Centrum Seksueel Geweld

  • Dit onderwerp bevat 27 reacties, 5 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 28/04/2023 om 23:05 door Luka.
10 berichten aan het bekijken - 11 tot 20 (van in totaal 28)
  • Auteur
    Reacties
  • #228284
    Mark
    Moderator

      Waarom het soms zo lang duurt voor iemand zich uitspreekt over #MeToo (Dus: #WhyIdidntreport)

      We spraken klinisch psycholoog Iva Bicanic over wat #MeToo met slachtoffers doet en vroegen haar hoe het komt dat het soms jaren duurt voor zij hun verhaal doen. “De reacties van anderen, nadat slachtoffers van seksueel geweld of seksuele intimidatie hun verhaal vertellen, zijn eigenlijk nog schadelijker dan het misbruik zelf.”

      “Schuld en schaamte”, zegt klinisch psycholoog Iva Bicanic. “Dat is de ongewenste erfenis van seksueel misbruik.” Bicanic is landelijk hoofd van het Centrum Seksueel Geweld en werkt al vijfentwintig jaar als trauma-expert op dat gebied. Ze ziet dat die schuld en schaamte maken dat slachtoffers jarenlang zwijgen. Als je een nbraak of overval meemaakt, dan vertel je dat aan anderen, legt ze uit. Zoiets kan iedereen overkomen. “Maar als iemand je lichaam inbreekt of je aanrandt, dan durf je dat niet goed. De meeste slachtoffers voelen zich overvallen: ‘Huh, wat is er gebeurd?’ Daarna douchen ze heel lang en kruipen onder een dekbed om het maar te vergeten. Een recept voor PTSS: een langdurig onverwerkt trauma.”

      Als de dader onbekend is – denk aan de man in de bosjes – iss de kansgroot dat het slachtoffer wel naar hulpverlening of politie stapt. Ook krijgen slachtoffers van een zogenaamde stranger rape vaker steun uit hun omgeving. Is de pleger een bekende, dan zwijgt het slachtoffer vaker, en zoekt hij of zij de schuld bij zichzelf: “Heb ik een aanleiding gegeven? Heb ik te vriendelijk gelachen, of ben ik te lang blijven hangen? Had ik dit kunnen voorkomen? Schaamte voor hun ‘falen’ en de angst voor de afwijzing die daarbij hoort, maakt dat ze het liever niet aan de grote klok hangen. ‘Wat zullen mensen denken als ze weten dat ik bij hem in huis was?’ Zeker als het slachtoffer deel uitmaakt van een soort cultuur waarbinnen iedereen elkaar een hand boven het hoofd houdt, voelt hij of zij zich heel alleen.”

      “Het gaat heel geraffineerd, zegt Bicanic over de misbruikdynamiek. “Vaak zie je dat daders het niet bij een persoon laten in hun leven. Ze raken er getraind in de ander te manipuleren. Met mooie woorden en beloften strooit de pleger zand in je ogen, en als je in die val bent gelokt, is er vaak geen weg terug. Dan heeft hij je het gevoel gegeven dat jij ook mee hebt gedaan, en dus mede schuldig bent.² Want hé: jij ging toch met hem mee naar huis? Je vond het toch fijn dat hij zei dat mooi was? Bovendien: “Bij een bekende dader zit er meestal ook ietspositiefs in de relatie. Een vertrouwensband, bijvoorbeeld, of dat het slachtoffer iets van hem kan leren.” Als het slachtoffer dan aangifte doet, of een ander vertelt van het misbruik, kan dat door die afhankelijkheidsrelatie voelen als verraad. “En de dader kan zijn slachtoffer onder een verwarrende psychische druk te zetten: aangifte doen of erover vertellen betekent dat ze elkaar nooit meer zullen zien. En dat betekent ook het verlies van al het goede van de relatie. Maar de meest gebruikte methode van de bekende daders is het simpele, verbale dreigen, zegt Bicanic. Je kent het wel: “Als jij je mond open doet, weet ik je te vinden.”

