Amsterdam wil maatwerk bij opvang misbruikte meisjes

Forum Lotgenoten Seksueel Geweld Achtergrond & Informatie Opinie & actualiteit Amsterdam wil maatwerk bij opvang misbruikte meisjes

  • Dit onderwerp bevat 2 reacties, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 07/11/2020 om 14:43 door Luka.
3 berichten aan het bekijken - 1 tot 3 (van in totaal 3)
  • Auteur
    Reacties
  • #253976
    Luka
    Moderator

      Bij de opvang van meisjes en jonge vrouwen die slachtoffer zijn geworden van groepsverkrachting, seksuele uitbuiting en ‘sextortion’ (afpersing met seksueel getint beeldmateriaal), wil Amsterdam voortaan maatwerk leveren.

      Voor ieder slachtoffer moet een apart hulptraject worden opgezet. De gemeente volgt daarmee een advies op van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Herman Bolhaar.

      Hij onderzocht op verzoek van burgemeester Femke Halsema hoe deze meiden en jonge vrouwen beter kunnen worden beschermd. Daarvoor werden de zaken van tien Amsterdamse tienermeisjes die verstrikt raakten in een web van seks, straatcultuur en geweld onder de loep genomen. In meerdere zaken was sprake van seks in het grijze gebied tussen vrijwillig en onvrijwillig, vaak ook van misbruik of verkrachting. Er was sprake van seks in ruil voor geld, drugs of dure kleding, van feesten in hotels waar de meisjes seks hadden met meerdere jongens en mannen, en van chantage via social media.

      Samenwerking
      Uit het onderzoek blijkt dat het succesvol helpen van deze meiden alleen kan door een goede samenwerking tussen de verscheidene professionals, zoals jeugdhulp, politie en justitie, jongerenwerk, behandelaren, de gemeente en zo nodig ook jeugdbescherming, jeugdreclassering, schuldhulp of leerplicht. Als een meisje in beeld komt moeten alle partijen samen een plan van aanpak maken en hun samenwerking coördineren, is de conclusie van Bolhaar: “Elke casus vraagt om maatwerk, je moet ieder meisje als individu behandelen. Dat klinkt misschien als een open deur, maar het is helaas nog niet altijd de praktijk. Een lange adem is essentieel.”

      Halsema: “Het onderzoek heeft zichtbaar gemaakt hoe ongelofelijk complex dit probleem is, en dat we aan veel verschillende knoppen moeten draaien om het aan te pakken. Seksueel geweld lijkt onder de invloed van straatcultuur en sociale media steeds meer onderdeel te worden de mainstream jeugdcultuur. Maar seksueel geweld is nooit acceptabel. Seksuele autonomie voor alle Amsterdamse meisjes is ons streven.”

      De gemeente heeft de aanpak van seksuele intimidatie en seksueel geweld tegen meisjes en jonge vrouwen in februari van dit jaar als prioriteit aangemerkt. Er lopen al proeven in de stadsdelen West en Nieuw-West, gericht op vroegtijdig signaleren en snel de juiste hulp bieden.

      Bron: Parool >>

      #253977
      Luka
      Moderator
      Topic starter

        Gevangen in een web van seks, straatcultuur en geweld

        Groepsverkrachting, sextortion en seksuele uitbuiting. Het zijn vormen van seksueel geweld waar sommige jonge vrouwen en meiden in Amsterdam mee te maken krijgen. De Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen onderzocht op verzoek van burgemeester Halsema hoe zij beter beschermd kunnen worden.

        De onderzoekers van de Nationaal Rapporteur analyseerden de zaken van 10 Amsterdamse tienermeisjes die verstrikt raakten in een web van seks, straatcultuur en geweld. Er was sprake van seks in ruil voor geld, drugs of dure kleding, van feesten in hotels waar de meisjes seks hadden met meerdere jongens en mannen, en van chantage via social media. Professionals voelen zich bij dit soort zaken vaak machteloos, vooral als het meisje zichzelf niet als slachtoffer ziet.

