Lichamelijke klachten door seksueel geweld

  • Dit onderwerp bevat 37 reacties, 3 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 21/08/2023 om 21:10 door Luka.
8 berichten aan het bekijken - 31 tot 38 (van in totaal 38)
  • Auteur
    Reacties
  • #271164
    Luka
    Moderator

      Kinder- en jeugdtrauma’s verhogen risico op MS, blijkt uit grootschalig onderzoek

      Kinder- en jeugdtrauma’s zouden het risico op multiple sclerose (MS), een invaliderende auto-immuunziekte die wereldwijd miljoenen mensen treft, kunnen verhogen. Dat blijkt uit een nieuwe studie uit Noorwegen. “Misbruik, verwaarlozing en disfunctioneren van het huishouden zijn extreme vormen van stress, een van de grootste oorzaken van MS”, leggen de onderzoekers uit.

      Uit onderzoek bleek eerder al dat chronische stress in verband kan worden gebracht met een slechte geestelijke en lichamelijke gezondheid. Stressvolle levensgebeurtenissen kunnen dan weer opflakkeringen uitlokken bij MS-patiënten. Bij de auto-immuunziekte valt het immuunsysteem van het lichaam ten onrechte zenuwcellen aan en vernietigt de beschermende myelinelaag die hen omringt, wat kan leiden tot chronische pijn, spierkrampen, gevoelloosheid en zelfs verlies van gezichtsvermogen.

      Een studie van bijna 78.000 Noorse vrouwen heeft nu ontdekt dat jeugdtrauma’s, in het bijzonder blootstelling aan emotioneel, seksueel en fysiek misbruik tijdens de kindertijd, het risico op MS kunnen verhogen. “Misbruik, verwaarlozing en disfunctioneren van het huishouden zorgen allemaal voor extreme vormen van stress. Een van de oorzaken van MS”, legt een team van medische onderzoekers, geleid door Karine Eid van het Haukeland University Hospital in Noorwegen, uit in een nieuw artikel dat werd gepubliceerd in het Journal of Neurology Neurosurgery & Psychiatry.

      Verband aandoeningen en jeugdtrauma’s
      Uit een baanbrekend onderzoek uit 2009 van de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC) bleek al dat hoe meer misbruik mensen als kind hadden meegemaakt, hoe groter de kans was dat ze tientallen jaren later in het ziekenhuis zouden belanden voor een van de 21 auto-immuunziekten.

      Om de verbanden tussen de aandoening en jeugdtrauma’s te onderzoeken, kruisten de onderzoekers gegevens van een landelijke Noorse studie die zwangere vrouwen volgde van 1999 tot 2018 met ziekenhuisregisters en een nationaal register van MS-diagnoses in Noorwegen. Vrouwen die blootgesteld waren aan emotioneel en seksueel misbruik vóór de leeftijd van 18 jaar hadden een verhoogd risico op het ontwikkelen van MS in het latere leven, zo bleek uit de analyse. Van de 300 vrouwen in de studie die MS ontwikkelden, meldde bijna één op de vier een geschiedenis van misbruik in de kindertijd toen ze werden gerekruteerd voor de studie.

      Het verband tussen trauma en MS was het meest uitgesproken bij vrouwen die seksueel misbruik hadden meegemaakt (65 procent verhoogd risico op het ontwikkelen van MS), en bij degenen die aan meer dan één soort trauma waren blootgesteld (tussen 66 en 93 procent verhoogd risico).

      Raadselachtige ziekte
      Een manier om de gegevens te interpreteren is dat jeugdtrauma’s en latere stress het risico op MS kunnen vergroten bij mensen met een onderliggende vatbaarheid voor de aandoening, hetzij genetisch bepaald, hetzij door levensstijlfactoren. Onderzoekers denken dat trauma de stressrespons van het lichaam kan overprikkelen of het immuunsysteem kan verstoren, waardoor het lichaam in een verhoogde staat van chronische stress en ontsteking terechtkomt die tot ziekte leidt. Gezien het verband tussen jeugdtrauma’s en chronische gezondheidsproblemen zoals hartaandoeningen, diabetes, depressie en zwaarlijvigheid – waarbij ook ontstekingen een rol spelen – is dit zeker aannemelijk.

      Maar het ontwarren van het effect van trauma en stress bij MS wordt bemoeilijkt door het feit dat er veel mogelijke oorzaken voor de raadselachtige ziekte zijn, bijvoorbeeld een gebrek aan zonlicht of te veel luchtvervuiling. Wel suggereren de onderzoekers dat onze kinder- en jeugdjaren een belangrijke periode kunnen zijn, ongeacht de risicofactoren die een rol spelen. “Een beter begrip van de risicofactoren en de timing van blootstelling aan risico’s kan deuren openen voor preventie en meer inzicht geven in de ziektemechanismen”, zegt Eid.

      Delicate nuances
      Natuurlijk is het belangrijk op te merken dat observationele studies zoals deze geen oorzaken kunnen vaststellen, maar alleen kunnen wijzen op associaties tussen vroege levensomstandigheden en ziekte. Toch zou een groter bewustzijn bij medisch personeel van de rimpeleffecten van jeugdtrauma’s een wereld van verschil kunnen maken in het leven van mensen.

      De onderzoekers stellen dat er heel wat delicate nuances in het spel zijn, maar zeggen dat gezien de groeiende wereldwijde last van MS en de levenslange gevolgen van jeugdtrauma’s, de bevindingen van de studie zeker verder onderzoek naar de verbanden tussen de twee rechtvaardigen.

      Bron: HLN.be >>

      #271561
      Luka
      Moderator

        Stress
        Iedereen ervaart weleens stress, maar wat als het langer aanhoudt, hevig is of je stressklachten ervaart? Ernstige stressklachten kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van een burn-out, depressie of angststoornis. Dat wil je voorkomen.

        Wat is stress?
        Stress betekent dat de draaglast groter is dan de draagkracht. Je hebt het gevoel dat je niet aan de eisen kunt voldoen die aan jou gesteld worden en voelt hierdoor spanning en druk. Een bepaalde mate van stress is nodig om goed te kunnen functioneren. Stress zorgt er namelijk voor dat jouw lichaam in beweging komt. Dat je hart sneller gaat kloppen en je ademhaling versnelt, zodat er zuurstof binnen komt. Maar het versterkt ook je focus en zet je lichaam (en geest) ‘op scherp’. Het zorgt er dus voor dat je dingen kunt doen, maar het moet niet te heftig zijn of te lang aanhouden. Dan wordt ook wel ongezonde stress genoemd.

        Situaties waarin je een beetje/’gezonde’ stress kunt ervaren zijn als je bijvoorbeeld nog bergen werk te verzetten hebt en de deadline steeds dichterbij komt. Of je ervaart vakantiestress omdat je morgen naar de zon vertrekt en de koffers nog niet zijn ingepakt. Of als er over een uur visite op de stoep staat en je moet nog beginnen met het huis opruimen. Maar er zijn een hele hoop situaties te bedenken waarin je ‘ongezonde’ stress kunt ervaren, zoals bij aanhoudende druk vanuit werk of school, stress bij financiële problemen of het overlijden van een naaste.

        Acute en chronische stress
        Stress kun je onderscheiden tussen acute en chronische stress. Ook wel gezonde of ongezonde stress. Het is normaal om in bepaalde situaties spanning te krijgen, zoals bij een belangrijke presentatie of bij een (rij)examen. Dat noemen we ook wel acute stress en dit zorgt ervoor dat je ‘op scherp staat’. Acute stress zorgt ervoor dat je zo goed mogelijk functioneert in een noodsituatie, zoals bij gevaar of een intense inspanning. Je bloeddruk en hartslag stijgt, je ademhaling versnelt en je lichaam maakt adrenaline aan. Als het ‘gevaar’ voorbij is, of je hebt de taak voltooid komt je lichaam weer tot rust en moet je herstellen. Na de situatie herstelt de balans tussen de draagkracht en draaglast weer. Deze ontspanning zorgt ervoor dat de gevolgen van stress wegzakken, waardoor je een nieuwe situatie weer goed aankunt.

        Maar er zijn ook situaties waarin je langdurig onder stress staat, zoals bij stress door je relatie of een scheiding, trauma, verlies, een hoge werkdruk of studiestress. Als je continu het gevoel hebt dat je onder spanning staat, of moet ‘vechten’ of ‘vluchten’ spreken we van chronische stress. Ook als je niet uit een stresstoestand raakt als het gevaar voorbij is dreigt chronische stress. Als dit het geval is, dan is er geen balans tussen inspanning en ontspanning en herstelt je lichaam niet. Dit is ongezonde stress.

        Als je continu het gevoel hebt dat je onder spanning staat, of moet ‘vechten’ of ‘vluchten’ spreken we van chronische stress. Ook als je niet uit een stresstoestand raakt als het gevaar voorbij is dreigt chronische stress.

        Chronische stress heeft een negatieve invloed op hoe jij je voelt. Je spieren spannen zich constant aan, je bent vermoeid, kunt je moeilijk concentreren of heb last van veel (spannings)hoofdpijn. Door chronische stress verhoog je de kans op overprikkeling, hartritmestoornissen en andere psychische klachten zoals een burn-out, angststoornis en depressie.

