Homoseksualiteit

  • Dit onderwerp bevat 31 reacties, 3 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 08/01/2022 om 20:16 door Luka.
10 berichten aan het bekijken - 21 tot 30 (van in totaal 32)
  • Auteur
    Reacties
  • #246146
    Luka
    Moderator

      iedereenisanders.nl

      Dat is de centrale boodschap van ‘Iedereen Is Anders’ een platform voor LHBTI-jongeren die zoekende zijn en soms met zichzelf in de knoop zitten. Hier vind je antwoorden op twijfels of vragen waar je misschien mee zit en lees je over ervaringen van andere jongeren. Ook vind je er inspirerende video’s en antwoorden op vragen als: ben ik misschien homo? Of misschien wel biseksueel? Wat is transgender? Waar kan ik terecht met vragen over LHBTI? Hoe vertel ik het aan mijn omgeving? Hoe zit het met LHBTI en mijn geloof? Waar kan ik aankloppen als ik echt in de knoop zit? Op deze en heel veel andere vragen vind je op deze website een antwoord.

      #kweetnie

      Iedereenisanders.nl is een project van Movisie, COC Nederland en Stichting 113 in samenwerking met het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport.

      #256995
      Luka
      Moderator

        Bi personen zijn buitengewoon vaak slachtoffer van seksueel geweld, maar waarom?

        Bijna 16 procent van de bi vrouwen heeft afgelopen jaar seksueel geweld meegemaakt, tegenover 5 procent van de hetero vrouwen. “Bi’s worden vaak gezien als hyperseksueel en promiscue, waardoor daders eerder grenzen overgaan.”

        Bi personen zijn van alle seksuele voorkeuren het vaakst slachtoffer van seksueel geweld, online intimidatie en mishandeling in de relationele sfeer. Dat blijkt uit een rapport Monitor huiselijk en seksueel geweld van CBS dat ze afgelopen december over het jaar 2020 publiceerden – een jaar waarin we vooral thuiszaten en afstand moesten houden door de coronacrisis.

        De verschillen zijn verontrustend groot: bijna 16 procent van de biseksuele vrouwen heeft vorig jaar bijvoorbeeld fysiek seksueel geweld meegemaakt, variërend van ongewenste aanrakingen tot verkrachting. Bij heteroseksuele vrouwen en lesbiennes is dat getal een stuk lager, respectievelijk 4,5 en 8,4 procent. Ook bij mannen waren bi’s het vaakst slachtoffer: 6,6 procent tegenover 1,3 procent van de heteromannen.

        Hoe kan het dat die cijfers zo aanzienlijk verschillen? Waarom zijn het nou juist de bi’s die er het bekaaidst vanaf komen?

        Emiel Maliepaard is sociaalwetenschapper en onderzoekt de levens van biseksuele mensen in Nederland. Vorig jaar kwam zijn boek Bisexuality in Europe uit. “Er valt weinig over te zeggen, omdat er nog weinig wetenschappelijk onderzoek naar is gedaan,” zegt Maliepaard. Dit onderzoek van het CBS is volgens hem de eerste keer dat er onderscheid wordt gemaakt betreft seksuele oriëntatie in een onderzoek naar seksueel geweld in Nederlandse context.

        “Er zijn wel verschillende factoren die een rol kunnen spelen. Hoe er vanuit de maatschappij over biseksuelen wordt gedacht is hier één van: vooral biseksuele vrouwen worden geseksualiseerd. Bi personen in het algemeen worden vaak gezien als hyperseksueel en promiscue, misschien een beetje losbandig, waardoor daders eerder de grenzen van een bi persoon overgaan.” En ook binnen relaties komt (seksueel) geweld vaker voor bij bi mensen vertelt Maliepaard. “Partners worden onzeker en denken: ‘Ben ik wel genoeg voor jou?’ Dit komt ook door het promiscue stereotype. Mensen denken dat bi personen niet monogaam kunnen zijn.”

        “Het klopt dat lhbti-personen vaker te maken krijgen met seksueel geweld dan hetero’s, en bi’s in het bijzonder”, benadrukt Ymke Kelders van Rutgers, kenniscentrum voor seksualiteit. De specifieke redenen voor de overrepresentatie van bi personen onder slachtoffers is ook iets wat zij niet met zekerheid durft te benoemen. “Wel zien we in onderzoek dat biseksuele mensen, net als homomannen, vaker wisselende sekspartners hebben. Het zou goed kunnen dat zij door die wisseling dus ook meer risico lopen. De kans dat er iemand tussenzit met kwade bedoelingen of iemand die grensoverschrijdend gedrag vertoont, is groter.”

        De factoren die zowel Kelders als Maliepaard noemen worden onderschreven door Amerikaans onderzoek. De biseksuele Nicole Johnson, professor psychologie aan de Lehigh University in Pennsylvania schreef in 2017 het essay: Why us? Toward an understanding of bisexual women’s vulnerability for and negative consequences of sexual violence. Volgens haar is het geweld te wijten aan bi-fobie en hyperseksuele beeldvorming – plegers zien biseksuele vrouwen als seksueel beschikbaar en altijd gewillig.

        Bri Ozalas, professor communicatiestudies aan de James Madison University, schreef vorig jaar in haar essay What If You Meet Someone Else? dat haar partner haar biseksualiteit misbruikte om emotionele mishandeling te rechtvaardigen. Ze vertelt dat haar vriendin extreem jaloers en beschuldigend was wanneer Ozalas contact had met iemand die zij als bedreiging zag. Ze speelde sluw in op het bestaande stereotype en gebruikte dit om haar partner te manipuleren.

        Ook ik ben, als biseksuele vrouw, slachtoffer geweest van partnergeweld en seksueel geweld. De cijfers verbazen me daarom ook niet. Mijn ex-partner vertrouwde me niet en was extreem nerveus over dat ik vreemd zou gaan, omdat ik biseksueel ben. Soms was hij overtuigd dat hij me hetero had gemaakt, en dat biseksualiteit een fase was geweest in mijn puberteit. Ik wilde niet hoeven bewijzen dat ik betrouwbaar ben, of zo geboren ben – dat doen hetero’s ook niet. Daardoor kwam ik in een vreemde positie terecht: ik wilde uit principe die vastgeroeste, bezopen stereotypen niet ontmaskeren, maar tegelijkertijd gebruikte hij die stereotypen wél om het geweld goed te praten. Ik voelde me beledigd en niet gezien voor wie ik ben.

        Jantine van Lisdonk, onderzoeker bij Bi+ Nederland is ook niet verrast door de cijfers. “Maar het CBS-onderzoek toont ook aan dat biseksuele mensen ook veel vaker slachtoffer worden van partnergeweld, dat wisten we nog niet.” De oorzaken van deze overrepresentatie zijn ook voor Bi+ Nederland gissen. “We zijn wel aan het kijken hoe we onze gemeenschap kunnen helpen. We gaan in gesprek met hulpverleningsorganisaties waar bi+ personen terecht kunnen, want we willen graag laagdrempelig aanspreekpunt zijn en mensen doorsluisen naar de juiste instanties.” Volgens van Lisdonk is het cruciaal dat hulpverlening zich gaat focussen op een inclusieve aanpak. “Het begint met open vragen stellen, waarbij je niet van tevoren al een plaatje in je hoofd hebt. Dit is kenmerkend voor de biseksuele ervaring: dat je telkens in een hokje wordt geduwd waardoor je hele verhaal niet gehoord wordt.”

        Maliepaard hoopt dat deze cijfers voor het CBS een stok achter de deur zullen zijn voor onderzoek naar oorzaken van huiselijk en seksueel geweld tegen biseksuele personen. “Het meest efficiënte onderzoek zou naar mijn mening zijn om in gesprek te gaan met daders, en die gesprekken dan te analyseren. Dat is alleen lastig, want daders zijn over het algemeen niet erg bereid om hierover te praten.” Ook lijkt een onderzoek naar de acceptatie van biseksualiteit in Nederland Maliepaard een goed idee.

        Vanuit Rutgers wordt er tevens druk gezet op de politiek om meer geld vrij te maken voor onderzoek naar, maar voornamelijk het voorkomen van, seksueel geweld. “Met onze petitie tothier.rutgers.nl willen we veel meer aandacht vragen voor de preventie van seksueel geweld. Want seksueel geweld komt nog veel te vaak voor,” stelt Kelder. “Elk slachtoffer is er een te veel. Wij trekken de grens en zeggen #tothier. De overheid moet nu in actie komen om seksueel geweld te voorkomen, ongeacht iemands seksuele geaardheid.”

        En laten we dan ook gelijk korte metten maken met die afgezaagde stereotypen en vooroordelen. Want als je twee meiden ziet zoenen of je bang bent dat je vriendje je gaat dumpen voor een jongen, is dat nooit een reden voor geweld. Hoe sletterig we ook zijn.

        Heb je een ongewenste seksuele ervaring meegemaakt? Het telefoonnummer van Centrum Seksueel Geweld is 0800-0188. Of check hun website voor meer informatie: http://www.centrumseksueelgeweld.nl. Ook kun je terecht bij Slachtofferhulp Nederland (0900-0101) en de Nationale Politie (0900-8844).

