Alcohol, drugs en verslaving

  • Dit onderwerp bevat 29 reacties, 3 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 08/01/2024 om 22:17 door Luka.
10 berichten aan het bekijken - 21 tot 30 (van in totaal 30)
  • Auteur
    Reacties
  • #249600
    Luka
    Moderator

      Wanneer obsessief sporten gevaarlijk wordt (en wat je moet weten over te streng zijn voor jezelf)

      Zodra ik bezweet en met een rood hoofd de sportschool uitloop, voel ik me fantastisch. Dat is niet zo gek, want sporten zorgt ervoor dat ik tjokvol endorfine zit na een lekkere training. Dat gevoel zou je bijna verslavend kunnen noemen – maar als krachttrainer weet ik ook dat er een andere kant aan het sporten zit. Ik heb het over obsessief sporten en te streng voor jezelf zijn, waarbij de term ‘overtrainen’ om de hoek komt kijken.

      Ik houd ontzettend veel van fitness. Mijn doel is om vier tot vijf keer per week in de sportschool met gewichten te gooien. Maar daarnaast zorg ik er ook altijd voor dat ik elke week minstens twee rustdagen inplan, om zo mijn spieren voldoende rust te geven en te laten herstellen van de heftige trainingen. Waarom dat nodig is? Ik wil niet dat mijn lichaam overtraind raakt.

      De symptomen van overtrainen
      Er is geen ‘juiste’ hoeveelheid om te trainen. Voor de één is vijf uur per week intensieve inspanning al te veel, terwijl dit aantal uur bij de ander veel hoger ligt. Dit aantal uur is voor iedereen dus heel persoonlijk.

      De symptomen van overtraining zijn daarom ook niet persé af te vinken als checklist. Oftewel: er hoeft geen sprake van overtraining te zijn als je de onderstaande symptomen herkent. De vaststelling en definitie van overtraining is lastig. Daarom wordt het altijd aangeraden om dit door een (sport)arts vast te laten stellen.

      Maar omdat we tóch benieuwd waren naar de overkoepelende symptomen van overtrainen, speurden we het internet af. We vonden op deze website een omvangrijk lijstje met de bekende symptomen:

      • Vermoeidheid
      • Slapeloosheid
      • Eetproblematiek
      • Depressie
      • Prikkelbaarheid
      • Gewichtsverlies
      • Gebrek aan concentratie
      • Verlies van motivatie
      • Stijve spieren
      • Hogere bloeddruk
      • Angst
      • Rusteloosheid en niet uitgerust wakker worden.

      Niet iets om heel vrolijk van te worden dus. En daarnaast komen ook de volgende gevolgen van overtrainen er nog bovenop.

      Overtrainen kan botten en spieren beschadigen
      Train je te veel voor wat je eigenlijk aankan? Dan kan je riskeren dat je botten beschadigen. Dit komt door de verhoogde hoeveelheid cortisol die in je lichaam komt door een inspannende training. Cortisol is een steroïde hormoon dat veel processen in het lichaam reguleert, waaronder het metabolisme en de immuunrespons.

      Wanneer er te veel cortisol in je bloedbaan aanwezig is, wordt er meer botweefsel afgebroken in het lichaam. Dit draagt bij aan stress, waardoor je weer meer kans krijgt op blessures. Hoe vaker je traint (en dan spreken we over dagelijks), hoe groter de kans is dat je jouw gymsessie eindigt met gescheurde spieren en verlies van botdichtheid. En laten we eerlijk zijn, dat wil natuurlijk niemand.

      Te veel trainen kan het moeilijker maken om zwanger te raken
      Het is misschien nu nog niet iets waar je al actief over nadenkt: zwanger worden. Ben je er al wel mee bezig, maar lukt het niet? Kijk dan eens met een streng oog naar jouw trainingsschema. Een studie uit 2012 liet weten dat vrouwen die minimaal vijf uur per week in de sportschool stonden, maar liefst 42 procent minder kans hadden om zwanger te worden dan vrouwen die veel minder vaak naar de sportschool gingen.

      We raden nu niet aan om helemaal te stoppen met sporten als je zwanger wilt worden – integendeel zelfs. Lichaamsbeweging is onderdeel van een gezonde levensstijl. Zorg ervoor dat je sporten wel in je wekelijkse routine opneemt, maar zet het op een lager pitje. Ga bijvoorbeeld eens voor een lesje pilates in plaats van boxen, en maak je hoofd leeg met yoga in plaats van een heftige tabata-workout. En niet vergeten: plan minstens twee rustdagen per week in om je lichaam rust en kracht te geven.

      Waarom je niet al te streng voor jezelf moet zijn
      Ga je vijf, zes of zelfs zeven keer per week naar de sportschool? En heb je geen specifiek doel als een fitnesswedstrijd op de planning staan, maar doe je het vooral ‘omdat het moet van jezelf’? Schakel een tandje terug. Wees niet zo streng voor jezelf, en luister naar je lichaam.

      Dat betekent overigens niet dat je dagenlang op de bank moet gaan zitten. Juist niet! Je spieren zullen een stuk gelukkiger zijn als je het heftige trainen in de sportschool combineert met LISS, Low Intensity Steady State. Denk aan een lange (strand)wandeling, baantjes trekken in het zwembad of een lekker stuk fietsen. Het gaat erom dat je een relatief lage inspanning lang volhoudt, maar wel consequent.

      Echt, je lichaam zal je er dankbaar voor zijn.

      Bron: Bedrock >>

      #249602
      Luka
      Moderator

        REPORTAGE NATIONALE DRUG MONITOR
        Bas stak jarenlang drie joints per dag op: ‘Ik kan het niemand aanraden’

        Het aantal dagelijkse blowers is in twee jaar tijd fors toegenomen. Zorgwekkend, vinden experts. ‘Hun brein wordt als het ware gekidnapt door de cannabis.’

        Het gevoel dat Bas kreeg toen hij voor het eerst een paar hijsjes van een joint nam, was overweldigend. Zijn lichaam ontspande, alles wat om hem heen werd gezegd klonk hilarisch. Lustig babbelde hij erop los met de twee mooie meiden van de middelbare school, die hem hadden meegevraagd naar de coffeeshop. Zeg daar als 17-jarige maar eens nee tegen.

