Politie wil neutralere toon zedenrechercheurs: ‘We willen niet ontmoedigen’

Forum Lotgenoten Seksueel Geweld Achtergrond & Informatie Opinie & actualiteit Politie wil neutralere toon zedenrechercheurs: ‘We willen niet ontmoedigen’

  • Dit onderwerp bevat 4 reacties, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 27/10/2020 om 20:59 door Luka.
5 berichten aan het bekijken - 1 tot 5 (van in totaal 5)
  • Auteur
    Reacties
  • #253880
    Luka
    Moderator


      De politie deelt dit boekje uit aan slachtoffers om hen te informeren over hun rechten ANP

      Hoe kan de politie zedenslachtoffers informeren over wat hen na aangifte te wachten staat zonder ze daarmee af te schrikken? Met die vraag moest de politie aan de slag na een kritisch rapport van de Inspectie Justitie & Veiligheid afgelopen zomer.

      Uit dat rapport bleek dat slachtoffers zich na een eerste gesprek met politie soms ontmoedigd voelen om daadwerkelijk aangifte te doen. Ook voelden sommige slachtoffers zich gedwongen tot het nemen van twee weken bedenktijd of vonden ze dat ze na de aangifte slecht op de hoogte werden gehouden. De politie heeft nu een plan van aanpak gemaakt om te dit verbeteren.

      Lidewijde van Lier, zedenadviseur bij de politie, wijst erop dat in het rapport ook stond dat het grootste deel van de slachtoffers tevreden was over hun contacten met de politie. “Maar er zijn inderdaad verbeterpunten.”

      Betere toon
      Het begint altijd met het informatieve gesprek, waarin het slachtoffer zijn of haar verhaal kan doen. De politie vertelt vervolgens hoe het proces na een eventuele aangifte verder zal gaan.

      “In dat gesprek is de toon dus heel belangrijk”, zegt Van Lier. Bij zaken zonder sporen of getuigen willen rechercheurs de slachtoffers soms behoeden voor een intensief en weinig kansrijk traject. “Maar dat is niet de bedoeling, slachtoffers moeten zelf de keuze maken of ze aangifte gaan doen.”

      En dat kan lastig zijn, beaamt Van Lier. Want negen op de tien slachtoffers vragen of aangifte doen zin heeft. “Maar het is uiteindelijk aan het Openbaar Ministerie om te besluiten of ze over gaan tot vervolging. Daar moeten we als politie dus veel neutraler in zijn.”

      Gesprekken terugluisteren
      Hiervoor wordt gestart met structurele intervisie. “Het regelmatig terugluisteren van je gesprekken helpt om de juiste toon te vinden”, legt van Lier uit. Zo moet een rechercheur misschien vragen welke kleding het slachtoffer op het moment van de verkrachting aan had. “Dat kan de indruk wekken dat de rechercheur denkt dat het de eigen schuld is van het slachtoffer. Maar als je goed uitlegt waarom je dat moet weten klinkt het veel minder veroordelend.”

      Slachtofferadvocaat Louke Korfker staat veel zedenslachtoffers bij en herkent dit beeld. Ze is blij dat de politie wat wil doen aan de toon van de zedenrechercheurs. “Ik heb ze in alle varianten meegemaakt, van heel aardig tot heel lomp. Maar als het doel is om slachtoffers te informeren over een ingewikkeld proces, dan doen ze dat nu niet goed. Mijn indruk is eerder dat ze de valse aangiftes eruit willen vissen.”

      Bedenktijd
      In het plan van de zedenpolitie is ook opgeschreven dat er beter gevraagd moet worden naar de verwachtingen en behoeftes van het slachtoffer, hoe het contact na de aangifte kan worden verbeterd en er staat duidelijk in dat de twee weken bedenktijd tussen het informatieve gesprek en de aangifte niet verplicht zijn.


      Een aangifte is voor ons geen doel op zich. Sommige slachtoffers help je beter op een andere manier.

      Lidewijde van Lier, zedenadviseur politie

      “Het verplicht stellen van die bedenktijd is er bij sommige zedenrechercheurs in geslopen, maar mensen die aangifte willen doen moeten dat zo snel mogelijk kunnen”, stelt Van Lier. “Bedenktijd is een recht, geen plicht.”

      Meer meldingen
      Kijk je naar de cijfers dan zie je dat het aantal aangiftes achterblijft bij het aantal meldingen van zedendelicten. Zo steeg het aantal meldingen van verkrachting van 1245 in 2013 naar 2000 in 2019. Maar uit een analyse van onderzoeksplatform Investico blijkt dat waar 49 procent van die meldingen in 2015 nog uitmondde in een aangifte, dat vorig jaar was gedaald naar 38 procent.

      “Dat zien we inderdaad, maar een aangifte is voor ons geen doel op zich”, zegt Van Lier. “Sommige slachtoffers help je beter op een andere manier. Door te ondersteunen bij het vinden van psychische hulp bijvoorbeeld.”

