Loverboys & seksuele uitbuiting van meisjes en vrouwen

Forum Lotgenoten Seksueel Geweld Achtergrond & Informatie Informatieve websites & mediaberichten Loverboys & seksuele uitbuiting van meisjes en vrouwen

  • Dit onderwerp bevat 68 reacties, 5 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 28/12/2022 om 21:47 door Luka.
10 berichten aan het bekijken - 51 tot 60 (van in totaal 69)
  • Auteur
    Reacties
  • #256991
    Luka
    Moderator

      FLEUR VIEL IN HANDEN VAN EEN LOVERGIRL: ‘IK ONTSNAPTE AAN EEN BENDE IN MENSENHANDEL’

      De term ‘loverboy’ kennen we, maar ‘lovergirl’? Een minstens zo gevaarlijke truc waarbij je, sneller dan je doorhebt, in handen kan vallen van een criminele organisatie.

      Het overkomt Fleur* vier jaar geleden tijdens een avond stappen. Ze vlucht en blijft uit handen van een bende die, zo blijkt later, verdacht wordt van mensenhandel. “Ik wil andere meiden hiervoor waarschuwen: het kan je zo maar overkomen.”

      “Ik was uit met een vriendin en rond een uur of één ’s nachts sprak een meisje mij op straat aan” beschrijft Fleur de avond waarop het gebeurde. “Ze had hulp nodig, zei ze huilend en duidelijk in paniek. Ze vertelde dat ze net was gevlucht van haar loverboy en dat ze niet wist hoe laat de volgende trein zou gaan.” Fleur maakt screenshots van de tijden en appt die naar het nummer die ze vlak daarvoor van het meisje krijgt. Ondertussen krijgt Fleur een foto van een kindje zien: het kindje dat ze, zo zegt het meisje, samen met de loverboy kreeg. “Daarna trok ze haar shirt omhoog en zag ik allemaal blauwe plekken. Ik dacht: dit is echt serieus.”

      DOODSBANG
      “Maar binnen no-time stonden er opeens een stuk of acht, tien mannen voor mijn neus. Ze begonnen te schreeuwen en te schelden: ‘Hoer, waarom help je haar?’. Ik haastte naar mijn vriendin een paar meter verderop, maar ze kwamen achter me aan terwijl ik door allerlei steegjes rende. Ik rende maar door, totdat ik ze uiteindelijk niet meer zag. Ik was doodsbang.”

      Fleur belt de politie die snel daarna ter plaatse is, maar durft zich niet bij ze te melden. “Veel te bang dat de mannen me zouden zien.”

      NU HEBBEN ZE ME GEVONDEN
      De volgende ochtend wordt ze wakker met appjes van onbekende nummers. ‘Wie ben je?’, ‘Wat heb je gedaan?’ Niet veel later beginnen de nummers haar ook te bellen. “Ik nam niet op en reageerde niet. Maar op een gegeven moment werd het echt dreigend: ‘We komen er wel achter wie je bent’, appten ze. Vijf minuten later werd ik toegevoegd op Facebook door zo’n tien mannen tegelijk. Ik had mijn pagina niet goed afgeschermd: er stond waar ik woonde, op school zat, werkte. Ik dacht: nu hebben ze me wel gevonden.” Daarna krijgt ze een appje: ‘We hebben je gevonden. Tot snel.’

      “Ik zat te huilen op de bank en was toen echt in paniek. De politie kwam langs en nam het gelukkig ook erg serieus. Ze patrouilleerden de hele dag door de straat. Ik lichtte ook mijn school en werk in dat als iemand zou bellen en naar mij zou vragen, ze niets moesten zeggen.” Even daarna wordt Fleur twee uur lang verhoord door de recherche. Ze krijgt te horen dat de mannen bekend zijn bij de politie en betrokken zijn bij mensenhandel – ze is getrapt in een truc die vaker wordt gebruikt en waarbij meisjes worden ingezet om andere meisjes te ronselen.

      LOVERGIRL
      Als een paar jaar later een lovergirl te gast is in Spuiten en Slikken valt het kwartje: “Zij schetste precies het verhaal dat ik heb meegemaakt. Over straat lopen, gaan huilen, een meisje aanspreken… Na afloop zouden mannen het slachtoffer meeslepen, knock-out slaan en brengen naar een bordeel. Bizar om te beseffen dat dit mij precies is overkomen, alleen ik was op tijd weg.”

      Veilig voelt ze zich pas na een paar weken weer, met name nadat de recherche aangeeft dat de kans op nieuwe benadering klein zou zijn: daarmee zouden de mannen zichzelf makkelijk traceerbaar maken en hun eigen ruiten ingooien.

      GERAFFINEERD
      Wat ze anderen wil meegeven nadat dit haar is overkomen? “Dat het goed is om op de hoogte te zijn van hoe deze mensen handelen, zodat je daar rekening mee kunt houden in het dagelijks leven. Het ouderwetse beeld dat we allemaal hebben van loverboys, dat ze cadeaus geven en meisjes opwachten bij school, bestaat niet meer en heeft zich erg ontwikkeld. Er bestaan steeds meer geraffineerde manieren om iemand te ronselen, zoals via je telefoon of de manier waarop het mij is overkomen.” Ook wil ze benadrukken dat je niet ‘dom’ bent als je hier ‘intrapt’: “Ik ben goed opgeleid, goed ontwikkeld en ook ik ben hier bijna slachtoffer van geworden. Ik hoop dat ik andere meiden hier alert op kan maken. Het gebeurt zonder dat je het doorhebt.”

      Of de mannen zijn opgepakt weet Fleur niet. Ze is een officiële getuige dus het kan zijn dat ze na jaren, als er ontwikkeling in de zaak komt, nog wordt gehoord.

      *De naam Fleur is gefingeerd. De echte naam is bij de redactie bekend.

      Bron: Linda.nl >>

      #256993
      Luka
      Moderator

        Lisa werd seksueel uitgebuit in het Red Light District in Leeuwarden

        Dat er veel prostitutie-controles werden uitgevoerd door maatschappelijk werkers en politieagenten maakte voor Lisa geen verschil.

        Zit je zelf in een nare situatie of maak je je zorgen om iemand in je omgeving? Hier kun je anoniem chatten met een hulpverlener van Fier.

        Brandpunt+ sprak eerder met sekswerker J over mensenhandel en de nieuwe Wet Regulering Sekswerk die waarschijnlijk ergens in 2021 in werking zal treden. “Mensenhandel is een marginaal verschijnsel dat niet met prostitutie in één zin genoemd moet worden,” vertelde J ons. Maar, zo erkende ook J, niet iets wat nooit voorkomt.

        Omdat ik wil weten hoe vaak het dan precies voorkomt, bel ik Femke Eisma, persvoorlichter van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen kinderen. Ze vertelt me dat er in Nederland naar schatting ruim 3000 mensen per jaar seksueel worden uitgebuit. Die schatting staat volgens haar niet in verhouding tot de daadwerkelijke signaleringen (slachtoffers die zich melden of gevonden worden) van seksuele uitbuiting in Nederland: “In 2018 waren er bijvoorbeeld maar 486 signaleringen van mogelijke slachtoffers.” Eisma vertelt dat een jaar geleden een programma is gelanceerd waarin via verschillende actielijnen allerlei maatregelen worden genomen om meer tegen mensenhandel (waaronder seksuele uitbuiting) te doen.

        Om een beter beeld te krijgen van de situaties waarin mensen gedwongen worden tot prostitutie neem ik contact op met Fier, het landelijk expertise- en behandelcentrum bij geweld in afhankelijkheidsrelaties in Leeuwarden. Via Fier word ik in contact gebracht met de Oost-Europese Lisa (23). Lisa [echte naam bekend bij de redactie, GZ] werd anderhalf jaar lang gedwongen tot sekswerk in het Red Light District van Leeuwarden. Sinds een jaar wordt ze bij Fier begeleid. Hier zoek ik haar en haar zorgcoördinator Rob Kelder op.