      In onze reportage over de seksuele intimidaties van dirigent Leusink, vertelt een van de geïnterviewden dat ze bevroor, toen hij haar betastte, bij hem thuis op de bank. Ze duwde hem niet weg, zei geen nee, maar verstijfde. Volgens Bicanic doet zeventig procent van de slachtoffers van seksueel geweld en seksuele intimidatie niets, of werkt mee. “Het plotselinge karakter van de gebeurtenis maakt dat mensen flabbergasted zijn en letterlijk verlammen van angst”, legt ze uit. “Het is een automatische respons van je lichaam.” Tonic Immobility, heet dit. Een overlevingsstrategie van het lichaam, waardoor het voelt alsof je spieren verlamd zijn. Je kunt niets anders dan het ondergaan, en bent niet in staat te zeggen “He, eikel: houd op!” Bicanic: “Als het achter de rug is, slaan deze mensen zichzelf voor de kop: ‘Waarom heb ik niets gedaan? Waarom kwam ik niet in actie? Dit heet hindsight bias. De kwelling van schuld wordt veroorzaakt doordat we met onze kennis over de uitkomst van de gebeurtenis de herinnering aan wat we ervoor wisten, gaan kleuren.Hierdoor geloven we ten onrechte dat onvoorziene uitkomsten te voorzien en dus te voorkomen waren.”

      Verlammen of meewerken, beiden zijn automatische overlevingsreacties. “Het idee daarachter is: liever aangerand of verkracht dan dood. Je probeert de dader te vriend te houden. Je wilt hem niet boos maken, want je denkt: ik moet hieruit zien te komen, levend. Want wat kan-ie nog meer doen?”

      Hoewel het vaak zo lijkt door films, benadrukt Bicanic, is nee zeggen of je fysiek verzetten als iemand een grens overgaat, dus niet vanzelfsprekend.

      Als slachtoffers maanden, of zelfs jaren na het misbruik hun verhaal vertellen, roept er altijd wel iemand dat het lange wachten ze ongeloofwaardig maakt. “Dus je komt er nu mee? Was het al die jaren niet erg voor je, dan? Je zegt het zeker nu omdat je carrière even niet zo lekker loopt.” Als het gaat om een situatie waarin het slachtoffer niet direct in verzet kwam, zijn er zelfs mensen die van het slachtoffer een medeplichtige maken in hun commentaren. “Wat deed je daar dan? Waarom zei je geen nee? Als je met hem mee naar huis gaat in zo¹n kort rokje, dan geef je zelf verkeerde signalen af.” De reacties van anderen, nadat slachtoffers van seksueel geweld of seksuele intimidatie hun verhaal vertellen, zijn eigenlijk nog schadelijker dan het misbruik zelf, zegt Bicanic. Het gaat om victim blaming. Waarom doen ze dat toch: het slachtoffer de schuld geven? “Over het algemeen vinden mensen seksueel geweld een ongemakkelijke realiteit”, legt Bicanic uit. “We willen gewoon niet geloven dat er docenten en trainers zijn die hun pupillen misbruiken. Zoiets vinden wij niet fijn om te weten, maar het is nou eenmaal waar. Om hun eigen schijnveiligheid intact te houden, praten mensen zichzelf aan dat het slachtoffer ‘dan wel een labiel type zal zijn¹, of dat ‘ze erom gevraagd heeft’.” Want, stel je voor dat dat niet zo is: dan zou het iedereen kunnen overkomen.

      Bicanic roept slachtoffers op hun verhaal te doen, ondanks de twijfels over schuld en het gevoel van schaamte. Alleen al omdat het verhaal van de een, de ander kan helpen bij het verwerken van eigen nare ervaringen: “Sommige slachtoffers denken: ik was de enige. Dan horen ze er nog zes,en dan gaat het schuiven in je hoofd. Kom ermee naar buiten. Er is een Centrum Seksueel Geweld in zestien plaatsen in Nederland, met een telefoonnummer dat 24/7 bereikbaar is. Zeker als het misbruik hooguit een week eerder plaatsvond, kan het centrum helpen. Die week is superbelangrijk: dan kun je nog sporen van de pleger veiligstellen, medische zorg verlenen aan het slachtoffer om besmetting van soa¹s tevoorkomen.”

      “Het is een ongemakkelijke realiteit, maar onbestaanbaar waar: iedereen kan slachtoffer van seksueel geweld worden. Gebeurt het? Meteen handelen: #belsnel: 0800 0188.”