        Bron: Vice.com >>

        #257569
        Mark
        Moderator

          Na moord in Beveren getuigt Mister Gay Belgium: “Ik werd misbruikt na contact via een dating-app”

          Naar aanleiding van de moord op een 42-jarige man in Beveren, die via een online dating-app voor homo’s in de val zou zijn gelokt, doet nu ook Mister Gay Belgium Joren Houtevels (21) in Het Laatste Nieuws een oproep om voorzichtig te zijn. “Het zijn niet de apps die gevaarlijk zijn maar de mensen die ze misbruiken.”

          Bij Radio 2 Vlaams-Brabant doet Joren Houtevels uit Leuven zijn verhaal: “In 2018 ben ik seksueel misbruikt door een dertiger die ik enkele jaren eerder via een dating-app heb leren kennen. Hij perste me af met naaktfoto’s die ik als 15-jarige in vertrouwen aan hem had doorgestuurd. Toen ik de foto’s doorstuurde dacht ik dat hij een leeftijdsgenoot was die met dezelfde problemen zat als ik. Zo hadden we een vertrouwensband opgebouwd. Maar nadat ik de foto’s had doorgestuurd begon het fout te lopen. Hij perste me af, wist me wonen, kende mijn familie en vrienden, kortom de man wist alles over mij. Toen ik 18 jaar was dacht ik dat het wel zou stoppen als ik één keer met hem zou afspreken, maar dat was dus niet het geval, hij misbruikte mij.”

          Het is zo belangrijk om bij elke vorm van gaybashing of seksueel misbruik een klacht in te dienen.
          Joren Houtevels – Mister Gay Belgium

          Uiteindelijk stapte Joren naar de politie en diende een klacht in. Maar die stap is zeker niet evident, getuigt hij: “Ik ben uiteindelijk pas een jaar later naar de politie durven gaan. Ik schaamde me geweldig. Ik begrijp dus zeker dat veel mensen daarmee zitten. Maar het is zo belangrijk dat je een klacht indient bij elke vorm van gaybashing, verbaal of fysiek, maar ook zeker bij seksueel misbruik. Zo’n klachten worden au sérieux genomen. Praat erover, want zoiets kan je niet alleen doen. Ik ben heel blij dat ik mijn familie en vrienden heb die me daarbij hebben geholpen.”

          Tips om veilig te daten
          Toch wil Joren niet schieten op de dating-apps. Hij geeft wel tips over hoe je er veiliger mee kan omgaan: “De apps zelf zijn het probleem niet. Ze zijn gemaakt om mensen te leren kennen en dat is niet fout. Maar het gevaar zit hem in de mensen die misbruik maken van de apps. Daarom is het belangrijk dat je eerst op andere sociale media op zoek gaat naar de persoon waarmee je afspreekt en dat je probeert te video bellen. Zo zie je met welke persoon je te doen hebt. Daarnaast is het ook belangrijk dat je een vriend of vriendin op de hoogte brengt van het feit dat je met iemand afspreekt. Je kan ook eventueel via een app zoals Whatsapp je locactie delen zodat ze weten waar je bent. ”

          Bron: vrt.be

          #258744
          Luka
          Moderator

            HOE JONGE HOMO’S LEREN DAT GRENZEN ER NIET TOE DOEN

            Van jongs af aan horen homo’s dat ze ‘anders’ zijn. Dat kan jaren later nog hun zelfbeeld en hun zoektocht naar intimiteit bepalen. ‘Vaak bejubelen oudere mannen ze voor het eerst om wie ze écht zijn: jong en gay.’

            Er trekt een kleine #MeToo-golf door de lhbti+-gemeenschap. Na onthullingen in de media over Martijn N. en Sidney Smeets delen steeds meer jonge mannen hun ervaringen over seksueel grensoverschrijdend gedrag door oudere mannen. De verhalen tonen opvallende parallellen: de jongens en mannen schrijven over eenzaamheid, naïviteit tegenover paaiende oudere mannen en schaamte over wat hun is overkomen.

            De verhalen kwamen ook mij bekend voor. Vier jaar geleden stond ik na een bliksemgesprek op datingapp Grindr voor de deur van een wildvreemde man in een mij onbekende stad. Ik was net een paar weken student en kon eindelijk ‘werk gaan maken’ van mijn geaardheid. Maar dat ik daar stond voelde geen moment als een vrije keuze: hij wilde het, mijn lichaam wilde het. Het werd mijn eerste keer en mijn grenzen werden genadeloos overtreden. Ik smeekte hem om te stoppen; daar had hij geen boodschap aan.


            IN DE GAY COMMUNITY IS SEKS MET OUDERE MANNEN GENORMALISEERD

            Ik deed de ervaring lang af als een lollige anekdote over een naïeve jongen, continu bagatelliserend en mezelf aanrekenend wat hij me had aangedaan. Pas jaren later durfde ik met anderen te delen hoe onveilig ik me toen had gevoeld. Maar door de verhalen van de afgelopen tijd besefte ik: dit gebeurt nog al te vaak onder mannen die seks hebben met mannen. Onderling, in wat we bij gebrek aan een betere term de gay community noemen, is seks met oudere mannen genormaliseerd. Dat je ze al jong van je af moet slaan ‘hoort erbij’, lijkt de consensus. Onder het mom van vrije seks als een groot goed wordt grensoverschrijdend gedrag te vaak getolereerd.

            Ik wist niet, schrijven veel slachtoffers, dat dergelijke ervaringen zo gemeengoed zijn. Vaak is het de eerste keer dat ze erover praten. Hoe kan het dat we zo vaak hetzelfde meemaken maar niemand het van elkaar weet?

            ERBIJ HOREN
            Ik bespreek het met therapeut Jeremy Heshof (44). Heshof ontvangt in zijn ‘Praktijk voor mannen’ regelmatig mannen die worstelen met hun seksleven, coming-out en zelfbeeld. De eerste vragen die hij ze stelt gaan over hun opvoeding, vertelt hij. “Als je als jongen van je ouders te horen kreeg dat je te verwijfd liep, of niet met poppen mocht spelen, zijn er giftige boodschappen ingeprent. Mannen leren hun gedrag aan te passen aan wat wenselijk wordt geacht.”

            En niet alleen ouders programmeren de kinderen, legt Heshof uit. Al vanaf jonge leeftijd maakt de maatschappij ze op subtiele en minder subtiele wijze duidelijk dat ze anders zijn. “Ze groeien op in een wereld die is ingericht naar het heteronormatieve ideaal van mannetje-vrouwtje plus kinderen. Sterker nog: het alternatief wordt vaak, bewust of onbewust, weggezet als iets slechts.”

            Als puber wil je één ding: erbij horen. Kleine signalen – schelden met ‘homo’, homofobe grapjes op televisie, stereotyperingen in de media – zijn genoeg om je het gevoel te geven dat je er níet bij hoort, signaleert Heshof. En zolang ouders, scholen, media en maatschappij niet expliciet duidelijk maken dat iedereen op het lhbti+-spectrum mee mag doen, zullen kwetsbare jongeren in een hoek worden gedreven, denkt hij.

            SPELEN DAT JE HETERO BENT
            Om toch op te kunnen gaan in de massa leren pubers hun gedrag aan te passen op wat gewenst lijkt, zegt Heshof. “Vaak gaat een nieuwe cliënt tegenover me zitten met zijn benen over elkaar, kijkt mij aan en zet zijn benen weer naast elkaar, met een meter ertussen. Het ‘foute’, ‘vrouwelijke’ gedrag wordt meteen gecorrigeerd.” Volgens Heshof slaat dat terug op de jeugd; deze mannen hebben zichzelf weggecijferd. “Daarmee zet je een belangrijk stuk identiteit en persoonlijkheid aan de kant. Je moeten gedragen op een manier die voor jou niet natuurlijk is, constante alertheid om niet ‘ontmaskerd’ te worden en je seksuele en romantische impulsen wegstoppen heeft een grote invloed op je zelfbeeld.”

            De Amerikaanse klinisch psycholoog Alan Downs beschreef die psychologische impact in zijn controversiële boek The Velvet Rage (2005, in 2019 vertaald naar het Nederlands). Zijn analyse van homoseksuele mannen kon op veel herkenning rekenen, maar sommige lezers voelden zich vooral gepathologiseerd. Heshof herkent Downs’ observaties uit zijn eigen praktijk.

            Volgens Downs slaan veel jongens aan het acteren om te kunnen voldoen aan masculiene rolpatronen. Ze ‘speelden’ dat ze hetero, macho waren. Het gevolg: deze jongens kunnen de voor iedere puber broodnodige bevestiging niet krijgen. Een complimentje over aangeleerd en niet-authentiek gedrag (zoals de ‘verovering’ van een meisje) zou geen daadwerkelijk validerend effect hebben, omdat het niet op hun eigenlijke identiteit slaat. Het resultaat is volgens Downs een diepgeworteld gebrek aan eigenwaarde en zelfvertrouwen dat lang kan doorwerken. Een gevoel dat jongeren, diep in de kast, bovendien met niemand kunnen delen.

