Mijn nieuwe ik

Tja, mijn ervaringsverhaal. Waar zal ik beginnen. Ik weet niet waar het precies begint, waar het gaat eindigen, wat er allemaal bij hoort. Mijn verhaal begin ik als tienjarig klein meisje op de basisschool. Ik was heel goed in gym, zat in de selectiegroep van de turnvereniging en kon leren als de beste. Ik woon bij mijn ouders en zus van zes jaar ouder.

Campagne ‘Wat kan mij helpen’

Helaas zijn de verhalen niet altijd zoals ze doen overkomen. Ik heb meegewerkt aan een campagne van de overheid om slachtoffers te helpen/inspireren om over seksueel misbruik/geweld te praten. Er werd op het forum van slachtofferhulp een verzoek geplaatst namens de overheid om als slachtoffer mee te werken aan de meldingsbereidheid van slachtoffers en toekomstige slachtoffers. Ik had het idee op een compacte maar complete manier mijn levensverhaal verteld te hebben en mijn mening over verscheidene instanties duidelijk gemaakt te hebben. Helaas werd mijn verhaal daarbij wat mooier voorgesteld dan het in werkelijkheid is. Er moest per se een positief einde aan zitten en ze vermeldden organisaties waar ik niet of zelden contact mee heb gehad.

Ik blijf een naar gevoel overhouden aan het meewerken met deze campagne. Ze hebben gebruik gemaakt van mijn gewilligheid om mee te werken aan de campagne; mijn verhaal te vertellen, hoe moeilijk ik dat ook vind; en bovenal, mijn verhaal daarna verdraaid alsof het over iemand anders gaat, maar wel pronken dat het een waargebeurd verhaal is! Als klap op de vuurpijl vroeg de organisatie of ik mee wilde gaan naar een minister, om de ‘slachtofferkant’ van seksueel misbruik aan te kaarten. Volgens de organisatie kon ik namelijk goed mijn verhaal verwoorden, duidelijk maken wat er lastig aan is en hoe belangrijk het is dat de kamer en overheid tijd besteden aan ‘ons’ als slachtoffers en vooral de begeleiding ervan.

Na een periode wikken en wegen besloten om hier niet op in te gaan. Ja, ik wil graag anderen helpen in hun proces om zulke ‘geheimen’ te kunnen bespreken. Dat seksueel geweld niet ‘normaal’ is. Maar, ik was er niet klaar voor om ‘mijn verhaal’ te delen met wildvreemde mensen; om niet meer anoniem te zijn; om ‘mijn verhaal’ open te breken zonder dat mijn omgeving daarmee instemt; en nu achteraf, dat ik niet achter MIJN VERHAAL sta!

Dit moment wil ik aangrijpen om mijn werkelijke verhaal naar buiten te brengen. Zonder dat iemand er een positief einde aan kan breien, anders te verwoorden of de feiten te verdraaien. Gewoon mijn verhaal, zoals het er tot op dit moment voor staat.

Ik vertel je over mijn misbruik verleden, maar uiteraard de context die maakt hoe jij of een ander slachtoffer met deze gebeurtenissen omgaat.

Niemand mag er achter komen

Ik begon dit verhaal met te vertellen dat ik tien jaar ben. De vriendenkring van mijn ouders is niet groot, maar dat hoeft geen probleem te zijn. Verjaardagen, feestjes, feestdagen, bbq’s en oud en nieuw bijvoorbeeld vierden we altijd bij dezelfde familie. Dat gezin bestond uit vader, moeder en 3 zoons. Het voelt als een tweede thuis. De ouders heel vriendelijk, vrijgevig en sociaal. Alle broers zijn gek op voetbal. De oudste zoon is het langste en heel smal. De middelste iets kleiner en een stuk breder gebouwd. De jongste zoon is drie jaar ouder dan mij, zit op judo en is ruim anderhalve kop groter dan dat ik ben. Gezien de leeftijden trek ik vooral op met de jongste zoon (hierna genoemd als R) al is het voetballen vaak met alle broers tegelijk.