      Bron: brandpuntplus.kro-ncrv.nl

      #230097
      Mark
      Moderator

        In Maastricht meer anonimiteit slachtoffers seksueel geweld

        Het Centrum Seksueel Geweld Limburg (CSG-Limburg) is vanaf donderdag in Maastricht gevestigd. Het komt over vanuit Roermond. Dit centraal meldpunt en hulpcentrum biedt dag en nacht hulp aan jaarlijks zo’n 100 tot 150 Limburgers die zijn aangerand of verkracht. De GGD coördineert de 24/7 bereikbaarheid van het meldpunt.

        Het CSG-Limburg is sinds september 2013 actief in de provincie (eerst Maastricht, daarna Roermond). Michel Limpens van de GGD: “Roermond ligt geografisch het gunstigst in Limburg, maar in het Maastrichtse ziekenhuis MUMC+ kunnen we de anonimiteit van de slachtoffers beter garanderen. Ook zijn dertig gespecialiseerde eerste hulp-verplegers opgeleid.”

        Zestien centra
        In Nederland zijn in totaal zestien van deze centra gevestigd. Het uitgangspunt: ‘Zo snel mogelijk hulp met zo min mogelijk professionals’. Ieder slachtoffer krijgt een casemanager toegewezen, die de zorg coördineert en het slachtoffer ondersteuning biedt. “We zorgen voor een warme opvang. Het slachtoffer hoeft maar één keer zijn gevoelige verhaal te doen”, vertelt Limpens.

        De politie is verantwoordelijk voor het forensisch onderzoek en het academisch ziekenhuis Maastricht UMC+ biedt (in het geval van CSG-Limburg) de medische zorg en faciliteert de ruimte. Bij het Centrum Seksueel Geweld Limburg zijn betrokken: de gemeenten Heerlen, Maastricht en Venlo, de GGD, XONAR Jeugdhulpverlening, politie en het academisch ziekenhuis MUMC+.

        Bron: limburger.nl

        #231489
        Mark
        Moderator

          Eerste 7 dagen na verkrachting cruciaal: ‘Ik kon het niet alleen aan’


          bekijk het fragment op rtlnieuws.nl

          Steeds meer acute slachtoffers van aanranding en verkrachting melden zich binnen een week bij het Centrum Seksueel Geweld (CSG). In het eerste halfjaar van 2018 waren dat er 723, een stijging van 13 procent met het halfjaar daarvoor.

          Mooie cijfers, maar het zijn er nog altijd veel te weinig. Minder dan 1 procent van de mensen die langs zou kunnen komen, komt daadwerkelijk. Waarom dat is? “Mensen zijn bang, voelen zich schuldig, ze schamen zich en ze zijn bang dat andere mensen er wat van vinden”, zegt Iva Bicanic, psycholoog en landelijk coördinator van CSG.

          Trots
          Toch is Bicanic trots. Ze zijn bij het CSG op de goede weg. Onder meer de Metoo-discussie en een betere samenwerking met de politie hebben volgens haar geleid tot deze stijging. Het aantal slachtoffers dat zich binnen een week meldt, kan volgens haar nog hoger worden als de kansen in de ‘gouden week’, zoals ze de eerste zeven dagen na een verkrachting of aanranding noemt, nog bekender worden.

          Nicky werd verkracht: ‘Die aangifte heeft me enorm gesterkt’
          “Er zijn zelfs hulpverleners die niet weten wat het is”, zegt Bicanic. In deze eerste week liggen er volgens het CSG kansen op medisch, forensisch en psychologisch vlak. Zo kunnen er ziektes voorkomen worden, op tijd een sporenonderzoek gedaan worden en een slachtoffer kan psychisch worden geholpen zodat zij of hij bijvoorbeeld geen zelfmoordgedachten krijgt. Bij het CSG vinden slachtoffers alle zorg bij elkaar: “Dat is een groot verschil met vroeger. Artsen, verpleegkundigen, psychologen en politie werken bij ons allemaal samen onder één dak.”

          Victim blaming
          Slachtoffers komen ook vaak niet met hun verhaal naar buiten omdat ze bang zijn voor vragen van anderen: ‘Waarom ben je niet gaan rennen, of gaan schreeuwen?’ “Dat noemen we victim blaming”, vertelt Bicanic. “Want eigenlijk is niks doen of meewerken tijdens verkrachting normaal gedrag, vanwege de angst.”

