PTSS & CPTSS

  • Dit onderwerp bevat 41 reacties, 5 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 30/06/2023 om 23:09 door Luka.
10 berichten aan het bekijken - 31 tot 40 (van in totaal 42)
  • Auteur
    Reacties
  • #248519
    Mark
    Moderator

      Interview met kinderpsychiater Eva Kestens in ‘Interne keuken’. Zij legt uit hoe jeugdtrauma’s je ontwikkeling beïnvloeden en waarom jeugdtrauma’s verschillen van volwassen trauma’s.

      Lees meer en beluister het interview op radio1.be >>

      #249306
      Luka
      Moderator

        Animatie Stress window of tolerance

        Deze animatie geeft uitleg over de impact van stress op het kinderbrein. Hoe wij, als volwassenen, kinderen kunnen helpen met deze stress om te gaan.

        #251810
        Luka
        Moderator

          Psycholoog Gijs Coppens geeft uitleg over PTSS

          In de maand juni wordt er extra aandacht besteed aan PTSS, wat de afkorting is van posttraumatische stressstoornis. Dit is een psychische aandoening die kan ontstaan na het meemaken van schokkende of traumatische ervaringen. Patiënten ervaren hier langdurig psychische gevolgen van. PTSS beïnvloedt ook het dagelijks functioneren. Psycholoog Gijs Coppens van iPractice.nl geeft uitleg en beantwoord vragen van luisteraars.

          Luister terug: NPO Radio 1 >>

          #252265
          Luka
          Moderator

            Biologische verstoring door trauma
            Inleiding

            Mensen denken tegenwoordig vaak dat als je hele nare en beangstigende ervaringen meemaakt, je het moet leren te ‘verwerken’. Dat betekent dat iedereen het heel begrijpelijk vindt, dat mensen door ingrijpende ervaringen, zoals de oorlogen in voormalig Joegoslavië en in delen van Afrika, tijdelijk uit hun evenwicht raken. De confrontatie met dood en verwoesting en de doorstane bedreigingen van iemands leven raken iemand diep. Met Verwerken wordt dan bedoeld wanneer je er maar over praat en wanneer je je emoties kunt laten gaan, dat het wel slijt en overgaat. Vandaar dat wanneer iemand nog vele jaren last heeft van oorlogservaringen, anderen vaak verrast zijn. ‘Heb je het nog steeds niet verwerkt?’, zo lijken anderen zich af te vragen. Vaak hebben de anderen niet in de gaten hoe diep en verstorend oorlogsgeweld kan zijn voor mensen. De getroffenen zelf zijn vaak niet in staat of bang om de groteske ervaringen aan anderen te vertellen. Zo vertelde iemand, die bij ons in behandeling is hoe zijn maatje werd doodgeschoten in een plotseling onverdacht moment. Echter wat heel moeilijk te vertellen was het feit dat de resten van de hersenen van zijn maatje nu terechtgekomen waren op het gezicht en de kleren van onze patiënt. Het meemaken van de dood van een ander in de oorlog is al gruwelijk en onvoorstelbaar. Echter dat diens resten vervolgens uiteenspatten en op omstanders terecht komen, is iets wat mensen niet durven te vertellen.

            Iedereen die dit verhaal hoort, gruwt, maar voelt ook aan zijn eigen lichaam reacties van een dichtknijpende keel, de neiging om te huilen, koude rillingen over de huid en misschien een licht verlamd gevoel in de benen. Hieruit blijkt al dat traumatische ervaringen, zelfs het horen ervan, leidt tot sterk lichamelijke reacties. Dat is het onderwerp waarover deze bijdrage zal gaan. In de eerste wereldoorlog werd wel gesproken over ‘shell-shock’. Soldaten die de verschrikkingen van de loopgraven hadden meegemaakt, vertoonden verschijnselen die aan hysterie deden denken. Berucht was het ‘zitteren’, het trillen over het hele lichaam dat niet meer ophield. Ook waren sommigen hun stem kwijt geraakt of hun benen waren verlamd. Aanvankelijk werden die verschijnselen toegeschreven aan brokstukjes van granaten, die op een onzichtbare wijze in de hersenen waren doorgedrongen. Die veronderstelling bleek onjuist te zijn. Onze schedel maakt het niet mogelijk dat kleine brokstukjes zomaar de hersenen binnen dringen. Er moest dus een andere verklaring bestaan voor de verschijnselen, die toch op de een of andere manier aan de hersenen moeten worden toegeschreven. Daar weten we tegenwoordig veel meer van. In het vervolg zal op een aantal van die verschijnselen en verklaringen worden ingegaan.