            ONGELIJKWAARDIGE SITUATIE
            Ondertussen gieren de hormonen door het lijf, en kiezen veel jongens voor de eenvoudigst ogende weg: het internet. Vier op de vijf jonge homo’s maakt gebruik van een of meerdere dating-apps. Wie vóór de smartphonerevolutie opgroeide kon terecht op anonieme chatrooms. Uitgekotst door de wereld – of met de angst daarvoor – komen ze in een afgesloten, anonieme omgeving terecht waar de complimentjes ze opeens om de oren vliegen. Vaak van oudere mannen die deze jongens voor het eerst bejubelen om wie ze écht zijn: jong en gay. Uit angst voor nieuwe afwijzing laten ze zich, onervaren als ze zijn, overhalen tot een ontmoeting waarbij grenzen niet zelden overschreden worden.

            Heshof hoort zulke ervaringen van veel van zijn homoseksuele cliënten, en benadrukt dat slachtoffers geen enkele blaam treft. “Jonge jongens zijn op zoek naar aandacht en erkenning, terwijl zo’n oudere man met hele andere dingen bezig is. Dan kan het zomaar gevaarlijk worden. Het is een ongelijkwaardige situatie. Deze jongeren hebben vaak niet geleerd wat oprechte aandacht is, konden het vaak nergens afkijken, en weten dan ook niet door de vleierij heen te prikken.” Zijn boodschap aan iedereen die in aanraking is gekomen met seksueel geweld is helder: “Praat erover. Het is oké om toe te geven dat je slachtoffer bent, en het is nooit jouw schuld.”

            Het gevoel van schaamte en minderwaardigheid wordt na zo’n desastreuse vroege ervaring alleen maar vergroot. Weer moeten mannen zich aanpassen aan de verwachtingen van de maatschappij: ze staan zichzelf niet toe slachtoffer te zijn, ziet Heshof. Want hoewel seksueel geweld jegens vrouwen langzaamaan bespreekbaarder wordt, heerst bij mannen het hardnekkige misverstand dat zij niet verkracht worden – of daar geen last van zouden hebben.

            “Dit taboe op mannelijk slachtofferschap kan grote gevolgen hebben als het jongens daardoor niet lukt om professionele hulp te zoeken”, verklaart Heshof. “Alcohol- of drugsgebruik, overmatig sporten: ze grijpen van alles aan om maar niet bij die pijn te hoeven komen.” Ook kan onverwerkt trauma later tot burn-outklachten leiden.

            EXTERNE BEVESTIGING
            Downs beschrijft in zijn boek dat homoseksuele mannen op zoek gaan naar bevestiging van buiten. ‘Als je zelf niet het idee hebt dat je ertoe doet moet je het van anderen horen, op alle mogelijke manieren’, schrijft hij. Het gedrag dat daaruit volgt ziet Heshof bij veel van zijn cliënten. Dit ligt, zo stelt hij, aan de basis van bepaalde seksuele patronen: zolang er iemand in je bed ligt voelt het alsof je liefde waard bent en hoef je niet alleen te zijn. “Voor vrije seks is het nodig dat je het echt als vrij persoon doet; ik vraag me af in hoeverre homoseksuele mannen altijd vrij zijn om te doen wat goed voor ze is. Vervelende, pijnlijke of ongemakkelijke seks wordt voor lief genomen omdat het desondanks een stukje bevestiging van buiten is.”

            En wie mede hierdoor altíjd vervelende of niet bevredigende seks heeft gehad, legt hij uit, kan gaan geloven dat dat de enige soort is. Bovendien kan iemand zonder solide zelfbeeld moeilijker opkomen voor het eigen genot. “Als je altijd validatie nodig hebt van je partner kun je je eigen plezier niet vooropstellen. Daarmee loop je het risico dat je hem teleurstelt, en hij je verlaat. Dat beangstigt: eenzaamheid is geregeld een nachtmerrie voor homoseksuele mannen. Dan voelen ze zich weer dat 12-jarige jongetje dat zich op school zo alleen voelde, als homo in een heteronormatieve wereld.”

            Seks kan zo een manier worden om eigenwaarde op te doen die je op andere momenten hebt gemist, legt Heshof uit. Dat maakt jongens vatbaar voor toespelingen van meer ervaren mannen die op hun beurt ook op zoek zijn naar gezelschap en fysieke intimiteit. Als grenzen aangeven ook nog wordt bemoeilijkt door de angst voor afwijzing, creëert dit een voedingsbodem voor grensoverschrijdend gedrag.

            Dit alles vraagt om meer verantwoordelijkheidsgevoel van de maatschappij om jonge lhbti’ers veiliger op te laten groeien, vindt Heshof, al merkt hij dat het met de nieuwste generatie queer jongeren al beter gaat. Toch doet hij een beroep op ouders, scholen en de gehele maatschappij om een ondubbelzinnig signaal af te geven dat deze kids er mogen zijn en liefde verdienen. “Maak alles bespreekbaar, en draag actief uit dat je seksuele diversiteit verwelkomt. Scholen en ook de media hebben hier een belangrijke rol in.”

            Bron: One World >>

            #258745
            Luka
            Moderator

              ‘DE ZOEKTOCHT NAAR QUEER LIEFDE IS ONVEILIG’

              Jonge lhbti+’ers zijn vaak slachtoffer van seksuele intimidatie door ouderen. Daar werd ook D66-Kamerlid Sidney Smeets deze week van beschuldigd. Manju Reijmer sprak over zulke machtsverhoudingen met verschillende generaties queer mensen: ‘Al mijn gay vrienden hebben meegemaakt dat oudere mensen seks willen.’

              Ik was 22 en was uit eten in een Chinees restaurant in Nijmegen. Tegenover me zat een man van in de vijftig. Hij was in die tijd de enige vriend met wie ik diepgaande gesprekken kon hebben over queer zijn. Hij was getrouwd met een vrouw en worstelde, net als ik toen, met gevoelens die hij voor het eerst in zijn leven durfde te erkennen. Hij wist meer dan ik over de afwijkende seksuele gevoelens en wat die behoeften precies betekenden. Maar hoe naïef ik die dag ook nog was over mijn seksualiteit, ik wist: deze man wil seks met me.

              Voor hetero mensen is het wellicht nieuws, maar onveilig afspreken is voor veel jongeren realiteit. Op mijn zeventiende sprak ik al in het geheim af, wetende wat de risico’s waren. Ik sprak met vreemden af omdat ik moest ontdekken waarom ik verlangde wat ik verlangde. Dus bevond ik me regelmatig op plekken waar ik niet zelfstandig weg kon komen, met mannen die ik niet kende, op tijden dat mijn vrienden en familie onbereikbaar waren. Ik zocht seks, zeker, maar ook antwoorden. Iemand die me kon vertellen dat er niets mis was met mij. Ik zocht herkenning, verbinding, wellicht zelfs liefde.

              SAMENKOMEN
              Olave Nduwanje (37), schrijver en activist, deed vrijwilligerswerk bij The Hang-Out 010, een ontmoetingsplek voor queer jongeren in Rotterdam. Er zijn verschillende initiatieven in Nederland, zoals Jong & Out van het COC en The Hang-Out 010 waar queer jongeren vrijblijvend kunnen komen praten. Die plekken zijn nodig, en redden, zoals Olave benadrukt, vele jongeren die actief hulp zoeken.

              Maar onveiligheid zit dieper in de samenleving. Dagelijks ‘flikker’ genoemd worden, het collectieve gelach om een homofobe grap: voordat queer jongeren goed weten wat er in hun lichaam gebeurt, maakt de maatschappij al duidelijk dat wat zij voelen en verlangen, niet gebruikelijk, niet geaccepteerd en soms ronduit walgelijk is.

              “Ik kon bij die initiatieven m’n plek niet vinden”, geeft Elijah Tevrede (20) toe. Hij wilde liever met zijn hetero vrienden omgaan, zelfs als hij daar respect moest afdwingen voor zijn seksualiteit. Dat begrijp ik wel. Ik, diep in de ontkenning en schaamte, haalde het niet in mijn hoofd om een organisatie op te zoeken die me kon helpen. Toen mijn huisarts na een vraag over seks ooit suggereerde dat ik wellicht aangetrokken was tot jongens, stormde ik boos weg. In dat opzicht bood onveilig afspreken met vreemden me iets wat, naar ik veronderstelde, hulporganisaties niet konden bieden: discretie.

              Olave werd net als veel queer tieners uit huis gezet toen zij voor haar seksualiteit en genderidentiteit uitkwam. “Het ergste wat ik dacht dat me kon gebeuren, is gebeurd”, vertelt ze. “Daarom wil ik voor jongeren benadrukken: het is oké om in de kast te blijven als je daarmee je veiligheid behoudt.”

              Als je met niemand over seksualiteit durft te praten, is online daten al snel de enige mogelijkheid om in contact te komen met anderen zoals jij. Bovendien: omdat je maar zo weinig queer mensen tegenkomt in het dagelijks leven, zijn de mensen die je kunt en wilt daten al helemaal dun gezaaid. Apps als Grindr, hoe problematisch ook, zijn vaak de enige toegang die we hebben tot de queer gemeenschap.