          De omgeving van het slachtoffer maakt de situatie daarom lang niet altijd makkelijker. Sterker nog: “Bij seksueel misbruik zien mensen zichzelf lang niet altijd als slachtoffer.”

          Gedrogeerd met MDMA
          Dat laatste herkent slachtoffer Nicky Zuiderveld. ”Het was voor mij erg belangrijk om te horen dat het niet mijn schuld was”, vertelt ze aan RTL Nieuws.

          Nicky werd in 2014 verkracht in een hotel in München. Ze had gedronken en kreeg van twee bekenden een pil met de boodschap: ‘hier word je kalm van’. Het bleek MDMA. De mannen hadden hele andere intenties en verkrachtten haar.

          ‘Ik besloot iedereen te bellen’
          ”Een paar dagen later reed ik in de auto richting huis. Ik stopte halverwege langs de weg en begon heel hard te schreeuwen. Ik besloot op dat moment iedereen om mij heen te bellen en te vertellen wat er was gebeurd. Ik kon het niet alleen aan”, vertelt Nicky. ”Ik verzamelde mensen om mij heen, een leger om de strijd aan te gaan.”

          ”Ik heb na twee dagen meteen slachtofferhulp ingeschakeld”, vertelt Nicky. Daar vertelde de therapeute dat het niet haar schuld was dat ze verkracht werd. Ook al had ze gedronken. En daar bleef het niet bij.

          Eigenwaarde teruggepakt
          “Zij hebben mij ook verteld dat ik contact moest opnemen met mijn huisarts voor een sporenonderzoek.” Ook moest Nicky zelf contact opnemen met de politie om aangifte te doen. Niet fijn, maar ze deed het. ”Doordat ikzelf alle deuren ging openen, moest ik elke keer over die drempel heen.”

          Bicanic vindt het belangrijk dat er zo snel mogelijk actie wordt ondernomen om het belang van de eerste zeven dagen verder onder de aandacht te brengen. En daar is Nicky het mee eens. “Dat ik die aangifte heb gedaan, dat heeft me zo enorm gesterkt. Op dat moment misschien nog niet. Maar achteraf kan ik dat wel zeggen. Ik heb m’n eigenwaarde teruggepakt en ik heb de verantwoordelijkheid van wat zij mij hebben aangedaan die nacht, teruggelegd bij hun.

          Bron: rtlnieuws.nl

          #231905
          Mark
          Moderator

            Studenten lopen meer risico op aanranding en verkrachting

            Studenten tussen de 18 en 24 jaar lopen vier keer meer kans om aangerand of verkracht te worden, dan in andere gevallen. Dat blijkt uit onderzoek. Omdat maar een klein aantal na zo’n ingrijpend voorval professionele hulp zoekt, komt het Centrum Seksueel Geweld (CSG) met een campagne. Het doel is studenten bewust te maken dat er goede hulp mogelijk is en dat die ook noodzakelijk is om trauma’s te voorkomen.

            “We zien ze te weinig”, zegt Gerda de Groot. Zij is projectleider van het CSG Fryslân. “Meestal zoeken ze hulp bij ouders, vrienden of familie. Maar de stap naar professionele hulp maken ze niet.” En dat is al noodzakelijk, zegt De Groot: “Je kunt er een levenslang trauma aan overhouden als je niets met de klachten doet.”

            Hulp van familie of vrienden is niet verkeerd, zegt Gerda de Groot. Het probleem is juist dat er ook wel eens een oordeel wordt gegeven: “Dan horen ze bijvoorbeeld van: je had ook best veel gedronken. Maar dat is nooit een vrijbrief voor een ander om aan jou te zitten.”

            Hogescholen weten nu hoe ze moeten helpen
            Bij hogeschool NHL Stenden zijn ze blij met de campagne. De decanen zijn vaak het eerste aanspreekpunt van studenten met problemen. Alle decanen hebben voorlichting gekregen van het centrum en weten nu wat ze moeten doen, mocht iemand zich melden. Decaan Frouk Froling: “Er zijn wel studenten die zich bij ons melden. We hebben goed contact met het CSG en kunnen mensen meteen goed doorsturen.”

