Zorgcentra na Seksueel Geweld (België)

Forum Lotgenoten Seksueel Geweld Achtergrond & Informatie Hulpverleningsinstanties Zorgcentra na Seksueel Geweld (België)

  • Dit onderwerp bevat 14 reacties, 3 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 04/06/2023 om 18:38 door Luka.
5 berichten aan het bekijken - 11 tot 15 (van in totaal 15)
  • Auteur
    Reacties
  • #266834
    Mark
    Moderator

      Antwerps Zorgcentrum na Seksueel Geweld opent de deuren: “Geeft ons de mogelijkheid om écht iets te betekenen voor slachtoffers”


      Slachtoffers van seksueel geweld uit de provincie Antwerpen kunnen 24/7 in het centrum terecht voor medische zorg, psychische ondersteuning en sporenonderzoek. Als ze dat willen, kunnen ze er ook aangifte doen. © UZA

      Op de site van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA) is woensdag het Zorgcentrum na Seksueel Geweld (ZSG) Antwerpen opengegaan. Slachtoffers van seksueel geweld uit de provincie Antwerpen kunnen 24/7 in het centrum terecht voor medische zorg, psychische ondersteuning en sporenonderzoek. Als ze dat willen, kunnen ze er ook aangifte doen.

      In Brussel, Gent en Luik bestaan al Zorgcentra na Seksueel Geweld. Van oktober 2017 tot oktober 2021 hebben zich daar 4.372 slachtoffers gemeld. Hun gemiddelde leeftijd was 24 jaar. Bijna drie op tien (30 procent) is minderjarig.

      Sinds woensdag heeft ook Antwerpen een Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG), in het zorghotel Drie Eiken op de site van het UZA. Er zijn 11 forensisch verpleegkundigen en 4 psychologen aan de slag. Zij werken op hun beurt samen met specialisten als spoedartsen, gynaecologen, urologen, pediaters, geriaters en psychiaters.

      In ZSG Antwerpen kunnen slachtoffers altijd, dag en nacht, terecht voor medische en psychische begeleiding. De achterliggende gedachte is dat slachtoffers, door de allesomvattende aanpak, sneller herstellen én minder kans lopen om opnieuw seksueel geweld mee te maken. Steunfiguren, zoals ouders, familieleden of vrienden, die meekomen met het slachtoffer krijgen eerste opvang, uitleg en advies.

      Dag en nacht
      Maar er is meer dan medische en psychische begeleiding. Ook het parket en de politie zijn actief in het centrum. Slachtoffers van acuut seksueel geweld – lees: minder dan een week geleden – kunnen in ZSG Antwerpen bijvoorbeeld terecht voor sporenonderzoek voor het verzamelen van bewijsmateriaal. Als ze dat willen, kunnen slachtoffers ter plaatse zelfs klacht neerleggen bij de politie. Zij leggen in dat geval een verklaring af bij gespecialiseerde zedeninspecteurs die heel specifiek voor deze problematiek werden opgeleid. Uiteraard vangt ZSG ook slachtoffers op bij wie het seksueel geweld langer dan een week geleden plaatsvond. Maar na 72 uur daalt de kans om sporen te vinden.

      “De behoefte aan laagdrempelige en allesomvattende zorg bij slachtoffers van seksueel geweld is groot”, legt dr. Ilse Kint, medisch coördinator van het Zorgcentrum na Seksueel Geweld (ZSG) Antwerpen uit. “Het ZSG geeft ons, hulpverleners, de mogelijkheid om écht iets te betekenen voor slachtoffers. Samen met politie en parket zullen we er alles aan doen om slachtoffers de best mogelijke warme zorg en opvang te geven in een geborgen setting. Aan slachtoffers wil ik zeggen: kom je verhaal vertellen. Wij staan klaar om te luisteren, te informeren en te zorgen.”