        Samenwerking en maatwerk
        Uit het onderzoek blijkt dat een voorwaarde voor het succesvol helpen van deze meiden een goede samenwerking is tussen de verschillende professionals, zoals jeugdhulp, politie en justitie en de gemeente. Als een meisje in beeld komt, moeten alle partijen samen een plan van aanpak maken en hun samenwerking coördineren. Elke casus vraagt om maatwerk, je moet ieder meisje als individu behandelen.

        Meisjes in het vizier krijgen
        Er moet ook meer aandacht komen voor het signaleren van de meisjes. Laagdrempelige hulp kan een ingang zijn om ze te bereiken. Denk aan bijeenkomsten over zelfbeeld en zelfvertrouwen, gericht op je positieve kwaliteiten. Het is belangrijk dat meisjes een positief toekomstbeeld hebben en een gezond referentiekader meekrijgen voor relaties en seksualiteit. Dit helpt ze los te komen van geweldsituaties.

        Prioriteit
        In februari hebben we de aanpak van seksuele intimidatie en geweld als prioriteit aangemerkt. Jonge vrouwen in complexe situaties krijgen nu een regisseur toegewezen die regie voert op de samenwerkende instanties. In West en Nieuw-West experimenteren we met een vernieuwende manier van samenwerken in een zo vroeg mogelijk stadium. Eerder signaleren en tijdig de juiste interventies inzetten en doorzetten zijn het doel. Het meidenwerk en het onderwijs spelen hierbij een belangrijke rol.

        Onderzoek
        We nemen de aanbevelingen uit het rapport van de Nationaal Rapporteur ter harte. Het onderzoek heeft zichtbaar gemaakt hoe ontzettend complex dit probleem is en dat we aan veel knoppen moeten draaien om het aan te pakken.

        Bekijk het rapport

        Bron: Amsterdam.nl >>

        #254498
        Luka
        Moderator
        Topic starter

          ‘Vrouwelijke seksualiteit nog te vaak als risicovol gezien’

          Bij de aanpak van seksueel geweld tegen jonge vrouwen in Amsterdam moet niet alleen gekeken worden naar ‘risicovol’ seksueel gedrag, stelt historisch onderzoeker Saskia Bultman.


          Groepsportret van personeel en gedetineerde meisjes van het Rijksopvoedingsgesticht voor Meisjes te Zeist. Datering tussen 1905-1910. BEELD HET UTRECHTS ARCHIEF

          Het rapport Vertrouwen in Veerkracht van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld naar de aanpak van seksueel geweld tegen jonge vrouwen in Amsterdam vertrekt vanuit het gegeven dat 48 procent van de meisjes in Nederland in hun leven seksueel geweld meemaakt. Om een beeld te geven van de problematiek worden tien casussen van individuele ‘meiden’ uit kwetsbare milieus besproken.

          Het vorige week verschenen rapport beschrijft een groep jonge vrouwen uit grote eenoudergezinnen. Daar spelen huiselijk geweld, psychische problemen en drank- en/of drugsgebruik. Bij de vrouwen zelf komt schoolverzuim geregeld voor en vaak zijn ze met de politie in aanraking geweest. Zij hebben diverse vormen van seksueel geweld ervaren en vertoonden op jonge leeftijd al seksueel ‘risicovol’ gedrag. Hieronder valt onder andere het willen ‘experimenteren’ op seksueel gebied: met andere woorden, op jonge leeftijd seksueel actief zijn. De meesten hebben er een lang traject in de jeugdhulpverlening op zitten en hebben soms in instellingen gezeten.

          Bij het lezen viel me op hoe sterk deze vrouwen lijken op de jonge vrouwen die in de eerste helft van de twintigste eeuw in het Rijksopvoedingsgesticht voor meisjes terechtkwamen. Dit gesticht was bedoeld voor langdurige heropvoeding van verwaarloosde en misdadige meisjes. De meisjes kwamen meestal uit arme gezinnen, vaak was één van de ouders overleden en soms was er sprake van drankmisbruik of huiselijk geweld. Geregeld kwamen deze meisjes in aanraking met de politie, bijvoorbeeld omdat zij geld of sieraden van hun werkgeefster hadden gestolen.