            Slachtoffers schamen zich
            Toch durft niet iedereen zijn of haar verhaal daar neer te leggen. Dat is ook wel logisch, zegt Gerda de Groot: “Er is toch vaak een gevoel van schaamte: Hoe kan mij dat nu overkomen. Waarom ik? Dat verwijten ze zichzelf dan. Maar ze moeten beseffen dat ze slachtoffer zijn en dat niemand het recht heeft zomaar aan je lichaam te zitten.”

            Frouk Froling: “En juist voor die studenten moeten we goed inzichtelijk maken waar ze hulp kunnen vinden.” De impact van seksueel geweld is groot. Froling: “Het heeft zeker weerslag op de studie. Hoe moet je je studie weer goed oppakken? Dat is heel erg lastig.”

            Snel hulp zoeken
            Het CSG geeft aan dat het van groot belang is binnen een week na een aanranding of verkrachting hulp te zoeken. Dat is van belang voor het strafrechtelijk onderzoek, maar belangrijker nog voor het mentale herstel. “Des te eerder je hulp zoekt, des te beter. Veel mensen weten dat niet en daarom houden wij deze campagnes”, zegt Gerda de Groot.

            Maandag wordt gestart met de campagne onder studenten. Komend voorjaar volgt een campagne die meer gericht is op schoolkinderen van 12 tot 18 jaar.

            Bron: omropfryslan.nl

            #232210
            Mark
            Moderator

              Slachtoffers van verkrachting betalen hulp uit eigen risico

              Nederland telt zestien Centra Seksueel Geweld, waar slachtoffers van verkrachting of aanranding terecht kunnen. Deze centra bevinden zich vaak in de afdelingen Spoedeisende Hulp. Daar worden slachtoffers onderzocht op forensische sporen en krijgen ze medische hulp. Iva Bicanic is landelijk coördinator van de centra. Zij legt bij De Nieuws BV uit hoe belangrijk het is dat slachtoffers geen belemmeringen voelen om zich daar te melden. Maar als zij gebruik willen maken van medische hulp, dan wordt hun eigen risico aangesproken. Dat moet anders, meent Bicanic, want sommige mensen die bijvoorbeeld in de schulden zitten, haken af. Zij vindt CDA-Kamerlid Madeleine van Toorenburg aan haar zijde. Van Toorenburg wil dat de verantwoordelijke ministers met een oplossing komen en heeft inmiddels samen met D66 Kamervragen gesteld.

              #232219
              Mark
              Moderator

                In de spotlight: landelijk coördinator centrum seksueel geweld Iva Bicanic

                De rode draad in het werk van klinisch psycholoog Iva Bicanic is seksueel geweld en trauma. Ze is gepromoveerd op het onderwerp verkrachting bij pubermeisjes en jonge vrouwen en maakt elke dag mee wat voor effect seksueel gewelddadige ervaringen hebben. Ze is mede-initiatiefnemer van de inmiddels zestien Centra Seksueel Geweld in Nederland. “In heel Nederland kan je nu rekenen op goede zorg en onderzoek als je korter dan een week geleden bent aangerand of verkracht.”

                Iva maakt elke dag mee wat voor effect seksueel misbruik op mensen heeft, ook als het eenmalig heeft plaatsgevonden. “De impact van seksueel geweld kan zo groot zijn dat het levens kapotmaakt. Als mensen in een van onze centra komen, is dat positief. Het biedt een kans om sporen veilig te stellen en problemen op lange termijn te voorkomen. De meeste mensen komen echter niet. Die durven niet naar buiten te treden uit angst voor de gevolgen of ze vinden dat het hun eigen schuld is.”

                Seksueel geweld is gevoelig voor herhaling
                Aan het onderzoek voor haar proefschrift hebben in totaal 323 meisjes en jonge vrouwen meegedaan die allemaal één keer in hun leven een verkrachting hebben meegemaakt en daaraan een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) hebben overgehouden. “De meeste mensen die zijn verkracht, hebben al eerder seksueel misbruik meegemaakt. Seksueel geweld is gevoelig voor herhaling. Het was dan ook niet eenvoudig om 323 slachtoffers van een first-time rape te vinden.”