        Lees verder: de Volkskrant >>

        #251849
        Luka
        Moderator

          Podcast ‘Onverdoofd’

          Martine Sandifort en Erik Jan Harmens: twee mensen met pijn zijn we

          In de serie ‘Onverdoofd’ praat schrijver Erik Jan Harmens (49) met mensen die net als hij hebben besloten zich niet langer te bedwelmen. In deze laatste aflevering gaan cabaretière en actrice Martine Sandifort (50) en Harmens in gesprek over hun leven zonder roes.

          Martine is bekend van haar duovoorstellingen met Alex Klaasen en Remko Vrijdag en van haar vertolking van Dokter Corrie in de gelijknamige tv-rubriek over puberteit en seksualiteit in het SchoolTV-weekjournaal. Een half jaar geleden mailde ze: “Erik Jan, wat zou jij ervan vinden om zélf geïnterviewd te worden voor de serie ‘Onverdoofd’? Ik ben zelf inmiddels bijna een jaar alcoholvrij!” Het was voor het eerst dat iemand zich niet als gast aanbood voor de reeks interviews in Trouw, maar als gespreksleider. Sympathiek vond ik, al was ik vastberaden om Martine ook dingen te vragen en er een dialoog van te maken over onverdoofd leven en haar depressies, waar ze in alle openheid over spreekt.

          Ik tref haar terwijl ze zoekend door het Trouw-gebouw in Amsterdam loopt; op de vloer geven rode en groene pijlen de gewenste looprichting aan. Na een begroeting op afstand tappen we allebei twéé kopjes koffie uit de automaat, waar ik met mijn talent voor overdrijving uit afleid dat we nog altijd zoeken naar kicks. Ze vraagt of ik me nog herinner hoe mijn leven was voor ik begon met mezelf verdoven, hoe mijn kindertijd was en of prikkels toen al net zo hard binnenkwamen als nu.

          “Ik herinner me van toen ik zeven was”, antwoord ik, “hoe mijn ouders ruzie hadden en dat ik dat geluid zo verschrikkelijk vond, die harde stemmen, die agressieve toon van mijn vader. Ik deed een maillot aan en trok deze tot mijn oksels op, toen ben ik naar beneden gerend om voor hun ogen de horlepiep te dansen, in de hoop dat het ophield. Ik was een clown, een nar, maar het hielp wel!”

          Beluister de podcast van deze aflevering via bekende kanalen als Spotify, Apple, Google podcasts.

          Bron: Trouw >>

          #258915
          Luka
          Moderator

            Lisa (32) was verslaafd aan seks: ‘Ik leidde jarenlang een dubbelleven’

            Seksverslaving bij vrouwen komt steeds vaker voor, zien seksuologen. Lisa (32) leed eraan, en zal de rest van haar leven naar bijeenkomsten moeten gaan om te voorkomen dat ze een terugval krijgt. “Tijdens mijn huwelijk zag ik soms meerdere andere mannen per dag.”

            Lisa (32, niet haar echte naam) noemt zich een seksverslaafde in herstel. Al bijna vier jaar is ze nu ‘nuchter’, daarvoor had ze geen controle over haar seksuele uitspattingen. “Terugkijkend was dat al vanaf mijn puberteit zo. Ik wilde altijd heel graag aandacht van mannen hebben. Van mijn vriendje kreeg ik het naar mijn mening niet genoeg, dus daarnaast zocht ik contact met andere mannen.”

            In 2009 trouwde ze met haar jeugdliefde, die niets wist van haar stiekeme chatsessies met andere mannen. In datzelfde jaar had ze een seksueel traumatische ervaring op haar werk, waar ze een posttraumatische stressstoornis aan overhield. “Vanaf dat moment is mijn seksverslaving zo getriggerd dat ik ook begon af te spreken met mannen om seks te hebben. Ik ging dus keihard vreemd. Jarenlang lang leidde ik een dubbelleven.” In 2014 biechtte ze haar man in grote lijnen alles op en zette ze een punt achter haar huwelijk.

            Ze is de tel kwijtgeraakt, zegt ze, van met hoeveel mannen ze seks heeft gehad. “Ik denk wel meer dan 100, inclusief chatten en webcam. Toen ik nog getrouwd was, zag ik soms meerdere keren per dag andere mannen. Vaak via de webcam. Dan masturbeerde ik voor mannen die meekeken. Hoeveel pijn mijn vagina ook deed na verloop van tijd, ik bleef ermee doorgaan. Alles om die mannen te pleasen, want ze moesten wel bij me blijven natuurlijk. Afspreken deed ik als ik me slecht voelde twee, drie keer per week, als ik me goed voelde was het minder. Daarnaast had ik ook nog seks met mijn man.”

            Dat laatste was meer een moetje dan een bron van genot. “Het was niet de meest bevredigende seks. Andere mannen lieten me veel meer vrouw voelen dan mijn eigen man. Zij zorgden er wel voor dat ik klaarkwam en dat de seks spetterde. Als je steeds nieuwe invloeden krijgt, krijg je steeds een nieuwe high. Daar was ik continu naar op zoek. De seks was fijn, maar die high nog fijner.”

            ‘Het was heel fout wat we deden, maar ook ergens heel erg prettig’

            Ergens wist ze wel dat ze ermee moest stoppen. Maar de verslaving was sterker. “Als mijn man eerder thuiskwam van zijn werk en mij in een sexy pakje aantrof, schoof ik snel de laptop onder het bed en deed ik alsof ik me voor hem zo had gekleed.” Ze bedroog hem waar hij bij stond. “Ik had bijles van een van zijn vrienden omdat ik weer terug zou gaan naar school. Maar voor ik het wist, lag ik met die jongen in bed. We hebben een half jaar een affaire gehad. Het was heel fout wat we deden, maar ook ergens heel erg prettig.”

            Schuldgevoelens
            Nooit voelde ze zich schuldig over haar gedrag. “Pas toen ik ‘nuchter’ was, zag ik in hoe achterlijk mijn gedrag was. Nu voel ik me wel schuldig. Dat ik mijn man bedroog, dat ik zijn vriendschap met die vriend heb verpest, dat ik met zoveel mannen seks heb gehad. Ik ben er niet trots op en ben blij dat ik het niet meer hoef te doen. Het was geen leuke periode in mijn leven.”

            Lisa verwarde seks met liefde, zegt ze. “Ik wist niet wat liefde was, dat heb ik van huis uit niet meegekregen. Ik dacht dat die mannen me leuk vonden. Ik was verslaafd aan hun aandacht. Uiteindelijk had ik door dat ze me leuk vonden omdat ik seks gaf, en nog gratis ook. Wat wil je als man nog meer?”