              Maar zo vervagen bij jonge mensen zoals ik tegelijkertijd de grenzen van gemeenschap, vriendschap en seksualiteit. De enige queer mensen die je ziet, zijn immers diegenen met wie je seks hebt. Die vervaging levert nog weer een heel andere wereld van onveiligheid op.

              SEKS EN VRIENDSCHAP
              “Al mijn vrienden in de gay gemeenschap hebben wel eens meegemaakt dat oudere mensen seks willen of er geld voor betalen. In het begin gaat het daar misschien niet om, maar uiteindelijk toch wel. Dat is heel pijnlijk”, vertelt Elijah. “Dat is een probleem in de gemeenschap. Zelfs de veilige plekken zijn niet betrouwbaar”, stelt Olave. “De jongeren die ik nu tegenkom, hebben ervaringen met volwassenen die problematisch en zelfs grensoverschrijdend zijn.”

              Iedereen aan tafel herkent zich in die grensvervaging, maar volgens Glenn Helberg (66), psychiater en psychotherapeut, is het erger geworden. Via zijn praktijk ondersteunt hij ook queer jongeren en stelt zich als mentor op. “In mijn beleving heeft er een seksualisering plaatsgevonden. Toen ik in de jaren 70 uitging, in de tijd van vrije seks, had ik het gezellig. Ik ging dansen. Als ik nu uitga, is iedereen bezig met zijn telefoon om te kijken of er iemand in de buurt is.”

              Volgens Glenn internaliseren we onderdrukking en het idee dat we niet goed genoeg zijn. “Daartegenover proberen we ons gevoel van eigenwaarde te vergroten met die ontmoetingen. Maar dat kan niet als we steeds situaties opzoeken waarin je denkt ‘is dit alles?’ We stoppen macht in seksualiteit.” Volgens Olave geven we seks ook teveel waarde. “Inderdaad, macht en waarde”, vervolgt Glenn. “We leren niet wat seksualiteit betekent. Wat heb je nodig? Wat wil je geven? En wat kunnen wij voor elkaar betekenen?”

              Olave bevestigt dit. “Wij moeten jonge mensen in hun proces van zelfacceptatie ondersteunen en als queer rolmodellen onze verantwoordelijkheid nemen. Ik ben voor seks met zo veel partners als je wilt, maar als iemand naar me toe komt en bevestiging zoekt, dan kan ik seks niet combineren met helpen.”

              Is dat genoeg om ons veiligheid te bieden? Als die ene persoon met wie je afspreekt via Grindr nadenkt over wat jij als jongere nodig hebt – seks of onderwijs – en je vervolgens begeleidt, dan is er nog een heel grote wereld daarbuiten waar je óók onveilig bent. Olave is hoopvol. Er moeten meer plekken komen zoals Jong & Out en The Hang-Out 010, stelt ze voor, met professionele hulpverleners, geen vrijwilligers. Elke leraar op de middelbare school moet antwoord kunnen geven op de vragen die queer jongeren hebben over seksualiteit en gender.

              Elijah zegt vrolijk dat hij een langdurige relatie heeft. Herkenning, verbinding, zelfs liefde zijn dus wel degelijk mogelijk voor queer jongeren. Dat is een belangrijke les die zij moeten leren, maar wel veilig en zonder verwachting van seks, realiseer ik me dankzij dit gesprek met Olave, Glenn en Elijah. Het minste wat ik kan doen voor jonge queer mensen, is zelf veiligheid bieden.

              Een uitgebreidere versie van dit artikel verscheen op OneWorld.nl op 2 mei 2018.

              Bron: One World >>

              #258877
              Luka
              Moderator

                Vier lhbt-jongeren over hoe onveilig ze zich voelden op school

                “Toen ik elf was, vroeg ik verkering aan een jongen. Daarna wilde de juf een gesprek met mijn ouders – ze vond dat dit absoluut niet kon of mocht. Volgens haar maakte ik de school een onveilige omgeving voor andere kinderen.”

                “Scholen mogen ouders een contract laten ondertekenen waarin staat dat de school homoseksualiteit afkeurt.”

                Dit is geen citaat uit een folder van een strenge kostschool uit de jaren vijftig, maar een uitspraak van Arie Slob, minister van onderwijs, gisteren in de Tweede Kamer. Daar werd namelijk gedebatteerd over of scholen mogen eisen dat ouders een verklaring tekenen waarin een homoseksuele levenswijze wordt afgekeurd – iets wat tot op de dag van vandaag nog steeds gebeurt op sommige reformatorische scholen.

                Een groot deel van de tweede-kamerleden vindt dat dit niet meer moet kunnen, maar volgens ChristenUnie-Slob is dit een onderdeel van de ‘vrijheid van onderwijs en religie’. Tegelijkertijd zijn scholen, volgens hem, wel verplicht om voor een veilig klimaat te zorgen. Hoe dat in hemelsnaam mogelijk is wanneer je seksualiteit er verboden wordt, daar had de minister geen antwoord op.

                Slobs uitspraak zorgde direct voor een hoop ophef, en een paar uur later krabbelde hij alweer terug. “Als die contracten in strijd zijn met een veilig klimaat op school, dan moeten ze op een goede manier worden aangepast,” zei hij. Slob mag dan wel van standpunt veranderd zijn, de treurige realiteit is dat er nog steeds bitterweinig bescherming is voor lhbti+-jongeren op middelbare scholen.

                Het COC, de Nederlandse belangenvereniging voor lhbti+-ers, vindt dat lhbti+’ers welkom moeten zijn op élke school en ook dat ze beschermd moeten worden. “Scholen moeten lhbti-leerlingen juist steunen,” schrijft COC-voorzitter Astrid Oosenbrug, “Want ‘homo’ is op scholen het meest gebruikte scheldwoord, lhbti-jongeren worden vier keer vaker dan gemiddeld gepest, en ze doen bijna vijf keer vaker een zelfmoordpoging.”

                VICE sprak vier jongeren over hun ervaringen als lhbti+’er op zowel een reformatorische, christelijke als openbare school, en waarom het volgens hen zo belangrijk is om je juist daar veilig te voelen.

                Elijah, 19

                Op mijn twaalfde kwam ik uit de kast. Mijn ouders hadden hier geen probleem mee: ze vonden het fijn dat ik mezelf durfde te zijn. Wel waarschuwde mijn moeder me dat ik me waarschijnlijk zou moeten verdedigen; ze dacht dat er een hele hoop mensen nog niet klaar waren om mij en mijn seksualiteit te aanvaarden. En inderdaad, op de middelbare school was dat ook zo.

                Wanneer ik in de klas uitgescholden werd, lachte de docent vaak gewoon mee. In het ‘beste geval’ negeerden ze het gewoon.

                Op mijn mijn school, een openbare school in Spijkenisse, wist iedereen meteen dat ik homoseksueel ben. Alhoewel een groot deel van de leerlingen dat accepteerde, waren er een paar die niet met mijn seksualiteit om konden gaan. Als ik over een jongen sprak, werd me gevraagd of ik me ‘lekker in mijn kont liet neuken’. Ik werd ook uitgescholden voor ‘flikker’, ‘zember’ of ‘kankerhomo’. Soms werd er tegen mijn hielen getrapt. En wanneer ik in de klas uitgescholden werd, lachte de docent vaak gewoon mee. In het ‘beste geval’ negeerden ze het gewoon.

                Toch heb ik me nooit onveilig gevoeld. Ik heb namelijk geleerd om voor mezelf op te komen. Als iemand me uitschold, stapte ik op die persoon af en zei ik hem dat hij me waarschijnlijk lekker vond. Of ik zei gewoon dat-ie z’n bek moest houden. Ik leerde vanaf een jonge leeftijd om respect af te dwingen. Anders zou ik het nooit halen. Sterker nog: die ervaringen hebben me sterker gemaakt. Nu ben ik een danser, en omdat ik altijd geleerd heb om mezelf niet te verloochenen, durf zonder schaamte op grote podiums te dansen en mijn kont eraf te twerken.

                Omdat ik een van de weinige openlijke homo’s van de school was, kreeg ik geregeld DM’s van jongeren die nog in de kast zaten. Ze vroegen me om raad, omdat ze geen idee hadden hoe ze om moesten gaan met hun geaardheid. Op school kregen we bijvoorbeeld nooit les over homoseksualiteit. En omdat er helemaal geen anti-pestbeleid was, voelden heel weinig lhbti-jongeren zich echt veilig op mijn school.

                Wim, 26

                Ik ben opgegroeid in de Biblebelt, op de Veluwe. Op de middelbare school ontdekte ik dat ik homoseksueel ben. Toch ben ik nog maar twee jaar geleden uit de kast gekomen.

                Doordat mijn leraren homoseksualiteit openlijk afkeurden, ontstond er ruimte voor pesterijen van mijn medeleerlingen.

