijl sommige van de pillen die iemand als Pepijn nog altijd slikt tot veel meer negatieve dan positieve onderzoeksresultaten hebben geleid. Van alle medicijnonderzoeken die farmaceutische bedrijven hebben uitgevoerd, is liefst veertig procent helemaal nooit vrijgegeven en de overige zestig procent vaak zeer selectief.

        Tegenwoordig hoeft een farmaceutisch bedrijf maar met twee positieve onderzoeken op de proppen te komen om een pil te laten goedkeuren. Het kan dus zomaar gebeuren dat een middel zeventig keer geen effect sorteert, en twee keer wel, en toch wordt goedgekeurd. Dit wordt geïllustreerd door de geschiedenis van het beroemdste antidepressivum ter wereld: Prozac. In de testperiode werd het middel aan 245 patiënten verstrekt. Maar van slechts 27 patiënten werden de resultaten door de farmaceut vrijgegeven: toevalligerwijs hadden allen positief gereageerd. De rest van de resultaten is altijd verborgen gehouden voor het publiek. En als een pil eenmaal op de markt is, wordt er zelden tot nooit aanvullend onderzoek gedaan.

        ‘Ik gebruik liever de term medicijnen dan geneesmiddelen’, zei Bijl in een interview met Knack in 2018. ‘De meeste pillen genezen namelijk helemaal niet.’ We zijn geobsedeerd door statistiek, die makkelijk te manipuleren valt, en we interesseren ons te weinig voor de band tussen statistiek en de echte wereld, vindt Bijl. ‘Een effect kan statistisch significant zijn, maar voor de patiënt geen enkel verschil maken.’ Hij wijst op de Hamilton-depressieschaal, die op basis van een vragenlijst een score toekent aan iemands gemoedstoestand. Die score loopt van nul tot 52, en hoe hoger je scoort, hoe ernstiger je toestand. Depressieve mensen halen gemiddeld een score van twintig. ‘Om te weten of een antidepressivum werkt, moet je het vergelijken met een neppil, een placebo. Een antidepressivum doet de score gemiddeld zakken van twintig naar twaalf. Maar, en nu wordt het interessant, een placebo verlaagt de score tot dertien: één punt verschil dus met de echte pil. Als je voldoende mensen in je studie opneemt, kun je dat ene punt significant noemen, maar wat betekent dat dan? Nou, niet bijster veel.’

        Het loon van de angst
        In De bange mens gaat Daan Heerma van Voss in op de angst-vragen die hem al jaren bezighouden: is angst erfelijk? Is het legitiem dat angst tegenwoordig een geestelijke aandoening heet te zijn? Zijn we metterjaren angstiger geworden of lijkt dat maar zo? De bange mens is onlangs verschenen bij uitgeverij Atlas Contact. In De Groene zet Heerma van Voss, onder het vaandel Het loon van de angst, zijn onderzoek maandelijks voort.

        Ook professor Irving Kirsch, verbonden aan de Harvard Medical School, aanvankelijk een groot voorstander van antidepressiva, moest na zijn grootschalige onderzoek naar het placebo-effect bij antidepressiva, in 1998 concluderen dat het antidepressivaslikkers maar een fractie beter verging dan placeboslikkers. Zijn onderzoek liet zien dat 25 procent van de effecten van antidepressiva te danken was aan natuurlijk herstel, vijftig procent aan het verhaal dat je was opgespeld over de effectiviteit van antidepressiva, en slechts 25 procent door de chemische stoffen in de pillen. (Let wel: in 25 procent werkten die stoffen dus wél. Er zijn ook tal van mensen te vinden die baat hebben gehad bij pillen.)