            Dat haar omgang met seks en liefde problematisch was, zag Lisa vijf jaar geleden in. Tegelijk kwam het besef dat ze verslaafd was aan eten en alcohol. “Mijn verslavingen hielden me zo in hun greep dat ik niet meer wist hoe ik eruit moest komen.” Iemand raadde haar het twaalfstappenprogramma aan, dat oorspronkelijk was bedoeld voor de Anonieme Alcoholisten (AA), maar nu ook breder wordt ingezet bij verslavingen. Ze ging naar vrijblijvende bijeenkomsten toe van de SLAA (anonieme seks- en liefdeverslaafden), waar zij en andere verslaafden hun ervaringen deelden. “Het gevoel dat je het niet meer alleen doet is heel fijn. Aan het einde van mijn verslavingstijd was ik zo sociaal geïsoleerd, ik had niemand meer over. Er rust een groot taboe op seks- en liefdeverslaving. Mensen denken dat alleen mannen eraan lijden. Ik dacht ook dat ik de enige was. Door die bijeenkomsten merkte ik dat er heel veel anderen – mannen én vrouwen – zijn met hetzelfde probleem.”

            ‘Vier jaar geleden zat ik thuis met een uitkering en chatte en webcamde ik mezelf het ongans’

            Die meetings waren de eerste stap naar herstel, al moest Lisa eerst nog dieper zinken voordat ze beter kon worden. Het absolute dieptepunt kwam voor haar toen ze drie maanden in het twaalfstappenprogramma zat en een bericht kreeg van haar ‘obsessieman’, zoals ze hem zelf noemt. “Ik vergat op slag alles wat het programma mij leerde. Binnen 24 uur na zijn berichtje lag ik bij hem in bed. Daarna voelde ik me afschuwelijk. Ik kon er niet van genieten, wilde het eigenlijk helemaal niet. Mijn verslaving had toch gewonnen.”

            Dieptepunt én keerpunt
            Het bleek achteraf naast het dieptepunt ook het keerpunt voor Lisa. “Vanaf dat moment ben ik nooit meer met een andere man naar bed gegaan en heb ik nooit meer geflirt of iets anders met andere mannen gedaan.”

            Na bijna vijf jaar volgt ze nog steeds het programma bij de SLAA. “Ik durf mijn hand ervoor in het vuur te steken dat als ik het programma niet had gevonden, ik nog steeds zo bezig was of in een psychiatrisch oord terecht was gekomen. Het heeft mijn leven gered. Vier jaar geleden zat ik thuis met een uitkering en vrat ik mezelf suf, zoop ik mezelf klem en chatte en webcamde ik mezelf het ongans. Nu heb ik een baan in de zorg, heb ik al een tijd dezelfde vriend en zijn we sinds een half jaar trotse ouders. Ik ben heel blij met hoe mijn leven er nu uitziet. Zonder behandeling had ik dat nooit voor elkaar gekregen.”

            De meetings zal Lisa altijd blijven bezoeken. “Ik weet hoe snel je weer terugvalt, dat hoor ik ook van mensen in het programma. Dat ze toch weer naar alcohol grijpen of seks hebben met mannen terwijl ze dat niet willen. Dat is wat een verslaving doet. Ik zal de rest van mijn leven verslaafd blijven. Ik hoef nooit meer alcohol te drinken, nooit meer slechte dingen te eten en nooit meer vreemd te gaan. Het verlangen is weg. Masturberen is oké, zolang het maar niet dwangmatig wordt. Porno kijken kan niet meer, en ook de webcam is nu verboden terrein. Ik kan nog steeds seks hebben met mijn vriend, maar niet meer dwangmatig vijf keer per dag. Eén of twee keer per week is gezond, weet ik nu.”

            Snoepwinkel voor je brein
            Seksuologe Eveline Stallaart van praktijk ESSH in Amsterdam ziet op haar spreekuur steeds meer vrouwen zoals Lisa. “Ook cijfers van over de hele wereld laten zien dat seksverslaving bij vrouwen steeds vaker voorkomt.” Volgens Stallaart is dat te verklaren doordat porno zo makkelijk voor handen is. “Porno is een snoepwinkel voor je brein, zeg ik altijd tegen cliënten. Je kunt er seks bekijken in elke smaak of vorm die je wilt, wanneer je maar wilt. Dat is superlekker voor je brein, je dopaminegehalte gaat ervan omhoog. Je brein gaat de link leggen tussen seksueel actief zijn, porno kijken en dat dopamineshot, waaraan je verslaafd raakt. Je brein wil steeds die hoeveelheid dopamine.”

            Het probleem met zo’n pornoverslaving is dat je steeds moeilijker opgewonden raakt van ‘normale’ seks. “Geen normaal mens kan diezelfde hoeveelheid dopamine bij je teweegbrengen, zelfs al ligt Doutzen of Brad Pitt naast je in bed. Dan merk je dat je problemen krijgt met je opwinding.” Vrouwen worden bijvoorbeeld onzeker of hun partner nog wel de juiste is, omdat ze minder voelen, minder vochtig worden en minder makkelijk klaarkomen. Mannen ontwikkelen vaak een erectieprobleem. “Je partner is maar een dropjeswinkel – saai. Je brein wil die hele snoepwinkel, heeft dopaminetekort en wordt minder blij. Mensen kunnen er echt depressieve gevoelens van krijgen.”

            ‘Je bent verslaafd wanneer je meer met het verkrijgen van seks – dus niet de seks zelf – bezig bent dan met je basisbehoeften’

            De Vlaamse seksualiteitscoach Leen Vangeebergen heeft moeite met de term seksverslaving. Wat Lisa omschrijft als een seksverslaving, is volgens haar in feite een verslaving aan aandacht. Je kunt namelijk niet verslaafd zijn aan seks op zich, zegt zij. Een zogenoemde seksverslaving komt volgens Vangeebergen vaak neer op een verslaving aan porno, of een verslaving aan het veroveren van een partner. “Als mensen te veel porno gebruiken naar de normen van de maatschappij, of meer dan gemiddeld seks hebben, dan noemen we dat al snel een verslaving. Terwijl dat niet het criterium is. Het is pas een verslaving als je gezondheid erdoor in gevaar komt. Je bent verslaafd wanneer je meer met het verkrijgen van seks – dus niet de seks zelf – bezig bent dan met je basisbehoeften. Als je zo vaak en zo veel porno kijkt dat je vergeet te eten, niet meer slaapt, je niet verzorgt, afspraken ervoor afzegt en vereenzaamt. Dan heb je een probleem met porno kijken, maar dus niet met seks an sich.”