Regelmatig wordt het erg laat en ga ik spelletjes spelen in de kamer van de jongste zoon, of val in zijn bed in slaap totdat we naar huis gaan. Op een avond kom ik bij R zijn kamer en merk dat er maar één stoel is. R gaat op de bureaustoel zitten en zet de Xbox aan. Ik wil op bed gaan zitten, maar merk dat het te ver is om goed de monitor te kunnen zien. Ik ga naast R op de grond zitten. We spelen een aantal spelletjes en ik merk dat ik niet lekker zit. R stelt voor om bij hem op schoot te gaan zitten. Ik vind het een lief voorstel en ga bij hem op schoot zitten.

Na een aantal spelletjes merk ik dat hij een beetje knuffelig wordt, maar dat vind ik wel fijn. We spelen nog een aantal spelletjes en ik vraag of R wel zijn best doet, aangezien ik iedere keer win. Hij geeft aan dat hij met zijn gedachten ergens anders zit. Ik weet niet precies wat hij bedoelt, maar ik laat het erbij.

Na wederom een aantal spelletjes geeft R aan een extra beloning aan het spel toe te willen voegen. Iedere keer als iemand wint, dan krijgt diegene een beloning. De eerste paar keer begint het met iets kleins, een complimentje, het kiezen van een ander spel en daarna steeds iets meer. Op een gegeven moment wrijft R met zijn hand tussen mijn benen. Ik sta op en vraag hem wat hij doet. Hij pakt me vast en zegt dat ik me moet ontspannen. Hij draait zich om, doet de deur op slot, legt de sleutel op het bureau en komt terug naar mij. Ontspan maar, kom maar zitten; zegt R. Ik volg wat hij zegt en ga terug zitten op zijn schoot. Hij zegt dat we rustig verder gaan met spelen en dat ik mee moet gaan in wat er komt. Kort daarna begint hij kusjes te geven en betast me. Niet veel later worden de beloningen groter en is het spelletje bijzaak. Hij stopt zijn hand in mijn broek, tussen mijn benen en ik spring weer op. Hij zegt: “niemand mag er achter komen. Zolang jij doet wat ik zeg, is het fijn. Maar, vertel het niet tegen anderen, want dan ga jij er aan en doe ik je ouders iets aan. Dus ontspan maar gewoon.”

Dit was het begin van de eerste keer. Er volgde nog vele keren, van betasten tot verkrachtingen. Op ongeveer mijn veertiende stopte deze gebeurtenissen. R kreeg een vriendinnetje en had mij schijnbaar niet meer nodig. Ik voelde me in de steek gelaten en wist niet goed wat ik in de toekomst eventueel nog kon verwachten.

Onzeker en buitengesloten

Tot mijn achttiende heb ik er niemand over durven vertellen. Ik had het zo ver weg gestopt dat ik bijna niet meer wist dat het was gebeurd. “Als je bij iets doet alsof het er niet is, dan is het er toch ook niet?” Helaas bleek dat niet het geval. Op mijn zeventiende ging ik van de VWO naar de HAVO, omdat mijn cijfers niet hoog genoeg waren. Daarnaast hadden de docenten het idee dat ik beter op mijn plek was bij de HAVO en dus de VWO daadwerkelijk te hoog gegrepen was.

In 4 HAVO kreeg ik een heel betrokken mentor. Die merkte vrij snel op dat er meer met me aan de hand was dan dat het niveau te hoog was. Ik was gigantisch onzeker, erg op mezelf. Ik was dan ook in de eerste jaren van de middelbare school continu buitengesloten, ging niet naar schoolfeesten en had andere interesses dan een hoop andere klasgenoten. Ik was vervreemd van dingen die leeftijdsgenoten leuk vinden, niet bezig met vriendjes en relaties.

De mentor had me naar de schoolmaatschappelijk werkster verwezen, maar die zei bij gesprek één al direct dat er iets is wat veel heftiger is dan dat zij aan kan en dat we de gesprekken gingen gebruiken om naar een psycholoog te kijken. Bij de psycholoog heb ik bijna een jaar mezelf voor de gek gehouden doordat ik niet wist wat er met mezelf aan de hand was. Ik werd voor een blok gezet, wanneer ik niet zei wat er aan de hand was, ik naar een andere behandelaar toe moest gaan.