                Op mijn reformatorische school was er namelijk absoluut geen ruimte voor mensen met een andere geaardheid dan heteroseksualiteit. We kregen wel lessen over seksualiteit, maar daarin werd er alleen maar gesproken over heteroseksuele relaties en hoe de Bijbel hier tegenover staat. In diezelfde lessen werd ons ook geleerd dat homoseksualiteit absoluut niet mag – en dat je in zonde leeft als je die gevoelens hebt en eraan zou toegeven.

                Doordat mijn leraren homoseksualiteit openlijk afkeurden, ontstond er ruimte voor pesterijen van mijn medeleerlingen. ‘Homo’ was een scheldwoord. Het is niet zo dat ik toen al meteen honderd procent zeker was dat ik per se homoseksueel was, maar ik wilde wel praten over dat sluimerende gevoel van verwarring. Dat durfde ik absoluut niet.

                Als ik terugdenk aan die tijd, voel ik vooral verdriet. Ik heb weinig foto’s van mijn tienertijd en de paar foto’s die ik wel heb, zie ik liever niet terug. Je ziet namelijk dat ik niet mezelf was.

                Nu, jaren later en ver verwijderd van de middelbare school, durf ik eindelijk wel mezelf te zijn. Toch zijn er ook nu nog zoveel jongeren die zich niet veilig voelen op hun school, omwille van hun geaardheid. Alhoewel we in een land leven waarin iedereen het recht heeft op een vrije meningsuiting, en scholen het recht hebben om te kiezen wat hun idealen en waarden zijn, vind ik dat het hun verantwoordelijkheid is om een open gesprek te creëren, waarbij elke student zich gehoord voelt.

                Daniel, 20

                Ik wist eigenlijk al vrij vroeg dat ik op jongens val. Mijn ouders, die dit ook snel doorhadden, besloten daarom om mij naar een openbare basisschool te sturen. Ze hoopten dat ik daar meer ruimte zou krijgen om mezelf te ontdekken.

                Toen ik elf was, vroeg ik verkering aan een jongen. Daarna wilde de juf een gesprek met mijn ouders – ze vond dat dit absoluut niet kon of mocht. Volgens haar maakte ik de school een onveilige omgeving voor andere kinderen.

                Toen ik elf was, vroeg ik verkering aan een jongen. Daarna wilde de juf een gesprek met mijn ouders – ze vond dat dit absoluut niet kon of mocht. Volgens haar maakte ik de school een onveilige omgeving voor andere kinderen. Mijn ouders vonden dat natuurlijk een vreselijke opmerking, maar toen ze naar de directie gingen om hierover te klagen, werd er weinig mee gedaan. Gelukkig hebben mijn ouders me altijd gesteund.

                Dat moment heeft me nog lang achtervolgd. De juf sloot me buiten van leuke activiteiten, en liet me nooit naar een hoger niveau gaan in de lessen. Ik voelde dat ze altijd al een hekel aan me had, en ik denk dat dit te maken heeft met het feit dat ik jongens leuk vind.

                Uiteindelijk ben ik naar een christelijke middelbare school gegaan. Daar heb ik meteen in de eerste klas verteld dat ik op jongens val. Een half jaar later ben ik van mentorklas verwisseld, omdat de mentor mij ‘te lastig’ vond. Later bleek dat hij me van klas had laten wisselen omdat ik homo ben. Het was niet de eerste keer dat hij een leerling uit z’n klas wilde omdat-ie niet hetero is: toen de school op onderzoek uit ging, bleek dat hij dit al jaren deed. Uiteindelijk is hij zelf gestopt met daar lesgeven.

                Het was wel een christelijke school, maar er waren een paar leraren openlijk gay. Dat was enerzijds een voordeel, omdat ik me begrepen voelde door de school. Maar anderzijds was er nog geen open gesprek over homoseksualiteit, of hoe je daar als medeleerling mee om kan gaan. Daardoor was er ook weinig oog voor pesterijen door medeleerlingen.

                Ik heb ontzettend veel geluk gehad met mijn ouders, die me altijd ondersteund hebben. Door hen hoefde ik nooit echt uit de kast te komen. Maar niet iedereen heeft dat geluk. Scholen die ‘de vrijheid’ krijgen om zelf te beslissen hoe ze omgaan met homoseksuele leerlingen, en er dan voor kiezen om het niet toe te laten, kunnen lhbti-leerlingen ontzettend beschadigen.

                Dante, 21

                Rond mijn zestiende kwam ik erachter dat ik panseksueel ben [panseksualiteit is de seksuele aantrekking naar personen van alle genderidentiteiten en geslachten, red.]. Dat is voor mij nooit een heel groot probleem geweest, en ook mijn omgeving en medeleerlingen vonden dit gewoon prima. Het ding wat wel complexer was, voor zowel mijzelf als mijn klasgenoten en de school, is het feit dat ik non-binair ben.

                In de lessen zelf werd er nooit gesproken over genderidentiteit, dus ik wist zelf niet goed wat er met me aan de hand was.

                Ik kwam daar zelf vrij laat achter, omdat ik nooit wist dat dit überhaupt bestond. Ik kreeg op school wel geregeld de vraag of ik nou een man of vrouw ben, maar vaak was dit op een lullige manier bedoeld en niet om hierover een oprecht gesprek aan te gaan. Die ongemakkelijke momenten herinner ik me nog goed – ondanks dat ze niet zo groots lijken, hebben ze wel een grote impact op me gehad. In de lessen zelf werd er nooit gesproken over genderidentiteit, dus ik wist zelf niet goed wat er met me aan de hand was.

                Toch heb ik me nooit onveilig gevoeld op school. Ik had bijvoorbeeld een paar lhbti-leraren, waardoor ik me altijd wel gezien voelde. Daarnaast hadden we ook Paarse Vrijdag, een dag waarin medeleerlingen paars dragen uit solidariteit naar lhbt’ers. Dat heeft me altijd wel geholpen, omdat ik zag dat een gigantisch deel van de school voor homorechten was en mij dus ook steunde. Er was ook een strikt anti-pestbeleid. Daardoor was de algemene sfeer op mijn school erg goed.

                Doordat mijn school zo open was, durf ik nu zonder schaamte mijn eigen identiteit te ontdekken. Ik ben nu nog wat aan het experimenteren met namen en pronouns. Als mijn school homoseksualiteit had verboden, had ik me zo ontzettend bedreigd gevoeld. Daardoor had ik nooit zo vroeg uit de kast durven komen en had het nog jaren geduurd voordat ik durfde ontdekken wie ik echt ben.

                Bron: Vice >>

                #258917
                Luka
                Moderator

                  De bi+ gemeenschap staat op: “Ik wil niet dat mensen mij als hetero zien, want dat ben ik niet”

                  Ongeveer één miljoen Nederlanders heeft biseksuele gevoelens en/of ervaringen. Uit recent onderzoek van Bi+ Nederland blijkt dat deze mensen vaak tegen de ‘monoseksuele’ norm aanlopen. Ariela is zelf ook queer en ging in gesprek met lotgenoten die dit probleem herkennen.

                  Wanneer er wordt gesproken over seksuele oriëntatie denken veel mensen nog vaak aan de hokjes hetero en homo/lesbisch, oftewel: de monoseksuele norm, het idee dat mensen zich enkel tot één gender aangetrokken voelen. Maar personen buiten deze monoseksuele norm zijn lang ‘onzichtbaar’ geweest (en gemaakt), zowel in het dagelijks leven als in beleidstukken en wetgeving.

                  Voor deze mensen is er de term bi+, dat is iedereen die zich identificeert als biseksueel, queer, panseksueel en/of fluïde, maar ook personen die zich identificeren als hetero- of homoseksueel en lesbisch, ondanks dat zij ook biseksuele gevoelens ervaren.

                  Jantine van Lisdonk is antropoloog in seksuele- en genderdiversiteit en medeoprichter van Bi+ Nederland, een nieuwe organisatie die zich inzet voor iedereen die bi+ gevoelens en ervaringen heeft. Zij bevestigt dat bi+ personen lang onzichtbaar zijn geweest, ook onder onderzoekers en beleidsmakers: “De aanname was vaak dat je óf een heteroseksueel leven leidt óf een homo of lesbisch leven, met eventueel dezelfde problemen.”

                  Uit de LHBT-monitor 2018 van het Sociaal en Cultureel Planbureau is gebleken dat dit niet het geval is. Een van de belangrijkste conclusies was dat met name transgender personen (man, vrouw en non-binair) en biseksuele personen meer gezondheidsproblemen krijgen dan anderen binnen de queer gemeenschap. Dat neemt natuurlijk niet weg dat ook andere personen binnen de LGBTQIA+-gemeenschap tegen gezondheidsproblemen aanlopen. Maar het geeft wel aan dat het belangrijk is om ook specifieke aandacht te geven aan bi+ personen.

                  Uit het onderzoek van Bi+ Nederland is nu ook gebleken dat bi+ mannen (in vergelijking met bi+ vrouwen en non-binaire/genderfluïde personen) meer last hebben van geïnternaliseerd stigma, terwijl bi+ vrouwen en non-binaire/genderfluïde personen juist meer last hebben van bi-erasure, wat wil zeggen dat over de laatste groep vaker wordt gedacht dat ze in de war zouden zijn of dat ze in een fase zouden zitten.