            Hele dag bezig met seks
            Volgens Eveline Stallaart kun je echter wel degelijk verslaafd zijn aan seks. “Bij Jellinek en andere afkickklinieken is het een erkende verslaving, vergelijkbaar met drugs en alcohol. Het is een bloedserieuze verslaving die echt gevolgen kan hebben.” Seksverslaving en pornoverslaving zijn twee verschillende dingen, zegt zij. “Seksverslaving is de grote noemer, pornoverslaving is daar een onderdeel van. Als je seksverslaafd bent, ben je de hele dag bezig met seks en afhankelijk van alles wat ermee te maken heeft. Je dagelijks leven lijdt eronder. Je komt niet meer de deur uit, wil alleen maar seks en niks anders.”

            Met alcohol of drugs kun je helemaal stoppen, maar nooit meer seks hebben is niet wenselijk. Hoe kick je dan af van een seksverslaving? Stallaart: “Als je stopt met het kijken van porno of veelvuldig seks hebben, merk je dat het dopaminelevel zich neutraliseert. Zo, en met cognitieve gedragstherapie, kan je er weer voor zorgen dat het goed komt. Op termijn kun je het dan mogelijk weer met mate introduceren, maar het blijft een valkuil. Het verschil tussen seksverslaving en op een natuurlijke manier seks consumeren heeft alles te maken met extreme hoeveelheid. Als je één of twee keer per week seks hebt, gaat er in principe niets mis.”

            Bron: RTL Nieuws >>

            #258916
            Luka
            Moderator

              ‘Bij een pornoverslaving is seks niet de werkelijke behoefte’

              Therapeut Wilbert Weerd over pornoverslaving

              Wilbert Weerd is oprichter van Dichterbij Herstel in Veenendaal. Dit is een christelijke hulpverleningspraktijk voor psychosociale- en relatietherapie. Hij heeft als therapeut al zo’n 600 mannen met een pornoverslaving in zijn praktijk gehad.

              Hoe groot is naar schatting het probleem van pornoverslaving in Nederland?
              Harde cijfers zijn er niet omdat er geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan is. Maar naar schatting gaat het om 1 op de 20 mannen, ruwweg zo’n 300.000 mannen en dan verschilt de mate van verslaving.

              Officieel is pornoverslaving geen verslaving in het handboek van de psychologie of psychiatrie. Wat is de beste definitie?
              Ervaart iemand het porno kijken als dwangmatig; dus je wilt eigenlijk stoppen, maar het lukt niet. En daarbij; is je werkelijke behoefte geen seks, maar iets anders en gebruik je daar seks voor. Dan spreek je mijns inziens van pornoverslaving.

              Waarom kunnen verslaafden het geen halt toeroepen?
              Meestal omdat ze zelf denken dat het met zelfbeheersing te maken heeft. Ze nemen zich dus heel sterk voor om het niet meer te doen, zeker na een orgasme. Dat voelen ze schuld en schaamte en zijn ervan overtuigd dat het lukt om niet meer te kijken.
              Maar de eerstvolgende keer dat die aandrang weer komt, voelt dat overweldigend en weten ze zich niet te verzetten. Ze zijn ook geheel niet bezig met waardoor die aandrang er is. Dus het mislukt weer met als gevolg falen en geen eigenwaarde.
              Je komt in een spiraal terecht waarin je minder grip hebt op je eigen emoties en afhankelijk wordt van seks om met die emoties om te gaan.

              Ligt er altijd een ander probleem aan ten grondslag?
              Als het gaat om pornoverslaving, wel. Dat kunnen grote problemen zijn: enorme eenzaamheid, stress, huwelijksproblemen, onzekerheid over je lichaam. Maar soms over latent aanwezige gevoelens, gemoedstoestanden: frustraties, verveling. Er zijn niet altijd hele grote oorzaken, maar in de hoop dit gevoel weg te krijgen ga je porno kijken. Openheid is de eerste voorwaarde om ervan af te kunnen komen.

              Wat zijn hele praktische gevolgen van een pornoverslaving?
              Die verschillen sterk. In die zin is het een vreemd soort verslaving. Het raakt altijd je emotionele welbevinden. Maar het kan ook leiden tot erectiestoornissen, niet genoeg opgewonden raken tijdens de gewone seksualiteit.
              Het kan ook dat ze sociale contacten gaan vermijden. Dus ze trekken zich steeds meer terug achter hun computerscherm.
              Wat ook vaak gebeurt is dat deze mannen hun emoties niet meer kunnen uiten, of voor zichzelf kunnen opkomen op het werk of thuis. Dat zie je bij die groep die steeds extremere vormen van porno gaat kijken.
              En heel vaak zie je dat andere vormen van ontspanning, zoals sporten of lezen, verdwijnen.

              Uit een peiling van Libelle bleek dat 70 procent van de vrouwen het porno kijken van de man als vreemdgaan ziet. Herkenbaar?
              Zeer zeker, zonder meer. Zeker bij langdurige relaties wordt seks gekoppeld aan exclusiviteit binnen die relatie. En dus niet aan andere vrouwen. Dus alleen al het kijken naar ander vrouwen en daarmee een orgasme beleven, wordt door veel vrouwen gezien als een emotionele verbinding met andere vrouwen. Vrouwen voelen dat meer dan mannen. Dus voor veel vrouwen is het niet zo makkelijk te scheiden en te begrijpen als een man zegt: het heeft niets met jou te maken.

              Als het om pornoverslaving gaat, zijn het vrijwel alleen mannen en geen vrouwen. Hoe komt dat?
              Een verklaring is dat de porno sterk op mannen is gericht. Maar los daarvan: ook de kleinere groep pornoverslaafde vrouwen groeit.

              Komt pornoverslaving meer voor onder christelijke mannen?
              Christelijk mannen ervaren het als een veel groter probleem. Ze worstelen veel meer met het schuldgevoel. Het gedrag komt geheel niet overeen met hun levensopvatting.
              Ze hebben het idee dat seksualiteit door God anders bedoeld is. Ze zijn dus eerder geneigd het gedrag te willen stoppen en dus hebben ze eerder het gevoel te verslaafd te zijn.
              Ook is het bij deze groep meer gekoppeld aan geheimzinnigheid. Dus moeilijker bespreekbaar in de christelijke wereld. Je ervaart dan ook meer eenzaamheid.