        Stress symptomen
        De meest voorkomende symptomen bij (chronische) stress zijn:

        • versnelde hartslag en/of ademhaling
        • veranderde/weinig eetlust
        • vermoeidheid
        • duizelingen
        • hoofdpijn

        De symptomen die je ervaart bij stress noemen we stressreacties. De één ervaart bepaalde symptomen meer dan de ander. Het is belangrijk dat je de signalen van stress herkent, maar wat zijn stress symptomen en welke komen vaak voor?

        Stress symptomen op 4 niveaus

        1. Lichamelijke stress symptomen

        Stress veroorzaakt lichamelijke reacties. Lichamelijke klachten die bijvoorbeeld regelmatig voorkomen bij stress zijn:

        • hoofdpijn
        • misselijkheid
        • maagklachten
        • aangespannen spieren in bijvoorbeeld je nek, kaken of schouders
        • duizelingen
        • overmatig zweten
        • versnelde hartslag en/of ademhaling
        • trillen
        • verhoogde bloeddruk
        • (chronische) hyperventilatie
        • huidaandoeningen
        • slaapproblemen
        • vermoeidheid

        Door chronische stress raak je uitgeput waardoor jij je vermoeid kan voelen. Voldoende slapen is dus belangrijk, maar dit is lastig als je door stress slaapproblemen hebt. Ontdek hier hoe jij van je slaapproblemen afkomt.

        2. Emotionele- en cognitieve stress symptomen

        Onder invloed van stress komen bepaalde emoties meer voor, zoals frustratie, boosheid, prikkelbaarheid en angst. Dit komt door de stress hormonen die vrijkomen bij stress. Deze hormonen hebben een remmende werking op bepaalde gebieden in de hersenen. Angst is een natuurlijke stressreactie, maar chronische stress zorgt er ook voor dat jij je misschien constant angstig voelt, zonder dat daar een directe reden voor is.

        Ook worden mentale processen, waaronder de informatieverwerking en emotieregulatie, verstoord door stress. Op cognitief gebied kun je hierdoor deze klachten herkennen:

        • obsessieve gedachten
        • geheugenproblemen
        • concentratieproblemen
        • piekeren

        3. Stress symptomen in gedrag

        Je kan ook stress symptomen op gedragsniveau ervaren. Op gedragsniveau komen onder andere de volgende stressreacties voor:

        • vermijding
        • agressie
        • te veel/te weinig eten
        • overmatig actief zijn
        • te veel tegelijk doen
        • meer roken
        • meer alcohol of koffie drinken
        • chaotisch zijn en het overzicht verliezen

        Bij het gebruik maken van verslavende middelen maakt je lichaam steeds dopamine aan wat voor een genotsgevoel zorgt en je de stress even niet voelt. Het is daarom verleidelijk om (meer) te roken of om te vluchten in alcohol of drugs en zo kun je een verslaving of andere problemen ontwikkelen. Fysiek gezien werkt dit eigenlijk alleen maar averechts en zorgt het voor meer stress.

        4. Stress symptomen in sociale omgeving

        Als je stress ervaart kun je dit ook merken in de interactie met je omgeving. Stress kan bijvoorbeeld leiden tot verminderde belangstelling voor de omgeving en conflicten thuis of op werk. Dit komt doordat je prikkelbaarder bent en meer negatieve gedachten en emoties ervaart.

        Wat zijn de oorzaken van stress?
        Er zijn verschillende oorzaken van stress. De meest voorkomende oorzaken zijn ziekte of overlijden van een naaste en hoge werkdruk. Oorzaken van stress, oftewel stressoren. Deze verdelen we onder in twee verschillende categorieën: psychologische stressoren en fysiologische stressoren.

        Psychologische en fysiologische oorzaken stress
        Psychologische stressoren zijn situaties, opmerkingen, personen of gebeurtenissen die je negatief of bedreigend opvat. Waarbij je het idee hebt dat de omgeving meer van je vraagt dan je daadwerkelijk aan kunt. Voorbeelden hiervan zijn: scheiding, deadlines op werk, studiedruk. Fysiologische stressoren zijn vooral belastend voor je lichaam. Voorbeelden hiervan zijn: pijn, ziekte en verwondingen.

        Hierdoor kun je terecht komen in een vicieuze cirkel. Doordat de stress je immuunsysteem aantast, kun je letterlijk ziek worden. Hierdoor kun je bijvoorbeeld last krijgen van maagpijn of hoofdpijn. Deze klachten zorgen dat weer voor meer stress en zo versterkt het elkaar steeds.

        Voorbeelden van oorzaken stress
        Stress kent veel verschillende oorzaken. Misschien herken jij je in één van deze voorbeelden.

        Werkstress
        1 op de 7 werknemers ervaart werkstress. Zij ervaren stress in hun werksituatie en vaak door een hoge werkdruk. Als jij je hierin herkent is de kans groot dat jouw werkdruk ook te hoog is en een te grote belasting voor je is. Vaak functioneer jij hierdoor slechter op werk en ook dat kan weer voor stress zorgen. Je gaat achter de feiten aanlopen. Neem werkstress altijd serieus want het kan een teken zijn dat je te veel hooi op je vork neemt en uiteindelijk leiden tot verzuim of ziekte.

        Studiestress
        Ook studenten hebben steeds vaker last van stress. Steeds meer studenten kampen met een burn-out doordat ze veel druk ervaren tijdens hun studententijd. Wil je weten wat je als student kan doen om stress te verminderen? Lees tips in onze blogs ‘Eerste hulp bij stress’ en ‘4 tips tegen studiestress’.

        Stress na overlijden van een dierbare
        Het verliezen van een dierbare is een ontzettend zwaar rouwproces wat samengaat met een hoop emoties. Dit proces vraagt ontzettend veel van je en zorgt vaak ook voor veel stress. Daarnaast kun je na het overlijden van een dierbare ook slechter slapen, kun je je moeilijker concentreren en gaan dingen soms simpelweg langs je heen. Ook dat kan weer zorgen voor de mogelijke frustraties en stress.

        Stress bij (chronische) lichamelijke ziekte
        Als je te maken krijgt met een (chronische) ziekte, kan dit een hoop onzekerheid met zich meebrengen. Je weet namelijk niet altijd meteen wat er gaat gebeuren en hoe de ziekte zich zal ontwikkelen. Ook dat kan voor mensen erg stressvol zijn.

        Stress door relatie
        Een goed relatie gaat niet vanzelf. Daar moet je iets voor doen. En de ene periode gaat dat heel makkelijk en weer andere periode is weer het keihard werken. Relatieproblemen kunnen dus zeker ook stress opleveren.

        Stress bij financiële problemen
        Geldproblemen kunnen ontzettend veel stress opleveren. Je ligt misschien wel nachten wakker, ervaart angst of het heeft invloed op je zelfvertrouwen of sociale kring. Daardoor kan het hebben van schulden zelfs de oorzaak zijn van psychische klachten. Helemaal als je (nog) niet weet hoe je uit de financiële problemen gaat komen.

        Gevoeligheid voor stress
        Iedereen ervaart stress anders. Misschien ervaar jij al snel (te veel) stress, of heb jij er juist minder snel last van. De manier waarop je stress ervaart is van een aantal factoren afhankelijk:

        Karaktereigenschappen
        Als je positief bent ingesteld ben je vaak minder gevoelig voor stress dan wanneer je pessimistisch bent ingesteld. Daarentegen maken eigenschappen als hoogsensitiviteit, moeite met grenzen aangeven, loyaliteit, laag zelfbeeld, faalangst en ambitie je juist gevoeliger voor stress.

        Andere eigenschappen die een risico vormen voor stress zijn bijvoorbeeld perfectionisme, prestatiegerichtheid, competitiedruk, slecht in plannen en een groot verantwoordelijkheidsgevoel.

        Je omgeving
        Als je in je jeugd (de eerste vier levensjaren) wordt blootgesteld aan hevige stress, maakt dit je gevoeliger voor stressoren later in je leven. Dit kunnen bijvoorbeeld traumatische ervaringen en een instabiele omgeving zijn.

        Als je juist een goed sociaal leven hebt, en bijvoorbeeld na een lange dag tijdens een gesprek met je partner alles kan ventileren, verlaagt dit de kans op stress. Sociale steun blijkt namelijk een goede ‘buffer’ te zijn.

        Genetisch
        Een moeder met een hoge stressgevoeligheid kan dit in de eerste acht weken van de zwangerschap al overdragen op haar kind. Haar eigen hoge cortisolspiegels (een stresshormoon) kunnen ervoor zorgen dat ze het kindje een levenslange bovengemiddelde stressgevoeligheid van het brein meegeeft. Hierdoor kan dat breintje eenmaal buiten de buik al bij milde stressoren flink reageren (ook in de volwassenheid).

        Mate van controle
        De mate van behoefte aan controle is ook mede bepalend voor wanneer je stress ervaart. Als je graag de touwtjes in handen houdt, bevind je jezelf in een situatie die gebaseerd is op angst. Je bent bang om zaken los te laten en voor het onbekende. Doordat je hiermee probeert dingen uit te weg te gaan, kan dit zorgen voor extra stress.