Voor het eerst het geheim doorbreken

Dat is het moment dat ik voor het eerst heb verteld over een verleden van seksueel misbruik. Ik had nooit gedacht dat zo een situatie heel je leven kan beïnvloeden. De therapeut vond het belangrijk om in een gesprek aan mijn ouders te vertellen en de volgende dag hadden we een afspraak. Met de grootste moeite kon ik vertellen dat ik ‘misbruikt’ was. Het allereerste wat mijn ouders wilde weten is ‘Wie’. Daarna ‘Waarom ik het niet eerder heb verteld’. Twee vragen die verklaren wat voor relatie ik met mijn ouders heb. Het enige wat ik op dat moment wilde horen is dat iemand zei dat het verschrikkelijk is, maar van mijn ouders kwam dat niet.

Nog die avond zat ik met de ouders van R en mijn ouders aan tafel. Ik moest en zou ZELF vertellen wat er is gebeurd, wat er met mij en R samen is gebeurd. De ouders van R reageren vol ongeloof. De moeder zit te huilen en de vader wordt erg agressief (richting een kast). Ik schrik van hun reactie en ga naar mijn kamer. Mijn moeder haalt me niet lang daarna naar beneden, omdat ik nog wel even de ouders gedag moet zeggen.

De volgende dag komen de ouders van R weer op gesprek. Ik zeg tegen mijn ouders dat ik er niet bij wil zijn. Na veel discussiëren mag ik dan toch op mijn kamer zitten in de tijd dat ze er zijn. Ik wil de reactie van R niet weten. Ik hoef niet te horen dat het allemaal wel meeviel en dat ik alles anders heb ervaren dan is bedoeld.

Aangifte

Een paar maanden later heb ik een gesprek met de politie. Het eerste gesprek is een ‘melding’. Een redelijk globaal verhaal van de gebeurtenissen en het gedetailleerd vertellen van één van de situaties.

De rechercheurs gaven me complimenten over het feit dat ik mijn verhaal goed kon vertellen. Juist daarom gaven ze het advies om over te gaan tot de daadwerkelijke ‘aangifte’. Ik weet nog van het gesprek dat ze naar alle details vroegen, met alle namen te benoemen van de handelingen, geslachtsdelen, wat eerst en wat daarna. Allemaal onderwerpen waar ik het letterlijk nooit eerder over met iemand heb gesproken. Waar ik helemaal niet mee bezig ben geweest, waarvan ik totaal niet weet wat er ‘normaal’ is en wat niet. Ik had tijdens het gesprek het gevoel dat ik alles fout deed, dat ik de tijd van de rechercheurs aan het verdoen was en dat mijn verhaal er niet toe deed.

Mijn ouders werden opgeroepen om verhoord te worden en uiteraard de dader. Van de politie kreeg ik te horen dat de dader spijt betuigde van de gebeurtenissen, maar eigenlijk geloof ik daar niet zoveel van. Mijn ouders weten het verhaal van R, maar ik heb duidelijk gemaakt daar niks van wil weten.

Niet lang daarna maakte ik bij de therapeut toentertijd duidelijk dat ik gedachten had om een einde aan mijn leven te maken. Ik was continu bang voor de dader, werd geconfronteerd met mijn verleden, mijn lichaam reageerde overal heftig op, ik voelde me steeds meer alleen. Ik vroeg me af hoe ik een leven kon krijgen waarbij ikzelf belangrijk ben. De therapeut heeft me een beetje laten inzien dat er een leven met een verleden mogelijk is. Ik gaf bijles aan klasgenoten, verbeterde docenten en haalde bijna cum laude mijn HAVO diploma, zonder er veel voor te leren.

Studie

Ik startte mijn opleiding tot gymdocent en liep snel aan tegen een chronische blessure. Ik kon alles doen, behalve een langer stuk hardlopen. De decaan vroeg mij waarom ik in vredesnaam deze studie was begonnen met zo een blessure. Uiteindelijk wist ik hem te overtuigen dat mijn hart ligt bij het bewegingsonderwijs voor kinderen en dat ik daar de nodige lichamelijke ongemakken voor lief voor neem. Na het eerste propedeuse jaar had ik alle punten op het hardlopen na en de decaan heeft me geholpen met een mogelijkheid tot het halen van de propedeuse.

Tijdens het tweede jaar ging het steeds iets minder naast school. Via de studentenpsycholoog die het ‘te heftig’ vond was ik bij een andere psycholoog gekomen.

In 2018 viel ik flauw tijdens een bezoek bij de huisarts voor mijn moeder. De huisarts wist van mijn verleden en zei dat ik er over moest denken om toch iets met die angstklachten te gaan doen. Ik besluit me aan te melden bij een grote ggz, maar er blijkt een wachtlijst te zijn.

