Zedenslachtoffer Romy moest zelf achter de dader aan

Forum Lotgenoten Seksueel Geweld Achtergrond & Informatie Opinie & actualiteit Zedenslachtoffer Romy moest zelf achter de dader aan

  • Dit onderwerp bevat 0 reacties, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 07/04/2021 om 21:02 door Luka.
1 bericht aan het bekijken (van in totaal 1)
  • Auteur
    Reacties
  • #258095
    Luka
    Moderator

       

      Na de veroordeling van de man die Romy misbruikte, trok ze tevergeefs bij de politie aan de bel omdat ze zag dat hij de regels overtrad die de rechter hem oplegde. Nu voelt ze zich opnieuw slachtoffer, dit keer van het systeem.

      Ze is te laat. De politie kan niks voor haar doen. Voor Romy (24) is dat een nieuwe klap. In haar ogen heeft de man die is veroordeeld nadat hij haar seksueel misbruikte, zijn leven vrijwel direct na de rechtszaak weer gewoon opgepakt. Haar blijft het verleden juist wel bezighouden, hoe hard ze ook haar best doet zich op haar studie en andere dingen te concentreren.

      Het gebeurde allemaal toen ze vijftien was. Hij, een vijftiger en fotograaf, benaderde haar via sociale media als model. Romy: “Wat ben je een engel, schreef hij. En: wat heb je mooi haar, je past helemaal in mijn plaatje.” Na contact met haar ouders werd er een afspraak gemaakt voor een eerste fotoshoot. “Ik weet nog dat ik verbaasd was over de lange kast met kleding in zijn computerkamer. Verschillende onderbroeken, strings, bloemenkransen, kettingen en oorbellen, allemaal gesorteerd. Als jong meisje vond ik het fantastisch.”

      Er volgden meer shoots. Die waren soms best bloot. “Dan had ik bijvoorbeeld zonder een bh een vestje aan dat maar net over mijn borst viel.” Maar Romy voelde zich op haar gemak bij de fotograaf. Het contact tussen hem en haar familie was goed, hij werd een familievriend die op verjaardagen kwam. Ook logeerde Romy regelmatig bij hem. Ze gingen er dan op uit om foto’s te maken en keken ’s avonds films op de bank. Tijdens die weekenden vond het misbruik uiteindelijk plaats. “Eigenlijk ging dat heel geleidelijk, hij ging steeds een stap verder.”

      Ze stapte naar de politie. Dat was geen gemakkelijke keuze. “Ik denk toch dat de leuke dingen overheersten. De band die ik had met hem, zijn luisterend oor. Achteraf heb ik er wel moeite mee gehad dat ik aangifte heb gedaan. Ik voelde me zelfs schuldig tegenover hem.” Voor Romy was de aangifte pas het begin van een lang en moeilijk traject. “Ik ben door veel ellende gegaan, vooral om anderen te behoeden voor zijn slinkse werkwijze: als vriend infiltreren bij families en jonge meisjes losweken van ouderlijk gezag.”

      Ze voelt zich niet serieus genomen
      Romy is niet haar echte naam. Niet iedereen in haar omgeving kent haar misbruikverleden. Ze ziet het niet zitten om dat via de krant wereldkundig te maken. Waarom ze wel graag haar verhaal wil doen, is omdat ze wil laten zien hoe het systeem met slachtoffers omgaat. Ze voelt zich niet serieus genomen. Alsof de aangifte en zijn uiteindelijke veroordeling allemaal voor niets zijn geweest.

      De veroordeling was eind oktober 2016 bij de rechtbank Gelderland. Volgens de rechter had de fotograaf “misbruik gemaakt van het in hem gestelde vertrouwen als fotograaf en van het overwicht dat hij daardoor en door zijn leeftijd op het slachtoffer had”. Hij is 41 jaar ouder dan zij.

      De straf: 181 dagen cel, waarvan 180 voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaar met bijzondere voorwaarden. Een van die bijzondere voorwaarden was dat hij niet met minderjarigen mocht werken. Die regel gold gedurende de hele proeftijd, bevestigt Reclassering Nederland.

      Volgens Romy trok hij zich daar weinig van aan. Ze wees de politie in een uitgebreide brief op de Facebookpagina van de fotograaf en zijn persoonlijke pagina op de fotografiesite 500px. Een paar maanden na de veroordeling plaatste hij daar alweer foto’s van jonge vrouwen en kinderen. Soms is het overduidelijk dat het om een minderjarige gaat, soms is uit de context te halen dat het meisje nog geen achttien is, bijvoorbeeld omdat hij haar in een fotobijschrift feliciteert met haar zestiende verjaardag. De foto’s en zijn commentaar daarbij staan op openbare pagina’s en zijn voor iedereen te zien.