              Begrijp jij de opvatting van bijvoorbeeld Linda Duits dat porno ook nuttig kan zijn? Bijvoorbeeld voor seksuele voorlichting, of als impuls voor je seksleven?
              Ik vind dat best lastig om zwart/wit te beantwoorden. Uiteindelijk gaat porno om een industrie die als doel heeft er geld aan te verdienen. Dus het is geheel niet gericht op communicatie, verbinding, liefde, maar enkel gericht op het veroorzaken van een heftige seksuele opwinding. Die wellicht sterker is dan seks met je partner.
              Als je dat als inspiratiebron neemt, is het zeer de vraag of het je helpt om seksualiteit met iemand te beleven op z’n mooist.
              Stel dat een koppel seksuele problemen heeft, dan geeft dat iets anders weer: bijvoorbeeld onoplosbare conflicten of geheimen voor elkaar. Dus als seks dan niet lukt, heb je het eerst nodig om je emotioneel bloot te geven voordat je je lichaam blootgeeft.

              Dus jij raadt het af, porno kijken?
              Ik denk niet dat een mens porno nodig heeft om geïnspireerd en seksueel opgewonden te raken. Of dat het verrijkend is voor wat dan ook, dat geloof ik echt niet. Ik denk juist dat het je seksualiteit rooft en verarmt.

              Hoe help jij iemand van zijn pornoverslaving af?
              Mijn aanpak is er niet op gericht om direct het gedrag te laten stoppen, want dat heeft iemand zelf eindeloos en kansloos geprobeerd.
              Het gaat erom iemand erachter te laten komen wat zijn werkelijke behoefte is. Is dat seks of iets anders. Vaak dat laatste. En daar zit pijn, die ruimte moet krijgen. Zodra het eigenlijke probleem helder aan het licht is gekomen, dan is driekwart van het probleem al opgelost. Vervolgens gaan we praten over hoe iemand met het onderliggende probleem om kan gaan. Ik zie dan in therapie dat de behoefte aan porno vanzelf afneemt.

              Moet je als ouder voorkomen dat mijn kinderen ooit porno gaan kijken?
              Dat is een illusie. Probeer wel te voorkomen dat ze op te jonge leeftijd, 9 of 10, al dit soort filmpjes en foto’s zien. Want op die leeftijd heb je nog een enkel besef van seks.
              Maar met de smartphone en de appgroepen en het delen, gaan ze porno zien. Dat is onontkoombaar. Het mooiste is dat je als ouder kan en durft te vertellen aan je kinderen wat porno kijken met jou als volwassene doet. Ook waarom je het niet fijn vindt en wat is dan wel jouw beeld van seksualiteit. Zo gebruik je porno als voorlichting en volgt een gesprek.

              Bron: Nieuw Licht / EO >>

              #264527
              Luka
              Moderator

                What causes addiction 

                 

                #272926
                Luka
                Moderator

                  Waarom kan een jeugdtrauma leiden tot (alcohol)verslaving?

                  Een traumatische ervaring tijdens je jeugd kan leiden tot alcoholisme en andere verslavingen als je volwassen bent. Dat is uit talloze onderzoeken gebleken. Maar waarom is dat zo? Waarom kan een jeugdtrauma leiden tot (alcohol)verslaving?

                  Traumatische ervaringen zoals fysiek, emotioneel of seksueel misbruik, huiselijk geweld, verwaarlozing, verlies van een ouder of leven met een familielid met een psychische aandoening lijden vaak op latere leeftijd tot verslaving.

                  Verslaving door jeugdtrauma
                  Een verslaving als gevolg van een jeugdtrauma is een welbekend gegeven. Trauma en chronische stress kunnen leiden tot een ontregeld stresssysteem, waardoor individuen kwetsbaarder kunnen worden voor verslavend gedrag. Ons stresssysteem wordt grotendeels bepaald door de hypothalamus-hypofyse-bijnier, die ons voorbereidt om goed op gevaar te reageren. Maar als gevaar langer aanblijft, en de dreiging dus niet verdwijnt, raakt dit stresssysteem in de war. Maar wat heeft dat met verslaving te maken?

                  1. Plezier
                  De voornaamste reden om alcohol of drugs te gebruiken, is vanwege de onmiddelijke psychologische effecten. Alcohol en drugs veranderen de manier waarop individuen zich voelen, omdat ze een roes of plezier produceren. Dit tempert een sombere of prikkelbare stemming.

                  Voor personen met een ontregeld stressysteem als gevolg van trauma, kunnen overmatig alcohol en drugsgebruik uitstel en vertraging van angst bieden. Alcohol en cannabisproducten hebben bijvoorbeeld een kalmerend en bedwelmend effect, waarvan sommige zelfs het centrale zenuwstelsel vertragen. Bovendien brengt gokken (vooral met elektronische gokmachines) spelers in een soort trance waarin ze alles behalve de machine vergeten.

                  2. Kwetsbaarder
                  Mensen met een jeugdtrauma zijn mogelijk kwetsbaarder voor verslaving als middel om hun stemming te reguleren, opdringerige gedachten te kalmeren en stress te onderdrukken. Een verslaving – drank, drugs, gamen, gokken – maakt het makkelijker om even niets te voelen, ook al is het maar tijdelijk.

                  3. Niets voelen
                  Het kan overigens ook de andere kant op werken. Waar de een niets wílt voelen, kan de ander juist als gevolg van een jeugdtrauma niets voelen. Er is dan sprake van een dissociatieve stoornis. Uit een soort van zelfbescherming voelen deze personen zich chronisch verdoofd, niet betrokken en emotieloos. Drugs als cocaïne, amfetamine, synthetische drugs en nicotine kunnen de boel wakker schudden, omdat ze een stimulerend bedwelmend effect hebben dat energie en alertheid produceert. Mensen met een jeugdtrauma kunnen verslavingen als zelfverwonding, seks en gamen gebruiken om juist weer even iets te voelen.

                  De beste poging om met een jeugdtrauma om te gaan
                  Mensen met een jeugdtrauma kunnen dus kwetsbaarder zijn voor verslaving omdat hun gedrag als het ware wordt beloond. Drink je alcohol, dan word je vrolijker. Gebruik je drugs, dan raak je in een roes. Door gamen of gokken vergeet je even de wereld om je heen. Verslavend gedrag is dan vaak de beste poging van een individu om de gevolgen van zijn jeugdtrauma het hoofd te bieden. Dat maakt het verband van een jeugdtrauma en een verslaving een hele complexe relatie.