          De meisjes werden hoofdzakelijk opgenomen vanwege wat werd gezien als hun losbandige seksualiteit. Boven alles was de gestichtsstaf bezorgd dat ze ongehuwd zwanger zouden raken of in de prostitutie terecht zouden komen. In het gesticht werden zij omgevormd tot toekomstige huismoeders.

          Aaltje P.
          Een voorbeeld van zo’n meisje is Aaltje P., die in 1927 werd opgenomen. Zij was met de kinderbescherming in aanraking gekomen omdat zij ‘onverschillig en onhandelbaar’ was. Ze ‘kwam ’s avonds te laat thuis en liep met jongens’ en was ‘leugenachtig, slordig op haar kleding en onzindelijk op haar lichaam’. In het gezin en op school waren er problemen. De moeder van Aaltje was ‘driftig en onvriendelijk’ en schold haar uit, en Aaltje had op school nergens ‘lust’ in en ‘deed niets liever dan praten en lachen’.

          Toen ze uit werken ging, als dienstmeisje, bleek dat ze ‘elk gevoel van plicht’ miste en dat terechtwijzingen geen vat op haar hadden. Omdat haar vader de situatie onhoudbaar vond, drong hij aan op uithuisplaatsing. Aaltje kwam achtereenvolgens in een trits instellingen terecht en omdat zij niet veranderde werd ze naar het Rijksopvoedingsgesticht gestuurd. Daar zat ze tot haar 21ste, het jaar dat ze meerderjarig werd en de kinderbescherming haar uit het zicht verloor.

          Andere meisjes kwamen in het Rijksopvoedingsgesticht terecht na wat we tegenwoordig zouden bestempelen als seksueel geweld, zoals Harmina J., die het slachtoffer was van incest door haar stiefvader, of Dingena G., die als minderjarige een ‘verhouding’ was aangegaan met de echtgenoot van haar werkgeefster, bij wie ze inwoonde.

          Hulpverleningstraject
          Nu nog, zoals blijkt uit Vertrouwen in veerkracht, komen meisjes met een verleden van seksueel ‘risicovol’ gedrag en seksueel geweld vaak in een lang hulpverleningstraject terecht, waarbij zij soms in instellingen belanden.

          Dit probleem kan alleen worden opgelost als we anders gaan denken over seksualiteit. Het is mogelijk dat het Aaltje, Harmina en Dingena anders was vergaan als er geen dubbele moraal was geweest op dit gebied. Omdat een actieve seksualiteit bij meisjes werd afgestraft en bij jongens niet, konden meisjes voor seksueel ‘wangedrag’ (waaronder dus ook seksueel geweld) in de institutionele jeugdzorg terechtkomen – terwijl de betrokken jongens meestal vrijuit gingen.

          Nog steeds wordt actief seksueel gedrag van meisjes te vaak beschouwd als iets dat gereguleerd moet worden, terwijl hetzelfde gedrag bij jongens nauwelijks aandacht krijgt. Totdat een actieve vrouwelijke seksualiteit niet alleen als risicovol, maar ook positief kan worden beschouwd – deze suggestie van een professional in het rapport komt niet terug in de algemene aanbevelingen – lijkt de situatie nog te veel op die van honderd jaar geleden.

          Saskia Bultman
          Promoveerde op een onderzoek naar het Rijksopvoedingsgesticht voor meisjes en is momenteel werkzaam als zelfstandig historisch onderzoeker.

          Bron: Parool.nl >>

        3 berichten aan het bekijken - 1 tot 3 (van in totaal 3)
        • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
        gasten online: 28 ▪︎ leden online: 9
        Luka, Elrem, Meliah, Kaia, Lotteeh, Leentje, Lyn, Yvette, Zaak
        FORUM STATISTIEKEN
        topics: 3.769, reacties: 21.173, leden: 2.817