      Gehoord én geholpen
      “Seksueel geweld meemaken, dat kan je moeilijk uitleggen”, vult Ayke Gubbels, die nauw betrokken was bij de plannen van het ZSG, aan. Gubbels is psychologe, medeoprichtster van PUNT. vzw, én – helaas – ook ervaringsdeskundige op het gebied van seksueel misbruik. “Als slachtoffer ben je zo overweldigd door wat er gebeurd is, dat praten en vertrouwen een uitdaging worden. Het uitzoeken waar naartoe en wie te vertrouwen zijn dan te grote stappen. Het zorgcentrum is de eerste plek waar iemand je hand vastneemt en die stappen samen doorloopt en dat kan zo betekenisvol zijn in een verwerkingsproces. Gehoord worden én geholpen worden.”

      De zorgcentra zijn een initiatief van de federale regering, gefinancierd door de staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke kansen en diversiteit, Sarah Schlitz (Ecolo), en minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken, Frank Vandenbroucke (Vooruit). Na Brussel, Gent en Luik is ZSG Antwerpen het vierde centrum dat de deuren opent. Nog dit jaar start ook in Charleroi een zorgcentrum op. In 2022 volgen dan ZSG West-Vlaanderen en Leuven. Vanaf 2023 kunnen slachtoffers van seksueel geweld ook terecht voor allesomvattende zorg in Limburg, Namen en Luxemburg.

      Bron: pzc.nl

      #271026
      Luka
      Moderator
      Topic starter

        Eerste West-Vlaamse Zorgcentrum na Seksueel Geweld geopend in Rumbeke

        In Roeselare is vandaag het eerste West-Vlaamse Zorgcentrum na Seksueel Geweld opengegaan. Slachtoffers van seksueel geweld kunnen daar voortaan dag en nacht terecht voor een volledige medische en psychologische behandeling na zedenfeiten.

        Het zorgcentrum is verbonden aan de Campus Rumbeke van het ziekenhuis AZ Delta, met vestigingen in Roeselare, Menen en Torhout. Slachtoffers van over de hele provincie kunnen daar dag en nacht terecht voor zowel medische als psychologische hulp. Ze kunnen er meteen ook aangifte doen bij zedeninspecteurs van de politie.

        Vroeger moesten slachtoffers eerst zelf naar de politie stappen. “Een veel te grote stap”, zegt Liesbet Stevens, van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen. “Ze werden dan soms zelfs met de politiecombi vervoerd naar het ziekenhuis. En moesten dan vaak uren in een wachtzaal wachten voor ze onderzocht konden worden. Daarna volgde het verhoor in het politiekantoor. Als slachtoffers psychologische hulp nodig hadden, moesten ze daar zelf voor kijken.”

        Laagdrempelig
        Het nieuwe zorgcentrum is laagdrempelig. “Alles zit ook samen”, zegt medisch directeur van AZ Delta Lieven Wostyn. “Slachtoffers worden nu onmiddellijk opgevangen door een forensisch verpleegkundige. We doen een kleine intake en starten meteen een onderzoek. De patiënt kan zich wassen, iets eten en eventueel een gesprek doen met de politie.”

        Het Zorgcentrum na Seksueel Geweld werkt met gespecialiseerde artsen die ook kunnen helpen om de dader op te sporen. Zelfs als een slachtoffer geen klacht indient, worden de stalen sowieso 6 maanden bewaard. Op termijn rekenen ze in Roeselare op zo’n 800 patiënten per jaar.

        Tegen 2024 komen er 10 zorgcentra in ons land, zodat elk slachtoffer hoogstens één uur moet rijden om geholpen te worden.

        Bron: VRT.be>>

        #273019
        Luka
        Moderator
        Topic starter

          Bijna 5.000 slachtoffers klopten aan bij zorgcentra na seksueel geweld

          Sinds 2017 hebben 4.943 slachtoffers van seksueel geweld de weg gevonden naar de zorgcentra. Dat hebben federaal minister voor Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) en staatssecretaris voor Gelijke Kansen Sarah Schlitz (Ecolo) bekendgemaakt tijdens de opening van het zevende Zorgcentrum voor Seksueel Geweld (ZGS) in Leuven. Ruim zes op de tien slachtoffers doen een aangifte bij de politie.