        Wat zijn de gevolgen van stress?
        Langdurige stress kan samengaan met of uitmonden in een burn-out, een depressie of angststoornis. Als je continue verhoogde stress ervaart en de balans tussen inspanning en ontspanning verstoord raakt heeft dat gevolgen.

        Psychische gevolgen van stress
        Door chronische stress kan je brein ontregeld raken, wat invloed heeft op je rationele en emotionele systeem. Verschillende hersengebieden werken door langdurige stress niet zoals normaal of kunnen zelfs beschadigd raken.

        Stress kan uitmonden in een burn-out, maar ook een rol spelen bij het ontwikkelen van stemmingsstoornissen (zoals depressie), en angststoornissen. Ook kan stress een trigger zijn die tot psychotische klachten leidt.

        Lichamelijke gevolgen van stress
        Door de verminderde aanmaak van witte bloedcellen in jouw lichaam, is een verzwakt afweersysteem één van de gevolgen zijn van chronische stress. Als er minder witte bloedcellen in jouw lichaam aanwezig zijn kan jouw lichaam zich minder goed verdedigen tegen ‘indringers’ (bacteriën, parasieten en virussen). Hierdoor heb je meer kans op bijvoorbeeld griep en verkoudheid.

        Ook het stresshormoon cortisol onderdrukt het immuunsysteem en dat kan het afweersysteem verzwakken. Want in een ‘noodsituatie’ is overleven belangrijker dan jouw (lange termijn) gezondheid.

        Bij chronische stress blijft je afweersysteem kwetsbaar en dit maakt je gevoeliger voor verschillende ziektes. Zo wordt onder andere gezegd dat cortisol hierdoor een rol speelt bij het ontwikkelen van Diabetes 2, hart- en vaatziekten, spijsverteringsklachten en kanker. Ook zijn er tekenen dat het invloed heeft op ziektes als Alzheimer.

        De invloed van chronische stress op jouw hersenen
        Chronische stress heeft een negatieve invloed op het functioneren van jouw brein. Verschillende hersengebieden kunnen door chronische stress beschadigd raken.

        Dit kan bijvoorbeeld leiden tot geheugenproblemen, het ontwikkelen van een depressie of angststoornis, of een stroom van negatieve emoties en/of gedachten. Ook blijft bij een slecht functionerende hippocampus jouw lichaam cortisol aanmaken. En dit kan de hippocampus weer beschadigen. Dat zorgt voor een vicieuze cirkel.

        Stress tijdens zwangerschap
        Als je veel stress ervaart tijdens je zwangerschap kan dit nadelige gevolgen hebben voor jou en jouw kindje. Zo is er een relatie gevonden tussen vroeggeboorte en stress. Daarnaast kan een verhoogd cortisolgehalte tijdens je zwangerschap het stressmechanisme van jouw kindje ontregelen en een rol spelen bij het ontwikkelen van verschillende gedragsproblemen. Maar ook kan stress tijdens je zwangerschap zich ontwikkelen tot een postnatale depressie.

        Manieren om stress te verminderen
        In onze samenleving worden we constant geprikkeld en staan we vaak onder veel druk. Al hebben we dit niet altijd door. Totdat de stressklachten de overhand (dreigen te) nemen en je een duidelijk signaal geven dat het tijd is om de dingen anders aan te pakken. En dat is belangrijk. Zo zorg je er namelijk voor dat de stress niet leidt tot andere psychische klachten, zoals een burn-out of depressie.

        Maar kun je ook een fijnere relatie opbouwen met stress? Jazeker! Daar zijn gelukkig genoeg manieren voor. Op onze stress verminderen pagina geven we je tips tegen stress en lees je alles over stress verminderen.

        Ontspannen bij stress
        Als je onder (langdurige) stress staat, is ontspanning ontzettend belangrijk. Daarmee breng je je systeem weer in balans en krijg je lichaam de kans om te herstellen. De kans bestaat dat het je niet meteen lukt te ontspannen. Laat je daar niet door uit het veld slaan, maar blijf momenten van ontspanning creëren in je dagelijks leven. Het wordt steeds gemakkelijker! Denk aan:

        • wandelen in de natuur
        • de tijd ergens voor nemen, zoals koken, een boek lezen of luisteren, muziek luisteren, puzzelen of een andere hobby waar je jezelf nooit de tijd voor gunde
        • yoga, mindfulness, mediteren of ademhalingsoefeningen.
        • van je afschrijven in een (dag)boekje kan ontzettend veel ruimte geven, maar ook het opschrijven wat jou energie geeft en dat vervolgens gaan doen helpt bij het verminderen van stress
        • een leuke dingen lijst maken met alle dingen (groot en klein) die je positieve energie opleveren. Zo heb je altijd iets om uit te kiezen.

        Bron: Psyned >>

        #273837
        Luka
        Moderator

          Duidelijke conclusie helpt patiënt met conversie
          Betere prognose na adequate diagnostiek en uitleg door neuroloog

          Een conversiestoornis hangt – volgens de ­laatste inzichten – lang niet altijd samen met psychische factoren. Een heldere diagnose door de neuroloog en een goede uitleg aan de patiënt over deze aandoening kan een lange weg door de gezondheidszorg voorkomen.

          Een conversiestoornis hangt – volgens de ­laatste inzichten – lang niet altijd samen met psychische factoren. Een heldere diagnose door de neuroloog en een goede uitleg aan de patiënt over deze aandoening kan een lange weg door de gezondheidszorg voorkomen.

          Lange tijd associeerden artsen verlammingsverschijnselen, tremoren, gevoelsstoornissen en op epilepsie lijkende aanvallen in het kader van conversie met een psychische achtergrond, een ingrijpende gebeurtenis of traumatiserende ervaringen. Zo was een conversiestoornis ook gedefinieerd tot en met de DSM-IV. Maar sinds de DSM-5 is de vereiste veronderstelde samenhang met psychische factoren komen te vervallen.1 Uit onderzoek is namelijk gebleken dat van een dergelijke achtergrond lang niet altijd sprake is. In de DSM-5 kan een conversiestoornis (of func­tioneel-neurologisch-symptoomstoornis) gespecificeerd ­worden: met of zonder psychische stressor. Nu is de DSM een classificatiesysteem, maar het laten vallen van de samenhang met psychische factoren heeft gevolgen voor de diagnose. Waar het op neerkomt is dat patiënten met conversie onderscheiden moeten worden van (andere) neurologische aandoeningen, wat bij uitstek tot het vakgebied van de neurologen behoort. In het leerboek neurologie heet conversie nu functionele neuro­logische stoornis.2

          Positieve conclusie
          De huisarts zal de meeste patiënten met vermoedelijke conversieverschijnselen naar de neuroloog verwijzen. Wat daar in de spreekkamer gebeurt, blijkt van zeer groot belang voor de prognose. Is de conclusie: ‘Ik kan op mijn terrein geen afwijkingen vinden, u hebt geen neurologische aandoening, het moet iets ­psychisch zijn of met stress samenhangen’, dan kan dat het begin zijn van een lange weg in de gezondheidszorg met een slechte uitkomst. Patiënten zijn gebaat bij een duidelijke, positieve conclusie van de neuroloog: ‘U hebt een functionele neurologische stoornis, bij dit ziektebeeld gaat er iets mis met de signalen van de hersenen naar delen van het lichaam. Er is geen schade aan de zenuwen.’ Begin liever niet met te zeggen wat de patiënt niet ‘heeft’. Vertel net als bij andere patiënten wat de diagnose is, gevolgd door een korte uitleg. Dat kan met gebruik van metaforen, bijvoorbeeld: de ‘hardware’ is intact, de ‘software’ werkt niet goed.

          Het is van belang aan te sluiten bij wat de patiënt zelf denkt over wat er aan de hand is en te letten op verwijzingen daarnaar, zoals: ‘Ik kreeg een raar gevoel in mijn arm dat leek op wat mijn nichtje ook had en zij heeft MS.’ Dan uitleggen waarom de diagnose wel een functionele stoornis is en niet MS. Pak ook signalen op als de patiënt een verband oppert met psychische stress of ingrijpende gebeurtenissen: die kunnen zeker een rol spelen. Benadruk dat de prognose meestal gunstig is: ‘Het gaat vaak vanzelf snel weer over, of anders met de hulp van een fysiotherapeut en soms met de hulp van een psycholoog.’ Aansluitend het adres van een goede website meegeven, waarderen patiënten zeer (stichtingfns.nl en voor op epilepsie lijkende aanvallen de brochure PNEA op sein.nl).