                  Bron: JM Ouders >>

                  #272932
                  Luka
                  Moderator

                    Middelenmisbruik en verslaving

                    NJI

                    Middelenmisbruik gaat over overmatig gebruik van alcohol, nicotine en drugs. Het is normaal dat jongeren hiermee experimenteren. Het wordt gevaarlijk als ze daardoor niet meer goed functioneren of zelfs verslaafd raken. Het gebruik van alcohol en wiet heeft een negatieve invloed op de hersenen. Dat kan betekenen dat het minder goed gaat op school. Jongeren lopen meer risico om verslaafd te raken dan volwassenen. Vaak hebben jongeren met problematisch middelengebruik ook andere problemen.

                    Uitgelicht

                    Wat werkt bij middelengebruik?
                    In de aanpak van middelengebruik gaat het om twee componenten: preventie van middelengebruik en behandeling van middelenmisbruik en verslaving.

                    Opvoeding en middelenmisbruik
                    De meeste ouders realiseren zich dat hun kind vroeg of laat in aanraking komt met genotmiddelen. Kinderen zien vaak dat volwassenen plezier beleven aan een sigaretje of een glas bier of wijn. Dat er ook risico’s aan zitten, kunnen kinderen zich moeilijk voorstellen. Het is daarom belangrijk dat ouders hun kinderen informeren over de effecten van roken, alcohol en drugs en laten merken hoe zij daarover denken.

                    Opgroeien in een kansrijke omgeving
                    IJsland heeft het aantal gebruikers van drank, sigaretten en drugs onder jongeren met succes teruggedrongen. Deze aanpak richt zich vooral op het versterken van de beschermende factoren in de omgeving van kinderen en jongeren. Zestien Nederlandse gemeenten omarmen deze werkwijze en doen mee aan het project Opgroeien in een Kansrijke Omgeving.

                    Achtergronden

                    Hoe zit het?
                    Definitie van middelenmisbruik en verslaving
                    Risicofactoren
                    Gevolgen

                    Cijfers
                    Cijfers over middelenmisbruik en afhankelijkheid
                    Cijfers over alcoholgebruik
                    Cijfers over drugsgebruik
                    Cijfers over roken

                    Hulpmiddelen
                    Richtlijnen
                    Erkende interventies
                    Instrumenten

                    Lees meer
                    Online bronnen
                    Literatuur

                    #277090
                    Luka
                    Moderator

                      Als je rent om te vergeten ligt een sportverslaving op de loer

                      Bewegen is goed. Maar niet als het een manier is om te ontsnappen aan mentale problemen.

                      Er zijn twee manieren om aan hardlopen te doen, stellen Noorse onderzoekers. De eerste draait om een cognitief proces van zelfontplooiing. Je realiseert jezelf, je denkt na over wat belangrijk voor je is, je laat je gedachten gaan over je plannen en verlangens. De tweede manier houdt verband met een tegenovergesteld proces van zogenaamde zelfonderdrukking. Via sporten hou je onaangename gedachten of emoties op afstand. Zo wordt sporten escapisme: je ontsnapt aan een pijnlijke mentale toestand. Je hoeft even niet te denken aan het aanpakken van problemen, of piekeren over pijnlijke episodes uit het verleden. Dat komt doordat langdurige fysieke inspanning leidt tot een afname van hersenactiviteit in de frontale kwab.

                      Goed plan? Toch niet. Uit het Noorse onderzoek blijkt dat de ‘escapisten’ na het hardlopen een dip in hun welzijn ervaren. Daardoor hebben ze de neiging snel opnieuw te gaan sporten, om te vergeten hoe slecht ze zich voelen. Zo ligt een sportverslaving op de loer.

                      Om daar uit te geraken, is er maar één oplossing: identificeren wat je motivatie is om te sporten. Als je beseft dat je moet hardlopen om aan problemen te ontsnappen, dan moet je die problemen aanpakken, eventueel met een therapeut. Sport kun je beter reserveren voor zelfontplooiing. Want vergeten, zelfs met sportschoenen aan, duurt niet lang.

                      Bron: EOS wetenschap >>

                      #278286
                      Luka
                      Moderator

                        Als gezond leven een ongezonde obsessie wordt: ‘Ik moest van mezelf minimaal 25.000 stappen per dag zetten’

                        Sporten is gezond, net als een beetje op je voeding letten, maar wat als het een obsessie wordt? Mensen met Body Dysmorphic Disorder (BDD) streven zo fanatiek naar een gezond leven, dat het ongezonde vormen aanneemt.

                        “Zelfs op vakantie kon ik niet stoppen. Terwijl anderen bij het zwembad zaten, was ik rondjes aan het lopen in m’n kamer.”

                        Psychiater Nienke Vulink werkt in het Amsterdam UMC, locatie AMC op de afdeling angst- en dwangstoornissen. Zij verdiepte zich de afgelopen jaren in Body Dysmorphic Disorder (BDD). “Orthorexia, sportverslaving, anorexia athletica of bigorexia. Hoewel ze een net iets andere uitwerking hebben, valt het allemaal onder de paraplu van Body Dysmorphic Disorder (BDD).”

                        Sociaal geaccepteerd

                        “Bij BDD is er sprake van een lichaamsbeeldstoornis. Dat zijn bijvoorbeeld eetstoornissen als anorexia en boulimia, maar BDD-patiënten hebben vaak een nog “waanachtiger beeld” van hun eigen lijf en de sterkte van die overtuiging is ook nog groter. Ook wetenschappelijk onderzoek laat zien dat er overeenkomsten, maar ook verschillen zijn in de manier van waarneming bij patiënten met BDD en eetstoornissen”, aldus Vulink. Volgens haar heeft 80 tot 90 procent van de BBD-patiënten een zeer sterke overtuiging dat er met hun uiterlijk iets mis is. “Bij bijvoorbeeld de musculodysfore stoornis is men overmatig bezig met het behalen van spiermassa. Waarbij gedragingen dwangmatig worden, zoals sporten of diëten, en psychisch lijden ontstaat. Zoals angstklachten of disfunctionaliteit.”

                        Over sportverslaving en andere vormen van BDD, is vrij weinig bekend. Er is volgens Vulink weinig onderzoek hiernaar gedaan. Hoe dat komt? “Deze aandoening streeft naar gezond gedrag. Dat wordt in onze maatschappij aangemoedigd en sociaal geaccepteerd. Wanneer dit gezonde gedrag van sporten overgaat in problematisch gedrag, wordt dit niet voldoende herkend of erkend.” Volgens de psychiater zijn sportscholen de plek waar mensen met BDD-neigingen, specifiek dit subtype musculodysfore stoornis, zich begeven. “Sportinstructeurs herkennen het wel, maar het is moeilijk om deze mensen in de spreekkamer te krijgen.”