                  Ruim 80% van de bi+ vrouwen en non-binaire/genderfluïde personen wil dan ook dat hun seksuele oriëntatie serieuzer genomen wordt, en ruim 70% van hen zou willen dat hun seksuele oriëntatie zichtbaarder was. Daarnaast hebben bi+ vrouwen en non-binaire/genderfluïde personen vaker last van stigma’s van buitenaf. Zo krijgt ruim de helft van de bi+ vrouwen en non-binaire/genderfluïde personen regelmatig ongepaste vragen naar hun hoofd geslingerd, en ruim 30% van de non-binaire/genderfluïde heeft te maken met verbaal geweld.

                  Een leven vol stigma’s
                  Leroy Kxng (29) heeft veel te maken met stigma’s als Zwart non-binair persoon die zichzelf identificeert als seksueel fluïde en polyamoreus is. “Ik heb nu een relatie met iemand die zich identificeert als vrouw en dan denken mensen dat ik opeens heteroseksueel ben. Terwijl dat al niet kan omdat ik mezelf identificeer als non-binair”, vertelt Leroy.

                  Hen is polyamoreus en vond het door alle vooroordelen die er zijn over biseksuelen aan het begin erg moeilijk om hiervoor uit te komen. “Mensen denken vaak dat biseksuelen altijd vreemdgaan of niet monogaam kunnen zijn. Ik was bang dat ik dat stereotype zou bevestigen en dat maakte het wel lastig om het te accepteren.” Daarnaast krijgt hen ook te maken met vooroordelen als non-binair persoon, maar is hen zich ook bewust van diens privileges.

                  “Ik weet dat ik door een groot gedeelte van de wereld wordt gezien als een man, omdat ik masculien representerend ben. Het voelt soms alsof ik mezelf meer moet bewijzen, maar ik ben wie ik ben en ik weet wie ik ben. Maar als ik bijvoorbeeld in een omgeving ben waar ik me minder veilig voel, merk ik dat ik me meer masculien opstel. Daardoor weet ik ook dat ik ruimte moet maken binnen de queer community voor andere mensen. Die krijgen door de manier waarop zij zich uitdrukken of door hoe de wereld hen ziet met meer onderdrukking te maken. Zo krijgen zij ook de ruimte en de vrijheid die ik heb.”

                  Daarnaast wil hen een voorbeeld geven aan diens nichtjes en neefjes. “Als mijn nichtjes en neefjes gevoelens hebben die buiten de heteronormatieve norm vallen, dan wil ik dat zij niet zo hoeven te worstelen als ik dat moest. Ik wil dat zij zien dat het er mag zijn en dat het er is in onze familie.”

                  De monoseksuele norm
                  Laura van der Heide is 26 jaar en loopt ook regelmatig tegen de monoseksuele norm aan. “Ik heb vanaf mijn 21ste vier jaar in een heterorelatie gezeten en daardoor heb ik heel erg getwijfeld over mijn seksualiteit, terwijl ik wel altijd heb geweten dat ik vrouwen ook leuk vind. Ik denk dat ik als tiener liever niet bi of gay wilde zijn, omdat ik het niet moeilijk wilde maken voor mezelf.”

                  Laura had het in haar vorige relatie bijna nooit over haar seksualiteit, ook omdat haar toenmalige vriend het lastig vond. “Het is niet de reden dat het uitging, maar toen ik er opener over werd, zorgde dat wel voor wrijving. Hij was bang dat ik iets te kort zou komen in een heterorelatie. Achteraf gezien denk ik wel dat mijn vorige relatie me tot een bepaalde hoogte heeft tegengehouden, waardoor ik niet volledig mezelf kon zijn. Dat doet mentaal wel wat met je.”

                  Sinds het uit is, voelt Laura zich veel vrijer binnen haar seksualiteit – al loopt ze tijdens het daten wel tegen vooroordelen aan, zowel binnen de queer gemeenschap als daarbuiten. “Mensen denken dat het een tussenstation is, een fase waarin ik van hetero naar lesbisch switch. Of ze twijfelen of ik wel echt queer ben, omdat ik er niet queer genoeg uitzie. Maar biseksualiteit mag er gewoon zijn, vind ik.”

                  Laura merkt dat vrouwen en non-binaire personen soms terughoudend zijn wegens haar eerdere relatie met mannen. “Het voelt soms een beetje oneerlijk dat mensen niet met je willen daten, omdat je weinig ervaring hebt. Maar die ervaring komt er juist ook niet als mensen daarom niet met je willen daten. Ik begrijp het ook wel, zeker als je vaker gebruikt bent als ‘experimentje’. Dan word je natuurlijk voorzichtiger.” Ze pleit dan ook voor meer verhalen van verschillende soorten queer personen. “We leren niet dat queer mensen in alle maten en vormen voorkomen.”

                  Zichtbare representatie
                  Eén van die mensen die zich inzet voor zichtbare representatie is Bete van Meeuwen. De 27-jarige fotograaf zet zich zowel online als offline in tegen onrecht. Ze is Zwart, queer en proud, zoals ze zichzelf vaak omschrijft. “Het grootste gedeelte van mijn leven heb ik mij als biseksueel geïdentificeerd. Toen ik hoorde dat biseksuele mensen transfobisch zouden kunnen zijn, begon ik mij meer te identificeren als panseksueel”, vertelt Bete. “Dat betekent niet dat alle biseksuele personen transfobisch zijn”, voegt ze er nadrukkelijk aan toe.

                  Ze vervolgt: “Later hoorde ik zelfs dat ook dat weer een vooroordeel is over de bi-community. Maar sinds ik me steeds meer uitspreek over maatschappelijke topics, gebruik ik het woord queer. Queer is ontstaan vanuit een politiek statement en dat past nu het beste bij me.”

                  In een van haar stories op Instagram gaf Bete aan dat ze soms wil schreeuwen dat ze queer is sinds ze in een heteroseksuele relatie zit. Als ik haar vraag waar dat gevoel vandaan komt, begint ze te lachen. “Ik wil niet dat mensen mij als hetero zien, want dat ben ik niet. Ik was altijd overduidelijk queer, omdat ik bijna mijn hele leven serieus heb gedate met vrouwen. Nu ik in een relatie zit met een cisgender man kun je dat niet zien, maar mijn identiteit blijft hetzelfde.”

                  Online voert ze veel gesprekken met mensen die in een heteroseksuele relatie zitten en die zich daardoor niet bi of queer genoeg voelen. Ze vindt het daarom belangrijk dat er meer representatie komt van verschillende bi+ mensen. “Ik denk dat er meer verhalen en ervaringen gedeeld moeten worden, maar ook gezichten. Zodat je kunt zien dat vooroordelen vaak niet kloppen, en soms ook wel, maar ook zodat je kunt zien dat er niet één soort biseksueel persoon bestaat.”

                  Bron: NPO3 / Brandpunt + >>

                  #258918
                  Luka
                  Moderator

                    https://biplus.nl

                    meer ruimte voor iedereen
                    Ongeveer één miljoen Nederlanders hebben bi+ gevoelens of ervaringen. Je bent bi+ als je je aangetrokken voelt tot meer dan één geslacht of gender.Sommige mensen noemen zich bi, pan, queer, flex of fluïde, maar de meeste mensen benoemen hun bi+ kant niet.

                    Bi+ Nederland is er voor jou
                    Wij geloven dat mensen met bi+ gevoelens en ervaringen evenveel recht hebben op onvoorwaardelijke liefde en een goed en gelukkig leven als iedereen anders.

                    Bi, pan, queer, flex en fluïde mensen, en mensen zonder label mogen er zijn!
                    Of je nu zelf bi+ bent, of iemand in je naaste omgeving kent die bi+ is, iedereen heeft baat bij een bi+ inclusieve samenleving.
                    Met een bi+ inclusieve samenleving bedoelen we een samenleving die mensen met bi+ gevoelens en ervaringen zo min mogelijk in de weg zit.

                    Bi+ dag

                    jouw leven,
                    jouw avontuur!

                    Het leven is één groot avontuur en dat geldt zeker voor mensen met bi+ gevoelens en ervaringen! Op de Bi+ Dag online kon je dan ook kiezen tussen verschillende interessante workshops die jouw persoonlijke avontuur inhoudelijk versterken.

                    Daarnaast leerde je op de Bi+ Dag online ook andere mensen kennen die, net als jij, weten wat het is om bi+ gevoelens en ervaringen te hebben.

                    bi+ onderzoek
                    Het Bi+ Onderzoeksconsortium doet in opdracht van Bi+ Nederland onderzoek naar de ervaringen en het welzijn van bi+ mensen in Nederland.