        Hoe vaak Irving de resultaten ook opnieuw bekeek en doorrekende, hij kon er niet onderuit: het was tijd om zijn eigen bouwwerk, bestaande uit tientallen artikelen die positief waren over de effectiviteit van antidepressiva, omver te halen. ‘Een ding waar ik trots op ben’, verklaarde hij later aan de Britse journalist Johann Hari, ‘is dat ik bij het bekijken van data van gedachten kan veranderen wanneer ze anders zijn dan ik had verwacht.’ Na een aanvullend onderzoek in 2008 stelde Kirsch vast dat pillen vooral werken bij patiënten met een zeer ernstige depressieve stoornis. Zijn toonaangevende onderzoeken zijn nooit ontkracht.

        Heel soms zegt Pepijn tegen zijn psychiater, zijn ‘mannetje’, dat hij helemaal wil stoppen met slikken. ‘Het is troep, mijn lichaam moet tot rust komen. Alles is best, therapie, training, maar geen pillen meer.’ Maar dan legt zijn psychiater uit dat therapie pas aanslaat als Pepijns angstniveau iets wordt verlaagd. Dus besluiten ze in goed overleg dat ze het nog even aanzien. Onlangs werd er een nieuw middeltje aan de mix toegevoegd: wellbutrin, een antidepressivum dat de opname van de neurotransmitters noradrenaline en dopamine vertraagt. Het middel zou ongeveer hetzelfde werken als duloxetine, pil nummer tien, maar dan zonder de castrerende uitwerking op het libido. Heeft Pepijn spijt van al die chemicaliën die hij in zijn lichaam heeft gestopt? ‘Om eerlijk te zijn kan ik het me moeilijk voorstellen dat ik, als ik had geweten wat me te wachten stond, was gaan slikken. Maar die gedachte moet ik maar niet toelaten. Wordt een mens maar angstig van.’

        P.s. Met Pepijn gaat het nu al maanden erg goed

        Bron: Groene.nl >>

        #259424
        Luka
        Moderator

          Cognitieve therapie kan helpen bij afbouwen antidepressiva

          Veel patiënten willen weten of ze hun gebruik van antidepressiva veilig kunnen afbouwen na herstel van een depressie. Volgens een nieuwe Amsterdamse studie is dat vaker mogelijk dan nu in de richtlijnen staat.

          Stoppen of doorslikken? Claudi Bockting weet hoe moeilijk die afweging voor patiënten en artsen kan zijn. Veel mensen die hersteld zijn van een depressie, willen ook graag van hun antidepressiva af. Maar het afbouwen van die pillen is niet altijd makkelijk. Want doorslikken verkleint het risico dat de donkere wolken van de depressie terugkeren.

          Bockting houdt zich als hoogleraar klinische psychologie in de psychiatrie al twintig jaar bezig met het voorkomen van terugval bij depressie. Daarnaast werkt ze als clinicus in het Amsterdam UMC met mensen die ernstige stemmingsstoornissen hebben. Als die ene grote vraag op tafel komt – kan ik stoppen met de antidepressiva? – is dat steeds weer een ingewikkeld besluit. “Ik zie, samen met de psychiaters op mijn afdeling, hoe moeilijk het is. Je voelt een grote verantwoordelijkheid, want je weet hoe ernstig die depressie kan zijn als het misgaat.”

          Ook huisartsen krijgen de vraag in de spreekkamer vaak voorgelegd, weet Bockting. Patiënten zijn bang te afhankelijk te raken van het middel, of ze hebben last van bijwerkingen, zoals slecht slapen, angst of hoofdpijn. Bovendien blijkt uit onderzoek dat zo’n driekwart van de mensen die het advies krijgen antidepressiva te blijven slikken om terugval te voorkomen, dit niet volgens recept doet. Sommigen stoppen voortijdig zelf, anderen slikken bijvoorbeeld een te lage dosis. Juist daarom is het belangrijk om een alternatieve manier te bedenken om terugval na depressie te voorkomen, zegt Bockting.