            Angst en trauma

            Om iets te begrijpen van de lichamelijke, en in het bijzonder de her-senverschijnselen, na traumatische ervaringen, gaan we in op het thema ‘angst-reactie’. Angst is een heel nuttig gevoel omdat het ons als signaal aangeeft, dat er sprake is van gevaar. Ons lichaam en onze hersenen zijn zo ingesteld, dat we gevaar snel moeten herkennen om vervolgens te kunnen vluchten, ons in veiligheid te brengen, of het gevaar bestrijden. Het is duidelijk dat daarbij geen tijd verloren moet gaan. Onze hersenen zijn daar goed op ingericht. Alle binnenkomende informatie via onze ogen en oren wordt steeds gescreend op gevaarlijke elementen. Dat kan niet op een manier waarbij we er eens uitvoerig voor gaan zitten en gaan denken lIs dit wel gevaarlijk?’. We kunnen stellen dat we bij echt gevaar niet de tijd hebben om er uitvoerig over te denken. Er moet dus ergens een centrum zijn in de hersenen, dat snel gevaar kan herkennen en vervolgens het commando kan geven vechten of vluchten. Een hersenonderzoeker Le Doux heeft dat centrum ontdekt. Dat centrum bevindt zich aan beide zijden van de hersenen aan de onderkant, waar alle signalen van buiten als eerste binnenkomen.

            Deze twee gebieden lijken qua vorm en omvang op een amandel en ze worden daarom ‘amandelkern’ of ‘amygdala’ genoemd. Men zou de amandelkern kunnen noemen de doos waarin alle informatie over echt gevaar is opgeslagen. Zodra informatie binnenkomt waarin gevaar voorkomt, komt de amandelkern in actie. Le Doux heeft aangetoond, dat de amandelkern vervolgens niet de gevaarsinformatie doorstuurt naar de hersenschors. De hersenschors is ons denkcentrum en het is duidelijk dat we daar geen tijd voor hebben. De amandelkern zorgt ervoor door een aantal hersenhormonen direct te laten toenemen, dat onze aandachtsconcentratie zeg maar tien keer zo sterk wordt.

            Ter illustratie: Op een hersenscan (bijeengevoegde gegevens van 8 individuen) is duidelijk te zien dat bij getraumatiseerde personen de amandelkern (amygdala) geactiveerd wordt bij herinnering van traumatische ervaringen, (foto afkomstig uit: Rauch, S.L., B. van der Kolk e.a., ‘A symptom provocation study of posttraumatic stress disorder using positron emission tomography and script-driven imagery’. In: Archives of General Psychiatry vol. 53 (1996) 5, 385.)

            We zien dat bijvoorbeeld door de opengesperde ogen. Maar ook ons geheugen wordt direct opgevoerd om goed de informatie binnen te laten komen en het gevaar te kunnen lokaliseren. Het woord geheugen hier kan verwarring opwekken. Het is zo, dat we onze hersenen kunnen beschouwen als een opslagplaats van heel veel informatie, niet alleen om dingen te kunnen herinneren, maar vooral ook om iets te kunnen herkennen. Een derde actie is dat de spierspanning verhoogd wordt, het hart sneller gaat kloppen en dat het bloed vooral richting hersenen en spieren gestuurd wordt en bijvoorbeeld minder naar de buik.

            Samengevat kunnen we zeggen dat gevaar of een trauma door de amandelkern herkend wordt en dat deze acties onderneemt om te kunnen gaan vechten of vluchten. Als we eenmaal het gevaar hebben afgewend kunnen we gaan nadenken over wat we hebben meegemaakt, of het wel echt gevaarlijk was. Ook pas dan komen emoties als woede en verdriet los.

            Biologische verstoring door trauma

            Dat is allemaal goed te begrijpen. Het maakt echter nog niet duidelijk waarom iemand dan toch nog jaren lichamelijk last kan houden van een doorgemaakte traumatische ervaring. Eerst zal ik aangeven wat de blijvende lichamelijke hersenverschijnselen kunnen zijn:

            1. herbelevingen;

            2. moeite met inslapen of doorslapen;

            3. prikkelbaarheid of woedeuitbarstingen;

            4. moeite met concentreren;

            5. overmatige waakzaamheid;

            6. overdreven schrikreacties.

            Wanneer iemand na een traumatische ervaring een zogenoemd posttraumatische stress stoornis (ptss) ontwikkeld heeft, betekent dit dat hij steeds last heeft van onder meer de hierboven genoemde verschijnselen.

            De herbelevingen zijn een opmerkelijk verschijnsel. Op onbewaakte momenten of wanneer men iets ziet of hoort dat herinnert aan de gruwelijke ervaring komen herinneringen in de vorm van beelden en geluid en soms zelfs geuren levensecht terug. Mensen zeggen ook ‘Ik zie het als een film weer aan me voorbij trekken’. Dat is een hele andere manier van herinneren dan we gewoonlijk kennen. Vaak bestaat onze herinnering uit een verhaal met vage indrukken en beelden zoals van een vakantie. De terugkerende herinneringen aan de traumatische ervaring zijn echter niet in de vorm van een verhaal en in woorden maar alsof we het opnieuw meemaken. Dat heeft vermoedelijk te maken met het feit, dat iedere keer de amandelkern geactiveerd wordt en dat de ervaring nog steeds niet als een verhaal is opgeslagen. Daardoor kan het snel geactiveerd worden en treden ook iedere keer de lichamelijke angstverschijnselen daarbij op. We zeggen wel het blijft een actueel zintuiglijk geheugen of ook wel ‘we kunnen het maar niet vergeten’.