          De cijfers gaan over de periode tussen oktober 2017 en december 2021, toen er in totaal vijf ZGS’en geopend waren: in Gent, Antwerpen, Charleroi, Luik en Brussel. In maart van dit jaar is er een zesde centrum geopend in Roeselare. Gegevens over dat centrum zitten nog niet vervat in deze cijfers. Het zevende centrum in Leuven is maandag officieel ingehuldigd, vanaf komende woensdag kunnen slachtoffers ook hier terecht.

          De gemiddelde leeftijd van de slachtoffers die zich aangemeld hebben tussen 2017 en 2021 is 24 jaar. Het jongste slachtoffer was 2 maanden oud en het oudste 86 jaar. Van het totaal aantal was 30 procent minderjarig.
          De overgrote meerderheid van de slachtoffers (89 procent) bestaat uit vrouwen; 9 procent is man, en 2 procent is transgender. Bijna de helft van de slachtoffers (47 procent) is student. Het gaat zowel om studenten uit de hogescholen of universiteiten als leerlingen uit de lagere of middelbare school.

          In elk zorgcentrum hebben slachtoffers de mogelijkheid om, als ze dat willen, een klacht neer te leggen bij de politie. Ruim zes op de tien slachtoffers die naar een centrum gaan, maken gebruik van die mogelijkheid. Volgens de website http://www.seksueelgeweld.be, een initiatief van de federale regering en het Instituut voor de Gelijkheid van Mannen en Vrouwen, doet 90 procent van alle slachtoffers in de brede samenleving geen aangifte.

          Bron: HLN.be >>

          #276589
          Luka
          Moderator
          Topic starter

            Zorgcentrum na Seksueel Geweld opent deuren in Genk: “Ik hoop dat dit de drempel voor slachtoffers verlaagt”


            Kim vangt slachtoffers van seksueel geweld op in een warme omgeving
            © Radio 2

            Het eerste Zorgcentrum na Seksueel Geweld (ZSG) in Limburg opent vandaag de deuren in Genk. Het is het achtste al in België. In een nieuw gebouw van het Genkse ziekenhuis kunnen slachtoffers van lichamelijk misbruik terecht voor medische hulp. Tegelijk kan een klacht bij de politie worden ingediend en kan er psychologische hulp worden geboden. Het nieuwe centrum is elke dag 24 op 24 uur geopend.

            Het nieuwe centrum in Genk wil de drempel verlagen voor vrouwen en mannen die het slachtoffer zijn van seksueel misbruik. “Er is een nauwe samenwerking tussen het ziekenhuis, de politie, het parket en nog andere partners”, vertelt coördinator Liesbet Paulissen. “Het unieke is dat het slachtoffer nu op 1 enkele plek terechtkan en daar alle zorgen kan krijgen.“

            Het ZSG wil een veilig onthaal zijn voor de slachtoffers die zelf het ritme kunnen bepalen van het bezoek. “We willen de mensen warm ontvangen en hen opnieuw de controle geven over hun eigen lichaam en leven. Nadien gaan we naar het medische onderzoek. Daarna komt een forensisch onderzoek met bijvoorbeeld een stalenonderzoek. Als er een klacht moet worden ingediend, laten we een zedeninspecteur naar hier komen voor een verhoor”, aldus de coördinator. Urgente psychologische hulp kan direct geboden worden of er kunnen afspraken worden gemaakt voor latere sessies.

            Ik hoop dat dit de drempel voor slachtoffers verlaagt. Ik denk dat ze je hier goed opvolgen en aan elk detail denken

            slachtoffer van seksueel geweld Katrien

            Katrien is 4 jaar geleden seksueel misbruikt en moest toen eerst naar het ziekenhuis om zich te laten onderzoeken. “Ik moest mijn verhaal doen in een ruimte waar ook andere patiënten werden geholpen. Ik zat daar in een zo’n ziekenhuisschortje. Na een kort gesprek met een psycholoog mocht ik gewoon vertrekken”, vertelt ze gelaten. Katrien vertelt hoe ze alles zelf heeft moeten uitzoeken en dat ze nu blij is dat slachtoffers van seksueel geweld eindelijk op 1 enkele plek kunnen worden opgevangen. “Ik hoop dat dat de drempel voor slachtoffers verlaagt. Ik denk dat ze je hier goed opvolgen en aan elk detail denken.”