          Wat is het beste voor déze persoon met déze kenmerken
          Toch hadden artsen tot nu toe te weinig handvatten om vast te stellen welke patiënten veilig konden stoppen met antidepressiva. Het was wel bekend dat afbouwen van antidepressiva in combinatie met therapie een mogelijkheid is. Maar welke patiënten kunnen afbouwen zonder risico te lopen weer depressief te raken, bleef ongewis. Bockting: “Er waren wel studies naar ­gedaan, maar die leidden tot gemiddelden. Dokters willen weten: wat is nu het beste voor déze persoon met déze kenmerken die ik nu voor me heb.”

          Daar heeft Bocktings onderzoeksgroep de afgelopen jaren aan gewerkt. Onlangs ­publiceerden ze hun resultaten in vakblad Jama Psychiatry. Hun bevinding: het doorslikken van antidepressiva geeft geen betere bescherming tegen terugval dan bepaalde psychologische therapieën. Het gaat om Preventieve Cognitieve Therapie (PCT) en Mindfulness Based Cognitieve Therapie (MBCT). Deze korte therapieën kunnen een goed alternatief zijn voor mensen met ­terugkerende depressies die een sterke wens hebben antidepressiva af te bouwen. Bockting: “Artsen kunnen hen dit alternatief bieden”.

          Dat geldt óók voor hogerisicogroepen ­zoals mensen die al veel depressieve episodes hebben gehad of meer last hebben van restklachten. Dat is opvallend, omdat in richtlijnen zoals de ‘multidisciplinaire richtlijn depressie’ staat dat deze mensen beter hun antidepressiva kunnen blijven gebruiken om terugval te voorkomen.

          Geen verschil in terugval
          Preventieve Cognitieve Therapie is een training van acht sessies, verdeeld over acht weken, die erop gericht is terugval te voorkomen. In Nederland gebeurt dat soms ­onder begeleiding van een getrainde gezondheidszorg- of klinisch psycholoog. De andere ­onderzochte therapie is vergelijkbaar, maar bevat elementen van mindfulness. “Er is dus iets te kiezen”, zegt Bockting. “De een is wat meer geïnteresseerd in de variant met meditatie, de ander moet daar niets van ­weten.”

          Het Amsterdamse onderzoek is gebaseerd op een analyse van vier grote internationale studies naar het afbouwen van antidepressiva. Promovenda Josefien Breedvelt bracht die studies bij elkaar en kon zo de ­gegevens van 714 patiënten vergelijken. Ze vond geen verschil in terugval van depressieve klachten in de groep patiënten die ­antidepressiva bleef slikken, en de groep die afbouwde in combinatie met een psychologische therapie. Geheel tegen de verwachting in, vond ze ook geen karakteristieken die meer kans gaven op terugval bij het ­afbouwen van antidepressiva.

          Wel gaat deze studie over afbouwen na de meest voorkomende vorm van depressie, de zogeheten ‘unipolaire depressie’, vertelt Bockting. Dat is de grootste groep mensen met depressieve klachten in Nederland. Ze benadrukt dat nog te weinig bekend is over alternatieven voor medicatie bij manische depressiviteit of psychotische depressies.

          Meer aandacht nodig voor gespreks­therapieën
          In Nederland gebruiken een miljoen mensen antidepressiva. Geschat wordt dat zo’n 150.000 mensen dat langer dan een jaar doen. Ze worden niet alleen bij depressie voorgeschreven, maar ook bij andere klachten, zoals lage rugpijn. De afgelopen jaren was antidepressivagebruik veelvuldig in het nieuws. Critici vinden dat de middelen steeds vaker en te makkelijk voorgeschreven worden.

          “Als mensen beginnen met antidepressiva doen ze dat met een reden”, zegt Bockting stellig. Toch vindt ze het goed dat er meer aandacht komt voor deze gespreks­therapieën om terugval te voorkomen. Nog te vaak worden mensen met depressieklachten alleen met antidepressiva behandeld, vindt ze. “Die psychologische interventies gaan natuurlijk aan de slag met wat er in je omgaat. Ze geven je handvatten om meer zicht op jezelf te krijgen en meer grip. Dat gaat een stapje verder dan symptoombestrijding met medicatie.”