            De andere verschijnselen moeite met inslapen of doorslapen, prikkelbaarheid of woedeuitbarstingen, moeite met concentreren en overmatige waakzaamheid en schrikreacties hebben hier mee te maken. We kunnen ze als volgt begrijpen. De traumatische ervaring is een nieuwe, zeer heftige ervaring die we nog niet kenden en die geleid heeft tot een alarmreactie. De verschijnselen wijzen erop dat de alarmreactie niet is overgegaan. Het lijkt alsof we steeds weer bang zijn, dat het gevaar plotseling blijft toeslaan. We zeggen ook wel, dat die staat van alarm waarin iemand eigenlijk jaren lang kan blijven nuttig is, wanneer er feitelijk sprake is van gevaar. Ze is echter niet nuttig en zelfs ontregelend wanneer er geen gevaar meer is. Slapen kun je pas goed als er geen gevaar dreigt. Als je steeds op je hoede bent, wordt je gauw prikkelbaar wanneer ‘gewone zaken’ je aandacht opeisen. Concentratie zoals een boek of een krant lezen kan alleen wanneer je niet steeds hoeft op te letten op mogelijk gevaar. Men kan zeggen dat iemand met ptss almaar bezig blijft gevaar op te sporen. Het is goed te begrijpen dat dit mensen uitput en dat ze daardoor in werk en gezin slecht functioneren. Daarom is ptss een echte stoornis die behandeld moet worden. En dat is gelukkig heel goed mogelijk.

            Referentie:
            B.P.R. Gersons | 1999
            In: Trauma door oorlogsgeweld : twaalf inleidingen rond een thema/ red. Judith Schuyf

            Bron: Psychotraumanet.org >>

            #255950
            Skye
            Moderator

              PTSS-expert: ‘Traumabehandelingen zijn maatwerk’

              Praten met getraumatiseerde mensen? Totaal zinloos, stelt de Nederlands-Amerikaanse PTSS-deskundige Bessel van der Kolk. Laat ze eerst maar weer leren hun lichaam te kalmeren, bijvoorbeeld met yoga. Zijn aanpak is omstreden, maar hij boekt er veel succes mee.

              Er wordt tegenwoordig wat snel van een trauma gesproken, erkent Bessel van der Kolk, maar dan nog komt het veel voor. Naar schatting 8 tot 12 procent van de bevolking leeft met een echte posttraumatische stressstoornis (PTSS). Deze mensen hebben een ingrijpende ervaring doorgemaakt zoals een verkeersongeluk of verkrachting, of zijn langdurig blootgesteld aan bijvoorbeeld oorlogsgeweld of verwaarlozing in de kindertijd.

              Gebeurtenissen die nog lang diepe sporen kunnen trekken. In de geest en, volgens Bessel van der Kolk, vooral ook in het lichaam. Dat is soms over-alert: het staat als het ware nog altijd klaar om te vechten of te vluchten.

              ‘Heb je een trauma, dan is het probleem ten diepste dat je je niet veilig voelt in deze wereld, met name je lichaam niet,’

              zo formuleert Bessel van der Kolk het. Hij is auteur van de bestseller The Body Keeps the Score, in het Nederlands vertaald als Traumasporen.

              Trauma behandelen
              Na enige aarzeling vertelt de Amerikaanse psychiater met de Hollandse roots dat zijn interesse in PTSS geen toeval is. Hij groeide op in het Den Haag van vlak na de oorlog, als kind van getraumatiseerde ouders. ‘Zij hielden hun hele leven last van de oorlog en van de gruwelijke armoede vóór die tijd.

              Er waren geen sociale voorzieningen; was je arm, dan moest je maar zien hoe je overleefde. Vooral mijn moeder wist niet hoe ze moest ontspannen, of hoe ze moest omgaan met haar familie. Ik denk met droefheid terug aan het ongelukkige leven dat ze heeft geleid. Als men in haar tijd wist wat we nu allemaal weten, had iemand haar trauma kunnen behandelen.’

              Bessel van der Kolk is altijd geïnteresseerd geweest in zowel harde als sociale wetenschappen. Door te kiezen voor de psychiatrie kon hij zowel hersenwetenschapper als humanist zijn. ‘Ik heb allerlei behandelingen persoonlijk uitgeprobeerd, zoals psychoanalyse, lichaamsgerichte therapie en yoga, en ook uitvoerige wetenschappelijke studies gedaan naar het effect van medicijnen zoals Prozac, EMDR, neurofeedback en psychedelische drugs. Kortom, zo’n beetje alles wat ik nu mijn patiënten aanbied.’