        Geronseld in een casino
        “Pooiers zoeken naar slachtoffers die niet gemist worden en ik viel in die categorie,” vertelt ze me, als we eenmaal tegenover elkaar aan tafel zitten. “Op mijn derde scheidden mijn ouders. Ze wilden allebei geen voogdij en hebben me daarom achtergelaten bij mijn oma. Ik heb ze nooit meer gezien. Op mijn zestiende zette mijn oma me op straat omdat ze vond dat ik voor mezelf moest zorgen.”

        Na een paar jaar als oppas, werd Lisa op haar twintigste aangenomen in een casino. Daar ontmoette ze haar pooier. “Hij was een vaste klant en vertelde me dat ik beter betaald werk in Nederland zou kunnen krijgen. Zijn vriendin werkte daar ook en had het volgens hem dik voor elkaar. Hij bood aan om me de eerstvolgende keer dat hij haar op zou zoeken mee te nemen. In de bar waar zijn vriendin werkte, zochten ze namelijk nieuwe werknemers en ik was een perfecte kandidaat. Het leek voor mij een gouden kans en ik besloot op het aanbod in te gaan.”

        Foute boel
        Niet lang daarna reed het tweetal met een auto richting Nederland. In Duitsland maakten ze een tussenstop. (Zorgcoördinator Rob zegt hierover dat Fier regelmatig ziet dat slachtoffers van seksuele uitbuiting afwisselend in Duitsland en Nederland werken. “Zo heeft de omgeving minder snel in de gaten dat er iets gaande is wat niet klopt,” aldus Rob.) “We stopten bij een groot flatgebouw met veel appartementen. In een van die appartementen gingen we naar binnen. De deur werd achter me op slot gedraaid. Binnen zat een naakt meisje van mijn leeftijd, en er was een man die zich voorstelde als haar pooier. Dat was het moment dat ik me realiseerde dat het foute boel was. Er werd tegen me gezegd dat ik mijn kleren uit moest doen en dat ik seks zou gaan hebben met klanten. Ik was in shock en smeekte ze me te laten gaan.”

        Lisa vertelt dat de mannen laconiek reageerden. “Dat gaat niet gebeuren,” zeiden ze. En: “Lullig voor je, maar zo gaat het leven soms.” Lisa vertelt dat wat er in die flat gebeurde voor dergelijke mannen routine is waar geen speld tussen te krijgen valt. “De situatie voelde heel beangstigend. Ik zat opgesloten in een gebouw waarvan ik de locatie niet wist, en mijn telefoon en paspoort waren in zijn bezit. Ik zag geen uitweg en deed dus wat me gezegd werd.”

        Injectie met dodelijke vloeistof
        Lisa probeerde in de eerste weken meermaals te ontsnappen. In reactie hierop sloeg en schopte haar pooier haar, bedreigde hij haar met een mes en zette hij haar onder een kokend hete douche. “Als ik zei dat de politie erachter zou komen, lachte hij. Hij liet me video’s zien van andere meisjes die voor hem werkten. Video’s waarop te zien was hoe hij hun armen en benen brak, ze verkrachtte en op andere manieren martelde. ‘En niemand heeft ze ooit geholpen,’ grinnikte hij er dan bij.”

        Na twee weken in Duitsland te hebben doorgebracht, reed Lisa met haar pooier naar Nederland. Hier kwam ze achter een raam in Leeuwarden te zitten. Lisa vertelt dat ze tegen die tijd al zo bang was gemaakt dat ze niet meer probeerde te ontsnappen. “Mijn pooier zei dat ik voortdurend in de gaten werd gehouden door zijn handlangers, en dat ik vermoord zou worden als ik zou proberen te ontsnappen.”

        Dat er veel prostitutie-controles werden uitgevoerd door maatschappelijk werkers en politieagenten maakte voor Lisa geen verschil. “Mijn pooier had me verteld dat die mensen vermomde handlangers van hem waren die kwamen testen of ik mijn mond hield. Hij zei dat als ik iets zou zeggen, ik meteen met een dodelijke vloeistof geïnjecteerd zou worden. Ik was dus ook doodsbang voor agenten en maatschappelijk werkers. Het zijn mentale spelletjes die er met je gespeeld worden. Ik was compleet paranoïde gemaakt.”

        PTSS en schoonmaakdrang
        Gelukkig is Lisa inmiddels vrij. Nadat ze een jaar en drie maanden voor haar pooier gewerkt had, werd hij in het voorjaar van 2018 gearresteerd omdat hij verdacht werd van mensenhandel.”

        Lisa wist niet wie er aangifte gedaan had, maar feit was dat haar pooier vastzat. Toen stapte ook zij naar de politie en gaf ze hen al het bewijs dat ze tegen hem had. Ze had sms-berichten, voicemails, appjes en foto’s waaruit bleek dat hij haar dwong tot prostitutie. “Ik had ook een keer gefilmd hoe hij een ander meisje in elkaar sloeg.” De politie bracht haar vervolgens naar Fier. Daar werd Lisa geholpen met een verblijfsvergunning en een verblijf. Inmiddels woont ze in een flat in het Noorden van Nederland.

        Lisa is veel van wat ze heeft meegemaakt vergeten. “Ik weet wel dat mijn klanten bijna alleen maar oude mannen waren. Sommigen bleven lang, anderen minder lang. Veel klanten willen dat je drugs met ze gebruikt. Ergens vond ik dat ook wel prima. Zo voelde ik er minder van.”

        Ze lijdt aan een ernstige vorm van PTSS en schoonmaakdwang. “Ik douche vijf keer per dag, draag mijn kleren niet langer dan twee uur en maak de hele dag door mijn huis schoon. Door wat er met me gebeurd is, voel ik me chronisch vies. Ik heb geen vrienden en ook geen partner, omdat ik niemand vertrouw.” Ze is hiervoor in therapie bij Fier en mag haar begeleider altijd bellen, hierdoor gaat het langzaamaan beter met haar.

        De pooier van Lisa werd veroordeeld tot 2,5 jaar cel. Nadat hij ruim een jaar in Nederland had gezeten, werd hij uitgeleverd aan Oost-Europa, waar hij na twee weken weer vrij was vanwege corruptie. Fier bevestigt dit. Lisa is al meermaals door hem gebeld en gemaild, en is doodsbang. “Als hij erachter komt waar ik woon, vermoordt hij me, daar twijfel ik niet aan.”

        Het is zeer belangrijk om niet uit het oog te verliezen dat mensenhandel en prostitutie twee verschillende dingen die niet met elkaar verward moeten worden. Brandpunt+ sprak onder andere hierover uitgebreid met sekswerker J.

        Zit je in een nare situatie of maak je je zorgen om iemand in je omgeving? Hier kun je anoniem chatten met een hulpverlener van Fier.

        Bron: NPO 3 / Brandpunt + >>

        #257322
        Luka
        Moderator

          NIEUW RAPPORT NAAR DADERS MENSENHANDEL TOONT BELANG PREVENTIE

          Het klassieke beeld van een ‘loverboy’ die inspeelt op – en misbruik maakt van – de verliefdheid van zijn slachtoffer is deels achterhaald. Dit blijkt uit het vandaag verschenen rapport ‘Daders van binnenlandse seksuele uitbuiting’ van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel (CKM) dat in opdracht van de politie is uitgevoerd.

          Zo is de ronselperiode bij de helft van de onderzochte slachtoffers slechts minder dan een week. Dit benadrukt het belang van preventieve maatregelen om mensenhandel aan te pakken. Het onderzoek biedt belangrijke inzichten in de werkwijze van mensenhandelaren, de kwetsbaarheid van slachtoffers en klanten die betaalde seks afnemen.

