Zelfbeschadiging

  • Dit onderwerp bevat 15 reacties, 3 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 07/11/2020 om 20:42 door Luka.
6 berichten aan het bekijken - 11 tot 16 (van in totaal 16)
  • Auteur
    Reacties
  • #240620
    Luka
    Moderator

      Littekens en zelfbeschadiging: hoe ga je er mee om?

      Littekens zijn vaak een direct en zichtbaar gevolg van zelfbeschadiging, en sommigen zullen ook nooit meer weggaan. Ik kan je van alles gaan vertellen, bijvoorbeeld over hoe je het best littekens kunt bedekken, tot oliën en crèmes die je erop kunt smeren in de hoop dat ze een beetje wegtrekken.

      Eigenlijk wil ik het in dit artikel over iets anders hebben: over het accepteren van je lichaam en het doorbreken van schaamte. De keuze die je hebt als mensen naar je littekens vragen en de controle nemen over de reacties die je krijgt. Waarom?

      Omdat het bedekken van littekens heel persoonlijk is. Voor de een werkt het, de ander denkt al snel ‘fuck it’: ik heb geen zin om me mijn hele leven mijn lichaam te moeten bedekken. Bovendien kunnen ze overal zitten, wat het verbergen des te lastig maakt. Ook make-up werkt niet altijd, omdat het ligt aan de dikte en kleur van de littekens. Bovenal denk ik niet dat dit het belangrijkste is wat je moet weten over schade overhouden aan zelfbeschadiging.

      Littekens vallen minder op dan je denkt
      Dit geldt voornamelijk voor kleinere, lichtere littekens. Omdat jij weet waar ze zitten, let jij er wel op. Maar de kans dat het je tante opvalt is vrij klein. Het is bijna niet zichtbaar, of mensen registreren het niet als belangrijk. De littekens vallen weg in het algehele beeld van jou: mensen letten minder op details dan je zal verwachten.

      Iemand vraagt naar je littekens. Hoe reageer je?
      Dit werkt voor iedereen anders. Neem je iemand in vertrouwen en vertel je eerlijk over hoe je aan je littekens komt, of niet? Wat je ook doet, onthoud dat je jezelf nooit hoeft te verantwoorden richting anderen. Het is jouw lichaam en jouw negatieve ervaringen. Als je het er niet over wil hebben, dan is dat prima.

      Ik vind het persoonlijk vooral lastig wanneer mensen vragen naar littekens die duidelijk niet het gevolg zijn van zelfbeschadiging. Er zijn immers overblijfselen (denk aan een serie rechte lijnen op een pols of een hele boel rechte littekens op dezelfde plek) die vrij duidelijk zijn waar ze vandaan komen. Maar er kunnen ook littekens ontstaan die wat vager zijn. Dan vind ik het lastig om in te schatten of mensen weten waar ze naar vragen, en of dit het juiste moment is om te beginnen over iets als zelfbeschadiging.

      Dat ligt meestal ook aan de omgeving en of ik verwacht dat iemand gaat schrikken, of niet. Zelfs als je je littekens geaccepteerd hebt en er heel open over kunt praten, is het altijd goed om te bedenken hoe iemand gaat reageren. Daar kun je dan weer op in spelen. Verwacht je een schrikreactie? Ga dan niet op een drukke verjaardag ineens uitweiden over je verleden.

      Hoe reageer je op een feestje over vragen?
      Als ik zelf op een feestje sta zal ik er sowieso niet zo snel voor kiezen om iemand te vertellen hoe ik aan een litteken kom. Soms, zelfs al is het een goed moment met een persoon die ik vertrouw, heb ik ook gewoon geen zin om erover te praten. Soms beloof ik dan om erop terug te komen. Op andere momenten vertel ik een smoesje, of zeg ik eerlijk dat ik het er niet over wil hebben.

      Ik weet het: smoesjes verzinnen is waarschijnlijk niet de beste manier van hiermee omgaan. Bovendien is het in principe liegen. Wel weet ik dat het voor mij makkelijker is om mensen zo afstand te houden. Soms voel ik me hierna echter wel schuldig.

      Reacties expres niet uitlokken
      Bedekkende kleding dragen is ook een manier om controle te hebben over de reacties. Als je geen zin hebt om tekst en uitleg te geven is dit een goede optie. Ook is het een veilige optie wanneer je voor het eerst naar een nieuwe school of baan gaat.

      Accepteren van littekens
      Het allerbelangrijkste is leren omgaan met littekens. Sommigen zullen namelijk nooit meer wegtrekken, en je wil ook niet de rest van je leven alles uit de kast trekken om ze te verbergen. Ik weet echter ook dat je neerleggen bij het feit dat je oud verdriet aan de buitenkant draagt, makkelijker gezegd is dan gedaan.

      Ik zie mijn littekens nu als een deel van mij. Ze horen bij mij en op mijn huid. Ja, het is vervelend dat sommigen nooit meer zullen wegtrekken, maar het is nu eenmaal zo, ik kan het niet terugdraaien. Voor mij helpt dat idee heel erg – dat ik het niet kan terugdraaien – dus het beste wat ik kan doen voor mezelf is accepteren dat ze er zijn en met ze samenleven. Het is ook een bewijs dat je ergens doorheen bent gekomen. Misschien was dit niet de meest prettige manier, maar je bent er nog en dat is meer waard.

      Bron: Commen.nl

      #240625
      Luka
      Moderator

        Zelfbeschadiging uitstellen in 4 stappen

        Zelfbeschadiging is niet alleen een daad, maar ook een gevoel. Een manier van hiermee omgaan is de door de actie, jezelf verwonden, uit te stellen. Dit is natuurlijk geen blijvende oplossing, maar het kan in noodsituaties wel helpen.

        Tijdens het interview met mijn vriendin Imke over zelfbeschadiging kwam deze ‘tactiek’ naar voren, en vandaag ga ik er verder op in.

        Zelfbeschadiging uitstellen
        Vooropgesteld: ik weet hoe moeilijk het is om ergens anders aan te denken op het moment dat je de neiging hebt om jezelf te beschadigen. Het voelt alsof je in een soort tunnel belandt die maar op één manier open te breken is, en we weten allemaal wat ik daarmee bedoel. Gelukkig is het wél mogelijk om jezelf te trainen zodat je beter met dit gevoel om kunt gaan. Dit is hoe je dat doet.

        1. Leid jezelf af
        Wanneer ben jij normaal gefocust? Wanneer zit je ‘in’ het moment? De eerste stap bij het uitstellen van zelfbeschadiging is het vinden van iets waar je je normaal goed op kunt focussen. Je gaat er compleet in op en wordt er blij van. Dit is voor iedereen verschillend.

        Denk aan het lezen van een goed boek, het kijken van YouTube-filmpjes, series bingen of mijn persoonlijke favoriet: compilaties van katten die lieve dingen doen. Het belangrijkste is dat het je volledige aandacht nodig heeft. Bovendien is het handig om iets lichts of grappigs te kijken, en vooral ver weg te blijven van zware, duistere content.

        2. En opnieuw, en opnieuw
        Niemand raakt in een volledige focus van een YouTube-video van 5 à 6 minuten. Deze vorm van afleiding is daarom iets voor de korte termijn. Toch is het een handige manier van uitstellen, juist omdat je steeds bezig bent. Na afloop van iedere video moet je een volgend filmpje uitkiezen, en juist dit keuzeproces is een goede vorm van uitstellen.

        Hetzelfde kun je doen bij een boek of tv-serie. Lukt het je niet om je compleet te verliezen in een verhaal? Stel het dan stukje bij beetje uit. Neem je voor om de situatie per hoofdstuk of afgekeken aflevering te bekijken, of zelfs per bladzijde en gekeken minuut. Je maakt de doelen daarmee klein, en dus haalbaar. Bovendien knap je sowieso op van dingen die je normaal leuk vindt om te kijken of lezen.

        3. Creabea
        Ben je meer creatief ingesteld? Ga dan tekenen, schilderen of kleuren. Op deze manier kijk je niet alleen passief naar een beeldscherm of boek, maar ben je actief bezig met het maken van iets. Wederom: het draait om jezelf bezighouden. Compleet stoppen met zelfbeschadiging is een lang proces, dus iedere stap – hoe mini die ook is – is mooi meegenomen.

        Probeer daarom je activiteit op te breken in kleine, behapbare stukjes. Kleur eerst de helft van een kleurplaat in en focus je tijdens het schilderen eerst op één specifiek object. Denk bij jezelf “Ik doe eerst dit” waardoor de neiging om jezelf te verwonden op een gegeven moment hopelijk vanzelf weggaat.

        4. Bouw het op
        Op een gegeven moment is het mogelijk om te kunnen uitstellen zonder afleiding. Wanneer je de neiging voelt om jezelf te verwonden moet je het dan met een X aantal minuten afhouden. Ik denk bijvoorbeeld altijd bij mezelf “Ik wacht nog 5 minuten”. Dit proces herhaal ik totdat ik de neiging niet meer voel.

        Dit is natuurlijker veel makkelijker gezegd dan gedaan, maar ook jij kunt het opbouwen. Het is logisch dat de techniek niet in een keer werkt, maar met kleine tussenstapjes kom je er wel. Hield je het de vorige keer 10 minuten of 2 bladzijdes vol? Ga dan de volgende keer voor een minuut of bladzijde meer. Hierdoor krijg je niet alleen meer controle over je zelfbeschadiging-neigingen, maar wordt de tijd tussen de keren dat je jezelf verwondt ook groter.

        Bron: Commen.nl

        #240626
        Luka
        Moderator

          Hulpverleners moeten leren omgaan met zelfbeschadiging: dit moet veranderen

          Er is iets wat ik niet begrijp aan de hulpverlening. Dit heeft te maken met het gebrek aan kennis over zelfbeschadiging. Ik heb zelf te maken gekregen met een aantal hulpverleners die naar mijn idee niet echt wisten hoe ze met mij, en mijn problemen om moesten gaan. Ze leken ook niet door te hebben dat hun reactie totaal niet behulpzaam was. Dit moet veranderen.

          Mijn ervaringen staan niet op zichzelf. Het internet staat vol met gelijksoortige verhalen: hulpverleners die zo reageerden dat patiënten zich afgewezen of onveilig voelden. Wat ik me afvraag is: waarom zijn de reacties soms zo naar en onbegripvol? Zij zijn juist degenen die moeten helpen. Als iemand zou weten hoe je zonder vooroordelen in zo’n situatie zou moeten reageren, zijn het hulpverleners.

          De reactie vanuit hulpverleners hangt vaak samen met vooroordelen. Zelfbeschadiging zou tegennatuurlijk zijn, een puberteitsfase, een reactie op alle veranderingen in je lichaam en hersenen en iets waar je wel overheen groeit.

          Dit is simpelweg niet waar.

          Inderdaad: zelfbeschadiging onder jongeren komt vaker voor dan op latere leeftijd, zo blijkt uit internationale cijfers. Ruim 17 procent van de jongvolwassenen beschadigt zichzelf, tegenover 13,4 procent van de jongvolwassenen en 5,5 procent van de volwassenen. Op basis van deze cijfers zou je inderdaad concluderen dat zelfbeschadiging een fase is. Toch klopt dit niet, zo stelt ook Nienke Kool.

          Zij is gepromoveerd op dit onderwerp, met als specifiek thema het verbeteren van de zorg rondom zelfbeschadiging. Het onderzoek is ontzettend interessant en hier kun je een samenvatting lezen. Alleen al in de eerste twee voorbeelden wordt duidelijk aangetoond waarom het van belang is dat hulpverleners opgeleid worden om goed te reageren op zelfbeschadiging.

          ‘Onnatuurlijk gedrag’
          Ook al vinden zij dit gedrag persoonlijk ‘onnatuurlijk’, er is een groot verschil in de manier waarop wordt gereageerd tussen hulpverleners die wél, en geen training hebben gekregen. Patiënten die behandeld werden door een getrainde professional voelden zich positiever tijdens de behandeling dan de groep waarbij de hulpverlener geen cursus had gevolgd. Verder blijkt dat 33,2 procent van de mensen met een psychische aandoening op een gegeven moment in hun leven met zelfbeschadiging in aanraking komen.

          Ik schreef al eerder, in dit artikel, dat het belangrijk is om te onthouden dat je jezelf niet hoeft te bewijzen, ook niet tegenover hulpverleners. Dit komt voort uit een eigen ervaring.

          Ik moest in 2013 naar de schooldokter voor een verwijzing naar een psycholoog. Het gesprek verliep, in hoeverre ik me kan herinneren, goed, tot het moment dat ze vroeg of ik mijn mouwen kon oprollen. Ik had gewild dat ik me toen al had beseft dat ik me niet hoefde te bewijzen, dat mijn woorden genoeg zouden moeten zijn. Ik vond het enorm beschamend om me op die manier te moeten bewijzen, om mijn littekens en wonden op die manier te moeten delen. Jaren later kan ik nog steeds niet helemaal begrijpen waarom ze het vroeg, behalve dus als bewijs. Maar ze vragen toch ook niet aan iemand met depressies om bewijs? Waarom is het dan wel belangrijk om wel bewijs te zien van wat ik mezelf aandoe?

          ‘Je bent te oud voor zelfbeschadiging’
          Door die eerdere ervaring maakte het voor mij lastiger om zelfbeschadiging weer te benoemen bij hulpverleners. Ik wist immers niet wat er zou gebeuren: zou ik weer mijn mouwen moeten oprollen voor een doorverwijzing? Zou ik me weer moeten bewijzen? Ik had inmiddels ook veel meer horrorverhalen gelezen op het internet, en die droegen ook niet bij aan een positief beeld van de hulpverlening.

          Een aantal jaar later stapte ik de spreekkamer van mijn huisarts in voor een doorverwijzing naar een psycholoog. Ik vertelde onder andere dat ik bang was dat ik zou terugvallen in mijn zelfbeschadiging. Het antwoord van mijn huisarts was: ‘Zelfbeschadiging is iets waarmee jonge meisjes hun emoties uiten.’ Op dat moment wist ik echt niet wat ik moest zeggen. Ik wist dat de huisarts het bedoelde als een geruststelling: ‘Wees maar niet bang, zelfbeschadiging is een fase.’ Maar het voelde eerder alsof mijn beleving zo van de tafel werd geveegd: het kan niet dat ik ga terugvallen, ik ben geen vijftien meer.

          Het kon niet dat ik ooit nog zou toegeven aan zelfbeschadigend gedrag, daar was ik te oud voor. Waar dit idee vandaan komt begrijp ik niet. Ja, zelfbeschadiging komt meer voor onder jongeren, maar in de cijfers die ik eerder noemde komt toch duidelijk naar voren dat er ook genoeg volwassenen kampen met dit probleem. Alles wat invloed heeft op een terugval, staat los van leeftijd. Naarmate je ouder bent is de kans groter dat je beter leert omgaan met je emoties en ook met zelfbeschadiging, maar de reactie van de huisarts was een enorme versimpeling van die gedachte.

          Uit het onderzoek van Kool blijkt net als uit mijn voorbeeld dat er op verschillende – vaak negatieve – manieren gereageerd wordt als hulpverleners geconfronteerd worden met zelfbeschadiging. Denk hierbij aan teleurstelling, machteloosheid, ongeloof en frustratie. Daarbij komt nog dat het voor hulpverleners moeilijk is om in te grijpen bij zelfbeschadiging. Dit zorgt voor een negatieve wisselwerking: hulpverleners vinden het moeilijk om opbouwend te reageren op patiënten die aan zelfbeschadiging doen, waardoor zij zich weer niet veilig voelen om hun verhaal te doen.

          Een heftig onderwerp
          Dit terwijl het juist bij een onderwerp als zelfbeschadiging belangrijk is dat hulpverleners speciale training ontvangen. Ik kan het me namelijk voorstellen dat het nogal wat van je vergt. Zelfbeschadiging is een heftig onderwerp en voelt als iets tegen natuurlijks, omdat ‘gezonde’ mensen zich goed verzorgen en zich waarschijnlijk niet kunnen voorstellen waarom je iets scherps in je eigen huid zou zetten. Hulpverleners moeten daarom niet handelen vanuit die gedachtegang. Kool pleit daarom voor extra trainingen tijdens de opleiding van verpleegkundigen, zorg- en maatschappelijk werk-professionals.

          Wij, als patiënten, verwachten een hoop van zorgverleners, terwijl het uiteindelijk ook gewoon mensen zijn. Het valt hen daarom eigenlijk niet te verwijten dat ze niet weten om te gaan met zelfbeschadiging: ze zijn er niet voor opgeleid. Hierdoor baseren ze hun reacties op vooroordelen, en dat is problematisch. De hulpverlening zou daarom een stuk beter zijn als er wordt voorbereid op zelfbeschadiging: het is namelijk een probleem van iedereen.

          Bron: Commen.nl

          #244594
          Mark
          Moderator

            ‘JARENLANG WAS MIJN ENIGE GEDACHTE DAT IK KAPOT MOEST’

            Kenza (24) hield voor iedereen verborgen dat ze ­seksueel misbruikt werd. Omdat ze niet wist hoe ze met haar verdriet om moest gaan, sneed ze in haar lichaam. ‘Ik wilde mezelf straffen.’

            ‘Ik was twaalf toen ik mezelf voor het eerste beschadigde. Het was maandagavond en ik baalde van de slechte cijfers die ik had gehaald. Ik ging naar de badkamer, pakte een schaar en voor ik het wist, zette ik die in mijn huid. Ik had geen idee wat ik aan het doen was. Over zelfbeschadiging had ik nog nooit iets gelezen of gehoord. Nu, jaren later, doe ik dit nog steeds.
            Ik groeide op in een heel warm en hecht gezin. Samen met mijn ouders en twee broers woonde ik in een mooi huis in Amsterdam. Ik was dol op leren en had het naar mijn zin op het gymnasium.

            Mijn onbezorgde leventje hield op toen ik voor het eerst in aanraking kwam met seksueel misbruik. Ik kan en wil er niet te gedetailleerd over vertellen, behalve dan dat ik op het verkeerde moment de verkeerde mensen tegenkwam die me dwongen seks met ze te hebben. Het misbruik is tien jaar lang doorgegaan.

            Al die tijd heb ik er niet over durven praten. Als mensen vragen waarom niet, weet ik niet zo goed wat ik moet zeggen. Er rust veel schaamte en schuldgevoel op, denk ik. Ik wist niet hoe ik met het misbruik moest omgaan. De enige oplossing die ik kon bedenken, was mezelf straffen. Ik voelde me zo walgelijk in mijn eigen lijf dat ik het probeerde weg te snijden, meerdere keren per dag. Jarenlang was mijn enige gedachte dat ik kapot moest. Ik had de vreselijkste beelden in mijn hoofd over hoe ik mezelf moest beschadigen en die beelden moest ik uitvoeren. Ik raakte ervan overtuigd dat ik geboren was om misbruikt te worden en mezelf kapot te maken. Zelfbeschadiging was een manier om daaraan te voldoen en me beter te voelen. Voor even dan, daarna voel ik me altijd nog veel slechter.’

            Lees dit premium artikel verder op viva.nl of als lid van LSG in het ledendeel.

            #244689
            Luka
            Moderator

              NPO TNR
              Beschadigd

              “Eén op de vier jongeren beschadigt zichzelf”

              Uit recent onderzoek blijkt dat één op de vier Nederlandse en Vlaamse jongeren tussen de 12 en 19 jaar zichzelf wel eens opzettelijk beschadigt. In Nederland gaat dit om ruim vierhonderdduizend jongeren. Vanaf donderdag 12 februari start de NCRV met de nieuwe vierdelige serie Beschadigd. Programmamaker Jessica Villerius volgt jongeren én volwassenen die dagelijks vechten tegen de dwang of behoefte om zichzelf te snijden, branden of op een andere manier te verwonden. Ze doorbreken de schaamte en het taboe door er openlijk over te praten, hun littekens en hun verdriet te laten zien.

              In de serie Beschadigd staan mensen centraal die zichzelf beschadigen en er is aandacht voor ouders en ziekenhuizen. Het gaat om meisjes én jongens maar ook om volwassenen. In tegenstelling tot de beeldvorming gaat het niet altijd om mensen met een borderline stoornis. In veel gevallen is er sprake van een combinatie van factoren zoals depressie, eetstoornis, angststoornis, trauma of PTSS. In de eerste aflevering vertelt Cindy (33) over haar ervaring op de Eerste Hulp: “Ik ben meerdere malen gewoon weggestuurd, dan zeiden ze: ‘We helpen hier mensen die het echt nodig hebben.’ Ik ben meerdere malen zonder verdoving gehecht. Wat artsen niet begrijpen, is dat we dit op het moment van aanbrengen inderdaad niet voelen: het gebeurt soms in een roes. Maar wanneer er gehecht moet worden, dan zijn we bij ons volle verstand en doet het net zo veel zeer als bij ieder ander.”

              Programmamaker Jessica Villerius ontdekte dat ziekenhuizen slecht zijn ingesteld op deze problematiek. “Mensen die met veel pijn en schaamte naar de Eerste Hulp gaan krijgen daar te horen dat ze maar even moeten wachten want ze hebben het immers zelf gedaan. In het ergste geval krijg je 47 hechtingen aangebracht zonder verdoving. Dat nodigt niet uit om er later opnieuw hulp te zoeken.”

              In deze serie sneuvelt ook het vooroordeel dat het alleen maar jonge meiden zijn die zichzelf beschadigen. Zo is er een openhartig portret van de 22-jarige Niels, hij snijdt zichzelf dagelijks. Hij ziet het moment dat zijn armen ‘helemaal vol’ zijn rap naderen: “Maar wat moet ik dan?”, is zijn wanhoopskreet in Beschadigd. De 49-jarige Maurice kon pas na jarenlange therapie stoppen met zichzelf verwonden met onder andere chemische middelen. En ook de 37-jarige vader Arnold voldoet niet bepaald aan het cliché-beeld dat mensen hebben van mensen die zichzelf snijden.

              Beschadigd voert ook gesprekken met de naaste omgeving van mensen die zichzelf beschadigen. Hoe gaan partners of ouders hiermee om? Hoe ingrijpend is het in een gezin als iemand zichzelf regelmatig iets aandoet? Wat kunnen gezinsleden doen om te helpen? Beschadigd is aanwezig bij familiebijeenkomsten, lotgenotenbijeenkomsten en laat deskundigen aan het woord die inzicht geven in oorzaken, behandelingen en oplossingen.

              Maar Beschadigd biedt met intieme portretten en openhartige gesprekken vooral een nieuwe blik op mensen die zichzelf beschadigen. Want zoals ze zelf zeggen: „Stop met staren. Ik ben niet gek, ik ben niet ziek, ik ben gewond.”

              Bekijk de afleveringen hier >>

              #254519
              Luka
              Moderator

                Waarom zelfbeschadiging hetzelfde is als een verslaving

                Inmiddels ben ik al een aantal jaar gestopt met zelfbeschadiging. Het was een lange weg, maar een van de dingen die erg goed hielp was het bijhouden van het aantal dagen dat ik mezelf niet had bezeerd. In de zoektocht naar apps die hierbij konden helpen kwam ik erachter dat het tellen van het aantal dagen dat je ‘clean’ bent ook wordt ingezet bij verslavingen. Is automutilatie dan ook een verslaving? Een soort van.

                De link tussen zelfbeschadiging en verslaving
                Verslaving wordt vastgesteld aan de hand van 11 criteria. De DSM-V spreekt overigens niet van alcoholverslaving of een drugsprobleem, maar van “stoornissen in het gebruik van middelen.” Dit kan ontstaan door het gebruik van middelen als drank, cannabis of andere stimulerende goedjes. Technisch gezien is zelfbeschadiging dus geen verslaving, want het heeft in principe niks te maken met het toedienen van middelen.

                Maar toch komen de behandelmethoden voor zelfbeschadiging aardig overeen met de manier waarop verslavingen doorgaans worden behandeld. Hierdoor leek het me interessant om eens te kijken naar wat we kunnen leren van de behandelmethodes van andere verslavingen.

                1. Duidelijke doelen stellen
                Om van een verslaving af te komen moet je doelen stellen. Deze moeten zo duidelijk mogelijk zijn: wat wil je bereiken, hoe en wanneer? Verwar duidelijkheid hierbij niet met hardheid. Of je de doelen nou haalt of niet is minder van belang. Het gaat er uiteindelijk om dat je ergens naar toe werkt, dus wees niet te hard voor jezelf. Omhoog klimmen gaat immers vaak met vallen, en weer opstaan.

                Begin daarom makkelijk: een week jezelf niet beschadigen, dan twee weken en het zo steeds verder oprekken. Je zou ook als doel kunnen hebben om tijdens de volgende zomer te kunnen zwemmen of met korte mouwen rond te durven lopen.

                Daarnaast is het ook belangrijk om duidelijke redenen te hebben voor waarom je wil stoppen. Motivatie is ontzettend belangrijk. Als je alleen wil stoppen met het beschadigen van jezelf omdat je het idee hebt dat dat zo hoort of moet, dan is het een stuk lastiger om dat ook echt te doen.

                Het is ook goed om te onthouden dat mocht je het niet voor jezelf kunnen doen, er ook mensen om je heen zijn die trots op je zullen zijn als je stopt met jezelf beschadigen. Voor mij werkte het goed om een lijstje te maken met mensen die ik trots zou maken als het me zou lukken. Ik wist dat ik mezelf niet belangrijk genoeg vond om het voor mezelf te doen.

                Het helpt om deze doelen en motivatie op een plek te hangen of neer te leggen waar je er makkelijk bij kunt als je even een reminder nodig hebt waar je naartoe werkt (en waarom).

                2. Voor- en nadelen
                Ook helpt het voor sommigen om de voor- en nadelen van hun verslaving op te schrijven. Waar helpt zelfbeschadiging je bij, en wat maakt het juist vervelend? Door die twee dingen tegenover elkaar te zetten krijg je hopelijk een beter idee van waarom je het doet, en waarom het beter is om ermee te stoppen. Inzicht in je eigen gedrag is ontzettend belangrijk.

                Mochten er meer voordelen aan lijken te zitten, dan kun je jezelf ook afvragen waarom? Wat doet zelfbeschadiging voor je dat andere dingen niet kunnen? Waarom werken deze alternatieven niet? Heb je ze wel een eerlijke kans gegeven? Probeer van hieruit op zoek te gaan naar een alternatief dat minder beschadigend is voor je lichaam (en geest).

                3. Haal triggers weg
                Wat zijn je triggers? Beschadig je jezelf iedere keer als je veel stress hebt? Of krijg je juist de drang in verdrietige of boze tijden? Speelt het gevoel vaker op als je moe bent? Oftewel: welke situaties, scenario’s, mensen of gedachten zorgen ervoor dat bij jou de emmer overstroomt?

                Sommige triggers zijn niet te ontwijken, maar als je weet waar de behoefte om jezelf te beschadigen vandaan komt, ben je in ieder geval al een stap verder. Je bent er namelijk op voorbereid. Zorg er ook voor dat je geen depressieve of pro-self harm accounts op social media volgt als je je daardoor nog slechter gaat voelen. Dit is denk ik een van de grootste triggers die relatief makkelijk weg te halen is.

                4. Gooi je tools weg
                Ik kan me herinneren dat mijn vader rookte toen ik vroeger klein was, tot het moment dat hij zijn shag en vloeitjes in de prullenbak gooide en daarmee het een stuk moeilijker voor zichzelf maakte om weer te gaan roken. Hij verwijderde de middelen tussen hem en z’n verslaving. Om weer te kunnen roken zou hij namelijk eerst naar de winkel moeten gaan om nieuwe ‘tools’ in huis te halen.

                Ik denk dat zo’n aanpak ook kan helpen bij zelfbeschadiging. Door je vertrouwde spullen (de scheermesjes die je altijd gebruikt bijvoorbeeld) weg te gooien, maak je de stap groter om het weer op te pakken. Natuurlijk kun je elk scherp voorwerp oppakken als je je echt niet goed voelt, maar voor mij voelde het altijd prettiger en veiliger om vertrouwde dingen te gebruiken. Door dat gevoel van gewenning en vertrouwen te verwijderen maak je de stap naar een terugval groter, waardoor het hopelijk niet meer of minder vaak gebeurt.

                5. Praat met mensen die je snappen
                Alcoholverslaafden komen bijeen bij de Anonieme Alcoholisten (AA) om over hun verslaving te praten. Dit soort steungroepen zijn er voor zelfbeschadiging maar nauwelijks. Dit terwijl ik uit ervaring weet dat het heel erg helpt om te praten met mensen die weten waar je doorheen gaat. Omdat het voor mensen die er nooit doorheen zijn gegaan lastig te begrijpen is, kun je er waarschijnlijk niet met iedereen over praten.

                Daarom hielp het mij heel erg om te kunnen levelen met mensen die wisten hoe het werkt, en voelt. Totdat er daadwerkelijk supportgroepen worden opgericht speciaal voor zelfbeschadiging, kun je terecht op het forum van de landelijke stichting zelfbeschadiging, waar je, weliswaar online, je verhaal kunt delen met mensen die herkennen waar je doorheen gaat. Ook organiseert de landelijke stichting zelfbeschadiging twee keer per jaar een lotgenotendag.

                Bron: Commen >>

              6 berichten aan het bekijken - 11 tot 16 (van in totaal 16)
              • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
              gasten online: 25 ▪︎ leden online: 0
              No users are currently active
              FORUM STATISTIEKEN
              topics: 3.768, reacties: 21.162, leden: 2.814