              U bent steeds meer met het lichaam gaan werken, en praten steeds meer gaan relativeren. U waarschuwt zelfs tegen ‘de tirannie van taal’.
              Bessel van der Kolk: ‘Het is natuurlijk ontzettend belangrijk om na een trauma in een veilige omgeving te kunnen vertellen wat er met je gebeurd is. Vaak genoeg is een trauma een geheim dat eruit moet. Maar alleen praten en begrijpen waarom je pijn hebt, lost die pijn niet op. Het neemt de inprenting van angst en walging niet weg. Dat zijn primitieve lichamelijke reacties die uit een ander, niet-talig deel van het brein komen. Dus daar moet je je lichaam mee helpen.

              Een traumareactie is een dierlijke vecht- of-vluchtrespons, met stresshormonen als motor. Bij mensen met een PTSS is daar iets fout gegaan: ze maakten een schokkende gebeurtenis mee waar niet tegen te vechten of van weg te vluchten was. Hun stressreactie is chronisch geworden, waardoor zij overdreven heftige reacties blijven vertonen.

              Zij voelen de drang om te slaan of weg te rennen bij de kleinste voorvallen. Hun lichaam moet daarom eerst kalmeren. Als jouw baby ’s nachts huilend wakker wordt, ga je daar toch ook geen gesprek mee voeren? Nee, je houdt hem vast, wiegt en troost hem, en daarmee herstel je het evenwicht op een heel elementair niveau. Daar moet de behandeling van PTSS ook mee beginnen.’

              Dus de therapeuten in uw behandelcentrum wiegen en troosten de patiënten?
              ‘Nee, daar hebben we andere hulpverleners voor. Die geven onze patiënten massages, doen een zachte deken om hen heen, laten ze op een trampoline springen. Het is fascinerend om te zien wat dat laatste doet met kinderen met PTSS. Als die beginnen te springen of aanrakingen voelen, gaat hun taalgebruik vooruit. Ze ontwikkelen het vermogen om in complete en complexe zinnen te spreken.

              Zolang die kinderen vervuld zijn van angst, gedragen ze zich als angstige diertjes. Maar wanneer het regulatiesysteem achter in de hersenen gekalmeerd raakt, gaat ook het voorste deel van het brein gezonder functioneren. Er kan dan beter onderscheid gemaakt worden tussen verleden, heden en toekomst. En dan kan doordringen dat het gevaar in het heden is geweken.’

              Was er een bepaald moment waarop u dacht: al dat praten leidt nergens toe?
              ‘Ik werd heel váák bekropen door het gevoel: verdorie, de patiënt en ik praten volop en we geven om elkaar in deze therapeutische relatie, maar toch knapt hij niet op. Dus ging ik op zoek naar nieuwe manieren om PTSS en sporen van trauma te behandelen. Ik was dertig jaar geleden de eerste behandelaar die het effect van Prozac bij PTSS bestudeerde. Toen ik tot de conclusie was gekomen dat het middel onvoldoende verschil maakte, begon ik andere dingen te onderzoeken.’

              Dat was EMDR, indertijd nog zeer omstreden.
              Bessel van der Kolk: ‘Inderdaad. Maar EMDR is een fantastische behandeling gebleken voor trauma en PTSS. Sommige mensen denken dat ik een EMDR-fanaticus ben, maar ik zie het bovenal als een techniek die deuren heeft geopend. Het is zó anders dan op je kont zitten en praten. Je zegt eigenlijk heel weinig; de patiënt roept het traumatiserende beeld in zijn herinnering op en volgt daarbij met zijn ogen jouw vinger die heen en weer gaat. En de herinnering verandert!

              Maar er bleef een groep patiënten over bij wie EMDR niet werkte, dus moesten we weer verder zoeken. Zo kwam ik uit bij yoga. Ook dat helpt sommige mensen, maar evenmin iedereen. Je hebt gewoon een heel arsenaal aan trucs nodig, want niet één behandelingsmethode werkt altijd en bij iedereen.’

              Hoe kan yoga getraumatiseerde mensen helpen?
              ‘Dankzij yoga kun je meer accepterend worden over jezelf en je emoties; meer in het hier en nu komen. Yoga betekent mindful zijn, je adem reguleren en je lichaam voelen: drie wezenlijke componenten van beter worden. Het kan ook helpen om de triggers in je lichaam te accepteren. Neem de “happy baby-houding”. Je doet daarbij je benen in de lucht en spreidt die zo wijd mogelijk, je onderbuik naar boven gericht. Dat is géén fijne houding als je seksueel misbruikt bent.