          Het deelnemen aan psychologische therapieën of trainingen werkt natuurlijk niet alleen tijdens het afbouwen van medicatie, voegt Bockting toe. Ook tijdens een behandeling met antidepressiva is het van grote waarde.

          Ze concludeerde in eerder onderzoek al dat het risico op terugval na een depressie het kleinste is als een patiënt antidepressiva na herstel doorslikt, en dat combineert met preventieve cognitieve therapie. Het risico op terugval wordt daarmee zelfs 41 procent kleiner dan bij het alleen blijven slikken van de pillen.

          Luister naar de patiënt
          Maar zelfs als patiënten dat weten, willen ze toch om uiteenlopende redenen nog graag stoppen met hun antidepressiva, zegt Bockting. En het allerbelangrijkste is volgens haar om te luisteren naar wat een patiënt zelf wil. Ze verwijst naar studies van psychiater ­Mascha ten Doesschate, die onderzocht waarom patiënten wilden stoppen met antidepressiva.

          De meest gehoorde redenen waren niet bijwerkingen, maar de behoefte ‘dat je het zelf kan aanpakken’. Juist die behoefte aan autonomie kunnen artsen nog vaker ondersteunen, zegt Bockting. En met de resultaten van de nieuwste studie in de hand, kunnen ze dus met een gerust hart afbouwen aanbevelen in combinatie met de onderzochte therapieën.

          Bron: Trouw >>

          #259842
          Luka
          Moderator

            Wat kun je doen als je te maken krijgt met een ongewenste medicatiewissel?

            Vorige maand lieten we weten dat VGZ besloot Eviplera niet meer te vergoeden. We hebben bezwaar tegen dit besluit gemaakt, maar dit heeft helaas niet geholpen. Wij hebben daarom een stappenplan opgesteld dat kan helpen als je hiermee te maken krijgt. Het stappenplan biedt handvatten in hoe je om kunt gaan met ongewenste medicatiewissel. Zoals bijvoorbeeld een wissel van Eviplera naar twee generieke pillen.

            Stappenplan & voorbeeldbrieven
            Het stappenplan legt stap voor stap uit welke acties je kan ondernemen. Het stappenplan vind je pdf hier (81 KB) . Ook hebben we voorbeeldbrieven opgesteld die je naar de apotheek en/of zorgverzekeraar kan sturen. Deze staan ook in het stappenplan. Helpt dit niet of kom je er niet uit? Neem dan contact op met ons Servicepunt: servicepunt@hivvereniging.nl.

            Switch naar generieke middelen
            De Hiv Vereniging heeft niets tegen generieke middelen, en voor heel veel mensen met hiv is het prima om generieke middelen te slikken. De werkzame stof in een generiek middel is hetzelfde als in een merkmedicijn. Een generiek middel is vaak veel goedkoper dan het merkmedicijn, en mag gemaakt worden als het patent van het merkmedicijn verlopen is. De bijwerking kunnen soms verschillen. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat er een andere vulstof gebruikt wordt.

            Het kan voorkomen dat een merkmedicijn meer geschikt is voor iemands hiv-behandeling. Bijvoorbeeld dat je hiv-behandelaar en/of jijzelf in verband met therapietrouw de voorkeur hebben voor 1 pil in plaats van 2 pillen per dag. Ook kan het zijn dat je niet goed reageert op een bepaalde hulpstof. Het moet dus mogelijk zijn om een merkmedicijn te blijven slikken wanneer je hiv-behandelaar dit beter vindt.