          Achtergrond mensenhandelaren
          Voor het onderzoek zijn onder meer 25 opsporingsdossiers van mensenhandelaren onderzocht. Het rapport schetst het beeld van een kwetsbare groep daders met een laag inkomen en negatieve jeugdervaringen. Vanaf jonge leeftijd bevinden de mensenhandelaren zich al op het criminele pad – in 40% van de gevallen is de dader zelfs jonger dan 23 jaar. In tegenstelling tot het klassieke beeld van een ‘loverboy’ zet de dader bij 51 % van de slachtoffers geen affectieve relatie in bij het ronselen en uitbuiten en worden andere dwangmiddelen ingezet.

          Preventie
          Het rapport laat zien dat er maar zeer kort de gelegenheid bestaat om te voorkomen dat er daadwerkelijk wordt overgegaan tot uitbuiting. In driekwart van de gevallen duurde de ronselperiode, de tijd tussen het eerste contact en uitbuiting, namelijk korter dan een maand, in de helft van de gevallen zelfs minder dan een week. Ook lijken daders zich bewust te richten op jonge en kwetsbare slachtoffers zoals minderjarigen die in een jeugdinstelling verblijven.
          Paul van Musscher, portefeuillehouder mensenhandel binnen de politie: ‘De uitkomsten onderstrepen – net als de onlangs verschenen dadermonitor van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel – het belang van preventieve maatregelen, zowel richting de veelal jonge daders als richting de slachtoffers. Deze inzichten helpen ons als politie om samen met de zorg, gemeentes en beleidsbepalers te kijken hoe we kwetsbare jongeren hiertegen kunnen beschermen. De beste bestrijding van mensenhandel is immers het voorkomen ervan.’

          Digitaal
          Het rapport laat zien dat online contact vooral een belangrijke rol speelt als slachtoffer en dader onbekenden van elkaar zijn. In bijna 80% van die gevallen, met name bij minderjarige slachtoffers, wordt het eerste contact dan online gelegd, bijvoorbeeld via social media, dating-apps of sekssites. Ook blijkt dat bij 82% van de slachtoffers in het onderzoek klanten digitaal worden benaderd, voornamelijk via reguliere websites met sekscontactadvertenties. Het merendeel van de slachtoffers heeft geen rol in het aanmaken van deze advertenties. CKM-woordvoerder Shamir Ceuleers: ‘Dit laat zien dat online platformen niet alleen een belangrijke rol spelen in het groomingproces, maar ook in het aanbod richting klanten. Deze kennis is waardevol voor de opsporingsdiensten en benadrukt het belang van een verdere verkenning van de rol van technologie in de bescherming van slachtoffers van mensenhandel.’

          Opsporing
          Ook toont het rapport aan dat de mensenhandelaar na de uitbuitingsperiode nog met ruim een derde van de slachtoffers contact houdt. Dit illustreert de wijze waarop de dader de kwetsbaarheid van een slachtoffer weet uit te buiten en frustreert een effectieve opsporing. Dit is relevant omdat de aangiftebereidheid van slachtoffers – vaak van groot belang voor een veroordeling – al jaren laag is. Deze kennis verrijkt de pilot ‘aangiftebereidheid’ waarin het CKM, de politie en het Openbaar Ministerie gemeenschappelijk optrekken. Van Musscher: ‘We kunnen binnen deze pilot gelijk toetsen op welke wijze we het slachtoffer zo vroeg mogelijk kunnen beschermen, onder meer tegen beïnvloeding van de dader. Dit vergroot naar verwachting het veiligheidsgevoel en draagt uiteindelijk bij aan een succesvolle opsporing’.

          Rapport: Daders van binnenlandse seksuele uitbuiting
          Factsheet: Daders van binnenlandse seksuele uitbuiting

          Bron: CKM.NL >>

          #257876
          Luka
          Moderator

            Tussenvoorziening

            https://soundcloud.com/tussenvoorziening

            Podcastserie ‘Over sekswerk en hulpverlening: wat werkt?’

            Vanaf 16 maart 2021 start de podcastserie ‘Over sekswerk en hulpverlening: wat werkt?’. Belle Hulpverlening maakte de serie samen met vier (ex) sekswerkers.

            In deze vierdelige serie komen Nadia, Linda, Monique en Tim aan het woord*. Zij werken of werkten als sekswerker en kwamen in die hoedanigheid met Belle Hulpverlening uit Utrecht in aanraking. Allemaal op een ander moment in hun leven en met een andere vraag. Hun verhalen zijn indringend en krachtig en laten zien dat zowel sekswerk als hulpverlening vele lagen hebben.

            Hulp
            Hebben alle sekswerkers hulp nodig? “Zeker niet!” zegt Minke Fischer, unitmanager van team Belle Hulpverlening van Stichting de Tussenvoorziening. “Sekswerk kan een eigen een keuze zijn en in vrijheid plaatsvinden. Toch kan het zo zijn dat er een moment komt dat een sekswerker wil stoppen. Of dat hij/zij in de knel komt op het gebied van financiën, huisvesting, verslaving of afhankelijkheid. Dan kunnen sekswerkers bij Belle Hulpverlening terecht. Ook als er sprake is van dwang of drang, bieden wij natuurlijk graag onze hulp aan.”

            Drempel verlagen
            De verhalen van Linda, Monique, Nadia en Tim zijn verwerkt in een podcastserie, omdat Belle Hulpverlening zowel de breedte van het sekswerk als die van Belles dienstverlening wil laten zien. Minke: “We weten dat er nog veel vooroordelen bestaan over sekswerk maar ook over dat van hulpverleners. We willen met deze verhalen laten horen dat er niet 1 aanpak bestaat en dat wij zonder oordeel werken. We hopen zo ook een eventuele drempel te verlagen om contact met ons op te nemen.”

            Vier verhalen, vier afleveringen
            In aflevering 1 horen we het verhaal van Nadia. Nadia vond het sekswerk dat zij deed niet leuk, maar het was voor haar de beste manier om voor zichzelf en haar drie kinderen te zorgen. “Het leverde snel geld op en ik kon iemand anders zijn.” Stoppen ging niet van de ene op de andere dag, maar duurde eerder jaren. Al die tijd hield een hulpverleenster van Belle contact met Nadia. “Op een dag was ik er klaar voor en kwam ik via Belle aan een woning waar ik tot rust kon komen.” Ook kreeg ze vertrouwen van Belle, waardoor Nadia weer in zichzelf durfde te geloven. Nu staat ze op het punt om een opleiding te gaan volgen.

            • In aflevering 1 Nadia vertelt haar verhaal over hoe zij is gestopt met sekswerk. Stoppen ging niet van de ene op de andere dag, maar duurde eerder jaren. Al die tijd hield een hulpverleenster van Belle Hulpverlening contact met Nadia.
            • In aflevering 2 hoor je het verhaal van Linda. Ook zij is gestopt met sekswerk. Dat was niet makkelijk maar het werk zelf brak haar nog meer op. Deze aflevering staat op 23 maart online.
            • In aflevering 3 vertelt Monique dat zij haar werk leuk vindt. Toch ging niet alles altijd van een leien dakje en kon zij op sommige gebieden best wat steun gebruiken. Deze aflevering staat op 30 maart online.
            • In aflevering 4 vertelt Tim hoe hij, in een kwetsbare periode van zijn leven, in de jongensprostitutie belandde en werd uitgebuit. Uiteindelijk zette hij een moedige stap en deed hij aangifte. Nu werkt hij aan zijn toekomst en doet hij veel vrijwilligerswerk in de ouderenzorg. Deze aflevering staat op 6 april online.
            #258820
            Luka
            Moderator

              Lisa werd als tiener seksueel uitgebuit en strijdt nu voor betere hulpverlening

              De vrouw uit Twente werd op haar vijftiende een slachtoffer van een loverboy. “Niemand vroeg hoe het met me ging. De politie was enkel gefocust op het opdoeken van dat netwerk.”