                    #259392
                    Luka
                    Moderator

                      Mr. Gay Belgium Joren Houtevels over de gevolgen van verkrachting: “Het lukt niet om me bloot te geven bij iemand nieuw”

                      De gruwelijke verkrachtingszaak in Gent — waarbij een 14-jarig meisje uit het leven stapte nadat ze was misbruikt en de beelden online waren gegooid — komt hard binnen bij huidig Mister Gay Belgium Joren Houtevels (21). Hij weet dan ook als geen ander wat het met een mens doet, want ook hij werd gechanteerd en verkracht. Hij getuigt over die vreselijke gebeurtenis en de gevolgen die hij tot vandaag met zich meedraagt. “Ik dacht dat ik het misbruik verwerkt had, maar besef nu dat ik het levenslang zal meesleuren.”

                      Joren heeft lang gezwegen over wat hem is overkomen. Maar sinds hij verkozen is tot Mister Gay Belgium, voelt hij zich zelfverzekerd genoeg om te getuigen over het seksueel misbruik. Met maar één doel: hopen dat andere slachtoffers ook de moed vinden om erover te praten. “Toen ik in de kranten las wat dat meisje was overkomen, kwamen de emoties bij mij weer naar boven. Ik dacht dat ik het misbruik verwerkt had, maar besef nu dat ik het levenslang zal meesleuren. En dat zwijgen niet helpt. (stil) Ik wil niet weten wat er allemaal door het hoofd van dat meisje spookte de dagen na de verkrachting en bij het zien van de beelden op sociale media. Zoiets kan je niet alleen verwerken. Dat bewijst haar verhaal eens te meer”, klinkt het in ‘Dag Allemaal’.

                      Jij weet zelf ook maar al te goed hoe het voelt.
                      Joren Houtevels: “Ik was 15 toen ik via Facebook in contact kwam met een jongen van mijn leeftijd. Althans, zo deed hij zich voor. Ik was in die periode erg zoekende en was ook nog niet uit de kast gekomen. Die jongen worstelde schijnbaar met dezelfde gevoelens. Thuis vlotte het ook niet goed met zijn ouders en online konden we bij elkaar ons hart luchten. Er ontstond een vertrouwensband en na een paar weken chatten hing er in onze gesprekken een zekere seksuele spanning. (stil) Op een bepaald moment stelde hij voor naaktfoto’s uit te wisselen. En naïef als ik was, stuurde ik hem er één.”

                      Toen vorig jaar de foto’s van ­Peter Van de Veire, Stan Van Samang en Sean Dhondt uitlekten, vroegen velen zich af waarom mensen naaktfoto’s van zichzelf naar wildvreemden sturen. Weet jij nog wat jou toen dreef?
                      “Zoals ik al zei: er werd een zekere spanning opgebouwd. Ik heb mij vorig jaar behoorlijk druk gemaakt in de reacties op die naaktfoto’s. Die beelden zijn in vertrouwen verstuurd, hé, daar is niets crimineels aan. De fout zit bij degene die daar misbruik van maakt. Zo ging het ook bij mij. Ik had die jongen nog nooit fysiek ontmoet, maar ik kreeg wel het gevoel dat we bevriend waren. Er waren veel raakvlakken, hij begreep mij, dacht ik. Zodra ik die naaktfoto had gestuurd, sloeg de sfeer om.”

                      Wat gebeurde er?
                      “Hij wilde afspreken en drong aan op seks. Maar ik voelde mij daar nog niet klaar voor. En toen begon de chantage. Hij had screenshots gemaakt van de profielen van mijn familie en dreigde ermee mijn foto naar hen door te sturen als ik niet met hem afsprak. Wat ik, voor alle duidelijkheid, niet heb gedaan, hoe bang ik ook was dat m’n familie die foto’s zou zien.”

                      Drie jaar later bleek mijn angst trouwens terecht. Toen ontdekte ik dat die ‘jongen’ geen leef­tijds­ge­noot was, maar een man van midden de dertig

                      Joren Houtevels

                      Wat gaat er door je heen op zo’n moment?
                      “Mijn wereld stortte in. Mijn vertrouwen was geschonden, ik besefte dat mijn foto in verkeerde handen was terechtgekomen, maar wat kon ik doen? Je voelt je enorm machteloos. In de hoop weer controle te krijgen over mijn leven, deed ik mijn uiterste best om allemansvriend te worden. Ik zetelde in de school- en leerlingenraad, ik zat in de toneelvereniging van de school. Hopend dat, mochten die beelden ooit uitlekken, niemand ze zou doorsturen uit respect voor mij. Maar werd er in de klas gegiecheld of zat een groepje heimelijk naar iemands gsm-schermpje te turen, dan bekroop mij de angst dat de beelden gelekt waren.”

                      Sprak je er met iemand over?
                      “Nee, ik schaamde mij dood. Zelfs toen een vriendin hetzelfde meemaakte — haar foto ging wél rond op school — durfde ik het niet te vertellen. Ik maakte mijzelf en de buitenwereld wijs dat ik het perfecte leven had. Ik blokkeerde die jongen op mijn sociale media en probeerde verder te gaan met mijn leven.”

                      Lukte dat?
                      “Het was eerder overleven. Ik kampte met duistere gedachten. Om die te verdringen, probeerde ik mijn dagen zo vol mogelijk te stouwen. Soms sliep ik maar vier uur, uit angst voor de nacht. Want in bed komen de gedachten en de angst naar boven. Ook al had ik die jongen geblokkeerd, hij had wel nog altijd mijn foto. En ik wist begot niet wie hij was of wat hij ermee van plan was. Drie jaar later bleek mijn angst trouwens terecht. Toen ontdekte ik dat die ‘jongen’ geen leeftijdsgenoot was, maar een man van midden de dertig.”

                      Hoe kwam je dat te weten?
                      “In 2018 installeerde ik Grindr op mijn gsm, de datingapp voor homo’s. En diezelfde ‘leeftijdsgenoot’ zocht weer contact. Ik had het pas door na een aantal chatberichten, toen ik merkte dat hij veel meer wist over mij dan wat ik hem in onze gesprekken vertelde. Ik blokkeerde hem meteen, maar het kwaad was geschied: hij had mijn nieuw gsm-nummer gevonden en begon mij sms’en te sturen. Toevallig stond bij één bericht ook zijn mailadres, waardoor ik zijn echte identiteit kon achterhalen.”

                      Een belangrijke ontdekking, toch?
                      “Ja, maar ook toen durfde ik nog geen klacht in te dienen. Integendeel. Hij confronteerde mij meteen met mijn naaktfoto, stuurde mij screenshots van de Facebookprofielen van mijn familieleden en begon mij te stalken. Hij had ook mijn adres achterhaald. Ging ik met vrienden op stap, dan kreeg ik van hem een sms’je dat hij mijn nieuwe broek erg mooi vond.”

                      Volgde hij jou dan?
                      “Dat moet wel. Hij wist wanneer ik ging slapen, wanneer ik naar de bib ging… (stil) Op een gegeven moment wist ik niet meer wat ik moest doen, ik wilde gewoon dat het zou stoppen. Toen heb ik een knop omgedraaid en besloot ik om met die man af te spreken, in de hoop dat hij nadien zou ophouden.”

                      Het draaide jammer genoeg anders uit.
                      “Hij is mij ’s avonds hier in de buurt komen oppikken, reed met mij naar een bos en heeft mij daar misbruikt. (stilte, krijgt het moeilijk) Ik durf inmiddels toe te geven dat ik verkracht ben, maar vraag me niet om er gedetailleerd over te praten, dat lukt nog niet. Voor mij is dat één grote waas. Vanaf het moment dat ik hem zag, besefte ik: ‘Deze man gaat mij verkrachten.’ (stil) Elke seconde duurt dan uren, ik kan niet zeggen hoelang het geduurd heeft. Nadien heeft hij mij ergens in mijn buurt afgezet, ben ik naar huis gewandeld, de douche in gesprongen en gaan slapen. ’s Anderendaags ging ik gewoon naar school en speelde ik mijn vrolijke zelve. Ik heb tegenover mezelf lang proberen te ontkennen dat ik effectief verkracht was. Zoiets gebeurt in films, maar niet in je eigen leven.”

                      Ik hoop dat hij op een dag alsnog gestraft wordt, maar veel jonge slacht­of­fers durven net als ik niet meteen naar de politie te stappen

                      Joren Houtevels

                      Zat je er ook mee gewrongen dat je uiteindelijk zelf had ingestemd met een afspraakje?
                      “Ik heb daarmee geworsteld, ja. Wie twee keer nadenkt, wéét dat dit gaat gebeuren als je met zo’n type afspreekt. Maar ik zag het op dat moment als mijn enige optie om die stalking en chantage te stoppen.”

                      En stopte het?
                      “Nee. Na een paar dagen drong hij opnieuw aan op een afspraakje en foto’s. De nachtmerrie ging gewoon verder. Pas een dik jaar na de feiten nam ik een vriendin in vertrouwen. Het duurde dan nog een maand voor ik naar de politie durfde te stappen. Daar werd ik gelukkig heel goed opgevangen.”