          Een adequate inzet van de neuroloog is cruciaal bij de aanpak van conversie

          Diagnose
          Dit is de aanpak volgens de hedendaagse neurologische inzichten: de neuroloog stelt de diagnose functionele neurologische stoornis of conversie aan de hand van positieve criteria die de diagnose ondersteunen, zoals toename van kracht bij aanspannen van een contralaterale niet-aangedane antagonist, niet kunnen lopen, wel kunnen zwemmen, niet op commando kunnen bewegen, wel een spontane beweging kunnen uitvoeren, vermindering van de tremor bij nadoen tremor aan contralaterale niet-aangedane zijde en verdeling van sensorische stoornis die past bij een functionele stoornis. In sommige gevallen zal aanvullend onderzoek nodig zijn zoals hersenscan of eeg.3

          Ook de Zorgstandaard Conversiestoornis voor de ggz benadrukt het belang van een snelle diagnose door de neuroloog op basis van positieve aanwijzingen voor dit ziektebeeld.4 Op de website van de stichting Functionele Neurologische Stoornis (FNS) staat een informatiefilmpje over deze diagnostiek.5

          Helaas hebben nog niet alle neurologen dit in de vingers, of ze houden conversiepatiënten liever af en sturen patiënten zonder diagnose terug naar de huisarts, of ze suggereren een psychiater of psycholoog. Dit zal bij de patiënt veelal leiden tot onbegrip of zich in de steek gelaten voelen, persisteren van de klachten, veel lijden en secundaire psychische klachten en psychosociale problemen. Áls een verwijzing naar een psycholoog of psychiater al tot stand komt, zal de diagnose conversiestoornis op een gegeven moment wel aan de orde komen, maar het momentum voor een adequate aanpak met een gunstige uitkomst is gemist. Onderzoek laat consequent zien dat een lange duur tussen het begin van de klachten en het stellen van de diagnose functionele neurologische stoornis geassocieerd is met een slechte prognose.6 Dit betekent dat een adequate inzet van de neuroloog cruciaal is bij de aanpak van conversie.

          Uitleg alleen kan al voldoende zijn. Als dat niet het geval is, is verwijzing door de neuroloog of de huisarts naar een fysiotherapeut zinvol, of als dat meer passend lijkt en de patiënt dat ook wil een psycholoog. Een psychiater komt vooral in aanmerking bij (veronderstelde) comorbiditeit (depressie, angststoornis, PTSS, persoonlijkheidsproblematiek).

          Huisartsen
          Het is uiteraard van belang dat ook huisartsen op de hoogte zijn van een adequate diagnostiek en de behandelmogelijkheden van een functionele neurologische stoornis en dat zij de diagnose kunnen toelichten met metaforen: bijvoorbeeld de piano is ontstemd, maar de toetsen en snaren zijn intact. De informatie over conversiestoornis op thuisarts.nl is adequaat, alleen de zinsnede dat het een psychische aandoening is, is verouderd. Gebruik ­daarom liever stichtingfns.nl voor de uitleg aan patiënten. Een anamnese volgens het Scegs-model, waarbij gevraagd wordt naar somatische, cognitieve, emotionele, gedragsmatige en sociale aspecten van de klachten, kan helpen als de klachten niet snel ­verdwijnen.

          Op stichtingfns.nl zijn fysio- en oefentherapeuten te vinden die opgeleid zijn om patiënten met een functionele neurologische stoornis te behandelen. Dit is van belang omdat lang niet alle fysiotherapeuten bij deze aandoening iets te bieden hebben.

          Voor patiënten die een psychologische of psychiatrische behandeling nodig hebben, is eveneens een probleem dat lang niet alle psychologen en psychiaters ervaring hebben met deze problematiek. Dat kan leiden tot een grote vertraging bij het op gang komen van hulp, door wachtlijsten en door het van het kastje naar de muur gestuurd worden. Een verwijzing naar een SOLK-poli (voor patiënten met somatisch onvoldoende verklaarde ­lichamelijke klachten) of een ziekenhuispsycholoog of -psychiater zal vaak het beste aansluiten. Instellingen die hulp bieden voor patiënten met conversiestoornis zijn te vinden op nolk.info.

          Er zijn diverse behandelmogelijkheden: cognitieve gedrags­therapie, hypnotherapie, EMDR (eye movement desensitization ­reprocessing), psycho­dynamische psychotherapie, schematherapie of psychomotorische therapie.4 Ook zijn er goede ervaringen met virtual reality. Het betrekken van de naasten bij de behandeling is aan te bevelen, bij kinderen en jeugdigen komt gezinstherapie in aanmerking. Bij hardnekkige, complexe of sterk invaliderende problematiek kan een multi­disciplinaire aanpak geïndiceerd zijn, zo nodig in een klinische setting.

          Regionale netwerken
          Het zou goed zijn als er regionale netwerken gerealiseerd worden, vergelijk­baar met die voor parkinsonpatiënten of hoofdpijnpatiënten, waarin neurologen, fysiotherapeuten, revalidatieartsen, psychologen en psychiaters samenwerken. En waarbij ook ervaringsdeskundigen betrokken zijn, omdat zij met hun inbreng vanuit het patiëntperspectief van grote meerwaarde zijn voor professionals en patiënten. Bij kinderen is uiteraard samenwerking met kinderarts en kinderpsycholoog van belang.

          Tot slot de gebruikte terminologie. Conversie betekent omzetting en dit past bij de verouderde kijk waarbij het altijd gaat om de uiting van iets psychisch in lichamelijke verschijnselen. Het lijkt dan ook beter de term functionele neurologische stoornis of kortweg FNS te gebruiken. De DSM-5-term functioneel-neurologisch-symptoomstoornis kan ook, maar lijkt minder handig.

          Onze belangrijkste boodschap: bij het vermoeden van conversie of FNS is een goed begin bij de neuroloog met een op positieve aanwijzingen gebaseerde diagnose, die aan de patiënt wordt verteld en uitgelegd, het halve werk. En ga niet bij voorbaat uit van een psychische achtergrond van de klachten!

          Bron: Medisch Contact >>

          #276649
          Luka
          Moderator

            Dit zijn de rare effecten van stress op je lichaam

            Wist je dat je het aan je nagels kunt zien als je chronische stress hebt?

            We weten inmiddels dat je door stress slechter slaapt, je meer honger hebt en je je minder goed kan concentreren. Maar er zijn ook dingen die in eerste instantie onverklaarbaar lijken, maar die tóch met stress hebben te maken.

            Rare effecten van stress op je lichaam

            1. Je moet wat vaker naar het toilet voor een #2. Ja, wat zullen we zeggen? Dieren moeten poepen als ze een levensbedreigende situatie meemaken en mensen dus ook. Dat blijkt uit onderzoek van het Digestive Diseases Research Center in Los Angeles. Dus als je onder druk staat kun je merken dat je vaker naar het toilet moet, en in het ergste geval kun je last krijgen van diarree.

            2. Je haren vallen uit. Als je héél erge stress hebt (voor een paar dagen, of langer) kan het zijn dat je merkt dat je haren uitvallen. Letterlijk ja, alsof je in de rui bent. Dit klinkt verschrikkelijk en dat is het ook, maar het goede nieuws is dat je lokken vanzelf weer aangroeien als je weer in rustiger vaarwater terecht bent gekomen.

            3. Je hebt je herinneringen niet meer allemaal op een rijtje. Als je het ons vraagt, is dit best een beetje eng. Het zit zo: als je te veel van het stresshormoon cortisol aanmaakt, kan dat je geheugen aantasten, waardoor je herinneringen een beetje door elkaar gaan lopen en waardoor sommige herinneringen wegvallen. Daarom is het onder acute stress soms zo moeilijk om goed na te denken.

            4. Je kunt niet alleen buikpijn krijgen, maar ook rugpijn. Dit heeft weer te maken met die overlevingsmodus. Waarschijnlijk staan de spieren van je rug onder spanning, omdat je direct zou moeten kunnen reageren op gevaar. Meerdere onderzoeken hebben bevestigd dat stress en negatief denken in verband staan met rugpijn. Dus geef niet meteen je bed of zithouding de schuld, hoewel die dingen je rugpijn wel erger kunnen maken.

            5. Die rimpels komen sneller tevoorschijn. Don’t shoot the messenger, maar van veel stressen word je dus echt sneller oud. Chronische stress kan ervoor zorgen dat de beschermlaagjes op je cellen verdwijnen, waardoor je cellen sneller oud worden en jouw rimpels sneller tevoorschijn komen. Het goede nieuws is dat je dit proces minder snel kunt laten gaan door te sporten. Sorry, een Netflix-marathon is nog steeds geen sport. Ja, ook ik baal daarvan.

            6. Je nagels vertonen ook tekenen van stress. Heb je wel eens verticale lijnen gezien op je nagels? Daar hoef je je geen zorgen over te maken, maar die ontstaan doordat je ouder wordt. Daar kunnen we helaas niks aan doen dus. Waar je je wel zorgen over moet maken: horizontale lijnen op je nagels. Die wijzen op stress en het kan zijn dat er wat meer aan de hand is in je lichaam, dus een doktersbezoekje kan geen kwaad.

            7. Je blijft maar verkouden en die wondjes gaan ook niet weg. Als je stijf van de stress staat, heb je niet alleen meer kans om verkouden te worden (hallo verminderde weerstand!) omdat je lichaam in de overlevingsmodus staat en het even druk heeft met andere dingen dan verkoudheidjes, je merkt misschien ook dat je verkoudheid langer aanhoudt. Je snapt misschien waar we nu heen willen: stress. Jep, de universiteit van Carnegie Mellon heeft verklaard dat je door chronische stress ook chronisch verkouden kan blijven. En dat heb je nou net niet nodig als je hard moet studeren of werken.