            Slachtoffers worden ook na de opvang in het ZSG verder opgevolgd. Urgentiearts Pieter Jan Van Asbroeck: “De psychologische zorgen waren vroeger niet aanwezig in het ziekenhuis en dat moet wel, want we merken dat veel slachtoffers posttraumatische stress hebben. Nu kunnen ze hier een aantal sessies volgen bij een psycholoog.”

            Het ZSG in Limburg is het achtste van de tien centra dat opent in het land. “Elke dag worden in ons land 100 mensen verkracht”, vertelt minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld). “Dat zijn er ongeveer 10 per dag in Limburg.” Het aantal aangiftes was zeer laag, het waren er amper een tiende daarvan omdat veel mensen ook de weg niet vonden naar hulp. “In de bestaande ZSG’s is de aangifte nu 7 op 10, dat is een enorme stijging. We willen komaf maken met straffeloosheid”, verduidelijkt de minister.

            Bereikbaarheid
            Een slachtoffer kan nog steeds aangifte doen in een lokaal politiekantoor. “Er zijn afspraken gemaakt om het transport te verzekeren tussen een politiepost en het zorgcentrum”, vertelt de justitieminister. “Je kan onmogelijk in elke stad zo’n opvang uitbouwen, dus de politie zorgt ervoor dat de mensen snel naar hier worden gebracht.”

            Bron + audio: VRT.be >>

            #277179
            Luka
            Moderator
            Topic starter

              We stapten binnen bij het Zorgcentrum na Seksueel Geweld in Brussel
              VICE ging naar Hoogstraat 320 om in detail uit te leggen hoe het centrum werkt. Een slachtoffer vertelde ons over haar verzorging.

              Er is een goede reden waarom deze plekken – speciaal ontworpen om slachtoffers van seksueel geweld op te vangen – weinig publiciteit krijgen. Bij hun opening in 2017 waren de teams van de eerste drie centra – Brussel, Gent en Luik – nog te klein om een groot aantal slachtoffers op te vangen. Daarom wilde men in eerste instantie de promotie van het ZSG (Zorgcentrum na Seksueel Geweld) bij het grote publiek niet aanmoedigen, om de diensten niet te overbelasten en een kwaliteitsvolle opvang van de slachtoffers mogelijk te maken. De trieste realiteit van een tekort aan middelen.

              Sindsdien is het personeelsbestand geleidelijk uitgebreid om een groter aantal slachtoffers op te kunnen vangen zonder dat de kwaliteit daarvan vermindert. Afgelopen januari is het centrum in Brussel zelfs uitgebreid – ze hebben een heleboel nieuwe mensen aangeworven – om meer mensen tegelijk te kunnen opvangen. Tegelijkertijd werd het ZSG in de Hoogstraat, dat oorspronkelijk alleen werkte met de politiezone Brussel-Hoofdstad/Elsene, opengesteld voor alle politiezones van het gerechtelijk arrondissement Brussel.

              Om je een idee te geven van de drukte: in januari ontving het Brusselse team 83 slachtoffers – de maand ervoor waren dat er 55. Dat zijn meerdere mensen per dag. Céline Van Vaerenbergh (35), coördinator van de Brusselse vestiging, vertelt dat er sindsdien geen dag meer is geweest zonder dat er minstens één slachtoffer binnenkwam.

              Wat is een ZSG?
              De missie van het Zorgcentrum na Seksueel Geweld is om alle slachtoffers van seksueel geweld 24/7 op te vangen. Het biedt medische en forensische zorg, de mogelijkheid om een klacht in te dienen, psychologische ondersteuning en follow-up voor volwassenen en kinderen, ongeacht hun geslacht. Het idee is om de verschillende beroepen waarmee een slachtoffer van seksueel geweld tijdens de behandeling tot aan het indienen van een klacht en tijdens de langdurige psychologische follow-up kan worden geconfronteerd, onder één dak samen te brengen. Dit gebeurt op drie manieren: spontaan, via de politie of via de spoeddienst van het ziekenhuis.