                        Doorslaan

                        Veel trainen of een gezonde leefstijl, wanneer wordt zoiets problematisch? “Middelengebruik, dwangmatig diëten of belemmeringen in het dagelijks leven, zijn zorgelijke ontwikkelingen. Maar als iemand iedere dag in de sportschool verschijnt, is dat ook al een signaal om in gesprek te gaan en vragen te stellen”, aldus Vulink.

                        De Haarlemse Mieke Terlouw (40) durft inmiddels eerlijk toe te geven dat ze met een sportverslaving worstelde. Ze schreef het boek de In de waan van het Leven over de zelfmoord van haar vader en de impact daarvan op haar leven. Haar sportverslaving begon zo’n tien jaar geleden. “Ik had toen net een fase van feesten en drugs achter de rug. De prikkels en afleiding die ik eerder uit het uitgaan haalde, vond ik vervolgens in marathons. Ik wilde gezond zijn, ging veel trainen en sloeg daarin compleet door. Sporten werd mijn oplossing voor alles. Zelfs als ik blessures had, moest ik van mezelf doorgaan.”

                        ‘Doe even relaxt’

                        Door zo obsessief met sport en haar lichaam bezig te zijn, was het makkelijker voor Terlouw om haar verdriet te negeren. “Zoals dat vaak bij verslavingen gaat, wil je bij een sportverslaving zo min mogelijk voelen. Ik wilde daarom nooit niets doen, want dan kwamen er allerlei gedachten en gevoelens naar boven. Daardoor kreeg ik steeds meer drang om te sporten. Soms wel drie uur per dag. En als ik op vakantie niet genoeg bewoog, kon ik amper ontspannen.”

                        Mensen in de omgeving van Terlouw verbaasden zich over haar sportdrang. “Het draaide allemaal om calorieën verbranden en endorfines aanmaken. Vrienden zeiden soms tegen me: ‘Doe even relaxt’. Dan wimpelde ik dat af en vond ik hen ongedisciplineerd.”

                        Maar het overmatige sporten eiste zijn tol bij Terlouw. “Ik kreeg last van m’n rug en knieën. En ondanks verschillende klachten bleef ik hardlopen en krachttraining doen. Mijn rug riep eigenlijk tegen me: ‘Stop!’ Terlouw vertelt dat ze liever aan drugs verslaafd was geweest dan aan sporten. Waarom? “Bij drugs weten we allemaal dat het slecht voor ons is, maar rondom sporten hangt een ander imago. Daarnaast kun je van drugs afkicken en het nooit meer aanraken. Maar nooit meer sporten is dan ook weer niet echt gezond. Je moet dus leren omgaan met het middel waaraan je verslaafd bent.”

                        Hartklachten

                        De Friese Marit Dijkstra (24) zit eigenlijk nog middenin die worsteling waar zowel Vulink als Terlouw over vertellen. “Ik heb een vertekend lichaamsbeeld, bewegingsdrang en dwang en een eetstoornis.” Een strijd die ze nu al zo’n vier jaar voert. “Extreem sporten”, noemt Dijkstra haar bewegingsdrang. “Ik moest van mezelf minimaal 25.000 stappen per dag zetten, ging soms uren wandelen, hardlopen, voetballen en mocht amper zitten. Maar het nam vormen aan waardoor ik het zelf niet meer leuk vond. “Ik was alleen nog maar bezig met: ‘Hoeveel verbrand ik?’ ‘Hoeveel loop ik?’ Het bewegen ging voor alles. Met mensen afspreken, vermeed ik zoveel mogelijk. En als het slecht weer was of ik toch een drukke agenda had, dan was er paniek.”

                        “Toen ik vorig jaar een groepsreis maakte naar Zuid-Afrika, kon ik me eigenlijk alleen maar druk maken om het stilzitten in het vliegtuig of tijdens de safari. Terwijl anderen bij het zwembad zaten, was ik rondjes aan het lopen over het terrein of in m’n kamer.” Dijkstra verloor veel gewicht, maar kreeg ook last van haar gewrichten, spieren, hartklachten en was oververmoeid. “Mensen in mijn omgeving vertelden me natuurlijk dat ik moest minderen, maar het lukte me niet.” Toen haar hartklachten nog extremer werden, concludeerde een cardioloog dat het hart van Dijkstra de inspanningen niet aankon. “Ik moest abrupt stoppen met bewegen en mag nu nog beperkt wandelen. Maar onder de 10.000 stappen per dag komen is voor mij geen optie. Eigenlijk nog steeds niet.”

                        Dijkstra vertelt dat het stoppen met sporten voor haar dubbel is. “Ik heb in eerste instantie heel veel gehuild. Aan de ene kant voelde ik paniek, maar aan de andere kant ook opluchting. Ik was er namelijk zo klaar mee, maar ik kon niet stoppen.”

                        Oorzaken

                        Psychiater Vulink legt uit dat BDD vaak voortkomt uit een aantal factoren. Genetica, trauma en persoonlijkheid spelen daarbij een rol. “Rond de 70 procent van de BDD-patiënten heeft traumatische levenservaringen meegemaakt. Dat kan te maken hebben met pesten, seksueel misbruik of emotionele verwaarlozing. Maar ook persoonlijkheidskenmerken als perfectionisme zien we vaak terug. Daarnaast merken we ook veelvuldig dat uiterlijk van groot belang was in het gezin van herkomst of de omgeving van opgroeien. Veel patienten zijn dus opgegroeid in een omgeving waarin de identiteit veelal bepaald werd door hoe je eruit ziet.”

                        Terlouw legt uit dat ze lange tijd worstelde met een laag zelfbeeld.
                        “Ik vond mezelf dik, lelijk en voelde veel schaamte, maar die overtuiging zat heel diep.” Ze omschrijft zichzelf als ‘een bonk schaamte’. “Op de middelbare school werd ik rood en begon ik te zweten als ik moest praten. Die schaamte ging uiteindelijk op mijn uiterlijk zitten. Het sporten verlichtte die pijn.”

                        Zelfdoding

                        Zo’n sportverslaving vergt heel wat discipline. Dat herkent Terlouw ook bij zichzelf. “Die bewijsdrang en discipline heb ik altijd gehad. Ook in mijn werk was dat aan de orde. Ik wilde het heel graag goed doen, gezien en erkend worden en liet daar mijn eigenwaarde van afhangen.”