            En die wondjes die maar niet weggaan? Ook stress: cortisol zorgt dat je huid minder gehydrateerd is, dus al je huidproblemen worden erger of ze gaan niet weg. Yikes.

            Bron: Common >>

            #276959
            Luka
            Moderator

              Langdurige lichamelijke bijwerkingen en klachten bij PTSS

              De langdurige lichamelijke bijwerkingen van PTSS (post traumatische stressstoornis) zijn minder bekend en worden minder besproken omdat PTSS vaak wordt gezien als een mentale gezondheidsaandoening. Hierdoor ligt de focus voornamelijk op de psychologische symptomen en behandelingen. Lichamelijke symptomen worden dan ook vaak genegeerd of toegeschreven aan andere oorzaken.

              Chronische pijn
              Als je PTSS hebt dan ervaar je ook vaker chronische pijn, vaak in de vorm van hoofdpijn, rugpijn, spierpijn en gewrichtspijn. Als je constant gespannen bent en ‘aanstaat’ krijgt het lichaam onvoldoende rust. Ook is er de hypothese dat PTSS leidt tot veranderingen in de manier waarop ons lichaam stress en pijn verwerkt. Dit kan leiden tot fysieke spanning in het lichaam, waardoor spieren gespannen en stijf worden, wat op zijn beurt weer zorgt pijn en ongemak.

              “Ik heb PTSS en heb veel last, vooral in mijn rug en nek, als gevolg van de constante spanning die ik voel.”

              Slaapproblemen
              PTSS kan leiden tot slapeloosheid en andere slaapproblemen, waardoor vermoeidheid en uitputting ontstaan. Dit kan te wijten zijn aan de verhoogde alertheid en angst die vaak gepaard gaan met PTSS, waardoor het moeilijker wordt om in slaap te vallen of door te slapen. Bovendien kan de herbeleving van traumatische gebeurtenissen in nachtmerries de slaapkwaliteit negatief beïnvloeden. Een andere mogelijkheid is dat PTSS gepaard gaat met een verstoring van de biologische klok, die het slaap-waakritme regelt.

              “Ik slaap slecht en weinig waardoor ik minder honger heb en overdag minder doe.”

              Problemen spijsverteringsstelsel
              Als je PTSS hebt, kun je vaker last hebben van problemen zoals prikkelbare darmsyndroom, maagpijn en misselijkheid. Er zijn verschillende theorieën over waarom deze symptomen vaker voorkomen bij PTSS. Een theorie is dat de fysieke en emotionele stress die gepaard gaat met PTSS het spijsverteringsstelsel kan beïnvloeden en de beweging van de darmen kan verstoren. Een andere theorie is dat de symptomen van prikkelbare darmsyndroom en maagpijn kunnen worden veroorzaakt door ontstekingen en veranderingen in de bacteriële samenstelling van de darmen, die op hun beurt kunnen worden beïnvloed door PTSS. Meer onderzoek is nodig om het precieze verband tussen PTSS en prikkelbare darmsyndroom en maagpijn te begrijpen.

              Hart- en vaatziekten
              Onderzoek heeft aangetoond dat PTSS het risico op hart- en vaatziekten kan verhogen. PTSS kan leiden tot verhoogde activiteit in het sympathische zenuwstelsel en een verhoogde productie van stresshormonen, zoals adrenaline en cortisol. Dit kan leiden tot verhoogde hartslag, bloeddruk en ontstekingsniveaus, die op hun beurt kunnen leiden tot beschadiging van de bloedvaten en verhoogd risico op hartaandoeningen en beroertes. Bovendien vertoon je vaker risicovol gedrag, zoals roken, alcohol- en drugsgebruik en gebrek aan lichaamsbeweging, wat ook kan bijdragen aan het hogere risico op hart- en vaatziekten.

              “Ik heb vaak hartkloppingen door mijn triggers. Om dit tegen te gaan drink ik soms een glaasje sterke drank. Dat helpt mij om te kalmeren.”

              Verzwakt immuunsysteem
              PTSS kan het immuunsysteem verzwakken, waardoor je vatbaarder kunt zijn voor infecties en ziekten. Dit kan komen door de langdurige stress en ontregeling van het autonome zenuwstelsel die gepaard gaat met PTSS. De constante afgifte van stresshormonen, zoals cortisol, kan leiden tot chronische ontstekingen en onderdrukking van het immuunsysteem. Bovendien kan PTSS leiden tot veranderingen in je slaap (zoals hierboven ook al is beschreven) en voeding en levensstijl die allemaal bijdragen aan een verzwakt immuunsysteem.

              “Mijn moeder heeft PTSS en is echt heel vaak ziek. Ik heb er nooit bij stil gestaan dat PTSS mogelijk een oorzaak was.”

              Auto-immuunziekten
              Er is ook onderzoek dat suggereert dat PTSS geassocieerd kan worden met auto-immuunziekten, zoals reumatoïde artritis en lupus. Dit onderzoek suggereert dat chronische stress de immuun functie kan veranderen en kan leiden tot een toename van ontstekingsreacties in het lichaam. Dit kan vervolgens bijdragen aan de ontwikkeling van auto-immuunziekten. Hoewel meer onderzoek nodig is om deze associatie volledig te begrijpen, benadrukt dit de noodzaak om goed te letten op je lichamelijke gezondheid.

              Voorkom lichamelijke klachten door PTSS
              Het is belangrijk om iets aan PTSS te doen omdat de aandoening gepaard kan gaan met een verhoogd risico op lichamelijke klachten. Behandeling van PTSS kan deze fysieke klachten verminderen en zo de algehele fysieke gezondheid verbeteren. Het is belangrijk om te benoemen dat niet iedereen met PTSS alle genoemde bijwerkingen zal ervaren en dat sommige mensen helemaal geen lichamelijke bijwerkingen hebben.

              Bron: Gezondheid.nl >>

              #277091
              Luka
              Moderator

                Stress – herken de fysieke signalen

                Wie voortdurend meer dingen te doen heeft dan er uren in de dag zitten, kan een akelig opgejaagd gevoel krijgen. Dat zo’n overvolle agenda óók allerlei fysieke klachten kan opleveren, is minder bekend. Over de link tussen hoofdpijn, darmklachten en ons oeroude stress-systeem.

                Hartkloppingen kunnen een verontrustende ervaring zijn. Voor Annemarie (40), moeder van vier kinderen, zelfs zo verontrustend dat ze er meerdere keren mee naar de eerste hulp snelt omdat ze een hartinfarct vreest.

                “Maar dat stress zich ook en vooral zelfs lichamelijk uit, beseffen mensen zelden.”
                – Christina van der Feltz-Cornelis

                Het blijkt telkens loos alarm, maar voor de zekerheid laat de cardioloog toch een hartkatheterisatie verrichten. Geen afwijking te vinden. De steeds terugkerende hartkloppingen van Annemarie hebben dus geen fysieke oorzaak.

                Zo belandt ze in het Tilburgse Centrum voor lichaam, geest en gezondheid, dat wordt geleid door hoogleraar psychiatrie Christina van der Feltz-Cornelis. ‘Heeft u veel stress?’ vraagt deze deskundige op het gebied van lichamelijk onverklaarde klachten aan Annemarie. Daar heeft die niet direct een antwoord op.

                Na enig doorvragen krijgt Van der Feltz echter een verhaal te horen dat bol staat van de spanningen. Haar patiënt heeft sinds kort een au pair in huis, maar die lijkt haar verantwoordelijkheid voor de kinderen niet zo serieus te nemen.

                Een ernstig gesprek met het meisje heeft geen verbetering opgeleverd. Haar wegsturen wil Annemarie ook niet, want ze kan niet zonder oppas. Ze slaapt slecht door deze situatie en daardoor kan ze overdag maar met moeite de aandacht bij haar werk houden.

                Kortom: Annemarie is gespannen, oververmoeid en – al heeft ze dat zelf niet in de gaten doordat de hele toestand haar zo boos maakt – angstig. Dat alles resulteert bij haar in een heftig bonzend hart.

                Hartkloppingen en andere hartklachten zijn een bekend en op zich ongevaarlijk bijverschijnsel van stress, net als ademnood of pijn op de borst. Maar wie dat niet weet, kan er flink van schrikken.

                Tintelende vingers

                ‘Dat zie ik voortdurend in ons centrum,’ zegt Van der Feltz, ‘mensen die zich vreselijk veel zorgen maken over wat in feite normale fysieke stressverschijnselen zijn.

                De psychische signalen herkennen ze vaak nog wel; dan klagen ze bijvoorbeeld over een opgejaagd gevoel. Maar dat stress zich ook en vooral zelfs als lichamelijke klachten uit, beseffen ze zelden.’

                Vandaar dat de psychiater haar boek Het stressbeeld uitbracht, over alle manieren waarop spanning zich kan uiten. ‘Ik vind het belangrijk dat mensen beter leren herkennen wat stress met hun lichaam doet. Dat je bijvoorbeeld darmproblemen, allergische reacties, hartkloppingen of of chronische pijnklachten van kunt krijgen. Alle orgaansystemen doen immers mee aan een stressreactie.’