              TW: dit artikel bevat expliciete beschrijvingen van seksueel geweld.

              Lisa (40) is als vijftienjarige door een loverboy seksueel uitgebuit. Nu is ze onder andere betrokken bij H.O.P.E, een platform dat zich inzet voor minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting, en werkt ze als ervaringsdeskundige bij CoMensha, het Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel. Hoewel de politie destijds snel op de hoogte was van haar situatie, kreeg Lisa geen adequate hulp en werd er geen veilige situatie voor haar gecreëerd, waardoor ze veel langer misbruikt kon worden. VICE schreef haar verhaal op.

              “Als tiener ben ik verhandeld door een loverboy. Nu, jaren later, vind ik het belangrijk dat ik mijn verhaal vertel en mijn kennis deel. Want hoewel verhalen over ‘loverboys’ bekend zijn, hebben weinig mensen het gevoel dat dit iets is wat hen of hun kinderen kan overkomen. Dat klopt niet: iedereen kan een slachtoffer worden van dit soort mensenhandel. Het is belangrijk dat we dat inzien, want pas dan kunnen we het over de kern van het probleem hebben: hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen die in de klauwen van een loverboy zijn beland écht geholpen worden?

              In mijn geval ging het daar goed fout. Want hoewel de politie vrij snel op de hoogte was van mijn situatie, heeft het nog jaren geduurd voordat ik echt vrij was van het netwerk waarin ik gevangen zat. Door het gebrek aan goede en grondige hulpverlening lukte het me niet om uit die situatie te ontsnappen, en raakte ik steeds meer geïsoleerd van de mensen die me zouden moeten helpen. En dat terwijl ik zeven jaar lang steeds weer opnieuw om hulp vroeg.

              Ik ontmoette mijn loverboy op mijn vijftiende. Ik was op dat moment populair op school, voelde me geliefd, maar ik was ook flink aan het puberen. Ik ging graag om met wat oudere mensen, die zelf ook hun eigen gang gingen. Zo ontmoette ik Marius* – een jongen die elf jaar ouder was dan ik. Onze vriendschap was meteen erg intens. Ik voelde me niet tot hem aangetrokken, en hij maakte ook geen avances, maar ik vertrouwde hem volledig.

              En hij adoreerde me. Zo vertelde hij me steeds hoe volwassen en zelfstandig ik was. Wanneer ik bijvoorbeeld thuis ruzie had, vertelde hij me dat ik gelijk had en dat ik te volwassen was voor mijn ouders. Ook mijn vrienden waren volgens hem te min voor me. Ik had het op dat moment nog niet door, maar hij was me toen al aan het klaarstomen om me te verhandelen. Uiteindelijk dacht ik dat Marius de enige was die het echt goed met me voor had.

              Na een ruzie thuis trok ik bij Marius in. Overdag moest ik zijn huis uit, omdat hij zogenaamd ‘zaken moest doen’, waardoor ik urenlang op straat rondhing. Daar ben ik voor het eerst misbruikt, door een klant van Marius.

              Ik zat buiten op een bankje toen een man geld in mijn hand drukte. Ik gooide het geld weg, maar de man sleurde me naar een steeg, waar hij een mes op mijn keel zette. Hij zei de namen van mijn ouders en zusje, vertelde me waar ze woonden en waar mijn zus op school zat. Als ik niet meewerkte, zou hij hen opzoeken. Ik durfde na de dreigingen, het geweld en de aanranding niet naar de politie te gaan, dus ik ging naar Marius.

              Ik werd vanaf dat moment geregeld van straat gesleurd, of naar huizen ontvoerd waar een klant me op stond te wachten. Door die systematische vernedering verloor ik beetje bij beetje mijn identiteit. Na een tijdje werd het mijn nieuwe werkelijkheid.

              Toch besloot ik uiteindelijk langs te gaan bij een maatschappelijk werker. Daar kwam ik te weten dat de politie al een tijd op de hoogte was van mijn situatie. Ze wilden eerst in beeld brengen hoe groot Marius’ netwerk was, om zo in te schatten hoe ze me zo veilig mogelijk konden bevrijden. Niet veel later vond in zijn huis een inval plaats, vluchtte Marius naar het buitenland en werd ik meegenomen naar het politiebureau.

              Daar werd me voor het eerst verteld dat ik het slachtoffer was van mensenhandel. Ondanks alles wat ik had meegemaakt, vond ik dat moeilijk te geloven. Het gevoel dat toen overheerste, was vooral schaamte. Dat werd niet veel beter door de koele manier waarop de politie met me omging. Ik kreeg geen slachtofferhulp, maar ik moest meteen onderduiken. Eerst ging ik naar een crisisopvang voor dak- en thuislozen, en uiteindelijk dook ik onder bij mijn vader. Niemand vroeg hoe het met me ging. De politie was enkel gefocust op het opdoeken van dat netwerk.

              Bij mijn vader kwam ik tot rust. Het trauma dat ik opgelopen had, begon me in te halen. Ik had het gevoel dat ik gefaald had als dochter. Ook begon ik een hekel te krijgen aan mijn uiterlijk, waardoor ik mezelf niet meer goed verzorgde. Ik ging door een vreselijk dal, maar ik dacht tenminste wel bevrijd te zijn uit het loverboy-netwerk. Dat bleek allesbehalve het geval te zijn.

              Ik ging naar een internaat waar ik meer psychologische begeleiding kreeg. Mijn psycholoog was een man, waardoor ik hem nooit genoeg vertrouwde om mijn verhaal te doen. In plaats van dat er een andere psycholoog geregeld werd, vond hij het oké dat ik tijdens onze sessies simpelweg niet sprak. Toch had ik wel hulp nodig. Er waren momenten dat ik mezelf wilde verminken, zodat ik niet meer verkocht kon worden, en ik verdoofde mezelf met alcohol.

              Op het internaat ontving ik geregeld dreigbrieven of telefoontjes van mannen die me zeiden dat ik op een bepaald tijdstip moest klaarstaan, omdat ik ‘nog steeds een hoer’ was. Op een gegeven moment ben ik zelfs op de kermis aangevallen door een man met een mes, aan wie ik maar nipt kon ontsnappen. Het internaat was hiervan op de hoogte, en liet dit ook weten aan de politie. Die zeiden dat ze er voorlopig niet veel aan konden doen, omdat ik volgens hen veilig was op het internaat.

              Mijn vertrouwen in de politie was op dat moment volledig weg. Ook de mannen op het internaat vertrouwde ik niet. Omdat snel duidelijk werd dat ‘volwassenen’ me niet echt konden helpen, beschermde ik mezelf door bedekkende kleding te dragen. Ook begon ik te vechten zodra iemand me aanraakte en wanneer ik naar school ging, had ik altijd een mes bij me.

              Op mijn negentiende woonde ik op mezelf zonder begeleiding. Ik had weinig contact met mijn ouders, en een stabiele vriendengroep had ik ook niet meer. Het duurde dan ook niet lang voordat ik thuis aangevallen werd door de mannen uit het mensenhandelnetwerk. Ik heb me nog even verzet, maar uiteindelijk werd ik in mijn douche door een groep mannen verkracht. Wanneer ik nu naar misdaadseries kijk, dan herken ik bij acteurs die blik van mijn verkrachters: dat kleine glimlachje op hun gezicht terwijl ze me misbruikten, het plezier dat ze haalden uit het plegen van geweld.

              Ik ging toch weer naar de politie. Daar werd een plan opgesteld: ik moest aan hen rapporteren wanneer er weer iets gebeurde, en zo zouden ze het netwerk in kaart brengen. Voor de veiligheid mocht ik een nachtje in de cel slapen, maar veel meer konden ze niet voor me doen. Ik kreeg geen bescherming, en behalve op school voelde ik me nergens veilig.