            Het verstrekken van een merkmedicijn in plaats van een generiek middel kan een apotheker geld kosten. Dit heeft te maken met regels die apothekers en zorgverzekeraars hebben afgesproken. Een apotheek geeft dus vaak liever geen merkmedicijn mee. Wij begrijpen dat het voor apothekers vervelend is als veel mensen merkmedicijnen in plaats van generieke middelen slikken en ze hierdoor extra kosten maken. Wij zijn er alleen voor het belang van de patiënt, en ondersteunen mensen met hiv dus wanneer zij beter een merkmedicijn dan een generiek medicijn kunnen gebruiken.

            Vragen?
            Bij vragen kun je contact opnemen met het Servicepunt. Zij zijn bereikbaar via servicepunt@hivvereniging.nl, of op maandag, dinsdag, donderdag van 14.00 – 22.00 uur op 020 – 689 25 77.

            Bron: Hiv Vereniging >>

            #259920
            Luka
            Moderator

              Check voor je op vakantie gaat altijd eerst even of deze informatie nog up-to-date is!

              Veel mensen die op vakantie gaan, weten niet dat hun medicijnen, zoals ADHD-medicatie, zware pijnstillers of slaap- en kalmeringsmiddelen, onder de Opiumwet vallen. Deze medicijnen mag je niet zonder een speciale verklaring mee nemen naar het buitenland. Je kunt dan aan de grens aangehouden worden en bent strafbaar. Dit geldt ook voor reizen binnen Europa met de auto. De oudervereniging Balans Digitaal zet alles voor je op een rij.

              Voorbeelden van medicijnen die onder de Opiumwet vallen zijn medicijnen die de werkzame stof methylfenidaat of dexamfetamine bevatten. Deze medicijnen worden regelmatig gebruikt door kinderen met (kenmerken van) ADHD. Op de website van het CAK kun je vinden welke medicijnen onder de Opiumwet vallen. En waarvoor je dus een speciale verklaring nodig hebt die ondertekend moet zijn door je behandelend arts. En waarop vaak een stempel moet staan van het CAK of de ambassade van het land waar je naar toe gaat.

              Artsen zijn hiervan niet altijd op de hoogte. Het regelen van een verklaring kan problemen aan de grens of tijdens je reis voorkomen. De verklaring is maximaal 30 dagen geldig. Het neemt enige tijd in beslag om een dergelijke verklaring te regelen dus begin ruim op tijd met het aanvragen ervan.

              Wat heb ik nodig als ik medicijnen mee wil nemen op reis?

              Schengenlanden

              Voor vakanties in Schengenlanden heb je officieel een zogenaamde Schengenverklaring nodig. Deze kun je aanvragen bij het CAK. Klik op de link om te zien welke landen Schengenlanden zijn.

              Er zijn 7 landen die niet vallen onder het Schengenverdrag, maar wel de Schengenverklaring voor medicijnen accepteren.

              Dit zijn:

              • Cyprus
              • Engeland (Verenigd Koninkrijk)
              • Ierland
              • Kroatië
              • Noord-Ierland (Verenigd Koninkrijk)
              • Schotland (Verenigd Koninkrijk)
              • Wales (Verenigd Koninkrijk)

              Meer over de Schengenverklaring

              In de Schengenverklaring staat dat je de medicijnen meeneemt voor eigen gebruik. Neem medicijnen mee in de originele verpakking van de apotheek met etiket. Dan is duidelijk dat het om een geneesmiddel gaat en niet om drugs.

              Lees meer over de ‘Schengenverklaring’ en de ‘Engelstalige medicijnverklaringen’ op de website van het CAK. Daar kun je vinden welke verklaring je nodig hebt en hoe je die aanvraagt.

              Ook is er bij het CAK informatie te vinden over wat je moet doen als je binnen 2 weken vertrekt.

              Vergeet niet de verklaring ook mee te nemen op reis!