                Ze schreef het boek ook voor collega-artsen. ‘Die slagen er lang niet altijd in hun patiënten uit te leggen hoe het kan dat zij lichamelijke klachten krijgen van stress, door bijvoorbeeld een te hoge werkdruk of financiële problemen.’ Dat is dan ook een verhaal waar je echt even de tijd voor moet nemen, erkent ze.

                Want natuurlijk loopt er geen kaarsrechte lijn tussen iemands hypotheekperikelen en aanhoudende diarree. En hoe maak je een patiënt met tintelende vingers in vredesnaam duidelijk dat zijn klachten best kunnen samenhangen met de stress van die onderbezetting op het werk?

                Stress-spaghetti
                Van der Feltz zet in Het stressbeeld helder uiteen hoe het een het ander tot gevolg kan hebben. En maakt daarmee goed inzichtelijk dat al die zogeheten ‘lichamelijk onverklaarde klachten’ waarmee ze dagelijks in haar praktijk wordt geconfronteerd, doorgaans prima verklaarbaar zijn. ‘Stress speelt bijna altijd een rol in de klachten van de mensen die naar mij worden doorverwezen. Het is een zwaar onderschat probleem.’

                Toch schreef Van der Feltz geen anti-stressboek. ‘Streven naar een spanningsloos bestaan is streven naar een kort bestaan,’ schrijft ze zelfs, ‘want stress is het signaal dat er iets moet gebeuren om ons voortbestaan te waarborgen.’

                Van tijd tot tijd een stresspiek is dus geen probleem. Integendeel, dat houdt lichaam en geest veerkrachtig. Problematisch wordt het pas als mensen dagelijks zo’n piek voor hun kiezen krijgen.

                Of, erger nog: als hun leven een aaneenschakeling van stresspiekjes is. Bijvoorbeeld doordat ze op hun werk meer taken krijgen dan ze aankunnen, hun relatie niet lekker loopt en er ook nog een zieke op hun zorg is aangewezen.

                Dan kan het bijvoorbeeld gebeuren dat de verhoogde spierspanning die bij acute stress hoort, overgaat in vastzittende schouders en hoofdpijn. Dat kan weer inslaapproblemen veroorzaken. Ook de verhoogde alertheid die bij acute stress hoort, kan mensen wakker houden.

                Als dat slaapgebrek vervolgens leidt tot concentratieproblemen, is de cirkel rond. De stress begint zichzelf in stand te houden. Zeker als ze op zo’n moment een verwijtende toon tegen zichzelf aanslaan: waarom heeft iedereen meer energie dan ik?

                Want ook iemands eigen verwachtingen kunnen een bron van stress zijn, schrijft Van der Feltz. Een geniepige bovendien, want vaak zien mensen zelf helemaal niet hoezeer die hen onder druk zetten. Ze lijken immers zo vanzelfsprekend.

                Natúúrlijk kun je een carrière combineren met een spetterend sociaal leven. Natúúrlijk heb je halverwege de dertig een koophuis. En natúúrlijk verlicht een au pair de werk-zorgcombi.

                Blijkt dat levensgeluk in de praktijk toch minder maakbaar, dan levert dat spanningen op. En klaar is de stress-spaghetti, die bijna onontwarbare knoedel van stressaanjagers en -onderhouders.

                Slechte weerstand
                Zo is stress, en de klachten die ermee gepaard gaan, in veel levens een min of meer chronisch fenomeen geworden. Heel ongezond, want in de meeste gevallen gaat dat gepaard met een voortdurend iets te hoge cortisolspiegel. Dat stresshormoon onderdrukt het immuunsysteem.

                Op zich logisch: een immuunsysteem dat dagelijks op volle toeren draait, put mensen uit. Maar met een verminderde weerstand zijn ze natuurlijk stukken vatbaarder voor verkoudheden, blaasontstekingen en ander ongemak. Op de lange termijn maakt zo’n hoge cortisolspiegel hen zelfs kwetsbaarder voor kanker.

                Ook geeft al die cortisol het lichaam als het ware het seintje: slechte tijden, reserves aanleggen. Vandaar dat mensen door chronische stress flink kunnen aankomen. Vooral rond hun middel, waar dat vet vervolgens een eigen leven gaat leiden (zie ook het kader onderaan).

                Doodmoe wakker
                Bij sommige mensen leidt chronische stress juist tot het tegenovergestelde: hun stress-systeem crasht, met als resultaat een duurzaam verlaagd cortisolniveau. Dat is evenmin fijn, want cortisol is óók het hormoon dat ons ’s ochtends op gang helpt. Deze mensen worden dus al doodmoe wakker.

                Ook voelen ze overal vage pijntjes, doordat het pijndempende effect van cortisol ontbreekt. Tot slot zijn ze vatbaar voor auto-immuunaandoeningen – allergieën, reuma, schildklierklachten – doordat hun immuunsysteem juist níét wordt onderdrukt.

                Hoe kan het in vredesnaam bij zoveel mensen zó gierend uit de hand lopen? Je zou toch denken dat de natuur ons met een ‘chronische-stress-alarm’ heeft uitgerust. Niet dus, zegt Van der Feltz.

                ‘Je hebt gewoon een zekere afstand nodig om te zien dat je leven niet in balans is. En dat hebben mensen in stress-situaties niet. Acute stress beïnvloedt het beoordelingsvermogen; je bent zó gefocust op handelen dat er geen ruimte is voor reflectie. Bij chronische stress weten mensen vaak al niet beter meer dan dat de situatie is zoals die is.’

                Toch kan het helpen om alerter te worden op de signalen die het lichaam geeft. Kom je al dagen thuis met hoofdpijn, ben je vaak misselijk of duizelig, zijn je darmen voortdurend onrustig of word je iedere ochtend verkrampt wakker? Vraag je dan af of stress een rol kan spelen bij die klachten.

                ‘Mensen weten vaak wel wat bij henzelf de “verklikkerklacht” is,’ zegt Van der Feltz. Heb je geen idee hoe spanningen zich bij jou fysiek uiten, bekijk dan het lijstje met klachten door stress hieronder. Wie op tijd terugschakelt bij stress, kan voorkomen dat zijn klachten chronisch worden.

                Aanpakker of vermijder?
                Heb je veel stress? Vraag je dan eens af hoe je doorgaans reageert als de druk oploopt, oftewel: welke coping-stijl je als eerste toepast. Schiet je bijvoorbeeld meteen in de actiestand, ook wel taakgerichte coping genoemd? Dat kan goed uitpakken als je daadwerkelijk iets kunt veranderen aan de situatie.

                In situaties die lastig te veranderen zijn roept al die oplossingsgerichtheid juist frustraties op. Dan werkt een meer emotiegerichte coping beter: leren accepteren, iets meer berusting tonen. Yoga, meditatie en mindfulness kunnen daarbij helpen.

                Heb je van nature al de neiging berustend te reageren, dan is de kans groot dat je stress vooral voortkomt uit het feit dat je niet assertief genoeg bent. Wat meer oplossingsgerichtheid kan je goeddoen.

                Dan is er nog de vermijdende coping. Ook die heeft haar merites: gewoon een week in retraite gaan kan een prima manier zijn om een situatie meer in perspectief te gaan zien.

                Bovendien lossen veel problemen zichzelf op. Maar wie naar drank of drugs grijpt om stress langdurig vol te houden of wie de oplossing altijd van anderen verwacht, kan beter iets anders uitproberen.

                Fysieke klachten bij stress
                Stress kan allerlei lichamelijke klachten veroorzaken. Welke dat zijn, hangt af van de vraag of iemand last heeft van acute stress of al is beland in de fase van chronische stress, schrijft Christina van der Feltz-Cornelis in haar boek Het stressbeeld. Mensen kunnen overigens lang blijven hangen in de acute fase als ze af en toe nog weten te ontspannen.

                Bij acute stress staat het zelfbehoud centraal. Daarvoor wordt het sympathische zenuwstelsel actief, de ‘actietak’ van het autonome zenuwstelsel. Ademhaling en hartslag versnellen, de spieren spannen zich, de zintuigen worden extra scherp.

                Blaas en darmen geven te kennen dat ze geleegd moeten worden en de maag dat eten even niet welkom is; wie moet vechten of vluchten, kan geen overbodige ballast meezeulen.

                In deze fase kunnen mensen doorgaans wel aangeven dat ze zich angstig of boos voelen; fysieke stressverschijnselen herkennen ze vaak niet. Deze kunnen daardoor extra stress veroorzaken.

