Reageer op: Seksueel geweld en seksueel misbruik (algemeen)

#270708
Luka
Moderator
Topic starter

    “Ik kon niks zeggen, ik kon niks doen”: Margo (23) werd gedrogeerd en verkracht, zus Toke (19) zag alles gebeuren

    “Ik kon niets zeggen. Ik kon niets doen.” Afgelopen zomer werd Margo (23) na een avond uit verkracht bij haar thuis. Ze vermoedt dat de jongen eerst drugs in haar drankje deed, al is dat vaak moeilijk te bewijzen. Toen haar zus Toke (19) thuiskwam, zag zij alles gebeuren. De twee zussen doen hun verhaal in “Pano”.

    Dit artikel bevat een getuigenis over een verkrachting. Zit je met vragen over seksueel geweld? Dan kan je terecht op het nummer 1712 of op de website 1712.be. Ben je zelf slachtoffer, dan kan je steeds terecht bij een zorgcentrum na seksueel geweld.

    Vanavond in “Pano” getuigen verschillende vrouwen over hun traumatische ervaringen in het uitgaansleven. “Verkrachtingsdrugs verborgen” wordt om 21.25 uur uitgezonden op Eén en is dan ook beschikbaar op VRT NU.

    Net verhuisd naar een nieuwe stek, een reeks versoepelingen van de coronamaatregelen én stralend weer. Begin juli hopen de zussen Margo en Toke op een mooie zomer. “We hadden zo veel zin om ons huis in te richten”, vertelt Toke. “Maar toen dit kwam, was dat wel om zeep”, vult Margo aan. “Toen voelden we ons niet meer thuis.”

    “Dit” is wat er op een zomeravond in juli gebeurde na een avondje uit. Samen met een collega en een vriendin hoopte Margo haar opgestapelde knaldrang nog eens van zich af te dansen. “Ik keek daar superhard naar uit. En eigenlijk was het een superleuke avond”, vertelt Margo over het feestje. Aan het einde raakt ze aan de praat met drie jongens. Wanneer het feest afloopt om 1 uur ‘s nachts, bieden die aan om Margo naar huis te brengen.

    Thuis bij Margo schenken de jongens drank uit. “Waarom niet? Ik ben thuis. Ik ben in een veilige omgeving. Ik ben op mijn gemak”, dacht Margo toen nog. Maar die drank had niet het verwachte effect. “Ik kon niets meer zeggen. Ik kon niets doen”, vertelt Margo. En dat na één shotje. Ook op het feestje had Margo al iets gedronken. “Ik was wel tipsy, maar niet dat ik me niets kon herinneren”, zegt ze. “Toen, na dat shotje, was het ineens gedaan.” Margo vermoedt dan ook dat de jongens (of een van hen) iets in haar drankje hebben gedaan.

    Margo’s zus Toke is op dat moment zelf op stap. Wanneer ze thuiskomt, hoort ze buiten het huis al luide muziek spelen. “Toen ik de voordeur opendeed zag ik schoenen staan. Mannenschoenen, maatje 46. Dan kreeg ik al een gevoel: wat ga ik hier aantreffen?”, zegt ze.

    “Toen stapte ik de deur voor mij binnen. En daar zag ik mijn zus voorovergebogen op tafel liggen”, vertelt Toke.

    Hoe kan je zelf weten of er iets in je drankje is gedaan?

    Vandaag lijkt GHB de vaakst gebruikte verkrachtingsdrug, “Vijf à tien jaar geleden was dat misschien eerder rohypnol”, zegt toxicoloog Jan Tytgat van de KU Leuven. GHB, voluit gamma-hydroxy-boterzuur, wordt vaak foutief aangeduid als “vloeibare xtc”, maar heeft niets met xtc te maken.

    “Het is wel een vloeistof, dus je kan het makkelijk toevoegen aan een alcoholisch drankje. Een paar druppeltjes volstaan. Het is ook vrij makkelijk te maken”, zegt Tytgat. Bovendien is GHB in een drankje bijna onzichtbaar en je proeft het niet.

    Toch bestaan er testkits om te zien of je drankje “gespiket” is. Die kits werken vaak met strips die verkleuren als er iets in je drankje is gedaan. Maar omdat veel drankjes al van zichzelf een kleur hebben, zijn ze niet zo handig. Zeker niet in donkere ruimtes op café of in een club. “Denk maar aan een glas rode wijn. Die natuurlijke, rode kleurstof is bepalend voor de kleuren op je test”, zegt Tytgat. De testkits geven dus eerder een vals gevoel van veiligheid.