              Maar je kunt niet echt in je lichaam wonen als je jezelf niet kunt openen. Dus vragen wij mensen met PTSS om het langzamerhand te proberen, heel voorzichtig: knieën omhoog, rustig ademend. Een patiënte vertelde hoe zij toen écht aan den lijve kon ervaren dat er niets vreselijks meer gebeurt. Zo’n nieuwe reële ervaring in het hier en nu overschrijft de oude, irreële angst dat ze weer verkracht wordt. En dan kan er iets helen.’

              Is praten nog wel nodig?
              ‘Zeker. Mensen met een trauma schamen zich vaak en begrip en zelfliefde is dan hard nodig. Praten helpt daarbij. Maar bij trauma is dé grote uitdaging om het lichamelijke gevoel van veiligheid te herstellen. Uit breinonderzoek blijkt dat wanneer mensen flashbacks hebben van hun traumatische ervaring, het hele verbale deel van hun brein blokkeert. Ze zijn dan weer helemaal dat angstige dier wiens leven in gevaar is.

              Het zijn dit soort onderzoeksuitkomsten die mij ertoe brachten dingen te gaan proberen waarbij het gesprek niet zo’n rol speelt. We wisten uit de praktijk al dat mensen die zijn verkracht door hun vader, een aanslag hebben meegemaakt of in een concentratiekamp hebben gezeten, daar vaak niet over kunnen praten. Je móét daarom wel een andere ingang dan de taal zien te vinden.

              Wat mij altijd weer diep raakt bij mijn patiënten, is dat ze hun lichaam nauwelijks voelen. Daardoor herkennen ze ook signalen als moeheid, pijn en blijheid niet. Al die emoties zijn lichaamsgebaseerde ervaringen. Dat verklaart waarom getraumatiseerde mensen vaak zo weinig betrokken overkomen: ze kúnnen zich niet echt levendig, betrokken of blij voelen.’

              Waarom is er zo veel controverse rond uw persoon geweest?
              Bessel van der Kolk: ‘We waren het eerste centrum ter wereld dat yoga toepaste bij een groep zeer chronische traumapatiënten die al jaren geen vooruitgang boekten. Hun symptomen verminderden met gemiddeld 30 procent. Ook neurofeedback onderzochten we bij zo’n resistente groep patiënten, en weer zagen we een afname van gemiddeld 30 procent van de klachten. Samen zingen, bewegen, ritmes aannemen, blijkt sommige patiënten ook te helpen. Maar mensen zijn bang voor nieuwe zaken. Als je komt met iets waaraan niemand nog gedacht heeft, ontmoet je scepsis.

              De eerste keus-traumabehandeling in de VS is nu cognitieve gedragstherapie – dat wordt het meest onderwezen. Maar in mijn kringen, die vrij groot zijn, doet niemand dat. PTSS-klachten nemen er gemiddeld met een derde mee af, ongeveer net zoveel als met een placebo. Dat is niet goed genoeg!

              EMDR doet het beter, maar dat vonden mensen in het begin maar raar. Daarbij wiebel je met je vingers, en respectabele mensen wiebelen niet met hun vingers. Nu werken we weer met psychedelische drugs: nog raarder! Maar een middel als MDMA leidt tot diepe lichamelijke ervaringen, waardoor mensen met PTSS eindelijk durven voelen wat ze altijd hebben tegengehouden. Onder veilige omstandigheden kunnen ze terug naar een gebeurtenis in het verleden om te ontdekken: ja het is gebeurd, maar het is nu weg. Trauma is niet wat er met je gebeurd is, maar wat er nog steeds met je gebeurt terwijl je een gevoel ervaart.’

              De vraag is dus vooral: wat werkt voor wie?
              ‘Precies. En dat is deels een kwestie van temperament van de cliënt; je moet samen zoeken naar de passendste behandeling. Gelukkig werk ik in een kliniek waar we het hele scala aan behandelingen bieden; daarom knappen bij ons gemiddeld meer mensen op.

              Op de universiteit krijgen behandelaars nog steeds vaak “formules” aangeleerd: dit werkt bij deze aandoening. Onze missie is dat therapeuten meerdere methodes kunnen gebruiken in hun werk. Zij moeten de patiënt helpen in het hier en nu te komen, en er is niet één “beste manier” om dat te bereiken.

              ‘Als je ooit iemand hoort beweren dat hij hét antwoord op trauma heeft, geloof hem dan vooral niet.’

              Bron: Psychologie Magazine >>

              #257318
              Luka
              Moderator

                Leven met 4 psychische stoornissen: Daniel (28) leert er nog steeds mee omgaan

                Een combinatie van 4 psychische stoornissen bestaande uit een depressie, OCD, sociale angst en een complex posttraumatisch stresssyndroom. Dat is wat werd gediagnosticeerd toen Daniel (28) in augustus aanklopte bij psychische hulpverleners. Inmiddels is hij begonnen aan zijn hersteltraject. “Het is een lange weg, ik zal geduld moeten hebben, maar ik geloof ook dat ik een goed leven kan hebben.”

                In deze serie over psychisch lijden willen we samen psychische klachten bespreekbaar maken en taboes over ‘gekkies’ doorbreken. Daniel (28) bijt de spits af.