              Het ZSG-model is niet uit het niets ontstaan. De structuur had al een basis in het UMC Sint-Pieter, waar protocollen bestonden voor de behandeling van seksueel geweld. Het was dan ook vanzelfsprekend dat dit ziekenhuis werd geselecteerd voor het Brusselse centrum, naast die in Luik en Gent. Na een eerste proefproject van twee jaar namen het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, de FOD Volksgezondheid en de politie het ZSG over, waardoor het project een permanent karakter kreeg in het kader van het federale gelijkekansenbeleid.

              In welke steden zijn ze te vinden?
              De eerste proefjaren bewezen de doeltreffendheid van deze specifieke ondersteuning in Gent, Brussel en Luik. Vanaf 2017 liepen zo’n 930 mensen door de deuren van de drie centra – in vergelijking met de verwachte 600. De centra in Charleroi en Antwerpen gingen open in 2021, Roeselare en Leuven in 2022 en Genk en Namen in 2023. Aarlen is de volgende op de lijst. De verschillende centra communiceren met elkaar en de kleinere profiteren van de ervaring van het Brusselse centrum, dat hen opleidingen geeft. Voortaan kan elk slachtoffer van seksueel geweld op Belgisch grondgebied op maximaal een uur rijden door een ZSG worden opgevangen.

              Wat kan ik verwachten als ik naar een ZSG ga?
              Er is een protocol, maar geen standaardbehandeling. Elk slachtoffer krijgt tijdens het proces de behandeling die het best is aangepast aan diens behoeften, en consent is de drijvende kracht achter het hele proces.

              We ontmoeten Jade*, die ons vertelt hoe ze werd opgevangen en verzorgd na een aanranding in Brussel. Begin 2023 meldde Jade zich de dag na het voorval aan bij het ZSG. Ze had er nog nooit van gehoord. Via een vriendin ontdekte ze het bestaan ervan. Ze vertelt ons over haar behandeling, stap per stap. Om haar anonimiteit te bewaren en aanvullende informatie te verstrekken, zijn haar ervaringen getoetst aan de getuigenissen van verschillende hulpverleners.

              17.00 uur: “Samen met een vriendin ging ik naar het ZSG in de Hoogstraat. Er waren nogal veel mensen, dus moesten we een tijdje wachten. Ondertussen kreeg ik een cola en wat snacks om als tijdverdrijf. Uiteindelijk werd ik ontvangen door een verpleegster voor een eerste gesprek. Haar warme uitstraling contrasteerde met het medische aspect van de plek. De verpleegster legde me uit hoe alles werkte. Ik vertelde haar in detail over de aanval en zij maakte aantekeningen. Het duurde twee uur.

              Het was best cool, ze gaf me een ziektebriefje voor een hele week, gratis begeleiding en ze stelde mij gerust. Het was een goede omgeving, ik kon zeggen wat me was overkomen zonder veroordeeld te worden. Ik voelde me gesteund en dat is al een soort genezen op zich.

              Daarna kreeg ik een medisch en forensisch onderzoek aangeboden. De verpleegster nam staaltjes af waar dat nodig was. Ik moest er ook mijn kleren achterlaten, maar had geen reservekleren, dus gaven ze me dat ook nog. En dan kon ik eindelijk douchen.”

              19.00 uur: “Na het onderzoek had ik de mogelijkheid om een klacht in te dienen. Ik wilde ik dat eerst eigenlijk niet, maar de verpleegster moedigde me aan om het toch te doen. De politieagenten in het centrum zijn speciaal opgeleid voor dit soort klachten en waren toch al aanwezig, dus deed ik het wel. Daardoor was het niet meer nodig om naar het politiebureau te gaan.