              Voor ik het wist, was ik weer terug in dezelfde wereld waarin ik vier jaar eerder vast zat. Ik had dus nog steeds geen gezond netwerk, en dat vonden mijn handelaars heerlijk. Daarbij was ik ervan overtuigd geraakt dat niemand me kon helpen.

              Door wat ik heb meegemaakt, kan ik heel duidelijk zien waar mijn hulpverlening de mist in ging. Waarom was er niemand die me opving, zelfs nadat ik aan de alarmbel trok? Ik werd gezien als het bezit van een bepaalde groep mensen, en daardoor was het heel waarschijnlijk dat ik opnieuw aangevallen zou worden. Waarom werd ik hier niet beter in beschermd?

              Ik was destijds als een zombie, maar gelukkig probeerde mijn moeder me te bereiken en nodigde ze me geregeld thuis uit. Ze maakte lekker eten en suste me in slaap na een zware nacht. Toen ze vroeg of het niet tijd was dat ik weer thuis kwam wonen, vertelde ik dat ik bang was dat ik het gevaar met me mee zou nemen. Ik had het gevoel dat ik haar moest beschermen. Mijn moeder bleef heel standvastig en drukte me op het hart dat het er niet toe deed: ik kon bij haar terecht, ze zou voor me gaan zorgen. Dat maakte een enorm verschil: ik begon weer te sporten, en zorgde ook beter voor mezelf. Mijn netwerk werd steeds gezonder. De dreigementen begonnen uiteindelijk zelfs af te nemen, en ik raakte er zelf ook meer van overtuigd dat ik deze keer echt bevrijd was. Ook koos ik zelf voor doelgerichte hulpverlening. Toen mijn handelaars merkten dat ze geen controle meer over me hadden, lieten ze me volledig los.

              En hoe fijn dat ook is voor mij, het is ook schrijnend: ik ben bang dat ze me zonder probleem hebben kunnen vervangen door een ander jong meisje.

              Daarom besloot ik mijn ervaring te gebruiken om ervoor te zorgen dat minder jonge mensen in dezelfde situatie terechtkomen. Vooral in tijden van social media is het zo ontzettend makkelijk om kwetsbare jongeren in de val te lokken. Ik heb een studie sociaal-pedagogische werk afgerond, en deed een studie maatschappelijk werk en dienstverlening. Nu geef ik voorlichting aan scholen, professionals en organisaties.

              Er zijn heel veel organisaties die zich bezighouden met loverboys, maar vaak werkt iedereen op z’n eigen eiland. Er wordt weinig samengewerkt, en vaak verdwijnen slachtoffers naar de achtergrond doordat niemand zich volledig om hen bekommert. De focus ligt te weinig op het versterken van het slachtoffer, want die wordt onder het mom van de eigen veiligheid weggestopt achter een gesloten deur. Slachtoffers worden vaak niet doorverwezen naar de gespecialiseerde hulp die ze nodig hebben, terwijl juist dat cruciaal is. Door ze als het ware op te sluiten, voelt het alsof ze straf krijgen voor wat ze is overkomen. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat ze weer een toekomstperspectief krijgen.

              Marius is nooit opgepakt, maar toch gaat het veel beter met me. Het heeft tijd gekost om uit die overlevingsmodus te gaan, en weer te ontdekken wie ik nu echt ben. Ik probeer mezelf er elke dag aan te herinneren dat ik meer ben dan die ene vrouw die ooit slachtoffer was van mensenhandel. Ik wil niet dat alles in mijn leven daaraan wordt toegeschreven. Ik zet me bijvoorbeeld ook in voor mensen die chronisch last hebben van de ziekte van Lyme. Ik ben geen slachtoffer meer, maar een overlever. Ik ben het beu om me te moeten verantwoorden voor wat me is overkomen. Ik ben geen slachtoffer, ik ben een overlever.”

              *Marius is niet de echte naam van de loverboy.

              Ben je of ken je een minderjarige die (mogelijk) te maken heeft met uitbuiting? Vraag advies bij het Meldpunt Uitbuiting Minderjarigen.

              Meer informatie over mensenhandel in Nederland vind je op CoMensha​, het Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel. Verhalen van slachtoffers en professionals die mensenhandel bestrijden lees je in ​de longread​ ‘Onzichtbaar. Mensenhandel in Nederland’, een publicatie van CoMensha en de VNG.

              Bron: Vice.com >>

              #258873
              Luka
              Moderator

                Ik werd twee jaar lang elke dag seksueel uitgebuit”

                “Met een mes kerfde hij zijn naam onder mijn borst. Alsof ik zijn eigendom was.”

                Toen ik vijf maanden oud was, ben ik geadopteerd uit India en kwam ik terecht in christelijk gezin in Nederland. Ik had een vrij normale jeugd, tot mijn ouders op mijn twaalfde gingen scheiden. Mijn vader ging vreemd met iemand uit de kerk, verhuisde en de sfeer in huis veranderde. Tussen mijn eveneens geadopteerde broertje en mijn moeder was er continu sprake van geweld en ruzie. Nadat jeugdzorg daarachter kwam en mijn moeder tijdelijk opgepakt werd voor geweldpleging, stond ik er alleen voor. Ik was zeventien, viel daardoor net buiten jeugdzorg en moest het maar uitzoeken. Ik durfde niet meer naar mijn moeder en sliep overal en nergens.

                Op een gegeven moment kreeg ik een nieuwe baan, waar ik een jongen leerde kennen. Het werd mijn eerste relatie. In het begin was het zoals normale relaties zijn. Hij zei dat hij 23 was, maar bleek later 28 te zijn. Hij had een appartement, deed overkomen alsof hij een vaste baan had en creëerde daarmee de illusie van stabiliteit – iets waar ik in mijn roerige bestaan naar verlangde. Ineens was er wel iemand die vroeg hoe mijn dag was en hij werd al snel mijn veilige haven.

                Na ongeveer drie maanden wilde hij geld lenen. Ik vond dat vreemd; hij had toch een vaste baan? Hij vertelde dat hij schulden had bij vrienden en door hen bedreigd werd. Ik vond dat zielig en gaf hem geld. Het werd steeds meer. Hij zei dat je elkaar moest helpen als je een relatie hebt. Omdat hij mijn eerste vriendje was, wist ik niet zo goed wat normaal is en wat niet. Tegelijkertijd wilde hij ook continu weten waar ik was en kocht een Blackberry voor me zodat hij me steeds kon pingen. Ik moest de hele tijd verantwoording afleggen. Als ik niet snel genoeg antwoordde werd hij boos. Ik gaf hem steeds meer geld, tot mijn hele maandsalaris aan hem opging. Hij bleef zeggen dat het niet genoeg was, maar ik kón niet nog meer werken.

                De stap naar seksuele uitbuiting ging niet geleidelijk. Hij vroeg op een avond of ik bij hem langs kwam, toen er drie vrienden van hem op bezoek waren. We waren eerst gewoon aan het chillen, maar ineens veranderde de sfeer. Ik weet nog heel goed dat ik naast hem op de bank zat en dat hij zei dat ik het enige meisje was, waar ze wel wat leuke dingen mee konden doen. Alle vier de jongens hebben me om beurten verkracht. Ze deden het terwijl de anderen toekeken; intens vernederend. Ik had op seksueel gebied geen ervaring, dus het was mijn eerste keer.

                Ik ben christelijk opgevoed en dus werd me mijn hele jeugd ingeprent dat ik geen seks voor het huwelijk mocht hebben, en dat ik anders een slecht mens zou zijn. Die gedachte heeft me na de eerste verkrachting op de een of andere manier lamgeslagen. Ik voelde me zo’n slecht persoon. Het was het moment dat de hele situatie veranderde. Daarna hoefde hij mij maar te bedreigen, of ik stond voor hem klaar.