                Was er een moment dat je dacht, er is iets met me aan de hand?
                “Het is lastig om een beginpunt aan te duiden,” vertelt Daniel. “Mijn hele leven had ik al een soort buitenstaandersgevoel. Ik voelde me volwassener dan vrienden en kon minder van het leven genieten.

                Inmiddels weet ik dat die gevoelens komen door mijn jeugd. Doordat mijn moeder kampte met depressie en OCD, kon ze me niet bieden wat ik nodig had om me emotioneel te ontwikkelen. Achteraf gezien leefde ik daardoor erg veel in eenzaamheid en angst. Die gevoelens droeg ik tot in de volwassenheid met me mee. Ook nu nog kan ik soms heel angstige gevoelens krijgen.

                Geen wonder dat ik op latere leeftijd te kampen kreeg met overspannenheid, een slechte concentratie en overmatige stress door kleine dingen. Toch nam ik de klachten niet serieus en ik wees mezelf de hele tijd af. “Kom op, doe niet zo raar”, zei ik tegen mezelf.”

                Wat voor impact had dit op jouw omgeving?
                “Ongeveer in die periode liep mijn vorige relatie stuk. Ik voelde wel dat die relatie niet goed in elkaar zat, want ik cijferde mezelf volledig weg voor haar en deed nooit iets voor mezelf. Dat was een patroon dat zich in al mijn relaties voordeed (ook in vriendschappen) maar bij liefdesrelaties kwam dat extra sterk naar voren.

                Tot ik mijn huidige vriendin leerde kennen. Zij wees me erop dat ik te veel voor haar deed en dat ze graag ook iets voor míj wilde doen. Voor mij was dat een heel nieuwe rol. Hoezo kookte en knuffelde ze mij zonder dat ik daar iets voor moest teruggeven? Ik kon dat niet accepteren. Ik raakte zo in de war dat ik mezelf kwijtgeraakte. Mijn vriendin maakte dat allemaal vanaf de zijlijn mee.”

                Hoe merkte je dat je jezelf kwijtraakte?
                “Ik kreeg bijvoorbeeld last van dissociatiemomenten. Dat zijn reacties op extreme stress of angst waarbij je lichaam in een soort nepslaap belandt. Je bent wel aanwezig maar er wordt niets opgeslagen.

                Zo gebeurde het eens dat ik ’s nachts 8 uur lang dissociaties had waarbij ik van persoonlijkheden wisselde en ging praten met een andere stem.

                Achteraf kan je je zulke dingen maar vaag herinneren.

                In het kort is mijn toestand toen volledig geëscaleerd, maar als ik er nu aan terugdenk, was dit iets wat zich jaren had opgebouwd.”

                Wat was het punt waarop je dacht, nu moet ik om hulp vragen?
                Toen ik last kreeg van deze dissociaties, ben ik gaan aankloppen bij een psycholoog om mijn verhaal te vertellen. Zij vertelde me dat mijn verhaal te heftig was om te kunnen verhelpen in de eerstelijnspsychologie. Daar schrok ik erg en dacht: hoezo dan?

                In de tweedelijnspsychologie belandde ik op een wachtlijst van 6 maanden. Dat heeft absoluut niet bijgedragen aan mijn herstelproces, want overal waar ik aanklopte, werd ik afgewezen. Ik heb in 3 maanden een stuk of 6 intakes gehad, maar overal hoorde ik hetzelfde:

                “jouw situatie is te complex, hier kan je niet terecht”.

                Wat was er zo complex aan jouw situatie dat je nergens terecht kon?
                “Mijn diagnose bestond uit een combinatie tussen een complex posttraumatisch stresssyndroom (omwille van de emotionele verwaarlozing tijdens mijn jeugd), sociale angststoornis, OCD en depressie. Die combinatie was te gecompliceerd voor specialistische zorg. Zo’n diagnose vereist zorg over de hele breedte en dat konden ze me bijna nergens bieden. Daardoor kreeg ik het idee dat ik me aanstelde en dat ik het allemaal verzon, hoe erg ik ook in gevecht was met mezelf.

                Ik ben toen in een zware depressie beland. Dat werd uiteindelijk zo’n crisissituatie waardoor ik ben terechtgekomen bij de crisishulpverlening. Daar werd ik meteen aangenomen. ”

                Hoe zag je behandeltraject er uiteindelijk uit?
                “Wat volgde was een traject bestaande uit therapie en medicatie. Tijdens de therapieën ontmoette ik voor het eerst anderen die gelijkaardige dingen hadden meegemaakt. Toen besefte ik pas: ik heb niet alles verzonnen, ik ben geen aansteller. Ik kon mezelf beter begrijpen en mijn depressie werd er een stuk minder door. Maar het was heel heftig en zwaar, zeker door mijn sociale angst die alles bemoeilijkte moeilijker maakte. ”

                Hoe zie je de toekomst voor je?
                “Door de therapie heb ik gemerkt dat de dingen in mijn jeugd zo heftig waren dat ze diepe sporen hebben nagelaten. Toch zie ik de toekomst positief, al is daar veel geduld voor nodig. Op sommige dagen is het nog steeds te veel gevraagd om de vaatwasser uit te laden. Het is een lange weg, maar ik geloof ook dat ik een goed leven kan hebben.