                        Inmiddels kan Terlouw haar obsessieve gedrag verklaren. Ze worstelde in haar puberteit al met een eetprobleem. “Mijn ouders scheidden toen ik elf jaar was en mijn moeder verliet het gezin. Daarnaast kampten mijn vader en moeder met psychische problemen. Het vertrek van mijn moeder is bij mij een diepgeworteld trauma geworden. Daar komt ook de schaamte vandaan. Ik schaamde me voor het feit dat mijn moeder niet voor me kon zorgen.” Terlouw werd grotendeels opgevoed door haar vader, maar die besloot uiteindelijk uit het leven te stappen. Voor Terlouw het moment dat ze niet meer terug kon. “Toen mijn vader zelfmoord pleegde, ging ik heel diep en moest ik wel in therapie. “

                        Social media

                        Op social media ontbreekt het niet aan afgetrainde lichamen en deelt men graag hun sportprestaties. Maar moedigen social media-kanalen BBD aan? Vulink maakt zich daar wel zorgen over. “Uit onderzoek is gebleken dat social media een negatief effect heeft op het lichaamsbeeld. We weten ook dat BDD-patiënten veel tijd op social media spenderen en dat hoor ik ook in de kliniek.” Obsessief social media-gebruik hoort volgens Vulink bij de dwangrituelen van BDD-patiënten. “Sommigen maken wel duizend foto’s per dag en dan is er maar eentje goed genoeg. Maar er zijn tegenwoordig ook apps die jouw foto’s een cijfer geven of adviseren welke cosmetische ingreep je moet ondergaan. Dat is zeer zorgelijk.”

                        De 24-jarige Dijkstra herkent dit. “Mensen moedigden mij aan. Je krijgt veel complimenten en er wordt je continu verteld dat je ‘goed bezig’ bent. Dat maakt het alleen maar ingewikkelder.” Dat gebeurt ook op social media. “Ook daar zie je beelden waarmee je jezelf gaat vergelijken.”

                        Onderzoek

                        Wat betreft behandeling legt de psychiater uit dat BDD-patiënten vaak medicatie en therapie krijgen. “Dat is vaak een combinatie van moderne antidepressiva en cognitieve gedragstherapie. Maar er komen ook steeds meer andere behandelvormen, die bijvoorbeeld richten op zelfcompassie en acceptatie. Dat soort behandelingen zien er ook veelbelovend uit.”

                        Vulink zou graag met sportartsen en sportscholen meer onderzoek doen naar BDD. “Hoeveel mensen hebben in de sportschool veel focus op dat uiterlijk? Ik zou graag die data in kaart willen brengen.”

                        Therapie

                        Terlouw omschrijft de periode na de zelfmoord van haar vader als donkere en depressieve jaren, waarin ze veel therapie en behandelingen onderging. “Daardoor kwam ik wel bij de kern van het probleem. Door therapie kon ik ervaringen uit het verleden verwerken en werken aan mijn eigen zelfbeeld.” En doordat ze bij de psychologische oorzaak van haar verslaving kwam, werd de drang om obsessief te sporten steeds minder. Ze geeft tegenwoordig yoga- en pilateslessen, maar sport een heel stuk minder dan voorheen. “Ik doe geen krachttraining of hardlopen meer.”

                        Terlouw noemt nogmaals het te lage zelfbeeld van BDD-patiënten op. “Je kunt tegen zo iemand zeggen: ‘Je bent goed zoals je bent’, maar zo werkt het niet. Iemand met een laag zelfbeeld voelt dat niet. Daarom moet je diep naar binnen om de kern van het probleem aan te pakken en dit combineren met lichaamsgerichte therapie.”

                        Dijkstra heeft inmiddels klinische opnames gehad en moest strenge afspraken maken omtrent bewegen. “Ik wil ervan af. Ik hoop in de toekomst weer met plezier te kunnen bewegen in plaats van drang.” Ze ondergaat momenteel psychomotorische therapie (PMT) en krijgt behandeling voor haar eetstoornis. “PMT is gericht op het lichaamsbeeld. Maar het heeft veel tijd nodig.” Dijkstra kreeg de diagnoses bordeline en persoonlijkheidsproblematiek. Dat laatste heeft voornamelijk invloed op haar omgang met emotie. “Daardoor zoek ik in andere zaken extreme controle. Dat blijkt een patroon van destructief gedrag.” Tegelijkertijd probeert ze haar hbo-opleiding af te ronden, maar haar ‘verslaving’ heeft die studie behoorlijk vertraagd. “Zo goed als het nu gaat, is het jaren niet geweest. Maar als ik eerlijk ben, gaat het nog steeds niet heel goed met me.”

                        Ongezond

                        Wanneer je volgens Terlouw vraagtekens moet zetten bij jouw eigen dieet- en sportdrang? “Zodra het sporten de overhand neemt in jouw dagelijkse leven en je andere dingen niet kunt doen. Dat je bijvoorbeeld baalt van een onverwachts etentje of daar angstig of zenuwachtig van wordt. Simpelweg omdat je dan niet kunt sporten.”

                        Dijkstra besefte lange tijd zelf totaal niet dat ze ongezond bezig was. “Die lijn is heel dun. Maar als het te veel ‘moeten’ wordt en het genieten verdwijnt, dan kun je vragen gaan stellen. Ik zou aanraden om dan eens een maand te stoppen met sporten. Lukt dat niet en sla je door? Dan is het wellicht raadzaam om aan de bel te trekken.” Hoewel Dijkstra behoorlijk opzag tegen het interview voor dit artikel, verzamelde ze toch al haar moed. “Het is van belang dat mensen weten dat dit speelt. Want er is toch veel onbegrip wat betreft sportverslaving en BDD. Daarnaast gaat een eetstoornis niet alleen over ‘niet eten’. Alle BDD-varianten hangen samen met een vertekend lichaamsbeeld. Persoonlijk kan ik wekenlang last hebben van een onzinnige opmerking.”

                        Bron: Linda >>

                      10 berichten aan het bekijken - 21 tot 30 (van in totaal 30)
                      • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
                      gasten online: 25 ▪︎ leden online: 6
                      S2508, Lyn, Leentje, Ollybolly, Luka, Mark
                      FORUM STATISTIEKEN
                      topics: 3.879, reacties: 22.003, leden: 3.015