                In het begin waren het vooral vrienden, en vond het misbruik plaats bij hem thuis. Later werden het ook mensen die ik niet kende. Ik vermoed dat hij ergens een advertentie heeft geplaatst. Hij haalde me op bij mijn werk, of hij liet me ophalen door mensen. Ik was 24 uur per dag aan het werk voor niets, want ik had ook mijn baan nog overdag. Dan had ik van 9 uur ‘s ochtends tot 6 uur ‘s avonds gewerkt, en moest ik alsnog mee om de avonden en nachten te ‘werken’ voor hem. Het misbruik vond plaats in appartementen of op matrassen in kelders en garageboxen. Ik zou de garageboxen nu nog kunnen aanwijzen. Twee jaar lang gebeurde het elke dag en het waren altijd meerdere mannen op één avond. Ik was wel aan de pil, maar de seks was altijd onveilig.

                Er zaten mannen tussen die mijn vader hadden kunnen zijn. Sommigen zagen er gewoon betrouwbaar uit en dan hoopte ik tegen beter weten in dat hij het tóch niet zou doen. Maar die mannen komen daar maar voor één ding. Ik besefte dat wat ik ook deed niet uitmaakte. Als ik ging huilen, of me verzette dan kreeg ik klappen. Ik dacht: laat het maar gewoon gebeuren, dan gaat het voorbij. Ik schakelde mijn gevoel uit en wilde dat het zo snel mogelijk voorbij was. Ik probeerde ergens anders aan te denken: aan het werk dat ik overdag gedaan had, of ik zong een liedje in m’n hoofd – als ik mentaal maar ergens anders was. Toch went het nooit. Elke keer heb ik het als even erg ervaren.

                Ik werd op meerdere vlakken zelfdestructief. Om het misbruik niet mee te maken, gebruikte ik drugs: voornamelijk wiet en GHB. Ook hongerde ik mezelf uit in de hoop dat ik op die manier minder aantrekkelijk zou zijn. Ik werd steeds dunner. Ik had natuurlijk daarvoor al niet zo’n makkelijke situatie achter de rug dus het was makkelijk daaraan te wijten. Hij sloeg me niet in mijn gezicht, alleen op plekken die mensen het niet hoefden te zien. ‘s Nachts sliep ik afwisselend bij het gastgezin, in schuurtjes, garageboxen of op straat. Niemand wist ervan. Ik kon het goed verbergen en zag niemand buiten werk om.

                Voor mijn pooier deed ik het nooit goed. Ik verdiende nooit genoeg geld en de klanten waren volgens hem nooit tevreden. Hij speelde psychologische spelletjes en had daardoor volledige controle over mij. Hij dreigde mijn moeder op te bellen of aan anderen te vertellen wat ik had gedaan. En waar hij mij het meeste mee kon bedreigen was met het leven van een jong kind. Via de kerk kende ik namelijk een jong gezin. Zij hadden een zolderverdieping over en daar mocht ik af en toe slapen. Mijn pooier wist dat en dreigde dat kindje wat aan te doen.

                Daarbij vertelde hij me dagelijks dat ik moest beseffen dat ik zijn bezit was. Dat hij de enige was die wat over mij had te zeggen. Het is moeilijk uit te leggen, maar op dat moment moest ik naar hem luisteren. Ik leek wel gehersenspoeld. Ondanks alles wilde ik het hem naar zijn zin maken, zodat hij maar niet boos zou worden. Je gaat toch niets bereiken zonder mij. Dat werd een soort waarheid. Ik dacht: misschien is dat wel zo. Ik zag geen alternatief. De essentie van eigendom zijn werd realiteit toen hij met een mes onder mijn borst, op mijn rib zijn naam kerfde. Toen ik thuiskwam bij het gastgezin waar ik woonde zat mijn shirt onder het bloed. Ik kon het niet langer verbergen.

                Met de hulp van een instantie ben ik na twee lange jaren de situatie ontvlucht. Ik verhuisde naar een andere stad en kwam terecht in een studentenhuis. Ik gooide mijn telefoon weg, sloot mijn e-mailaccount en maakte me van hem los. Dat klinkt makkelijker dan het ging, want ik heb in die tijd daarna meerdere zelfmoordpogingen gedaan. Dan stond ik aan het spoor of op een brug, maar zette toch niet door. Ik wist ook niet zo goed hoe ik dat nou eigenlijk moest doen. Nadat ik op een avond een berg pillen had genomen en de volgende ochtend toch wakker werd, kreeg ik een inzicht. Het was het moment dat ik dacht: óf ik ga er nu wat van maken, óf ik ga zorgen dat ik niet meer leef. Ik koos voor het eerste.

                Alhoewel ik mijn leven aardig op de rit heb en binnenkort mijn HBO-studie afrond, sta ik er nog steeds elke dag mee op. Ik denk elke dag weer: ik ga er alles uithalen, want voor hetzelfde geld lag ik nu ergens in de goot. De ene dag gaat het beter dan de andere en het zal wel nooit weggaan. Als ik ‘s ochtends in de spiegel kijk, zie ik dat litteken. Dat blijft confronterend. Ook is de relatie met mijn lichaam veranderd. Ik heb nog lang problemen met eten gehad. Ik kan me nog steeds uit het niets zo vies voelen, dat ik meteen onder de douche moet. Nog lange tijd heb ik onder controle van de HIV-poli gestaan en heb preventief pillen moeten slikken. Gelukkig heb ik geen HIV aan het misbruik overgehouden. Mijn relatie tot seks is natuurlijk ook anders. Ik heb sindsdien wel een vriendje gehad en met hem had ik seks, maar ik verstijfde helemaal als we bezig waren. ik denk dat ik altijd die negatieve associatie met seks blijf houden. Ik zal nooit zal weten hoe mooi seks kan zijn. Het pure is ervan af.

                Als ik weer in de stad ben waar het misbruik plaatsvond, herken ik soms mensen als klant. Het zijn gewoon mannen in pak, mensen die bij een bank zouden kunnen werken. Dat is heel confronterend. Ik vergeet nooit gezichten. Ik zag er toen heel anders uit, maar toch vraag ik me af of ze mij herkennen. Ik heb mijn pooier nog één keer zien lopen op het station en toen was ik echt overstuur. Een aangifte is tot twee keer toe misgelopen, dus ik wil niet alles nog een keer opdiepen in een proces. Het zou me niks verbazen als hij nu hetzelfde bij een ander meisje doet.

                Het is moeilijk uit te leggen hoe het psychische proces achter uitbuiting werkt. De psychologische spelletjes waarmee iemand je in zijn macht houdt, zijn zo’n mindfuck. Je bent altijd de zwakste schakel. Het geen keuze hebben, het gebrek aan regie over je eigen leven – dát is voor mensen niet te begrijpen. Het vernietigt je zelfbeeld en waardigheid compleet. Je kunt het je proberen voor te stellen, maar daar houdt het mee op.

                *Anna’s naam is om gefingeerd om haar privacy te beschermen.

                Ben je slachtoffer geworden van mensenhandel of wil je melding maken van een mogelijk slachtoffer? Neem dan contact op met CoMensha via telefoonnummer 033-4481186. Mailen kan ook, op info@comensha.nl.

                Bron: Vice >>

                #258876
                Luka
                Moderator

                  Mijn eerste vriendje was een loverboy en mijn tweede vriendje mishandelde me

                  Ik ga liever niet terug naar mijn oude woonplaats, omdat ik altijd bang ben om een van mijn twee exen tegen te komen. ​


                  Naomi* in het opvanghuis waar ze woont – Foto door Vera Kurpershoek

                  In Nederland krijgt één op de vijf vrouwen ooit te maken met fysiek geweld dat wordt gepleegd door een (ex-)partner of iemand uit huiselijke kring, en jaarlijks worden 200.000 tot 230.000 volwassenen slachtoffer van ernstig of herhaaldelijk huiselijk geweld.

                  Naomi* van 24 uit Noord-Holland vertelt hoe zij op haar achttiende in handen viel van een loverboy. Sinds haar achttiende heeft ze gezworven en in verschillende opvanghuizen gewoond, omdat ze in haar eigen woonplaats niet veilig is.