                Daarbij heb ik nog nooit zo dicht bij iemand gestaan als bij mijn huidige vriendin. Dat zal altijd zo blijven, want we hebben ons er samen doorheen geknokt. Ik heb nog nooit zo’n band met iemand gehad en dat zal ook nooit anders worden. Ik denk dat heel weinig relaties dit aan zouden kunnen want het is gewoon echt heel heftig.”

                Wat wil je dat mensen weten over psychisch lijden?
                “Ik zou graag willen dat er minder angst heerst rond dit onderwerp. Ik snap dat het eng is om te beginnen over zaken die wat vager en moeilijker zijn, maar bij iemand die worstelt met een psychische problematiek kan je haast geen wonden openhalen want pijn is voor deze mensen dagelijkse realiteit.

                Ik merk ook dat veel mensen geneigd zijn om een oplossing te verzinnen voor mijn problemen, maar niemand heeft een kant en klare oplossing, dus voel je daar ook niet verantwoordelijk voor. Door opmerkingen als “kom op, ff doorzetten, we gaan iets leuks doen” voel je je alleen nog maar minder begrepen en alleen.

                Het is gewoon heel fijn wanneer mensen interesse tonen in je verhaal. Niets voelt aangenamer dan mensen die me aandacht geven, die naar me luisteren, die erkennen dat het naar is en die me sterkte wensen. Ik hoop dat meer mensen dat gaan beseffen.”

                Bron: Bedrock >>

                #258965
                Mark
                Moderator

                   

                  Wie heeft er geen last van stress? Geen zorgen, een beetje stress is best gezond. Ons lichaam zit namelijk prachtig in elkaar. We hebben een bijzonder robuust stress-systeem dat wel een stootje kan hebben. Van een flinke adrenaline-rush herstel je dan ook tamelijk snel. Maar het wordt een ander verhaal als je last krijgt van langdurige stress. In plaats van dat je lichaam herstelt kan het blijven sudderen in de stresstoestand. Op lange termijn word je hierdoor kwetsbaarder voor ziektes, kwaaltjes en zelfs psychische stoornissen. Psychiater Christiaan Vinkers (Amsterdam UMC) ziet dit steeds vaker en wil dan ook graag het stress-systeem resetten.

                  ► Wil je meer weten over de RESET-studie waar Christiaan over vertelt? Check dan deze website: http://www.jeugdtraumadepressie.nl

                  #261283
                  Mark
                  Moderator
                    #267246
                    LSG
                    Beheer
                    Topic starter

                       

                      Nederlandse vertaling

                      00:06
                      Velen onder ons ervaren wel eens een trauma in hun leven. Soms komen we ervan af zonder langetermijneffecten. Maar bij miljoenen mensen blijven deze ervaringen hangen en veroorzaken symptomen zoals flashbacks, nachtmerries en negatieve gedachten die het dagelijks leven beïnvloeden. Dit fenomeen, post-traumatisch stresssyndroom genoemd, of PTSS, is geen persoonlijk falen; het is eerder een behandelbare stoornis van bepaalde biologische mechanismen die het ons mogelijk maken om te gaan met gevaarlijke ervaringen.

                      00:39
                      Om PTSS te begrijpen, moeten we eerst begrijpen hoe de hersenen allerlei beproevingen verwerken, zoals de dood van een geliefde, huiselijk geweld, verwondingen of ziekte, misbruik, verkrachting, oorlog, auto-ongevallen en natuurrampen. Deze gebeurtenissen kunnen gevoelens oproepen van gevaar en hulpeloosheid die het alarmsysteem in onze hersenen activeren dat bekend staat als de ‘vecht-vlucht-bevries’-reactie. Als dit alarm afgaat, gaan de hypothalamus, hypofyse en bijniersystemen, bekend als de HPA-as, samenwerken om signalen te versturen naar het parashympathische zenuwstelsel. Dat is een netwerk dat communiceert met de bijnieren en de interne organen om lichaamsfuncties te regelen zoals hartritme, spijsvertering en ademhaling. Deze signalen starten een chemische ‘waterval’ op die het lichaam overstroomt met verschillende stresshormonen die fysiologische veranderingen opwekken die het lichaam voorbereiden om zichzelf te verdedigen. Ons hart gaat sneller kloppen, we ademen sneller, onze spieren spannen zich op.