      Het probleem: de brief aan de politie verstuurde Romy een half jaar nadat zijn proeftijd afliep. “Dus konden ze er niets meer mee. Dat hoorde ik nadat ik er een paar keer achteraan moest bellen. Je kunt zeggen: hij heeft zijn straf gehad. Maar nu denk ik vooral: die hele rechtszaak heeft niets gedaan met hem. Waarom is er niet ingegrepen? Waarom faalt het toezicht, als dat zo nadrukkelijk als straf is opgelegd? Waarom moet ik als slachtoffer daarover aan de bel trekken?”

      ­Secundaire victimisatie
      Wat Romy beschrijft, is wat deskundigen ­secundaire victimisatie noemen. Iemand wordt slachtoffer van een misdrijf en voelt zich daarna opnieuw slachtoffer van instanties omdat er iets misloopt, hij of zij zich niet gehoord voelt, niet respectvol behandeld of slecht geïnformeerd wordt.

      Volgens Maarten Kunst, hoogleraar criminologie aan de Universiteit Leiden, is er weinig bekend over de vorm van secundaire victimisatie die Romy heeft meegemaakt. Het is volgens hem daarom ook lastig te zeggen hoeveel slachtoffers hiermee geconfronteerd worden. Wel is er veel bekend over wat slachtoffers vinden van de manier waarop zij door politie en justitie behandeld worden. “Uit die onderzoeken blijkt dat er over het algemeen best tevredenheid is. Maar natuurlijk zijn er ook verhalen waarin het misgaat.”

      Als politie, OM of andere instanties steken laat vallen, heeft dat juist voor het slachtoffer van seksueel misbruik heftige gevolgen, ziet Iva Bicanic van het Centrum Seksueel Geweld in de praktijk. “Bij mensen die zijn misbruikt, is het vertrouwen diep beschaamd. Bij hen is het des te belangrijker om je afspraken na te komen en om goed te communiceren.”

      ‘Misbruik gaat over het niet hebben van regie’
      Slachtoffers voelen zich in de steek gelaten als er iets misgaat bij de betrokken instanties, zegt Bicanic. “Misbruik gaat over het niet hebben van regie. Als je aangifte doet dan geef je weer de controle uit handen. Dat gevoel is voor veel slachtoffers heel onaangenaam. Je voelt je machteloos. Als er dan iets misgaat, je wordt bijvoorbeeld niet goed geïnformeerd over het traject of de pleger komt vrij zonder dat je op de hoogte wordt gesteld, dan stijgt de stress. Stress die slachtoffers vaak toch al ervaren.”

      Ook Kunst benadrukt het belang van goed communiceren richting het slachtoffer. “Secundaire victimisatie kan ook het gevolg zijn van een bepaald verwachtingspatroon bij slachtoffers. Zij verwachten iets wat de politie of andere instanties niet waar kunnen maken. Het is daarom heel belangrijk om vanaf het begin heel duidelijk te communiceren over hoe het proces verder gaat en wat je wel en niet voor iemand kunt betekenen.”

      Dat gaat nog weleens mis bij zedenzaken, concludeerde de Inspectie Justitie en Veiligheid vorig jaar in een rapport. Onder meer bleek dat slachtoffers zich na het doen van aangifte niet goed geïnformeerd voelen over het politieonderzoek en dat er behoefte is aan meer persoonlijk contact met zedenrechercheurs. Daarmee verwachten ze misschien meer van de rechercheurs dan deze vanuit hun functie moeten doen, aldus de inspectie, maar dat is reden te meer om de communicatie te verbeteren. Het kan een hoop frictie voorkomen. Naar aanleiding van het inspectierapport kondigde de politie een verbeterplan aan.

      Het rapport is een voorbeeld van hoe er de laatste jaren geleidelijk meer aandacht is gekomen voor de positie van slachtoffers in het strafrechtproces. Toch ziet Maarten Kunst die toegenomen aandacht in de praktijk nog niet altijd terug. “De politie of het OM zijn organisaties die van oudsher vooral bezig zijn met het opsporen en vervolgen van daders. Zij moeten ineens ook veel meer aandacht hebben voor slachtoffers. Er wordt wel van alles gedaan, maar vaak is er een gebrek aan tijd, kennis en geld om het echt goed te doen.”

      Kunst wijst bijvoorbeeld op de verplichting voor de politie om een individuele beoordeling te maken als een slachtoffer aangifte komt doen: hoe kwetsbaar is deze persoon? Hoe groot is de kans op secundaire victimisatie of op intimidatie tijdens een eventuele rechtszaak? “Die verplichting bestaat sinds 2018, maar nog steeds is de politie bezig het te implementeren. En dat snap ik ook wel, want hoe moet een gewone agent beoordelen of iemand kwetsbaar is? Daarvoor heb je een betrouwbaar en bruikbaar screeningsinstrument nodig en dat is er op dit moment niet.”