                  In het ziekenhuis heb ik tegen mijn wil in seks met een jongen gehad die ik niet kende. Toen werd het duidelijk dat mijn vriendje een loverboy was.

                  Rond mijn achttiende ging ik samen met mijn beste vriendin vaak de stad in, en daar leerden we een groepje jongens kennen met wie we vaak rondhingen in de kroeg. Ik werd verliefd op een van hen, C. Hij gaf me alles wat ik wilde en was heel lief voor me – ik had geen idee dat hij een loverboy was.

                  In de tijd dat ik met C was, belandde ik door mijn suikerziekte in het ziekenhuis. Er kwam toen steeds een onbekende jongen bij me op bezoek. Ik kende hem niet en wist niet hoe hij wist dat ik daar lag. Achteraf bleek het een vriend van C te zijn.

                  In het ziekenhuis heb ik tegen mijn wil in seks met hem gehad, en toen werd voor mij duidelijk dat C een loverboy was. Ik lag op de kinderafdeling, en om mij te beschermen heeft het ziekenhuis me toen naar de intensive care verplaatst. Ik kreeg een andere naam, en mensen die mij wilden bezoeken moesten een code doorgeven. C heb ik daarna nooit meer gesproken.

                  Toen ik uit het ziekenhuis ontslagen werd, was het niet veilig voor mij en mijn familie dat ik thuis zou wonen – C en zijn vrienden mochten namelijk niet weten waar ik was. En nog steeds niet. Ik woonde in verschillende opvanghuizen, totdat ik M leerde kennen. Al snel ging ik met hem samenwonen. Mijn hele omgeving vond dat een slecht idee, omdat hij was al vaak in aanraking geweest met justitie.

                  Ik ga liever niet terug naar mijn oude woonplaats, omdat ik altijd bang ben om een van mijn twee exen tegen te komen.

                  M en ik zijn 3,5 jaar samen geweest, en in 2014 kreeg ik voor het eerst te maken met huiselijk geweld. M zou die dag twee scooters verkopen aan een vriend, die uiteindelijk niet kwam opdagen. Hij was daar zo boos over, dat hij mij bij mijn keel greep. Ik heb de politie gebeld, maar ze zeiden dat ze niks voor mij konden betekenen omdat ik hem had teruggeduwd. Uiteindelijk heeft M toch twee weken vastgezeten, voor de openstaande boetes die hij niet betaalde. Ik kon nergens heen, dus gaf ik hem een tweede kans en bleef bij hem.

                  In die tijd zijn we samen dakloos geweest, hebben we onder toezicht gewoond, en hebben we een half jaar in een caravan gewoond met onze hond. Vanaf dat moment ging het echt mis. We hadden elke dag ruzie om de kleinste dingen, en vooral vaak om geld. Hij schold me uit, en als ik weg liep, kwam hij achter me aan. Ik had regelmatig de neiging om hem te slaan, maar dat heb ik nooit gedaan. Om te voorkomen dat het uit de hand zou lopen en ik zou ontploffen, heb ik aan de bel getrokken. We stonden al een tijdje onder toezicht van een hulporganisatie voor jongeren die het thuis moeilijk hebben, en ik heb toen mijn begeleider ingeschakeld. Zij heeft geregeld dat ik naar de vrouwenopvang kon.

                  Toen ik hier net woonde, had ik nog contact met M. Maar toen hij vast kwam te zitten voor diefstal, heb ik onze relatie beëindigd. Hij probeert nog wel contact te zoeken met mij en met mijn zusjes, maar ik heb tegen ze gezegd dat ze hem niet moeten vertellen waar ik ben, omdat het niet veilig is.

                  Mijn moeder woont samen met mijn zusjes een uur verderop, mijn vader is overleden. Heel soms ga ik een weekend naar huis, maar dan vraag ik of mijn zus me komt ophalen met de auto van het station. Ik vertel dan precies hoe laat ik aankom, zodat ik niet met de bus hoef – ik wil geen vijf minuten alleen buiten staan.

                  Ik ga liever niet terug naar mijn oude woonplaats, omdat ik altijd bang ben om M of C en zijn vrienden tegen te komen. Op mijn moeders verjaardag ging ik met mijn zusje de stad in en kwam ik een vriend van C tegen. Ik schreeuwde tegen mijn zusje dat we moesten rennen. Ze vroeg waarom, en toen heb ik het hele verhaal verteld. Ze zei: “Had het me meteen gezegd, dan had ik hem een stomp op zijn neus gegeven.”

                  Het moeilijkste was om alles aan mijn moeder te vertellen. Halverwege het gesprek ben ik weggelopen – ik trok het niet.

                  Binnenkort begin ik met therapie; ik heb nog niks van wat er gebeurd is kunnen verwerken. Ik vind het moeilijk om erover te praten. Sinds ik in handen ben gevallen van loverboys, kan ik niet meer helder nadenken. Het moeilijkste was om alles aan mijn moeder te vertellen. Uiteindelijk heb ik dat gedaan met hulp van een maatschappelijk werker, maar halverwege het gesprek ben ik weggelopen – ik trok het niet.

                  We hebben er daarna nooit meer over gepraat, maar ze belt regelmatig om te vragen hoe het met me gaat. Ze weet waarom ik hier woon, dat vind ik het belangrijkste. De rest van mijn familie weet dit niet, en dat hoeft ook niet. Op mijn MBO-opleiding kennen ze mijn verhaal wel, omdat ik het heb verteld. Mijn docenten moeten het weten, zodat ze mij in de gaten kunnen houden voor het geval er iets gebeurt.

                  Sinds een jaar heb ik een nieuwe vriend. Ik heb hem ontmoet toen hij op de fiets voorbijreed, en hij stopte omdat ik achterom keek. Ik heb zijn nummer gevraagd en sindsdien zijn we verliefd. Hij mag hier niet komen, dus ik hoop volgend jaar een eigen huis te hebben dat door de vrouwenopvang wordt geregeld. Ik krijg veel hulp van de mensen hier; het belangrijkste dat ik in het afgelopen jaar heb geleerd, is dat ik weet dat ik er niet alleen voor sta.

                  Naomi* is een gefingeerde naam

                  Mocht je na het lezen van dit verhaal met iemand willen praten of op zoek zijn naar hulp, kijk dan op deze site waar je terecht kunt, of neem direct contact op met Stichting Het Kopland: 050 – 599 14 20.

                  Bron: Vice >>

                  #259343
                  Luka
                  Moderator

                    Factsheet ‘MEISJESPROSTITUTIE’ *

                    Meisjesprostitutie is een vorm van jeugdprostitutie. Aangezien er voor jongens (zie factsheet jongensprostitutie) en meisjes verschillende adviezen gelden is er voor gekozen jeugdprostitutie op te delen. Meisjesprostitutie is het verrichten van seksuele handelingen door meisjes onder de 18 jaar voor geld, goederen of een tegenprestatie (Movisie 2009). Wanneer meisjes betaalde seks hebben hoeft dit geen mensenhandel (loverboyproblematiek) te zijn. Seks met minderjarigen kan afhankelijk van de omstandigheden kwalificeren als een zedendelict.

                    Factsheet meisjesprostitutie >>

                    * Deze factsheet is ontwikkeld door Movisie i.s.m. diverse ketenpartners in de strijd tegen seksueel geweld.

                    #259423
                    Luka
                    Moderator

                      Wat is seksuele uitbuiting?
                      Wanneer iemand wordt gedwongen om seksuele diensten te verlenen, dan spreken we over seksuele uitbuiting. Het gaat daarom om gedwongen seksuele handelingen tegen betaling in de vorm van geld of van andere vergoedingen zoals kleding of eten, of de belofte daarvan. Er wordt daarbij misbruik gemaakt van iemands kwetsbaarheid, ondergeschikte positie of vertrouwen, voor seksuele doeleinden, waaronder commerciële. Mannen en vrouwen, volwassenen en kinderen, iedereen, ongeacht zijn of haar juridische status, kan slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting.