                      Wat gebeurde er met de dader?
                      “Hij werd opgepakt voor verhoor, moest één nachtje in de cel en sindsdien loopt hij weer vrij rond. Mijn leven is om zeep en hij doet gewoon verder, zo voelt het echt. Ik hoop dat hij op een dag alsnog gestraft wordt, maar veel jonge slachtoffers durven net als ik niet meteen naar de politie te stappen.”

                      Merkten jouw ouders al die tijd niets aan jou?
                      “Ik moet bekennen dat de relatie met mijn ouders behoorlijk stroef liep in die periode. Sinds ik mij in 2017 had geout, leek het alsof Wereldoorlog III was uitgebroken in ons gezin. In mijn zoektocht naar mezelf droeg ik make-up, hoge hakken en wat anderen ‘vrouwelijke kledij’ noemen. Dat viel thuis in slechte aarde. In 2019 ben ik zelfs een jaar alleen gaan wonen. Net voor de corona-­uitbraak zocht m’n moeder weer contact en zijn we beginnen te praten. Inmiddels zijn mijn ouders trots op wie ik ben en steunen ze mij volledig, maar toen dat misbruik plaatsvond, kon ik niet met mijn gevoelens bij hen terecht.”

                      Durf jij nog online te daten na alles wat jou overkwam?
                      “Online daten hoort erbij, maar ik ben alerter voor valse profielen. Nu vraag ik bijvoorbeeld al bij één van de eerste contacten om te videochatten. En nog een tip: als je een eerste keer met iemand afspreekt, kies dan een druk café, of ga naar het stadscentrum. En laat aan je vrienden weten dat je een date hebt. Maar om aan te geven welke impact het op mij heeft: ik heb nog nooit een relatie gehad. Ik kan iemand graag hebben, maar dat diepgaande vertrouwen is zoek. Het lukt mij niet om mij bloot te geven bij iemand nieuw. Hopelijk komt dat ooit nog terug.”

                      Bron: HLN >>

                      #259616
                      Luka
                      Moderator

                        Zijn LHBT’s extra kwetsbaar voor seksueel misbruik?

                        Marianne Cense is senior onderzoeker bij Rutgers. Tijdens het kick-off symposium van het kennisnetwerk Victimologie in Nederland (ViNe), vertelde Marianne over haar onderzoek naar het verband tussen genderidentiteit en seksueel misbruik. De resultaten van dit onderzoek laten zien dat mensen met een non-binaire of transgenderidentiteit, extra kwetsbaar zijn voor seksueel misbruik. Welke verklaringen zijn er te vinden voor deze kwetsbaarheid? En welke risicofactoren spelen een rol? SlachtofferWijzer stelde Marianne 6 vragen over haar onderzoek.

                        Welke doelgroep hebben jullie in dit onderzoek betrokken?
                        ‘’Gelukkig denken we tegenwoordig veel minder in hokjes dan vroeger. Het is niet alleen meer man of vrouw. Seksuele en genderidentiteiten kennen een heel kleurenpalet. Denk aan lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuele mannen en vrouwen, mensen die queer of questioning zijn of transgender personen. We hebben eerst een groot survey onderzoek gedaan onder de brede groep LHBTI’s. Mensen die zich als transgender identificeren hebben we vervolgens als subgroep kwalitatief onderzocht , omdat we in de survey zagen dat de cijfers van seksueel geweld binnen deze subdoelgroep hoger zijn.’’

                        Welke risicofactoren spelen een rol bij LHBT’s?
                        ‘’Uit de analyse van de diepte interviews die we hebben uitgevoerd, blijkt dat sociaal isolement de grootste risicofactor is voor mensen met een trans of non-binaire genderidentiteit. Het isolement dat ze voelden als kind, omdat ze weinig aansluiting vonden, gepest werden, doordat ze buitengesloten werden of vreemd gevonden werden. Soms hadden deelnemers ook slecht contact met de ouders: zeker 30 jaar geleden stonden ouders minder open voor kinderen met een andere genderidentiteit. Dat gevoel van eenzaamheid speelt een grote rol.

                        We weten dat mensen die niet lekker in hun vel zitten, onzeker en eenzaam zijn, meer risico lopen op seksueel misbruik. Plegers hebben een soort radar voor mensen die niet zo zeker in hun schoenen staan. Voor mensen die ze bijvoorbeeld makkelijker kunnen groomen. Daarnaast kan je zeggen dat er plegers zijn die een soort fascinatie of agressie voelen voor mensen die buiten de gender kaders vallen die we als samenleving geschetst hebben.’’

                        Wat valt jullie op na analyse van het gedrag van de dader?
                        ‘’Wat opvalt is dat daders, als het gaat om transvrouwen en travestieten, bepaalde overtuigingen hebben. Bijvoorbeeld dat transvrouwen erg seksueel zouden zijn, of dat het prostituees zouden zijn. Plegers van seksueel misbruik kunnen ook een soort seksuele agressie uiten in de benadering van jongeren met een onduidelijke genderuitstraling. Een soort: ‘als je er onzeker over bent, dan zal ik je wel laten zien wat je bent’. Er ontstaat een agressieve seksuele toenadering. Dit heeft alles te maken met wat er zich in het hoofd van een pleger afspeelt.’’

                        In welke mate speelt de puberteit en de leeftijd van slachtoffers een rol?
                        ‘’In de puberteit zijn alle jongeren op ontdekkingsreis en hier kan helaas ook misbruik van gemaakt worden. Je hoort nu bijvoorbeeld steeds vaker over het online groomen van homoseksuele jongens. Jonge jongens die hun seksualiteit net aan het ontdekken zijn en dan mannen tegenkomen die misbruik maken van die nieuwsgierigheid en onervarenheid. Dat heb je natuurlijk met hetero meisjes en jongens ook, maar als er in je omgeving weinig mensen zijn met wie je hierover kunt praten, wanneer je niet durft te vertellen dat iets niet goed voelt of dat je iets naars hebt meegemaakt, dan zijn de risico’s groter.’’

                        Hoe belangrijk is bewustwording en steun door de omgeving volgens jou?
                        ‘’Ik denk dat het heel belangrijk is dat er meer bewustzijn komt voor het feit dat mensen allerlei gender identiteiten kunnen hebben en aangetrokken kunnen zijn tot anderen. Ook voor hun zelfacceptatie is dat enorm belangrijk. Het is niet altijd makkelijk als je erachter komt dat je als meisje op meisjes valt of als jongen op jongens. Je weet dat je anders bent dan de meeste mensen en heel vaak wil je als jongere niets liever dan ‘normaal’ zijn.

                        Als je omgeving accepterend is en openstaat voor het feit dat je je anders voelt en voor het feit dat je (net als alle jongeren) op ontdekkingsreis wil. Dan valt daar een wereld te winnen. Want dat is vaak de macht die plegers hebben. De stok om mee te slaan: ‘we gaan het bekendmaken. We gaan jouw seksueel getinte beelden online zetten, en dan weet iedereen wie je bent en wat je hebt gedaan.’ Terwijl dat eigenlijk niets is waar jongeren zich voor hoeven schamen.

                        Daarnaast denk ik dat het ontzettend belangrijk is dat jongeren steun krijgen van leeftijdsgenoten. Want jongeren oordelen snoeihard. Er is weinig begrip en victim blaming ligt snel op de loer. Dat maakt het heel moeilijk om dingen te bespreken met elkaar.’’

                        Welke aanbevelingen doen jullie voor de hulpverlening?
                        ‘’Het is belangrijk dat er in de traumatherapie gekeken wordt naar de gender identiteit van mensen. Hoe werken ervaringen op elkaar in? Heeft seksueel misbruik extra impact omdat iemand zich ‘tot vrouw gemaakt voelt’, terwijl diegene zich geen vrouw voelt? Twijfelt iemand aan de ‘echtheid’ van transgender gevoelens door het misbruik? Een van de mensen die ik heb geïnterviewd zei bijvoorbeeld: ‘ik weet niet of ik een hekel heb aan mijn borsten omdat de pleger eraan heeft gezeten, of omdat ik geen borsten wil hebben’.

                        Op het gebied van seksueel geweld moet er sowieso vaker door worden gevraagd. Seksueel geweld werkt door in allerlei problematiek. Denk aan een depressie, een eetstoornis, relatieproblematiek, seksualiteitsbeleving of een dissociatieve stoornis. Vaak wordt gekeken naar de symptomen, naar de klachten die iemand ervaart en niet naar het trauma dat hieraan ten grondslag ligt. Als therapeut moet je daar naar durven vragen.

                        Wat je nu vaak ziet in de hulpverlening, is dat het transgender zijn óf het seksueel geweld aan bod komt. Niet allebei. Terwijl, zo blijkt uit ons onderzoek, hier een duidelijk verband bestaat.’’

                        Meer lezen over dit onderzoek? Het volledige onderzoeksrapport is gratis te downloaden via de website van Rutgers.

                        Bron: Slachtofferwijzer >>

                      10 berichten aan het bekijken - 21 tot 30 (van in totaal 32)
                      • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
                      gasten online: 29 ▪︎ leden online: 3
                      Lyn, Yvette, Peter76
                      FORUM STATISTIEKEN
                      topics: 3.764, reacties: 21.142, leden: 2.811