      ‘In mijn hoofd wil ik graag afronding’
      Ook Romy kreeg de indruk dat er weinig tijd en aandacht is om zaken zoals die van haar op te pakken. Mede daardoor vindt ze het lastig om het verleden te verwerken. “Ik heb met mijn psycholoog afgesproken om niet te veel met hem bezig te zijn, om tijdslimieten voor mezelf in te stellen. In mijn hoofd wil ik graag een afronding geven aan alles wat er is gebeurd, maar dat kan ik niet als hij op het oude pad verder gaat. Het voelt allemaal als verloren energie.” Volgens Romy hoor je steeds vaker dat mensen het recht in eigen hand nemen. Het komt volgens haar voort uit machteloosheid.

      Blijft de vraag wat er in haar zaak misging? Waarom moest zij als slachtoffer wijzen op de online gepubliceerde foto’s die gezien het vonnis van de rechter op z’n minst alarmbellen moeten doen afgaan?

      Inhoudelijk ingaan op vragen over de zaak kan Reclassering Nederland, de instantie die toezicht hield op de proeftijd van de fotograaf, naar eigen zeggen vanwege privacyredenen niet. Of de foto’s van de kinderen en jonge vrouwen online überhaupt zijn opgemerkt tijdens het toezicht, blijft daarom onduidelijk. Wel is duidelijk dat de fotograaf zich niet opnieuw voor de rechter heeft hoeven verantwoorden vanwege schending van de bijzondere voorwaarden. Verder zegt Reclassering Nederland dat ze intern gaan bekijken of ze leerpunten uit deze zaak kunnen halen.

      Dat reclasseringsmedewerkers de sociale media van hun cliënten niet actief controleren, spreekt een woordvoerder van de organisatie tegen. Het thema is onderdeel van cursussen die medewerkers volgen en alles wat cliënten op hun niet afgeschermde pagina’s plaatsen, mag door de reclassering worden gebruikt bij de begeleiding van veroordeelden die er vooral op gericht is om recidive te voorkomen. Maar of er echt online wordt meegekeken, is uiteindelijk aan reclasseringswerkers zelf om te bepalen.

      Waarom trok Romy niet eerder aan de bel over de foto’s die ze online zag? “Ik was eerder te labiel. Ik zat in therapie vanwege het misbruik en had weinig energie er achteraan te gaan. Ik ben pas aan het speuren gegaan na lange gesprekken thuis en nadat ik zag dat hij mijn sociale media had bezocht. Zo kwam ik op zijn accounts en te weten dat hij gewoon door was gegaan met het fotograferen van minderjarigen. Toen heb ik besloten opnieuw naar de politie te stappen.”

      Dat ze zich erbij moet neerleggen dat zijn straf erop zit, voelt wrang. Zeker omdat tussen de foto’s die hij online plaatste, ook een oude foto van Romy zelf zit. “Angel of the past”, schrijft de fotograaf er in oktober 2017 bij, een jaar na zijn veroordeling en dus midden in zijn proeftijd. “Wat moet ik daarmee?” vraagt Romy zich af. “Beteken ik dan echt zoveel voor hem? Dat hij na mijn aangifte en de rechtszaak foto’s van mij wil plaatsen? Überhaupt mijn gezicht kan zien? Hij schrijft er een geromantiseerde tekst bij. Hoe mooi het verleden was en hoe hij het mist. Het geeft me een heel naar gevoel.”

      Verantwoording
      De fotograaf, wiens naam we niet noemen vanwege zijn privacy, wil niet inhoudelijk reageren op vragen over de zaak. De foto’s die hij op zijn openbare pagina’s op sociale media plaatste tijdens zijn proeftijd, waaronder die van Romy zelf, zijn door Trouw bekeken. De conclusie dat de foto’s met minderjarigen zijn gemaakt tijdens zijn proeftijd, is gebaseerd op de informatie die de fotograaf zelf bij de afbeeldingen plaatst. Hij noemt daarin meestal datum en plaats van de shoots. De volledige naam van Romy is bekend bij de hoofdredactie.

      Hoe zit het met bijzondere voorwaarden?
      Driekwart van alle veroordeelden die onder toezicht staan van de reclassering, krijgt door de rechter bijzondere voorwaarden opgelegd, blijkt uit een recent onderzoek van het WODC. Vooral voorwaarden als een behandelverplichting, een contactverbod of een drugs- en alcoholverbod komen veel voor. Ziet de reclassering dat iemand de regels overtreedt dan krijgt hij of zij een waarschuwing en volgt er een melding bij (in de meeste gevallen) het Openbaar Ministerie. Zelf sancties opleggen, kan de reclassering niet. Dat is aan het OM om te bepalen. Zo kan een officier van justitie besluiten de rechter te vragen het voorwaardelijke deel van een straf alsnog uit te voeren.

      Bron: Trouw >>

    1 bericht aan het bekijken (van in totaal 1)
    • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
    gasten online: 38 ▪︎ leden online: 0
    No users are currently active
    FORUM STATISTIEKEN
    topics: 3.769, reacties: 21.167, leden: 2.814