Moeizaam GGZ traject

Ongeveer vier maanden later is de intake. Volgens de psycholoog die ik daar sprak had ik een depressieve episode en PTSS. Ik moest nog wel even wachten op een behandeling (maand of drie). Ik had letterlijk naar de intake toegeleefd en stortte niet veel later in. Ik kwam in een crisiskliniek terecht (vrijwillig) en ben daar drie weken geweest. Ik ging naar huis in echter dezelfde toestand, omdat ze ‘niks voor me konden doen’. Niet veel later kon gelukkig een groep starten ter introductie op de PTSS behandeling en maakte ik kennis met de psycholoog die mij zou helpen.

Na één keer kennismaken gingen we starten met de daadwerkelijke trauma behandeling. Mijn keuze lag bij EMDR, omdat ik graag de spanning van de nare herbelevingen en herinneringen af wil hebben. Op een of andere manier lijk ik niet op een voor mij goede manier met de psycholoog te kunnen praten. Ik geef bij haar aan dat ik een andere psycholoog wilde, omdat ik met haar niet verder denk te komen. De psycholoog geeft aan dat ik geen andere psycholoog ga krijgen. Het probleem dat er is, ligt niet bij haar, maar bij mij.

Er volgt nog een gesprek of drie en mij wordt aangeraden om naar een speciale therapiegroep te gaan. Ik heb daarvoor eerst een kennismaking met de twee psychologen, een lastig gesprek. Er was één voorwaarde die bij de psychologen hoog in het vaandel staat. Dat is dat ik beloof om in de tussentijd geen suïcidale plannen uit te voeren, omdat ze dat de groep niet aan kunnen doen, maar ook dat ze voor dat soort dingen geen tijd hebben en het al druk genoeg hebben. Ik gaf aan daar mijn best voor te doen, maar dat ik dat niet 100% kan beloven. Toch mag ik naar de groep.
Die vorige psycholoog? Die gaf ineens aan dat het ons laatste gesprek was en dat ze me het beste wenst.

De therapiegroep was helaas niet aan mij besteed. Het ging steeds slechter en ik was dagen van slag. De huisarts raadde me aan om toch een behandeling bij Psytrec te overwegen. Niet veel later hebben we de verwijzing rond gemaakt, maar wederom ook hier weer een wachtlijst.

De therapeut spreekt uit dat ze het idee heeft dat ik een persoonlijkheidsstoornis heb en daar word ik op getest. Ik blijk uit het korte onderzoek vier persoonlijkheidsstoornissen te hebben en nog een aantal andere diagnoses. Ik word verwezen naar een andere afdeling en sta weer op een wachtlijst.

Thuissituatie

Tussen alle behandelingen door gaat het thuis steeds minder. Mijn moeder is erg kritisch. Alles wat ik doe is niet goed genoeg, alles kan beter, alles kan anders. Zij heeft een lichte auto-immuunziekte en ik doe een steeds groter deel in het huishouden. Het begon met de boodschappen, maar nu doe ik letterlijk alles van stofzuigen en dweilen tot koken en afwassen. Mijn moeder is erg passief, afhankelijk van mij en weet het altijd beter. Mijn vader werkt overdag en als hij ’s avonds thuis komt is hij erg stil. Soms probeer ik een gesprek aan te knopen tijdens een wandeling (hij is ook erg passief en houdt zich vast aan gewoontes), maar zegt dan al snel er niks van te begrijpen.

Het begin van de verandering: Psytrec

Tot mijn drieëntwintigste ongeveer, deed ik altijd braaf wat mijn ouders zeiden. Ik had nog nooit nagedacht over het feit dat ik een eigen mening ergens over mag hebben. Dat ik iets mag doen waar ikzelf beter van word, wat dus positief uitpakt voor mijzelf. Aan het begin van de behandeling vond ik dit erg lastig. Ik kreeg iedere sessie de vraag: ‘Wat wil je bereiken, hoe wil je dat doen, wat heb je daarvoor nodig?’ Hoe vertel je dat, hoe weet je dat, als je dat niet eerder hebt gedaan, verteld, duidelijk hebt gemaakt aan iemand anders?

