Reageer op: Zwangerschap en opvoeding na seksueel misbruik

#276764
Luka
Moderator

    “‘Ik heb heel lang een verdrietig geheim gehad’, zei mijn zoon zacht”

    Hoe Anke met haar kinderen bespreekt dat er geheimen zijn die je onmiddellijk moet verklappen. Gewoon, omdat ze haar kroost de ellende wil besparen die ze in haar eigen jeugd heeft meegemaakt.

    Het is woensdagochtend en hoewel we eigenlijk moeten opstaan voor school, kruipen mijn kinderen nog even bij mij in bed. Sommige mensen zullen zeggen dat het ongepast is met kinderen van zeven en acht in bed te liggen. Wij weten wel beter. Het is een ideale plek om te knuffelen en te praten over dingen waar je het normaal niet zo snel over hebt. Zo half in de schemer met de gordijnen dicht en de slaap nog in je ogen, praat het net iets makkelijker dan normaal. Op deze plek hebben we al van alles besproken. Verliefdheden, waarom kittens met hun ogen dicht geboren worden, de zieke moeder van een klasgenootje en dat je lava heus wel aan kunt raken, maar dat het dan wel eerst moet stollen.

    Geheimen bespreken
    Vandaag bespreken we geheimen. Het is een gesprek dat ik al vaker heb gevoerd en zo nu en dan herhaal. “Lieverdjes”, zeg ik. “Weten jullie nog dat er twee soorten geheimen zijn? Er zijn vrolijke geheimen, zoals dat je een cadeautje voor iemand hebt, en verdrietige geheimen. Van verdrietige geheimen krijg je pijn in je buik. Word je boos of moet je huilen. Of je bent bang dat je ouders er verdrietig of boos van worden. Of dat je straf krijgt.”
    Ze knikken.
    “Weet een van jullie een voorbeeld van een vrolijk geheim?”
    “Jaaa!” roept mijn dochter meteen. “Toen het bijna Moederdag was en we iets voor je geknutseld hadden, maar we van juf nog niet mochten zeggen wat het was. Dat was zo moeilijk. Ik kan helemaal geen geheimen bewaren. Dus toen had ik het toch verteld.”
    “Sinterklaas”, gaat mijn zoon eroverheen. “Dat is ook een geheim. Een beetje wel en een beetje niet vrolijk. Want het was niet zo leuk dat jullie er niet eerlijk over waren, maar wel leuk dat we nog steeds cadeautjes krijgen.”
    “Klopt. Dat zijn allemaal heel goede voorbeelden. En het geeft niks dat je het moederdagcadeautje verklapt had, hoor. Het was je eigen geheim, dus dan mag dat. Je hoeft alleen geheimen van anderen te bewaren als ze dat aan je vragen. Met je eigen geheimen mag je doen wat je wil. Ze vertellen of ze bewaren, dat maakt niet uit.”
    Ze knikt opgelucht.
    “Behalve bij verdrietige geheimen. Die moet je altijd aan iemand vertellen. Bijvoorbeeld aan mij of papa of juf.”
    “Waarom moet dat?”
    “Omdat verdrietige geheimen zwaar zijn en wij kunnen helpen dragen.”
    “Maar wat als je echt boos wordt?”
    “Ik beloof je dat als je zoiets aan mij vertelt, ik niet boos zal worden.”
    “Heb jij weleens zo’n geheim gehad dan, toen jij klein was?”

    Mijn grootste verdrietige geheim
    Meteen begint mijn hoofd te razen. Het is natuurlijk niet voor niets dat ik dit al van zo jongs af aan met ze bespreek. Ik moet denken aan mijn grootste verdrietige geheim. Bijna dertig jaar hield ik het voor me.

    Ik was acht toen het gebeurde. De puberbroer van een vriendinnetje paste vaak op ons als onze ouders aan het werk waren. Soms speelde hij met ons mee. Maar de spelletjes gingen steeds verder en werden steeds seksueler, al wist ik toen nog niet goed wat dat was. Ik wist wel dat ik er buikpijn van kreeg en moest huilen.

    Toch vertelde ik mijn ouders dit pas vorig jaar. Toen het aan de hand was, durfde ik niet. Te bang dat ze me niet zouden geloven of straf zouden geven om het snoep dat we na afloop altijd aten. Ik wist heus wel dat ik dat niet mocht. Dus bedacht ik smoesjes: ze hebben het druk, ze hebben al veel zorgen, ik wil ze niet boos of verdrietig maken. En ik dacht dat ik misschien iets niet goed begrepen had. Dat ze zouden lachen als ik het zou vertellen. Omdat het heel gewoon was en hoorde bij grotere broers. Ik had niet zo’n broer en mijn vriendinnetje deed of het normaal was. Dus zei ik niks. En ging het door. Tot het vriendinnetje en ik ruzie kregen en ik er niet meer hoefde te spelen.

    Met iemand over praten
    Al deze dingen denk ik, maar net als toen zwijg ik. Ook mijn kinderen wil ik niet verdrietig maken. In plaats daarvan vertel ik ze een ander verhaal dat zich rond dezelfde tijd afspeelde.

    “Vroeger, toen ik zo oud was als jullie, woonde ik natuurlijk nog bij opa en oma. Ik speelde vaak buiten en liep dan uren door de buurt. Opa, oma en ik hadden heel goede afspraken over waar ik wel en niet mocht komen. Op een dag was ik te ver gelopen, naar een straat waar ik niet heen mocht. Er was een klimrek en ik klom erop. Een groter meisje kwam erbij. Zij wilde ook op het klimrek. Ik ging een stukje opzij maar dat was niet genoeg. Ze duwde me eruit en schopte me toen ik op de grond lag ook nog in mijn buik.”
    Hannahs ogen worden groot. “Deed het pijn? Moest je huilen?”
    “Ja, het deed wel pijn, maar nog meer was ik gewoon heel erg geschrokken. Ik ben weggerend.”
    “Ik zou ook heel erg schrikken!” zegt ze. “Heb je het tegen je moeder gezegd?”
    “Nee, want ik was bang dat ik straf zou krijgen omdat ik te ver van huis was gegaan.”
    Allebei knikken ze heftig. Geen straf willen snappen ze best.
    “Wat zielig”, zegt Jakob. “En toen?”
    “Toen ben ik heel lang bang geweest dat ik dat meisje weer tegen zou komen.”
    Ze knikt. “Snap ik.”
    “En je kon er met níemand over praten?” vraagt Jakob.
    “Klopt”, zeg ik.
    “Wel fijn dat je het nu aan ons kunt vertellen, hè mama?”
    “Heel fijn, liefje.”
    We zijn even stil en denken na. Dan vraag ik: “En jullie? Hebben jullie verdrietige geheimen?”
    Nee, schudt mijn dochter meteen. “Ik ben heel slecht in geheimen, zei ik toch.”
    Gelukkig maar, denk ik.
    Jakob kijkt sip en blijft stil.
    “En jij?” vraag ik.
    “Ik heb heel lang een verdrietig geheim gehad”, zegt hij zacht.

    ‘Wie heeft mijn kind pijn gedaan?’
    Mijn hart slaat over. Mijn gedachten gaan als een razende langs alle potentieel gevaarlijke momenten. Dat stomme jongetje uit groep acht, zou die hem pesten? Is het de vader van dat ene vriendje, waarover die rare verhalen gaan? De oppas? Ik vertrouw hem volkomen, maar misschien zit ik ernaast? De verschrikkelijkste scenario’s vliegen door mijn hoofd. Wie heeft mijn kind pijn gedaan en kan ik het wel aan dat te horen? Ga ik niet heel hard huilen als hij eindelijk vertelt wat hij heeft meegemaakt? Kan ik er voor hem zijn zonder dat mijn eigen verdriet en verleden in de weg zitten? Dit was alleen maar een gesprek voor mocht het ooit een keer van pas komen. Om ze te laten weten dat ik er altijd voor ze ben. Ik had er niet op gerekend dat ze écht iets zouden hebben.

    Onopvallend, maar diep opgelucht
    “Wil je het vertellen?” vraag ik duizendmaal rustiger dan ik me voel.
    “Ja.” Hij zucht diep. Zijn ogen staan vol tranen. Ik voel de mijne ook al prikken.
    “Ik had een splinter. En het deed heel erg pijn. Hij zat in mijn vinger en ik voelde hem de hele dag. Maar ik was bang dat als ik er iets van zou zeggen, papa of jij hem eruit zou willen halen en dat wilde ik niet, want dat zou nog meer pijn doen. Of dat ik naar het ziekenhuis zou moeten en ik vind het ziekenhuis eng. Ik moet er nu nog van huilen.”
    Ik adem uit. Onopvallend, maar diep opgelucht. Ik voel een lach opborrelen die ik wegslik.
    Hij heeft hier een tijdje mee gelopen, dus zelfs nu ik het niks bijzonders vind, is het voor hem bloedserieus.
    “Dat zie ik, lief. En dat mag. Het klinkt ook verdrietig. Heeft het lang geduurd?”
    Hij knikt.
    “Heb je er nog pijn van?”
    Hij schudt zijn hoofd.
    “Is de splinter er inmiddels uit?”
    Weer knikt hij.
    “Lukt het even niet om te praten?”
    Weer schudt hij zijn hoofd.
    “Wil je knuffelen?”
    Hij knikt en kruipt tegen me aan. Aan mijn andere kant doet mijn dochter hetzelfde. Als een balletje mens liggen we in het grote bed. We knuffelen alsof ons leven ervan afhangt. En zo voelt het ook.

    De grootte van een splinter
    “Weet je wat?” zeg ik na een tijdje. “Ik beloof hierbij plechtig dat als jullie een verdrietig geheim hebben, wat dan ook, je het kan zeggen. En dat ik niets zal doen wat je niet wil. Ik luister naar je en dan gaan we samen bedenken wat we eraan kunnen doen. Deal?”
    Ik steek mijn hand in de lucht. Twee kleine handjes slaan er tegelijkertijd keihard tegenaan.
    “Deal!”
    En terwijl ik ze uit bed en naar school jaag, denk ik: laten hun verdrietige geheimen alsjeblieft voor altijd de grootte van een splinter in hun wijsvinger blijven.

    Bron: Kekmama >>