                Wat Iva met haar onderzoek wilde aantonen, is dat ook als je zoiets één keer hebt meegemaakt en het duurt bijvoorbeeld maar tien minuten, dat dit veel teweeg kan brengen in je koppie en je lichaam. En dat is gelukt. “De ontregeling van het stress-systeem bij meisjes met PTSS als gevolg van een eenmalige ervaring uit zich in een verlaagde afgifte van het stresshormoon cortisol. Deze zogenaamde hypo-cortisolisme is ook gevonden bij slachtoffers van langdurig seksueel misbruik. Die overeenkomst in de gevolgen van eenmalig en langdurig misbruik geldt ook voor seksuele en bekkenbodemproblemen.”

                In 2012 heest Iva, samen met anderen, het model voor het Centrum Seksueel Geweld uit Denemarken naar Nederland gehaald. Inmiddels zijn er zestien centra, waardoor niemand langer dan een uur hoeft te rijden om hulp te krijgen in de acute fase. “Wij bieden medische, forensische en psychologische hulp en onderzoek. Er hebben zich in de eerste helft van dit jaar 723 acute slachtoffers gemeld. Dat is minder dan 1 procent van alle mensen die jaarlijks worden aangerand of verkracht. Dat is heel triest.”

                21 weken lang niets gezegd
                De meeste slachtoffers gaan na een aanranding of verkrachting naar huis, nemen een douche en willen het gebeuren vergeten. “De 323 meisjes die hebben meegedaan aan mijn onderzoek deden er gemiddeld 21 weken over om het tegen iemand te zeggen. En dit waren allemaal meisjes die niet door een familielid waren verkracht. We weten uit ander onderzoek dat hoe langer het misbruik duurt en als de dader uit de directe omgeving komt, des te langer het duurt voordat het slachtoffer ermee naar buiten komt.”

                Wat er momenteel online gebeurt met betrekking tot seksueel geweld, is volgens Iva zorgwekkend. “Kinderporno is in 2017 voor het eerst als nationale dreiging bestempeld door de politie. Het aantal meldingen is de afgelopen jaren verzesvoudigd. Online seksueel geweld heeft dezelfde psychische impact als offline geweld. Slachtoffers van online seksueel geweld zijn ook bang, schamen zich en hebben zelfmoordgedachtes. Het probleem met die foto’s en filmpjes is dat ze blijven circuleren. Je krijgt ze er moeilijk af, waardoor je het verwerkingsproces niet kan afronden.”

                Wij als hulpverleners lopen achter in kennis, aldus Iva. “We moeten meer willen weten wat kinderen online aan het doen zijn en of dit veilig is of niet. Dit geldt met name voor kinderen die al problemen hebben of al eerder in hun leven grensoverschrijdende ervaringen hebben meegemaakt. Elke vorm van interpersoonlijk trauma is een voorspeller voor een volgend trauma als de eerste keer onverwerkt blijft. Ik heb niet het idee dat we dit verband als samenleving goed snappen.”

                Bron: nieuws.nl

                #234016
                Mark
                Moderator

                  Ook in JBZ nu een centrum voor slachtoffers seksueel geweld

                  DEN BOSCH – In het Jeroen Bosch ziekenhuis is vanaf 1 februari een Centrum Seksueel Geweld Brabant-oost geopend. Slachtoffers van aanranding of verkrachting kunnen er snel terecht voor hulp.

                  Het is de tweede locatie. Eerder werd een centrum in gebruik genomen in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven.

                  In het CSG werken verschillende professionals (artsen, verpleegkundige, politie en psycholoog) samen om slachtoffers van aanranding en verkrachting hulp te kunnen bieden. Belangrijk daarbij is dat slachtoffers hun verhaal niet vaker hoeven te vertellen dan nodig is en zoveel mogelijk hun eigen keuzes maken.

                  Volgens het CSG is het belangrijk dat slachtoffers zo snel mogelijk hulp zoeken. Dat is belangrijk vanwege het veilig stellen van sporen voor onderzoek. Snelle medische hulp is van belang om zwangerschap en geslachtsziekten te voorkomen.

                  De reden om een tweede centrum te openen is het groot aantal slachtoffers dat zich in het Catharina Ziekenhuis meldde.

                  Het CSG is dag en nacht te bereiken via het telefoonnummer 0800-0188.

                  Bron: bd.nl

                  #234582
                  Mark
                  Moderator

                    Gratis zorg voor slachtoffers seksueel geweld


                    Gespreksruimte in het Centrum Seksueel Geweld in het UMC Utrecht

                     

                    Slachtoffers van seksueel geweld hoeven niet meer hun eigen risico aan te spreken als ze medische kosten maken. Het kabinet wil met een proef van een jaar uitzoeken of dat de drempel verlaagt om hulp te zoeken.