    Het effect van GHB samen met alcohol geeft een “2+2=5”-effect, zegt de toxicoloog. “Het versterkt elkaar. Je voelt je slaperig, soms zelfs comateus.” Dat is dan de periode waarin de feiten meestal worden gepleegd. Nadien is het ook moeilijk om GHB op te sporen. Volgens Tytgat blijft de stof maar 6 uur in het bloed en 12 uur in urine achter. Nadien is het uiteraard wel nog mogelijk om DNA te verzamelen om bijvoorbeeld verkrachting te bewijzen. Ook andere stoffen in je bloed of urine kunnen nog aantonen dat je niet in staat was om toestemming te geven.

    Voor Margo is dat hele moment als “een diepe slaap”. Ze beseft niet goed wat er toen gebeurde en was al helemaal niet in de mogelijkheid om toestemming te geven. “Ze lag daar gewoon bewusteloos”, zegt Toke. “Ik voelde mij zo hopeloos omdat ik mijn zus daar zag liggen.”
    “Pas toen mijn zus naast mij stond, kwam het besef dat een jongen iets aan het doen was. Ik besefte zelfs niet goed wat”, zegt Margo. “En ik had de kracht niet om iets te zeggen of iets te doen.” Eén detail bleef wel hangen. “Toen mijn zus riep dat die jongen van mij af moest gaan, zei hij in mijn oor: ‘Oh, je zusje is thuisgekomen’. Gestoord, gewoon.” Daarna werd alles weer zwart.

    Toke begint te roepen op de jongens. “Ik zei dat hij meteen moest stoppen en van mijn zus af moest gaan. Maar die deed dat niet”, zegt ze. “Ik werd gewoon helemaal gek, dus ik bleef maar roepen. Dan heb ik hem eraf geduwd”, vertelt Toke.

    Wie zijn de mannen die verkrachtingsdrugs toedienen?

    Het gaat om een minderheid van de verkrachters, zegt professor seksueel geweld Ines Keygnaert (UGent). Elk jaar worden er zo’n 4000 verkrachtingen aangegeven bij de politie, al weten we dat veel slachtoffers die stap niet zetten. In 2020 werd bij 49 van die aangiftes genoteerd dat de dader drugs toediende. Dat betekent dat er ongeveer elke week 1 aangifte van een verkrachting met drugs gebeurt.

    “Deze verkrachters, die de feiten plannen, hebben vaker een sadistische en psychopate persoonlijkheid”, zegt Keygnaert. “Zij schrijven een heel scenario uit en oefenen dat soms ook. Om hun technieken te verfijnen, kunnen ze dus ook meerdere slachtoffers maken”, klinkt het.

    “Onder die plegers die ‘spiken’ zijn er ook veel die in meerdere facetten van hun leven niet slagen. Eenzaten, zeg maar”, zegt de professor. “Als dan iemand tegenstand biedt, weten ze niet goed hoe te reageren. Door alcohol en drugs toe te dienen, is er geen tegenstand, en kunnen ze toch doorzetten.”

    De ochtend nadien is het voor Margo niet meteen duidelijk hoeveel grenzen er overschreden zijn. Dat is wel vaker bij slachtoffers van seksueel geweld. Er hangt dan wel een vreemde sfeer in huis, maar tegen de middag gaat Margo toch gewoon werken.

    Toke, die als enige buitenstaander alles heeft gezien, had die nacht bijna niet geslapen. “Margo wist van niets. Op dat moment voelde ik mezelf zó slecht”, zegt ze. Daarom besluit Toke, op dat moment 19 jaar, om klacht in te dienen bij de politie. “Het interesseerde mij niet wat mijn zus dacht. Ik wilde het doen voor mezelf, maar ook voor haar. Als ze dit niet serieus nemen, ja, dan weet ik het ook niet meer.”

    Twee agenten komen mee naar het huis van Toke en Margo. Pas wanneer Margo thuiskomt van haar werk en een gesprek heeft met de politie, beseft ze hoe ernstig de feiten waren. In het Zorgcentrum na seksueel geweld in Gent worden er stalen afgenomen bij Margo. Ze weet nog niet of daar drugs zijn aangetroffen. Ook de naam van de man tegen wie ze klacht indiende, kent ze na acht maanden nog steeds niet. In het zorgcentrum kan ze de weken na de feiten een paar gesprekken hebben met een psycholoog.

    Intussen gaan Toke en Margo door met hun leven. Het laat een dubbel gevoel achter bij Toke: had ze sneller naar de politie kunnen stappen en waren er dan meer sporen achtergebleven? Margo probeert dan weer niet te vaak terug te denken aan de avond. “Mijn manier van verwerken is: er niet te lang bij stilstaan”, zegt ze. “Ik maak mijn leven zo druk dat ik geen tijd heb om erover na te denken. Ik geef het gewoon geen kans om in mijn hoofd te komen.”

    Bron + filmpjes + link naar documentaire: Pano.be >>