Bij Psytrec kwam ik erachter hoeveel moeite ik heb met mijn schuldgevoel. Seks hoort te zijn met instemming van beide personen (naar mijn idee). Zonder dat één van beide personen onder druk wordt gezet. Ik werd onder druk gezet, met de dood bedreigd en toch houd ik mezelf verantwoordelijk voor de gebeurtenissen. Maar, hoe realistisch is dat? Een kleine ik, tegenover R, die groter, sterker, slimmer is. Kan een klein meisje werkelijk iets doen aan een machteloze, weerloze situatie? Ik kreeg complimenten, maar waren die oprecht? Mijn lichaam reageerde op de seks. Vond ik het daardoor fijn? Was het allemaal niet zo erg? Een lichaam kan bij seksueel misbruik en/of verkrachting snel in een overlevingsmodus schakelen. Het lichaam reageert op die manier, dat het de minst mogelijke schade oploopt. Een vagina wordt dan bijvoorbeeld nat. Het betekent dus niet per se dat je de seks fijn vindt, of überhaupt toe bent aan seksuele handelingen. Maar, dat het lichaam zichzelf beschermt tegen schade die het kan geven.

Zo kunnen je hoofd en hersenen ook bijzondere dingen. Mijn ‘hoofd’ zorgde ervoor dat ik de nare situaties niet allemaal continu bewust meemaakte. Die koos voor de minst slechte optie en beschermde mij op die manier. De complimenten die ik van R kreeg die (bedenk ik nu achteraf) waren alleen maar bedoeld voor zijn eigen plezier. De complimenten zorgden ervoor dat ik mijn best bleef doen, dat ik steeds verder durfde te gaan, zonder tegen te stribbelen.

 De stress die meegekomen is uit de gebeurtenissen vroeger blijkt naast geestelijk ook erg te zitten in mijn lichaam. Mijn spieren verkrampen, verlammen en bij de kleinste trigger raak ik volledig van slag.

Het traject van Psytrec is het begin van de NIEUWE IK die IK WIL worden, die IK WIL zijn, die IK MAG zijn. IK neem de regie over MIJN leven, MIJN behandeling, MIJN EIGEN IK!

Waar sta ik nu?

Nu ben ik vijfentwintig. Ik ben bezig met begeleid wonen, heb een traject bij Psytrec achter de rug en sta op de wachtlijst voor verdere behandeling. Ik zal niet zeggen dat mijn leven een feestje is en met vlagen vraag ik me af, waar ik de moeite voor doe. Ik neem beetje bij beetje de regie over de behandeling, zodat ik de mogelijkheid heb om aan mijzelf te werken en mijn doelen te bereiken.

Door mijn aandacht te schenken aan mensen die echt naar mij luisteren, durf ik een beetje risico te nemen. Risico om mensen in vertrouwen te nemen, risico om mijzelf tot een nieuw niveau te brengen, risico om te falen. Liefde ervaren, hulp accepteren en erkenning krijgen zullen mogen en kunnen groeien.

Het verstoppen van situaties die moeilijk zijn, dat kan, maar daar leer je sowieso niks van. Het is juist de truc om te kijken hoe je ermee om kunt gaan, zodat de nieuwe situaties die je tegenkomt makkelijker kunt oplossen. Nee, dat is niet makkelijk, maar als je jezelf terug wilt vinden, dan zal je moeite moeten doen.

Dit verhaal is geschreven door Turnster. De foto is een stockfoto. De vrouw op de foto is dus niet de schrijfster van dit verhaal.

Wil je reageren op dit verhaal?

Op reacties zijn onze huisregels en ons privacybeleid van toepassing. Wij behouden ons het recht voor reacties die niet conform onze huisregels zijn, niet te plaatsen. Reacties worden doorgaans binnen 24 uur beoordeeld en geplaatst.

2 gedachtes op “Mijn nieuwe ik”

  1. Knap, hoe puur dit verhaal is geschreven!

    Ik ben 54, tussen mijn 7 en 11 verschillende malen misbruikt door een 8 jaar oudere neef, en zou mijn verhaal nu nog steeds niet zo kunnen doen.

    Proficiat en heel veel sterkte!

    1. Ik ook! Tussen mijn 7 en 11e en op dit moment in mijn leven (27 jaar en ook moeder geworden) merk ik dat ik er echt iets mee moet doen omdat ik het altijd heb weggestopt. Hopelijk kan jij ook beginnen met het een plekje te geven! Ik vind het zelf nog erg lastig

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *