Genoeg gezwegen – Sophie van Reeth

  • Dit onderwerp bevat 1 reactie, 2 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 29/09/2020 om 20:09 door Luka.
2 berichten aan het bekijken - 1 tot 2 (van in totaal 2)
  • Auteur
    Reacties
  • #253117
    Mark
    Moderator

      Genoeg gezwegen
      Auteur: Sophie van Reeth

      In Genoeg Gezwegen tekent Sophie Van Reeth de pakkende verhalen op van zeven slachtoffers van seksueel misbruik, inclusief dat van haarzelf. Daarmee wil ze vooral steun bieden aan wie dat nodig heeft, aan hen die schuld en schaamte hebben ervaren en die hun pijn helemaal alleen dragen, want er zijn zoveel redenen waarom slachtoffers zwijgen. Het is ook interessant voor de naasten, die vaak niet goed weten hoe ze moeten omgaan met slachtoffers van seksueel misbruik. En het is een boek voor ons allen, zodat we ons meer bewust worden van de impact van seksueel misbruik op het leven van een kind, van een jongvolwassene, van een mens.

      #253284
      Luka
      Moderator

        Sophie Van Reeth (20) schrijft verhalen over seksueel misbruik neer, waaronder het hare: “Laat het duidelijk zijn voor álle slachtoffers: nooit is het jouw schuld”

        “Eigenlijk is het karma hé, want je had nee gezegd”, zei hij, de eerste keer, toen hij klaar was. Studente Sophie Van Reeth (20) werd verkracht, herhaaldelijk, binnen wat zij dacht dat was gestart als een liefdevolle relatie. Ze verzamelde getuigenissen, plus schreef de hare neer. Want over seksueel misbruik is genoeg gezwegen.


        Sophie Van Reeth, auteur van het boek Genoeg Gezwegen. ©Photo News/Joel Hoylaerts

        Onverschilligheid is de mode. Wie zit te wachten op activisme? Sophie Van Reeth is studente geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen, houdt van mode, tekenen en dieren. En ze komt al sinds haar tienerjaren op voor de rechten van vrouwen en +lgbtq. Toen werd ze verkracht. “Ik vond mezelf een dikke hypocriet. Uitgerekend ik, de vlammende feministe, liet zoiets passeren?” Het gebeurde met een populaire medestudent, leren kennen voor ze vicepreses werd van haar studentenclub. Ze werd verliefd. Hij iets minder zuiver dan zij, zo bleek. Het gebeurde herhaaldelijk en met geweld, het dwingen tot seksuele handelingen. Hij deed er jolig over bij zijn vrienden. Zij werd uitgescholden voor ‘hoer’. Het duurde voor ze reageerde. Tot na de moord op Julie Van Espen. “Toen hij later met een ander meisje hetzelfde deed als met mij, besloot ik: ik schrijf dit allemaal neer in een boek. Voor haar. Voor iedereen die gedwongen werd. Voor iedereen die nog lééft. Mijn getuigenis en die van anderen. Ik stond verbaasd hoe snel ik mensen bereid vond te vertellen wat hen overkwam en hoe ze daarmee omgaan.”

        Zeven verhalen, zes vrouwen en één man. Het boek ligt er: indrukwekkend en heel straf – door zijn herkenbaarheid en al zijn menselijke nuances, ook over de daders. Het gaat nooit over het onbekende loerende monster in het steegje dat hen bespringt. Wel over oom Julian, een vriend, het eigen lief. Gewone levens, quoi. Maar die die van anderen soms danig verwoesten.

        Ik kon kwaad zijn op andere daders, maar niet op de mijne. Ook dat komt heel vaak voor

        ~Sophie Van Reeth

        Praat erover, zegt men altijd. Maar wat als niemand je gelooft?

        Sophie Van Reeth: “Ik roep niet op tot: laten we er allemaal mee naar buiten komen. Ik begrijp het als mensen dat niet doen of durven. Er riskeren families, relaties, vriendengroepen uiteen te vallen. ‘Als jij je je stomme muil had gehouden en gewoon verder was gegaan met je leven, hadden we nu nog toffe kerstfeesten gevierd.’ Dat schuldgevoel komt altijd terug. Mensen die soms na jaren beslissen er toch één keer over te praten, worden vaak niet geloofd. Want daders zijn inderdaad niet allemaal zoals Dutroux. Er is ook vaak geen bewijs, zeker voor wie niet de moed vindt om binnen de 72 uur forensisch materiaal af te leveren. Daders weten vaak niet alleen hoe mensen te manipuleren, te isoleren, te doen zwijgen. Er worden ook rollen omgedraaid. Bart De Pauw (die nog voor de rechter moet verschijnen wegens stalking en elektronische overlast, nvdr) bijvoorbeeld, zegt meteen tot het publiek: ‘Ik ben hier het slachtoffer, kijk hoe ik word afgeschilderd’. Velen denken er zo mee weg te komen: ‘Ik heb niks gedaan en wat mag wél nog?'”

        Misbruik is soms ambigu. Ook een probleem, bij het aankaarten.
        “Toen het mezelf de eerste keer overkwam, besefte ik het ook niet goed. Ik was helemaal in de war. Ik zag hem graag. Ik dacht: ik ben niet duidelijk geweest, ik ben de schuldige. Maar achteraf herinnerde ik me dat hij dus die woorden sprak, over ‘karma, omdat ik nee had gezegd’. Heel vies. En ik dacht: wow, ik was wél duidelijk. Hij heeft het gehoord en er actief voor gekozen niet te luisteren.”

        Een vriend van mij en mijn dader reageerde: ‘maar hij is toch ook een toffe gast?’ En stapte een dag later wel mee in de mars tegen seksueel geweld na de moord op Julie Van Espen

        ~Sophie Van Reeth

        Waarom wordt er zoveel gezwegen?

        “In extreme gevallen van dissociatie – om te ontsnappen aan de gruwel op het moment dat het hen overkomt – wéten mensen soms zelfs niet meer dat er iets gebeurd is, tot het later in hun leven ineens terug naar boven komt. Ook jezelf wijsmaken ‘ik heb hier wellicht deels toe bijgedragen’ is een manier om te proberen ermee om te gaan, want zo voel je je minder machteloos. Voor sommigen is het ook heel moeilijk om de termen verkrachting en aanranding te gebruiken, omdat ons beeld ervan zo extreem is – het monster, weet je wel: ik ben toch niet vermoord? Voor mezelf heb ik de juridische definitie opgezocht: als het voor de wet verkrachting was, dan voor mij ook. En je wil ook voorkomen dat al je acties voortaan gereduceerd worden tot: ‘Ha, ze reageert zo, omdát ze verkracht is.”

        Eén van je getuigen vertelde het dan toch, thuis aan tafel. Haar vader antwoordde: ‘Ik wil het niet wéten, Ellie.’
        “Hij had ooit al gezworen: ‘Als mijn dochter zoiets overkomt, vermoord ik die gast!’ Terwijl ze dat nu ook weer niet wilde. Mensen hebben heel vaak ook de andere kant van de dader gezien, zijn hele persoonlijkheid, zijn leven daarbuiten. En aarzelen. Een vriend van mij en mijn dader reageerde: ‘Maar hij is toch ook een toffe gast?’. En een dag later stapte hij mee op in de Mars tegen seksueel geweld na de moord op Julie. Razend maakte me dat. Hij had gelijk. Het wás ook een toffe gast. Anders was ik er ook niet ingetrapt. En opnieuw. Voor mezelf gold eerst ook: ik kan kwaad zijn op andere daders, maar niet op de mijne. Maar ik vraag me wel af wat we allemaal bereid zijn door de vingers te zien als de dader gewoon iemand onder ons is.”

        Het kan iedereen overkomen.
        “Dat klopt. Maar het gebeurt ook vaak op een moment dat er wat stabiliteit ontbreekt. Eerstejaars die aankomen op de unief, die worden erin gesmeten – over hen maak ik me vaak zorgen. Ik was ook zelfzeker en altijd degene met de grootste mond – in het zesde middelbaar won ik de prijs zedenleer. En toch: ik kwam uit een dorp, ontdekte het studentenleven. Erg leuk maar ook nieuw en overweldigend. Ik zie er ook uit als een klein en fijn, poezelig vrouwtje, hij zal zich misschien mispakt hebben: die kan ik misbruiken, ze zal niks terugdoen.”

        Beetje opscheppen, een hoop gebral: het studentenleven is ook wild.
        “Ik wil die wereld niet viseren. Er wordt nu weer veel over gesproken, na de dood van Sanda Dia. En terecht. Maar als er daar zoveel misloopt, is dat misschien wel de manifestatie van een groter maatschappelijk probleem. Nieuwe studenten hebben misschien strenge ouders gehad, gaan op kot, kunnen voortaan doen wat ze willen, want het toezicht valt weg. In groep, waar mensen elkaar versterken. Dat kan leiden tot excessen. Maar het gebeurt overal. Dat er verkrachtingsdrugs worden gebruikt onder zestienjarigen, zoals één van mijn getuigen moest meemaken. In het middelbaar. Maagd is een scheldwoord. Er is sociale druk. Er wordt gelachen: ‘Jij, slet’. Oudere generaties denken misschien dat wij al geëvolueerd zijn, weg van die mentaliteit. In de media is er aandacht voor de activistische toer. Maar in de praktijk: ik vrees ervoor.”

        En wie klaagt wordt als een humorloos en seksloos wezen weggezet.
        “Ik weet het. Facebookreacties zijn niet altijd heel fijn voor mensen die zich feminist willen noemen. Maar wij lachen er onderling soms zelf wel mee: ‘Ik kreeg een bos bloemen van mijn lief’, zei een vriendin onlangs. Ik zei dat ik dat nooit kreeg. Wat krijg je dan wel, vroeg ze? ‘Trauma, hé.’ Kan bruut klinken, maar humor helpt.”

        Je kaatst het karma terug, door dit boek te schrijven. De reactie die je misschien het meest benieuwt, of vreest, zal van hém komen.
        “Het is absoluut niet de bedoeling me te wreken. Maar hij kan niet reageren. Ik heb hem geblokkeerd op alle sociale media. En hij is veilig: ik heb hem helemaal geanonimiseerd. Ik wilde vermijden te worden aangeklaagd voor laster en eerroof, zoals een Nederlandse vrouw overkwam die een autobiografisch boek schreef over huiselijk geweld. Het werd teruggeroepen en vernietigd. Maar vooral: ik wil zijn leven niet verpesten. Ik wil ook niet dat hij gelyncht wordt of zo. Mijn boek is er ook niet op gericht daders tot introspectie te brengen. Wel om duidelijk te maken, als je slachtoffer bent: nooit is het jouw schuld.”

        In plaats van aan te leren hoe we niet verkracht worden, zouden we beter inzetten op hoe we niet verkrachten, schrijf je hoe dan ook.
        “Als ik altijd binnenblijf en voor niemand mijn deur opendoe, zal ik niet verkracht worden. Maar wil ik zo leven? We leggen de verantwoordelijkheid van misbruik bij slachtoffers. Als iemand op een zebrapad wordt omvergereden aan 120 per uur, is er niemand die zegt: je hebt wél die straat overgestoken, hé. Iedereen zou moeten leren, vanaf de kleuterklas, respectvol om te gaan met elkaar, elkaar niet ongewenst aan te raken, elkaar te zien als volwaardige mensen in plaats van voorwerpen. Misbruik drijft soms tot depressie, suïcide. Een meisje kreeg een eetstoornis, iemand wil geen kinderen meer en nooit nog seks met mannen. Gevolgen kunnen heel ver gaan.”

        Hoe gaat het nu met jou?
        “Wel oké. Ik heb anderhalf jaar aan het boek gewerkt, ik ga nu proberen mijn derde bachelor te halen. Ik nam in maart 2019 contact op met de vzw PUNT. om getuigenissen te vinden. Ik ga er zelf nog maandelijks naar een praatgroep. Soms kijk ik naar mijn agenda en denk: wanneer ga ik mijn volgende crisis inplannen, want nu heb ik te veel schoolwerk? Maar zo werkt het natuurlijk niet. (lacht) Ik had pas nog een nachtmerrie, ik keek naar mijn handen en voeten en ik wás de persoon die mij misbruikt heeft. Heel vies. Maar het is niet onleefbaar op dit moment. Ik heb nu wel veel mensen die er voor me zijn.”

        Bron: HLN.be >>

      2 berichten aan het bekijken - 1 tot 2 (van in totaal 2)
      • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
      gasten online: 32 ▪︎ leden online: 0
      No users are currently active
      FORUM STATISTIEKEN
      topics: 3.770, reacties: 21.178, leden: 2.820