              De verpleegster had me vooraf goed ingelicht, dat was geruststellend. Zo vertelde ze mij dat het feit dat ik gedronken had, bijvoorbeeld, in mijn voordeel zou werken – terwijl je eerder het tegenovergestelde zou denken – omdat het een verzwarende factor is voor de agressor. Voor ik mijn verklaring kon afleggen moest ik weer twee uur wachten in een soort ziekenhuiskamer. We keken wat video’s met mijn vriendin, maar het duurde erg lang.”

              21.00 uur: “Uiteindelijk werd ik ontvangen in de verhoorkamer van het ZSG om het verhaal van de aanval een tweede keer te vertellen, het was nogal zwaar en de ruimte was krap. Mijn vriendin mocht wel bij mij blijven. De rechercheurs waren best aangenaam en eerlijk gezegd niet oordelend. Het was waarschijnlijk minder intimiderend dan in een normaal politiebureau, maar het werd gefilmd dus was het wel een beetje stressvol.”

              00.30 uur: “De rechercheurs hebben mij aangeboden om mij terug te brengen naar de plaats van de aanval. Het was erg laat, ik was echt kapot en ik geef toe dat ik het niet echt verwachtte, maar ik ben wel meegegaan. Ze wilden controleren waar de bewakingscamera’s waren. Gelukkig was mijn vriendin nog bij me. Toen werd ik naar huis gebracht.

              Van begin tot eind werd ik echt goed ontvangen. In alle chaos was er toch nog licht aan het einde van de tunnel, ik kon zelfs een beetje lachen. De werknemers zijn sterke mensen. Ik ben blij dat deze plek bestaat, het zou overal moeten bestaan.”

              De nasleep: “In de weken die daarop volgden belde een verpleegster mij om te kijken hoe het met me ging, of ik iets nodig had, of ik het nodig vond langs te komen. Dat deed me heel goed, want de eerste dagen, de eerste weken zelfs, was ik echt onwel. Ik was voortdurend alert en angstig. Ik had lange momenten van depressie en hun steun was een houvast. Als ik niet opnam, lieten ze voicemails achter. Ook nu nog blijven die voicemails een goede steun.

              Het forensisch onderzoek
              Naast een blik op het ZSG zelf, dat verschilt van de traditionele begeleiding, besloten we het forensisch onderzoek en het indienen van een klacht nader te bekijken. Het onderzoek wordt uitgevoerd door verpleegkundigen die een opleiding voor forensisch wetenschapper hebben genoten. Hun onderzoek naar geweld is vergelijkbaar met de set voor seksueel geweld (de SAS-kit) die wordt uitgevoerd bij het indienen van een klacht. Céline, de coördinator, legt de verschillen uit tussen de methode van het ZSG en dat van de SAS-kit.

              Ten eerste bevat de SAS-kit een lijst met instructies en instrumenten voor het nemen van monsters van slachtoffers van seksueel geweld. Volgens de coördinator worden ze vaak uitgevoerd door ongekwalificeerde mensen die soms gehaast te werk gaan en gewoon stap voor stap de procedure volgen. In het ZSG nemen de forensisch verpleegkundigen monsters op basis van de verklaring van het slachtoffer, d.w.z. als er bijvoorbeeld geen aanraking van de genitaliën heeft plaatsgevonden, wordt daar geen monster genomen.

              Een tweede belangrijk verschil is de toegang tot de SAS-kit. Voor het uitvoeren van de SAS-kit is het indienen van een klacht verplicht. Bij het ZSG daarentegen worden de monsters uit voorzorg 6 maanden in koelkasten bewaard. Als een slachtoffer zich bedenkt en uiteindelijk besluit een klacht in te dienen, kan men toegang tot de monsters vragen.

              Een klacht indienen

              De politieagenten die in het ZSG aanwezig zijn, zijn zedeninspecteurs die zijn opgeleid om dit soort klachten in ontvangst te nemen, om secundaire victimisatie te voorkomen. Ze kleden zich in burgerkleding en zijn gewend om met slachtoffers van seksueel geweld om te gaan.