                ‘Lichamelijke angst-equivalenten’ noemen deskundigen deze verschijnselen. Het gaat om:

                ademnood
                beven
                droge mond
                duizeligheid
                hartkloppingen
                inslaapproblemen
                misselijkheid, diarree
                spierspanning
                pijn op de borst
                transpireren
                veel plassen

                Bij chronische stress worden mensen vaak somber. Logisch: wanneer we te lang in een lastige situatie zitten, worden we moedeloos. Doordat het lichaam al zo ver heen is, kunnen de klachten die bij deze fase horen hardnekkig zijn. Als zogeheten ‘lichamelijke depressie-equivalenten’ kunnen de volgende verschijnselen optreden:

                vermoeidheid
                doorslaapstoornis
                eetlustverandering
                gewichtsverandering
                pijnklachten, zoals gewrichtspijn en rugpijn

                Waarom stress dik maakt
                Bijna de helft van de volwassen Nederlanders is te dik en zo’n 15 procent heeft te veel buikvet. ‘Stress speelt daarbij vaak een belangrijke rol,’ stelt psychiater Christina van der Feltz-Cornelis.

                Een van de mechanismen waardoor stress tot overgewicht kan leiden, is dat op een stresspiek doorgaans een fase van ontspanning volgt waarin de maag weer ‘aan’ gaat en de insulinespiegel stijgt.

                Een logische reactie van het lichaam op die eerdere fase van verhoogde paraatheid, want de uitgeputte cellen moeten snel energie bijtanken. En dus slaan we na het wegebben van spanningen vaak aan het bunkeren.

                Wat ernstiger is: cortisol, het hormoon dat vrijkomt bij langer aanhoudende stress, bevordert de opslag van buikvet. Sinds eind vorige eeuw weten we dat zulk lichaamsvet rond de navel een gevaarlijk ‘orgaan’ op zich vormt.

                Het produceert allerlei boodschapperstofjes die elders in het lichaam van alles in de war sturen. Ze verhogen het cholesterolgehalte in het bloed, ontregelen de bloedsuikerspiegel en produceren ontstekingsfactoren die onder meer kunnen bijdragen aan het ontstaan van aderverkalking, suikerziekte, depressies en alzheimer.

                Buikvet is hardnekkig; voorkomen is dus beter dan genezen. Nog een reden om het stresspeil niet te hoog te laten oplopen.

                Bron: Psychologie Magazine >>

                #277557
                Luka
                Moderator

                  Mensen met een jeugdtrauma hebben meer kans op hart- en vaatziekten, diabetes en overgewicht. Brenda Penninx, hoogleraar psychiatrische epidemiologie onderzoekt hoe dit komt én hoe dit voorkomen kan worden. Eerste bevindingen uit een onderzoek naar hardloop-behandeling bij depressie en angststoornissen zijn bijvoorbeeld veelbelovend. De hardloop-behandeling geeft dezelfde mentale verbetering als antidepressiva, en zorgt bovendien voor een grotere vooruitgang in lichamelijke gezondheid. Dit meldt Amsterdam UMC.

                  Onderzoek toont aan dat de helft van de mensen met een depressie of angststoornis jeugdtrauma heeft ervaren. Mensen met een jeugdtrauma hebben bovendien meer kans op hart- en vaatziekten, diabetes en overgewicht. Over wat voor leed praten we dan?

                  “In onze studies onderscheiden we emotionele- en lichamelijke verwaarlozing en emotioneel-, fysiek- en seksueel geweld. Maar jeugdtrauma is heel complex, diverse trauma’s lopen vaak door elkaar heen. Een kind met jeugdtrauma maakt vaak tegelijkertijd van alles mee op dit vlak. Bepalend voor de gevolgen op latere leeftijd zijn het aantal doorgemaakte trauma’s en bovendien hoe vaak en hoe lang het plaatsvond.

                  Het ervaren van trauma in de vroege jeugd leidt tot een andere ontwikkeling op psychosociaal vlak. Mensen met jeugdtrauma meer last hebben van negatieve stemmingen, een laag zelfbeeld, gevoelens van schuld, onzekerheid, en angst en ze maken zich eerder zorgen dan anderen. Deze groep heeft een tot 2 keer grotere kans op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten, diabetes en overgewicht.”

                  Wat maakt dat je vanwege jeugdtrauma een grotere kans hebt op lichamelijke ziektes?
                  “Daar is niet één simpele verklaring voor. De ongunstigere psychosociale ontwikkeling kan letterlijk leiden tot fysiologische veranderingen in het lichaam door ontregelde biologische stresssystemen. In een gezonde situatie zijn deze stresssystemen nuttig; zo versterkt het stresshormoon cortisol je afweersysteem. Maar als deze stresssystemen chronisch geactiveerd zijn, dan raken die systemen uitgeput. Allerlei processen in het lichaam worden dan geactiveerd, wat je kwetsbaar maakt voor het ontwikkelen van psychische- én lichamelijke aandoeningen.

                  Daarnaast zien we dat ongezonde leefstijl meer voorkomt bij mensen met jeugdtrauma. Dit kan ook bijdragen aan hun grotere kans op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten, diabetes en overgewicht. In studies onderzochten we de biologische leeftijd – de staat waarin je lichaam zich bevindt – van mensen met jeugdtrauma. We keken hierbij naar de lengte van telomeren, zogenaamde beschermkapjes van ons DNA, die cruciaal zijn voor het verloop van de biologische veroudering, en naar veranderingen op het DNA door omgevingsfactoren en leefstijl. De biologische leeftijd van deze groep was beduidend hoger dan dat van leeftijdsgenoten zonder jeugdtrauma.”

                  Waarom hebben kinderen uit hetzelfde gezin op latere leeftijd niet dezelfde mate van klachten als gevolg van jeugdtrauma?
                  “In NESDA, een grootschalige Nederlandse studie naar depressie en angststoornissen, hebben we broers en zussen vergeleken. Binnen een gezin is er zeker meer kans op angst en depressie vanwege jeugdtrauma, maar onderling kan het verschillen. Verschillen in genetische kwetsbaarheid kunnen een verklaring zijn; broers en zussen delen gemiddeld de helft van hun DNA. Mensen kunnen dus genetisch verschillen in de mate waarin ze bij stress hun biologische stresssystemen activeren.

                  Maar, hoewel er omstandigheden zijn waarvan niemand betwist dat er sprake is van geweld of verwaarlozing, er is ook sprake van subjectiviteit in beleving tussen familieleden. Het kan verschillen hoe je jeugdtrauma ervaart, welke plek het krijgt in de rest van je leven. Veerkracht lijkt daarbij van belang. Bij hart- en vaatziekten, overgewicht en diabetes kijk je bovendien naar effecten in het latere leven. De jaren tussen het meemaken van trauma en het ontwikkelen van ziektes zijn ook belangrijk voor de vorming van gezondheid. Hoe je je dan ontwikkelt kan bufferen tegen de negatieve effecten van jeugdtrauma.”

                  Hoe kun je voorkomen dat je op latere leeftijd ziek wordt als gevolg van jeugdtrauma?
                  “Jeugdtrauma is zeker niet de enige risicofactor voor gezondheid, maar in studies blijkt het wel een heel consistente risicofactor. Niet onlogisch als je nadenkt over de vorming van mensen en wat er kan gebeuren als een stabiele basis ontbreekt. Je kunt een jeugdtrauma helaas niet wegnemen, maar toch kun je de invloed die het kan hebben op de rest van je leven wel verminderen. Als mensen vanwege jeugdtrauma al mentale problemen hebben ontwikkeld, weten we uit een recente studie dat deze mensen goed reageren op standaardbehandelingen met bijvoorbeeld medicatie en psychotherapie.

                  Ook online bestaan er diverse effectief gebleken interventies voor mensen die lichtere mentale klachten hebben. Het geeft hen bijvoorbeeld handvaten om met negatieve gedachtes om te gaan. En natuurlijk is het voor iedereen nuttig om aandacht te hebben voor een gezonde leefstijl, dit geldt zeker ook voor mensen met jeugdtrauma. Jeugdtrauma is een belangrijke risicofactor voor roken, alcohol, slecht slapen en lichamelijk inactief zijn. Leefstijlbegeleiding kan hier dus ook een belangrijke bijdrage geven aan het voorkómen van ziekten op volwassen leeftijd.”

                  Welke vervolgonderzoeksvragen hebben deze studieconclusies inmiddels opgeroepen?
                  “Binnen NESDA volgen we nu kinderen tussen de 10 en 25 jaar van patiënten met depressie en angststoornissen. Zij hebben zowel een genetische kwetsbaarheid, maar groeien ook op in een meer kwetsbare omgeving. We willen meer begrijpen over de psychosociale processen die er binnen gezinnen spelen en kijken hierbij ook weer naar de rol van het ervaren van jeugdtrauma. Het is belangrijk om kinderen die risico lopen op ontwikkeling van mentale problemen vroeg te identificeren. Preventieve online interventies kunnen voor hen al voldoende zijn. Binnen deze zogenoemde MARIO-studie onderzoeken we nu wat het effect hiervan is.

                  We onderzoeken daarnaast ook de effecten van leefstijlinterventies bij mensen met depressie en angststoornissen. We bekijken hoe en voor wie hardlopen de gezondheid verbetert, en hoe zich dit verhoudt ten opzichte van behandeling met antidepressiva. Eerste bevindingen tonen dat mensen die hardloop-behandeling kregen een zelfde verbetering laten zien in mentale gezondheid, maar een grotere verbetering in lichamelijke gezondheid. Het laat zien hoe belangrijk het is om meer aandacht te hebben voor leefstijlinterventies, ook in de psychiatrie.”