              Niet-Schengenlanden

              Met deze landen zijn geen afspraken vastgelegd voor het meenemen van medicijnen. Om erachter te komen wat je moet doen om medicatie mee te kunnen nemen, kun je deze stappen volgen:

              Ga naar INCB.org. Let op: dit is een Engelstalige website!

              Bekijk of je reisbestemming op de pagina staat. En open het document dat achter het jaartal staat. Staat jouw reisbestemming er niet op, of is de informatie onduidelijk? Neem dan contact op met de ambassade of het consulaat van het land van jouw reisbestemming in Nederland.
              Vraag aan de ambassade of het consulaat of het medicijn waar het om gaat, het land in mag. Vraag ook of je formulieren nodig hebt en of deze een stempel nodig hebben.
              De ambassade van het land van jouw reisbestemming kan jou het beste informatie geen over het meenemen van medicijnen op reis. Wat je wilt weten is of de medicijnen mee het land in mogen en of je hier formulieren voor nodig hebt

              Welke vragen zou je aan de ambassade kunnen stellen?

              • Mag ik (naam medicijn) het land in meenemen?
              • Heb ik hier documenten voor nodig? Zo ja, welke?
              • (Als je een verklaring nodig hebt) Moet de verklaring gewaarmerkt en/of gelegaliseerd worden?
              • (Als je een waarmerk of legalisering nodig hebt) Hoe en door wie moet de verklaring gewaarmerkt en/of gelegaliseerd worden?
              • Heb ik aanvullende stukken nodig? En zo ja, welke?
              • Zegt de ambassade dat je een Engelstalige medicijnverklaring nodig hebt?

              Bekijk dan het stappenplan voor het aanvragen van de Engelstalige medicijnverklaring op de website van het CAK.

              Medicijnpaspoort niet voldoende!

              Het meenemen van een medicijnpaspoort of medicatieoverzicht is niet voldoende. Het medicijnenpaspoort of medicatieoverzicht is namelijk geen officieel reisdocument. Het is wel handig om dit document mee te nemen op reis. Het somt wel op welke medicijnen je (kind) gebruikt. Of waar je overgevoelig voor bent, of je kind overgevoelig voor is.

              Dit is handig als je in het buitenland naar een arts of apotheek gaat. Ook kun je het nodig hebben als je medicijnen verliest. Een medicijnpaspoort wordt afgegeven door de huisarts, specialist of apotheek.

              Vragen?

              Je kunt altijd even contact opnemen met de advieslijn van Balans Digitaal als je hulp nodig hebt. Elke werkdag bereikbaar van 10.00 tot 13.00 uur op 030-2255050. Je kunt ook een bericht inspreken of het contactformulier invullen.

              Bron: GGZ Nieuws >>

              #272574
              Luka
              Moderator

                Minder stress en beter slapen door een pilletje? Slaapexpert Annelies over de (on)zin van L-theanine

                Minder stress en een betere nachtrust, en dat door simpelweg een pilletje te slikken? Het supplement L-theanine doet de ronde op sociale media en lijkt hét godsgeschenk voor iedereen die moeite heeft om in slaap te vallen. Maar werkt het ook echt? We vragen het aan slaapexpert Annelies Smolders.

                Wat vergroot je weerstand, verbetert je huid, humeur, geheugen en concentratievermogen, en verkleint het risico op kanker, diabetes en hartziekten? Juist ja: voldoende slaap. Alleen is dat niet voor iedereen weggelegd. Voor veel mensen is het iedere nacht een strijd om in te dommelen. Geen wonder dat er duizenden middeltjes op de markt zijn die je aan een betere nachtrust horen te helpen. Een van de populairdere keuzes tegenwoordig is L-theanine.

                Een tijd geleden vertelde zangeres Taylor Swift dat ze het supplement dagelijks inneemt. En op websites als TikTok of Reddit delen gebruikers hun ervaringen of recepten met L-theanine. Ook Annelies Smolders heeft er al van gehoord. Zij is psycholoog, de auteur van ‘Start to Sleep’ en ontwikkelde online slaaptherapie. “Het is een van de populairdere supplementen van het moment”, bevestigt ze. “Mijn patiënten komen er vaak zelf mee af. ‘Zou dit niks voor mij zijn?’, vragen ze dan.”