                    Slachtoffers kunnen terecht bij een Centrum Seksueel Geweld. Die zijn meestal verbonden aan een afdeling Spoedeisende Hulp van een ziekenhuis. Daar kan sporenonderzoek worden gedaan, maar ook onderzoek naar besmetting met geslachtsziektes. Ook bieden ze psychische hulp.

                    Het sporenonderzoek om de dader te pakken is gratis, maar andere medische kosten die gemaakt worden vallen wel onder het eigen risico in de zorgverzekering. Slachtoffers kunnen wel een tegemoetkoming aanvragen, of de kosten verhalen op de dader.

                    Geen gegevens
                    CDA, D66 en PvdA wilden van het kabinet weten of dat geen onnodige drempel opwerpt voor slachtoffers van seksueel geweld om hulp te zoeken. De ministers Bruins en Dekker antwoorden dat daarover geen gegevens bekend zijn. Toch willen ze de toegang tot de zorg voor deze kwetsbare groep verbeteren.

                    Daarom willen ze een tijdelijke voorziening in het leven roepen, waarbij slachtoffers die in de acute fase hulp zoeken bij een Centrum Seksueel Geweld een vergoeding krijgen van de gemaakte kosten in het eigen risico. De proef duurt een jaar.

                    Bron: nos.nl

                    #236363
                    tinne
                    Lid LSG

                      Hoi,

                      Ook ik ben met dit centra in aanraking gekomen.

                      Nu het beloofden zoals op de site omschreven staat is niet helemaal waar. En dat steekt dan toch beetje tegen. In het ziekenhuis wel goed opgevangen geweest door de arts. Maar heb grootste deel van de tijd er helemaal alleen geweest. En er was niemand om mee te praten. Ze hebben ook niet gevraagd of ik meer hulp nodig had. Dus viel wel even tegen.

                      De nazorg consulente die me de dag erna heeft gebeld die heeft denk ik twee keer contact gezocht waarvan een keer telefonisch echt gebeld en de andere keer via mail of appje (weet ik even niet goed meer). En verder heeft ze niets gedaan, dus bleef best beetje in de kou staan. Kon ook niet goed met mijn vragen bij haar terecht want vaak kreeg ik als antwoord dat ik ervoor bij mijn huisarts moest zijn. Dus het was niet zo’n fijne ervaring voor me.

                      Dus denk dat er hier toch nog wel wat werk aan is.

                      Nu heb met Iva Bicanic ook mail contact gehad en haar uitgelegd hoe het in dat centrum eraan toe ging. En ze betreurde het maar zij was wel degene die heel open naar mij toe was en me wel gerust heeft gesteld. En het desbetreffende centrum ook om uitleg heeft gevraagd. Wel fijn maar het heeft niet veel veranderd. En nadat ik een tweede keer van dat centrum gebruik heb moeten maken ben ik helemaal niet meer gecontacteerd. Toen hebben we me dus gewoon alleen gelaten en aan mijn lot over gelaten.

                      Dus misschien kan hier alsnog wat aan gewerkt worden. Het kan zo mooi zijn om alles op een plek te hebben maar dan moet het er ook wel zijn.

                      En daar zit een verschil met Belgie.  Maar daar in een ander berichtje meer.

                      Maar laat het vooral je niet tegen houden om hulp te zoeken want het is echt belangrijk.

                      Groeten.

                      #236786
                      Mark
                      Moderator

                        Denkt u dat uw kind iets is overkomen, bent u zelf slachtoffer geworden, wilt u hulp of wilt u meer informatie?

                        Neem dan contact op met de politie via tel.nr. 0900-8844 of via een contactformulier op politie.nl. Ook kunt u voor hulp terecht bij het Centrum Seksueel Geweld: centrumseksueelgeweld.nl of bel met de frontoffice van de zedenpolitie via tel.nr. 088-1681070

                      10 berichten aan het bekijken - 11 tot 20 (van in totaal 28)
                      • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
                      gasten online: 111 ▪︎ leden online: 0
                      No users are currently active
                      FORUM STATISTIEKEN
                      topics: 3.824, reacties: 21.529, leden: 2.911