                  Bron: Nationale Zorggids >>

                  #277558
                  Luka
                  Moderator

                    Ademhalingsexpert vertelt: ‘Als je ervaart hoeveel kracht er in jouw ademhaling zit, dan heb je goud in handen’

                    We doen het (gelukkig) helemaal automatisch: ademhalen. Maar dat langzaam, bewust ademhalen een tool kan zijn om meer uit het leven te halen, daar zijn nog maar weinig mensen zich écht bewust van, vertelt ademhalingsexpert en zelfbenoemd ‘ademevangelist’ Nikki van der Velden. „Als je ervaart hoeveel kracht er in jouw ademhaling zit, dan heb je goud in handen.”

                    Aan het begin van de corona-lockdown richtte Nikki van der Velden haar bedrijf The Breathwork Movement op. Een platform volledig gericht op ademhaling. Het doel: jou de kracht van de adem laten ontdekken zodat je met meer gezondheid, rust en geluk je leven kunt leven. Want iedereen heeft baat bij bewust ademhalen, vindt Van der Velden. In haar eigen woorden: bewust ademen is bewust leven. Metro belde met de adem-enthousiast voor uitleg en inspiratie.

                    Nikki van der Velden over langzaam ademhalen

                    We ademen allemaal automatisch. Waarom is het dan tóch verstandig om eens bij onze ademhaling stil te staan?

                    „Gemiddeld ademen we zo’n 20.000 keer per dag, het is dus maar goed dat we er niet continu over na hoeven te denken. Tegelijkertijd is de ademhaling bewust te sturen. Dat betekent dat je er invloed mee kunt uitoefenen op je zenuwstelsel. We zijn ons er vaak niet van bewust dat de manier waarop we ademen heel veel invloed heeft op onze staat van zijn, zowel fysiek, emotioneel en mentaal.

                    Toen ik hier zelf achter kwam, ging er een hele nieuwe wereld voor me open. Ik was verbaasd over het feit dat ik hier niet al jaren eerder mee in aanraking was gekomen, maar ook waarom we dit niet leren op school.”

                    Wat kan er ‘mis’ gaan bij het ademhalen?

                    „De meeste mensen staan vaker ‘aan’ dan ‘uit’. Hierdoor ontwikkelen ze een adempatroon dat niet natuurlijk is, bijvoorbeeld door een ziekte of langdurige stress. Het gaat mis op het moment dat het adempatroon niet meer matcht bij de activiteit die je aan het doen bent. Laten we zeggen: wanneer je ademt alsof je een marathon aan het rennen bent, terwijl je gewoon op de bank zit.

                    Mensen die veel stress hebben, ademen vaak te snel, te oppervlakkig of te hoog in de borst. Als dat patroon lang aanhoudt, zie je dat mensen continu te veel aan het ademhalen zijn. Dan zet je jouw lichaam continu onder hoogspanning en stress, waardoor je gegarandeerd klachten gaat ontwikkelen.”

                    Over welke klachten hebben we het dan?

                    „Ik kan een heel lijstje opsommen: spierspanning, duizeligheid, hartkloppingen, spastische darmen… deze klachten hoeven niet per se te betekenen dat een verstoord adempatroon de oorzaak is, maar het kan er wel degelijk mee te maken hebben.”

                    De gunstigste manier van ademhalen
                    Wat is de meest gunstige manier van ademhalen? Van der Velden: „Adem langzaam, adem licht, adem laag in je lichaam, en door je neus. Altijd in- en uit door je neus. Dat zijn de basisprincicpes van een kalme, rustige ademhaling.”

                    Wanneer is bewust ademhalen eigenlijk op jouw pad gekomen?

                    „Ademhalen heeft al wel een tijd een rol gespeeld in mijn leven. Ik ben bijvoorbeeld al zo’n tien jaar met yoga en meditatie bezig, waar ademhaling ook een grote rol speelt. Maar de knop ging bij mij pas echt om toen ik een lange tijd ziek was. Ik heb anderhalf jaar last gehad van een hevige hersenschudding, post-commotioneel syndroom noemen ze dat. Ik was in die tijd actief aan het zoeken naar methodes om mijn gezondheid weer op de rit te krijgen.

                    In die tijd ben ik per ongeluk bij een Wim Hof-ademhalingssessie terecht gekomen. Ik dacht dat ik me had ingeschreven voor een yoga-les, maar ik kwam bij een ademhalingssessie terecht. Ook goed, dacht ik nog. Na die sessie was ik zo overweldigd door wat er toen met me gebeurde na slechts een kwartier ‘anders’ ademen. Intuïtief wist ik meteen dat ik op het juiste pad zat. Ik wilde het vaker doen en er alles over weten.”

                    Kan je zeggen dat een bewuste ademhaling jouw leven veranderd heeft?

                    „Absoluut. Een bewuste ademhaling is voor mij een enorm belangrijke factor geweest om van het post-commotioneel syndroom te herstellen. Alles begint bij de manier waarop je ademt. Het is een essentieel onderdeel van je gezondheid, net zoals eten, slapen en voldoende bewegen. Sinds ik met mijn ademhaling bezig ben, voel ik me zo veel beter. Ik ben er meer mezelf door geworden.”

                    De voordelen van langzaam ademhalen

                    Wat zijn, op korte termijn, de voordelen van langzaam ademhalen?

                    „Als je even rustig gaat zitten, je ogen sluit en vijf minuten focust op een langzame ademhaling, dan merk je dat direct in je lichaam. Je voelt je daarna gegarandeerd kalmer. Een paar ademteugen kan jouw hele staat van zijn veranderen. Je voelt je kalmer, zowel fysiek als mentaal. Als je kalm ademt, kalmeren ook jouw gedachten, spieren en emoties.”

                    En op lange termijn?

                    „Jouw hele interne systeem gaat optimaler functioneren. Denk aan je spijsvertering, je hartritme, je slaap wordt beter… Elk lichaam heeft iets anders nodig, dus elk lichaam krijgt te maken met andere voordelen. Adem is levensenergie, het is de energie die jouw lichaam gebruikt om te kunnen functioneren. Dat maakt een bewuste ademhaling zo’n krachtige tool, het is voor iedereen.”

                    Zelf beginnen met bewust ademhalen

                    Stel, de Metro-lezer is na dit artikel overtuigd en wil ook beginnen met langzaam ademhalen. Waar begin je?

                    „Het belangrijkste zit ‘m in de bewustwording. Hoe is jouw ademhaling op dit moment? Sta daar even bij stil. Herhaal dit op verschillende momenten tijdens je dag. Adem je door je mond? Adem je erg snel? Kan je jouw ademhaling vertragen, en iets ontspannen?”

                    De ideale ademhaling
                    Wat is de ‘ideale’ ademhalingsfrequentie, en wanneer adem je te snel? Van der Velden: „Per minuut heeft jouw lichaam aan acht ademhalingen genoeg. Adem jij in rust 15 tot 20 keer per minuut? Dan is er ruimte voor verbetering. Raak niet meteen in paniek, maar zie het als een kans om ermee aan de slag te gaan.”

                    „Bewust met je ademhaling bezig zijn, is ook een kwestie van trainen. Als jij grotere spieren wilt, dan ga je naar de sportschool om je spieren te trainen. Wil je jouw ademhalingspatroon veranderen, dan moet je dit ook trainen. Het heeft aandacht nodig, juist omdat we het onbewust doen. Het begint daarom ook bij adembewustheid: hoe meer je je bewust bent van je ademhaling, hoe makkelijker het wordt om deze aan te passen.

                    Het doen van ademhalingsoefeningen is daarnaast heel heilzaam. Het lijkt suf, maar het heeft een enorme impact op je systeem. Begin eens met drie keer per dag vijf minuten langzaam, bewust ademhalen. Dan train je jouw ademhaling al enorm goed. Ook deel ik op mijn website nog heel veel tips voor mensen die willen beginnen met bewust ademhalen.”

                    Laatste vraag: wat is voor jou de kracht van ademhaling?

                    „Ik vond het altijd zo cliché klinken: verander je adem, verander je leven. Maar jouw ademhaling is écht de afstandsbediening van jouw interne systeem. Die afstandbediening heb je altijd bij je. Dus als je jouw adem leert bedienen en ervaart hoeveel kracht hierin zit, dan heb je goud in handen. Dan kan je op elk moment jouw staat van zijn beïnvloeden.

                    Als jij weet welke ademhaling je in welke situatie toe kunt passen, dan heb je een tool voor een leven waarin je vrijer, gezonder en relaxter kunt leven. En dat is volgens mij iets waar iedereen naar op zoek is. Het is voor mij een van de meest waardevolle en gratis tools die je altijd bij je hebt, en die je altijd kunt inzetten.”

                    Bron: Metro nieuws >>

                  8 berichten aan het bekijken - 31 tot 38 (van in totaal 38)
                  • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
                  gasten online: 26 ▪︎ leden online: 0
                  No users are currently active
                  FORUM STATISTIEKEN
                  topics: 3.769, reacties: 21.168, leden: 2.814