                Je kan L-theanine kopen als pilletje maar ook in poedervorm. © ThinkStock

                Het kan zelfs zijn dat je het al eens genomen hebt, zonder dat je het wist. L-theanine is namelijk een belangrijk aminozuur dat in groene en zwarte theebladeren zit, en in sommige paddenstoelen. Je kan het kopen als pilletje maar ook in poedervorm. “Er wordt gezegd dat het een gunstig effect heeft op slaap. Maar er is één probleem: het is nog niet uitgebreid wetenschappelijk onderzocht. Bij sommige studies werd ik omver geblazen door de resultaten, andere metingen waren minder degelijk omdat er bijvoorbeeld sprake kon zijn van een placebo-effect.”

                Angst en ADHD
                Kortom, de stof lijkt beloftevol, maar meer studies zijn nog nodig om de bewijswaarde te kennen. Smolders: “Omdat de vraag stijgt, ben ik me er steeds meer in aan het verdiepen. Ik ben geen arts, maar in verschillende wetenschappelijke artikels staan de voordelen ervan beschreven. Het zou je immuunsysteem verbeteren en het zou mensen met aandachtsproblemen zoals ADHD helpen om te focussen en tot rust te komen. In het algemeen heeft het een kalmerend effect, zonder dat je een klop van de hamer krijgt. Je kan het dus perfect overdag nemen.”

                Sommige mensen hebben L-theanine ingezet tegen stress en angstklach­ten, met succes.

                Slaapexpert Annelies Smolders

                “Sommige mensen hebben L-theanine ingezet tegen stress en angstklachten, met succes. Dat zou bijvoorbeeld kunnen verklaren waarom het helpt om te slapen. Meer dan de helft van mijn patiënten kampt met angstproblemen: na een paar slechte nachten zijn ze bang dat ze niet goed kunnen indommelen, waardoor ze zelf een chronische slapeloosheid uitlokken.”

                Liever L-theanine dan een slaappil
                “Van mijn patiënten die het gebruiken, hoor ik wisselende reacties. Sommigen vinden het een wondermiddel, anderen voelen nul effect. Hoe dan ook heb ik liever dat ze een supplement zoals L-theanine gebruiken dan een slaappil. Medicatie is verslavend en tast de slaaparchitectuur aan. Je diepe slaap en droomslaap zullen serieus belemmerd worden. In de plaats krijg je een kunstmatige nepslaap waar je niks aan hebt.”

                Elke avond voor het slapengaan een tas thee, dan maar? Smolders: “Je zal veel moeten drinken om de juiste dosis binnen te krijgen. En daar ben je niks mee, want dan moet je een hele nacht opstaan omdat je moet plassen. Supplementen zijn een geconcentreerde versie, dus dat is handiger. Maar pas op voor je lukraak iets online bestelt. Vraag beter eerst raad aan een slaapexpert of huisarts. Dan ben je zeker dat jij ermee geholpen bent, en of je de juiste dosis inneemt. Heb je echt last van slapeloosheid? Dan zoek je beter professionele hulp.”

                Bron: HLN.be >>

                #277044
                Luka
                Moderator

                  ‘Belangrijke stap’ gezet om afbouwen antidepressiva te verbeteren
                  Donderdag, 11 mei 2023

                  Vanaf vandaag beschikken artsen, apothekers en patiënten over een uitgebreide handleiding om het gebruik van alle antidepressiva veilig af te bouwen. Veel artsen missen de kennis om mensen hierbij te begeleiden, hoewel deze medicijnen veelvuldig worden voorgeschreven.