                      Iedereen kan slachtoffer worden
                      Seksuele uitbuiting omvat onder andere prostitutie en pornografie onder dwang en gedwongen seksuele dienstverlening in bars, hotels, kuuroorden, massagesalons en de entertainmentsector. Het kan gaan om seksuele diensten aan vreemden, of aan bekenden, bijvoorbeeld in het geval van gedwongen seks met vrienden van je partner.

                      Loverboys
                      Een bijzondere vorm van seksuele uitbuiting is uitbuiting door loverboys. Dat zijn (jonge)mannen die ervoor zorgen dat een meisje of vrouw verliefd op en/of afhankelijk van hen wordt. Daarna wordt zij door misleiding of onder dwang in de prostitutie te werk gesteld. Sommige vrouwen gaan vrijwillig aan het werk, in de veronderstelling dat ze met hun inkomsten sparen voor een gezamenlijke toekomst met de loverboy of om hem uit nijpende schulden te helpen. Als ze dan willen stoppen staat de loverboy dat niet toe en blijkt het geld meestal verdwenen. In zo’n geval is er sprake van seksuele uitbuiting.

                      Je bent mogelijk slachtoffer van seksuele uitbuiting als je:

                      • gedwongen wordt seks te hebben tegen je zin in.
                      • gedwongen wordt seks te hebben tegen betaling, waarbij je het geld moet afdragen.
                      • partner je dwingt om seks te hebben met bekenden of vrienden.
                      • partner je dwingt om “schulden” af te lossen door seks te hebben met vreemden.
                      • gedwongen wordt om mee te doen aan de productie van pornografisch materiaal.

                      Informatie voor potentiële slachtoffers

                      Is er sprake van acuut gevaar?
                      Bel dan het noodnummer: 112

                      Wil je je situatie bespreken?
                      Neem contact op met FairWork, fairwork.nu / info@fairwork.nu, +31 20 760 08 09

                      Bron: Wegwijzer Mensenhandel

                      #259429
                      Luka
                      Moderator

                        Sarah (15) door jongen via Instagram tot misbruik gedwongen: ‘Er zijn veel jonge daders’

                        Sarah was slachtoffer van online seksueel misbruik. Ze was pas 15. De dader was ook minderjarig, maar loog over zijn leeftijd. Wat eerst fijn en vertrouwd voelde, eindigde in een ware nachtmerrie.

                        Sarah is niet het enige voorbeeld waarbij een minderjarige de dader is van seksueel geweld. Dit blijkt uit de Dadermonitor Seksueel Geweld tegen kinderen 2015-2019 die vandaag is uitgebracht.

                        27 procent van de daders is minderjarig. Er is de afgelopen jaren weinig veranderd in de aanpak van de daders. De online leefwereld waar jongeren zich in bevinden, maakt het probleem alleen maar erger.

                        Online
                        Sarah (echte naam bekend bij de redactie) en de dader waren elkaar in het echt tegengekomen, maar de band werd vooral sterker via het online platform Instagram. “Het begon toen hij mij had toegevoegd op sociale media. We raakten in gesprek en hij was heel aardig op dat moment. Ik had problemen thuis en wist niet waar ik steun moest krijgen. Hij was er toen voor me.”

                        De dader gaf Sarah vooral het gevoel dat ze er mocht zijn als mens. “Hij wilde meer over mij weten als persoon en daar was ik blij mee. Hij gaf me het gevoel dat ik alles met hem kon delen.”

                        Nachtmerrie
                        Dit veranderde echter in vijf maanden tijd. “We gingen steeds vaker afspreken. Op een gegeven moment vroeg hij of ik seks met zijn vrienden wou hebben en met meerdere mannen. Ik weigerde.”

                        De dader heeft haar er toen onbewust toch ingeluisd: “Op Instagram vertelde hij dat we zouden afspreken, maar hij lokte me naar een huis waar er meerdere mannen kwamen met wie ik seks moest hebben. Hij was in bezit van een pistool en bedreigde dat hij mij zou doodschieten als ik het niet zou doen.”

                        Sarah geeft aan dat het onwerkelijk was dat dit kon gebeuren. “Ik raakte verstijfd, zag zwart voor mijn ogen. Pas de volgende dag besefte ik wat er was gebeurd.”

                        Wat is grooming?
                        Grooming is een proces waarbij een dader het vertrouwen wint van een ander (het slachtoffer) met het doel deze persoon (online) seksueel te misbruiken door aanranding, verkrachting, seksuele uitbuiting, het produceren van kinderporno, ontvoering of mensenhandel.

                        Johannes Dijkstra, projectbegeleider van Chat met Fier, een online chatservice waar slachtoffers van geweld en misbruik anoniem hulp kunnen zoeken, zegt dat grooming steeds meer via online platforms gebeurt.

                        “Er wordt bewust geprobeerd een band op te bouwen met als doel degene te misbruiken of uit te buiten. Deze processen gebeuren of beginnen steeds meer online. Iemand kan dan vanuit zijn luie stoel in de woonkamer het vertrouwen winnen van meerdere mensen om ze uiteindelijk seksueel te misbruiken.”

                        Verandering
                        Uit de Dadermonitor blijkt dat er tussen 2015 en 2019 16.495 incidenten van seksueel geweld tegen kinderen behandeld zijn. De Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Herman Bolhaar, vindt dit onacceptabel en vindt dat er snel verandering moet komen.

                        “Er zijn veel jonge daders, de doorlooptijden zijn te lang en het voorkomen van daderschap, of herhaald daderschap, lukt nog steeds onvoldoende. Er verandert te weinig in de aanpak.”

                        De Rapporteur zet zich daarom in op het voorkomen van daderschap, ook omdat daarmee het slachtofferschap wordt voorkomen. Veel zaken worden namelijk geseponeerd door te weinig bewijs. Ook bij Sarah is de dader op vrije voeten gegaan, omdat er onvoldoende bewijs bleek te zijn.

                        Verder is er volgens Bolhaar meer actie en ruimte nodig op maatwerk: “Een aanpak heeft pas impact als die aansluit op de kenmerken van de daders en slachtoffers.”

                        Ouders
                        Johannes Dijkstra van Fier vindt dat ouders hier ook een sterke rol in hebben en het overzicht moeten houden: “Ik laat mijn dochter van tien ook niet helemaal alleen naar de andere kant van de wereld reizen, maar online lijken er geen grenzen te zijn en kan dat wel. We moeten hier als ouders alert op zijn.”

                        Ook kan voorlichting aan jongeren helpen waarbij de nadruk ligt op het vroeg leren praten over seksualiteit, gewenste omgangsvormen en grenzen.

                        “Je seksualiteit online ontdekken is heel normaal en met wederzijdse goedkeuring en vertrouwen prachtig. Het is belangrijk dat je heel vroeg op de basisscholen goede voorlichting geeft over de mooie kanten en de risico’s. Ook ouders moeten voorlichtingen krijgen over hoe zij hier het beste mee kunnen omgaan.”

                        Door middel van professionele hulp van Fier gaat het nu veel beter met Sarah: “Ik heb het gevoel dat ik alles aan kan en ik hou meer van mezelf. Ik heb niet eens de behoefte aan een ander die dat eerst tegen mij moet zeggen.”

                        Wil jij ook met iemand praten over seksueel misbruik, zoek dan hulp bij chatmetfier.nl.

                        Bron: RTL Nieuws >>

                      10 berichten aan het bekijken - 51 tot 60 (van in totaal 69)
                      • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
                      gasten online: 27 ▪︎ leden online: 0
                      No users are currently active
                      FORUM STATISTIEKEN
                      topics: 3.870, reacties: 21.863, leden: 2.997