              Tussen 50% en 60% van de klachten wordt bij het ZSG in Brussel ingediend, tegenover 10% die gewoonlijk via de klassieke weg wordt waargenomen. Deze vorm van ondersteuning heeft duidelijk tot doel het hoge cijfer te verminderen door slachtoffers een kader te bieden dat hen ertoe aanzet een klacht in te dienen, hoewel dit niet noodzakelijk het doel is voor elk slachtoffer, aangezien de reconstructie niet altijd deze fase omvat.

              Wanneer de juridische procedure zich niet langer beperkt tot het centrum, wordt het slachtoffer helaas opnieuw geconfronteerd met instellingen die niet in deze specifieke gevallen zijn opgeleid, waarbij zowel de communicatie als de resultaten teleurstellend zijn.

              Voor wie is het ZSG bedoeld?
              Ze staan open voor iedereen, maar in feite verwelkomen ze vooral vrouwen. Slechts 10% van de slachtoffers die bij hen aankloppen zijn mannen.

              In Brussel is een groot deel van het team tweetalig, Frans/Nederlands, en onder het personeel worden verschillende andere talen gesproken, wat het makkelijker maakt om zoveel mogelijk mensen op te vangen. Er wordt Engels, Spaans, Pools en Arabisch gesproken. Als alternatief is er Google Translate en Deepl.

              De dienst is gratis voor iedereen. Je hebt geen ID nodig om binnen te komen. Je geeft je volledige naam en een adres op. Als die er niet zijn, blijft het hokje leeg, maar staat de deur toch nog open. In dat geval zal het team overwegen om parallel sociale zorg op te zetten.

              Kwetsbare bevolkingsgroepen – LGBTQIA+ groepen, mensen in zeer precaire situaties of van buitenlandse afkomst – zijn soms moeilijk te bereiken. Aangezien zij over het algemeen minder gebruik maken van zorg, situeert dit toegangsprobleem zich logischerwijze op het niveau van het ZSG. Het team werkt hieraan via een werkgroep verbonden aan het Instituut voor gelijke kansen, waar inclusiviteit wordt besproken om mensen te bereiken die niet zo zichtbaar en ondervertegenwoordigd zijn in verhouding tot de omvang van seksueel geweld tegen deze bijzonder getroffen groepen.

              Een uniek voorbeeld in Europa
              Zoals we hebben gezien, zijn de ZSG’s bijzonder omdat ze over multidisciplinaire teams beschikken, zodat de mensen die zich melden op één plaats een uitgebreide zorg kunnen verkrijgen. Hoewel België verplicht is dit soort opvang aan te bieden, zijn de centra een modelleerling in de uitvoering daarvan.

              Door samen met alle lidstaten het Verdrag van de Raad van Europa inzake de voorkoming en bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, of de Istanbul-Conventie, te ondertekenen, heeft België zich ertoe verbonden passende, gemakkelijk toegankelijke en voldoende talrijke centra voor spoedhulp aan slachtoffers van verkrachting en seksueel geweld te openen. Het Verdrag legt echter geen model als zodanig op. Het voordeel van het Belgische model is dat het ook forensisch onderzoek omvat, iets wat door de slachtoffers vaak als zeer traumatisch wordt ervaren. België was ook niet verplicht om ZSG’s op te richten die 24 uur per dag en 7 dagen per week open zijn of om ze in ziekenhuizen te integreren.

              Tussen november 2017 en eind 2019 werd de werking van de eerste drie centra geëvalueerd door de Universiteit Gent. Na een geslaagde crashtest werd het project overgenomen door het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, omdat de permanente financiering door een van de ministeriële portefeuilles moest gebeuren. De staatssecretaris voor Gelijke Kansen erfde het project.

              Hoewel het model zijn gebreken vertoont, met name wanneer de klachten de centra verlaten naar de rechtbanken waar ze uiteindelijk worden geseponeerd, betekent het Belgische ZSG een echte vooruitgang in de zorg voor en de genezing nadien van slachtoffers van seksueel geweld.

              Bron: Vice >>

            5 berichten aan het bekijken - 11 tot 15 (van in totaal 15)
            • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
            gasten online: 30 ▪︎ leden online: 1
            Lieza
            FORUM STATISTIEKEN
            topics: 3.769, reacties: 21.168, leden: 2.814