Seksueel misbruik van minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk
Rapport van de commissie van onderzoek
Schrijvers: Wim Deetman, Nel Draijer
Uitgever: Balans
Samenvatting
Schrijnend, ingrijpend en talrijk zijn de berichten over seksueel misbruik die in Nederland in de loop van 2010 bekend werden. Jongens die op vaak gruwelijke wijze seksueel werden misbruikt. Meisjes en jonge vrouwen die afhankelijk waren van geestelijken en eveneens werden misbruikt. De protestantse oud-minister, oud-voorzitter van de Tweede Kamer en oud-burgemeester Wim Deetman is gevraagd om een onafhankelijk onderzoek uit te voeren. Naar de omvang, aard en gevolgen van seksueel misbruik van minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk. Maar ook naar de doofpotcultuur, het biechtgeheim en de relatie tussen misbruik en celibaat.
Wim Deetman vroeg vooraanstaande wetenschappers om met hem samen te werken. Hij kreeg onbeperkte toegang tot alle kerkelijke archieven, waarvan aanvankelijk werd gedacht dat ze waren vernietigd of verdwenen. Van meer dan tweeduizend mannen en vrouwen ontving hij persoonlijke, vertrouwelijke en uitgebreide meldingen van seksueel misbruik. Vaak uiterst ernstig en langdurig. De lijst van plegers telt duizend namen van priesters, geestelijken en religieuzen waaraan tussen 1945 en 2010 tienduizenden jongens en meisjes waren toevertrouwd. Met enkele honderden slachtoffers sprak Wim Deetman persoonlijk.
Recensie
Vanaf midden 20e eeuw werden in Nederland vele jongeren in de Rooms-Katholieke Kerk seksueel misbruikt. Alles werd in de doofpot gestopt totdat een slachtoffer zijn verhaal durfde te vertellen. Honderden volgden hem. De kerkleiding kon niet langer zwijgen en stelde een commissie in onder leiding van oud-minister Deetman die de zaak tot op de bodem moest uitzoeken. Het resultaat van hun werk is in deze bundel vastgelegd. De commissie deed archiefonderzoek, sprak met slachtoffers en kerkelijke leiders en onderzocht het functioneren van het meldpunt ‘Hulp en Recht’. Uit archiefonderzoek blijkt dat kerkelijk verantwoordelijken al vanaf 1945 op de hoogte waren van grensoverschrijdend gedrag van geestelijken. Het rapport geeft ook een aantal adviezen aan kerkleiders zoals over toelating van priesterkandidaten tot de opleiding, de omgang met slachtoffers en over verder onderzoek. Aan vrouwelijke slachtoffers wordt geen aandacht besteed. Een gedegen, integer rapport met veel aandacht voor slachtoffers en een kritische blik naar kerkleiders. Waardevol voor ieder die met dit probleem te maken heeft (gehad). Bevat bijlagen, woordenlijst, samenstelling van de Onderzoekscommissie en een register.
Wies Stael-Merkx