                  De wetenschappelijke beroepsverenigingen van psychiaters, huisartsen, apothekers en patiëntenkoepel Mind hebben daarvoor nu richtlijnen geformuleerd. In 2018 stelden ze al afbouwrichtlijnen samen voor veelgebruikte antidepressiva. Met de nieuwe handleiding is er ook een helder stappenplan voor de overige antidepressiva.

                  De behoefte aan verbetering van het afbouwproces is groot omdat veel mensen antidepressiva gebruiken. Zo slikken 250.000 mensen ze langdurig. Het gaat dan naast mensen met een depressie ook om mensen met angststoornissen, PTSS of neuropatische pijn.
                  Voorkomen van terugval vereist precisie

                  Veel mensen willen op een bepaald moment stoppen. Soms omdat mensen al jaren geen depressie meer hebben gehad en willen proberen of ze ook zonder medicatie kunnen. Andere redenen kunnen de bijwerkingen zijn, zoals traagheid of een verlaagd libido.

                  Afbouwen is echter niet altijd eenvoudig. Als de afbouw te snel gaat, kunnen mensen terugvallen in een depressie of een psychose. Maar er zijn ook onttrekkingsverschijnselen zoals grieperigheid, slaapproblemen en hartkloppingen. Die zijn niet per se een voorbode van een terugval, maar kunnen wel angst opwekken bij patiënten. Soms moeten de doseringen daarom over een langere periode stapsgewijs verlaagd worden.

                  Ook kunnen er psychische klachten optreden. Als die een week na de afbouwperiode aanhouden, is er kans op een terugval. Daar moet een arts scherp op zijn.

                  “Dus in deze handleiding wordt naast richtlijnen rondom de doseringen ook uitgelegd op welke signalen artsen moeten letten om tijdens het afbouwen op tijd te zien of er een terugval dreigt”, vertelt Eric Ruhe. Als psychiater aan het Radboudumc en namens de beroepsvereniging van psychiaters schreef hij mee aan het document.

                  ‘Belangrijke stap’

                  “Op deze manier hopen we dat meer artsen het aandurven om mensen te begeleiden. Want als je de stappen volgt, zal je een heel eind komen. En als je er niet uitkomt, kun je overleggen met een psychiater of apotheker. Dat is ook het mooie van deze multidisciplinaire handleiding, het is echt een gezamenlijke onderneming van de verschillende disciplines.”

                  Ook psychiater en hoogleraar Christiaan Vinkers van het Amsterdam UMC, die niet betrokken was bij het samenstellen van de handleiding, is enthousiast. “Dit kan echt een belangrijke stap zijn in het breed toegankelijk maken van de mogelijkheid van afbouwen, mits dat verstandig is. Het zal lang niet bij iedereen kunnen.”

                  Als medeoprichter van een van de weinige gespecialiseerde afbouwpoli-klinieken doet zijn stem ertoe. “Je ziet sinds tien jaar dat er een kentering in het denken over afbouwen is. En deze handleiding is daarvan een concreet voorbeeld”, aldus Vinkers. “Vroeger waren artsen vooral blij dat er een goedwerkend medicijn was. Over afbouwen werd toen nauwelijks nagedacht. Die tijd is voorbij.”

                  Naast het document voor artsen en apothekers is ook informatie voor patiënten en naasten ontwikkeld door de patiëntenvereniging. Daarin staat voor patiënten overzichtelijk en helder uitgelegd wanneer en hoe je kunt stoppen met antidepressiva, welke verschijnselen je kunt verwachten, hoe je je kunt voorbereiden op afbouw en stoppen en welke hulp er mogelijk is.

                  Bron: NOS.nl >>

                7 berichten aan het bekijken - 41 tot 47 (van in totaal 47)
                • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
                gasten online: 99 ▪︎ leden online: 1
                nijntjeflip
                FORUM STATISTIEKEN
                topics: 3.824, reacties: 21.528, leden: 2.911