                      01:39
                      Zelfs wanneer de crisis voorbij is, kunnen verhoogde stresshormonenniveaus nog dagenlang aanhouden, wat zich uit in zich onrustig voelen, nachtmerries en andere symptomen. Bij de meeste mensen verdwijnt dit na enkele dagen tot maximum twee weken wanneer hun hormoonspiegels zich stabiliseren. Maar een klein percentage van degenen die een trauma ervaren, hebben aanhoudende problemen – die soms tijdelijk verdwijnen, om dan na enkele maanden terug boven te komen. We begrijpen niet helemaal wat er in de hersenen gebeurt, maar één theorie is dat het stresshormoon cortisol de ‘vecht-vlucht-bevries’-reactie constant activeert terwijl het de hersenwerking vermindert, wat tot enkele negatieve symptomen leidt. Deze symptomen kun je vaak in vier categorieën verdelen: ingrijpende gedachten, zoals dromen en flashbacks, herinneringen aan het trauma vermijden, negatieve gedachten en gevoelens, zoals angst, boosheid en schuldgevoel, en ‘reactieve’ symptomen zoals snel geïrriteerd zijn en moeite om te slapen. Niet iedereen heeft al deze symptomen, of ervaart ze even vaak of met dezelfde intensiteit. Als problemen langer dan een maand duren, wordt er vaak PTSS vastgesteld. Genetica, constante, overweldigende stress en heel wat risicofactoren zoals reeds bestaande mentale aandoeningen of gebrek aan emotionele steun, bepalen waarschijnlijk mede of iemand PTSS zal ontwikkelen. Maar de onderliggende oorzaak is nog steeds een medisch mysterie.

                      03:04
                      Wat het omgaan met PTSS ook lastig maakt, is de vatbaarheid voor triggers, fysieke en emotionele stimuli die de hersenen associëren met het oorspronkelijke trauma. Dit kunnen alledaagse belevingen zijn die van nature uit niet gevaarlijk zijn maar toch de aanzet geven naar fysieke en emotionele reacties. Bijvoorbeeld: de geur van een kampvuur kan een herinnering oproepen waarbij je ingesloten zit in een brandend huis. Bij iemand met PTSS activeert deze herinnering dezelfde neurochemische ‘waterval’ als bij het oorspronkelijke voorval. Het roept dezelfde gevoelens terug op van paniek en hulpeloosheid alsof ze het trauma volledig opnieuw beleven.

                      03:43
                      Deze triggers proberen te ontwijken, die soms onvoorspelbaar zijn, kan leiden tot isolatie. Het zorgt dat mensen zich ongewaardeerd voelen, genegeerd of misbegrepen, alsof er op een pauzeknop in hun leven gedrukt werd terwijl de rest van de wereld verdergaat.

                      03:59
                      Maar, je hebt bepaalde keuzes. Als je denkt dat je PTSS hebt, is de eerste stap om een evaluatie te vragen aan een specialist die je kan begeleiden naar verschillende mogelijke hulpmiddelen. Psychotherapie kan erg effectief zijn bij PTSS, omdat het de patiënten helpt de triggers beter te begrijpen. Ook bepaalde medicijnen kunnen symptomen draaglijker maken, net zoals zelfhulpoefeningen, zoals mindfulness en regelmatig bewegen.

                      04:25
                      Wat moet je doen als je tekenen van PTSS opmerkt bij een vriend of familielid? Sociale steun, aanvaarding en empathie zijn de sleutels tot hulp en herstel. Laat ze weten dat je gelooft wat ze vertellen over wat ze ervaren en dat je ze hun reacties niet kwalijk neemt. Als ze ervoor openstaan, moedig hen dan aan om een diagnose en een behandeling te zoeken.

                      04:43
                      PTSS werd vroeger ‘de verborgen wonde’ genoemd, omdat het tot uiting komt zonder zichtbare fysieke kenmerken. Maar al kunnen we de ziekte niet zien, we kunnen er wel gewoon over praten.

                      Bron: ted.com

                      #267930
                      Luka
                      Moderator

                        Trillen en trauma

                        Wanneer een traumatische ervaring tot een shockreactie heeft geleid is het een supergoed teken als we gaan trillen. Als de verstarring van de shock loskomt, is trillen een normale reactie van het lichaam. De angst komt los. Onderbreek bij je zelf of een ander nooit een proces van trillen, ook niet als het er heftig uitziet. Trillen kan heel subtiel optreden of soms heel wild.
                        Het wel/niet trillen na shock bepaalt vaak of shock leidt tot PTSS of niet. Door het trillen vloeit de spanning weg. Als dit onderbroken wordt of wordt weggedrukt, blijft de verstarring zitten, met alle nare gevolgen van dien.

                        Bron: Therapiepsycholoog >>

                      10 berichten aan het bekijken - 31 tot 40 (van in totaal 42)
                      • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
                      gasten online: 21 ▪︎ leden online: 1
                      Lieza
                      FORUM STATISTIEKEN
                      topics: 3.767, reacties: 21.159, leden: 2.812