      Ook is het verschil te verklaren door het feit dat veel meldingen wel nare seksuele ervaringen zijn, maar geen strafbaar feit. “Dat is een type delict dat we meer gemeld zien worden”, zegt de zedenadviseur. “Mede door de MeToo-discussie en het toegenomen feminisme.”

      Seks tegen de wil
      Er ligt nu een wetsvoorstel van minister Grapperhaus om de zedenwet uit te breiden met een ruimere opvatting van ‘seks tegen de wil’. Maar zowel de Raad voor de Rechtspraak als de VVD zijn kritisch over die wetswijziging. “Toch denk ik dat die er in één of andere vorm wel komt”, zegt van Lier.

      Dat zal nog meer werk betekenen voor de zedenteams die nu al erg onder druk staan. “Daar hebben we dan ook veel nieuwe zedenrechercheurs voor nodig, dat hebben we de minister wel laten weten.”

      Bron: NOS.nl >>

      #253881
      Luka
      Moderator
      Topic starter

        Verkrachting vaker gemeld bij politie, aantal aangiftes blijft achter
        De politie krijgt meer meldingen binnen van verkrachtingen, maar het aantal aangiftes blijft achter. Het aantal rechtszaken en veroordelingen van daders blijft vrijwel gelijk. Dat blijkt uit cijfers die onderzoeksplatform Investico analyseerde en waar Trouw en De Groene Amsterdammer over schrijven.

        “Wij zijn blij dat mensen de weg naar de politie beter weten te vinden”, zegt Lidewijde van Lier, zeden-adviseur bij het bij de politie en al twintig jaar betrokken bij zedenzaken, in het NOS Radio 1 Journaal. “Maar in sommige gevallen concludeert de politie dat er geen strafbaar feit is gepleegd of dat er te weinig bewijs is.”

        Bewijslast
        Uit cijfers van de politie blijkt dat in 2015 49 procent van de meldingen uitmondde in een aangifte. Vorig jaar daalde het aantal aangiftes naar 38 procent, schrijft Trouw.

        Als iemand melding van verkrachting maakt bij de politie, leidt dit dus in de meeste gevallen niet tot een aangifte. Onbewuste ontmoediging kan hierin een rol spelen, concludeerde de Inspectie Justitie en Veiligheid onlangs. Van Lier: “Een slachtoffer kan altijd aangifte doen. Wij zijn zelfs verplicht dit altijd op te nemen.”


        We zeggen nooit: ‘doe maar geen aangifte, want het heeft toch geen zin’.

        Lidewijde van Lier, zedenpolitie

        Toch kunnen slachtoffers zich na een gesprek met politie beïnvloed voelen, omdat impliciet of expliciet over de slagingskans van een zaak wordt gesproken. “We zeggen nooit tegen een slachtoffer: ‘doe maar geen aangifte, want het heeft geen zin’. Je gaat niet bij de zedenpolitie werken om het aanpakken van deze vorm van criminaliteit tegen te werken”, zegt Van Lier daarover.

        Eerder dit jaar sprak de NOS met een slachtoffer van verkrachting dat vertelde dat de politie haar liet twijfelen over aangifte. Ze vertelde dat ze na een eerste gesprek met de politie dacht: is het wel een goed idee? De vrouw werd verteld dat ze echt zeker van haar zaak moest zijn voordat ze aangifte deed.

        Bron: NOS.NL >>

        #253882
        Luka
        Moderator
        Topic starter

          Slachtoffers zedendelicten ontevreden: ‘Aangifte was logisch, toch twijfelde ik’

          Slachtoffers van zedenzaken voelen zich soms gestuurd door zedenrechercheurs om geen aangifte te doen. Ook voelen sommige slachtoffers zich te weinig geïnformeerd. Dat kan frictie veroorzaken tussen beide partijen, staat in een rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid.

          De Inspectie deed onderzoek naar de wijze waarop zedenrechercheurs met slachtoffers van zedenzaken omgaan. Er werd gesproken met 42 slachtoffers en vijf rechercheurs per eenheid. In totaal vond het onderzoek plaats bij vijf eenheden.

          Zedenrechercheurs werken met de juiste intenties en slachtoffers kijken meestal positief terug op het contact, maar er zijn ook negatieve ervaringen. Slachtoffers voelen zich soms gestuurd om geen aangifte te doen, zedenrechercheurs handelen niet volgens de regels met de bedenktijd na het eerste gesprek en slachtoffers voelen zich na aangifte onvoldoende geïnformeerd.


          Een aangifte was de rationele volgende stap, ook al was ik in shock en zat ik in zombiemodus.

          28-jarig slachtoffer van zedendelict

          Een 28-jarige Rotterdamse, die in 2017 slachtoffer werd van een zedendelict en meewerkte aan het onderzoek, herkent zich in het rapport. Ze kan zich de dag na het zedendelict nog goed herinneren. “Die ochtend werd ik wakker en wist ik meteen: ik moet aangifte doen. Dezelfde middag zat ik om 16.00 uur al bij het politiebureau. Een aangifte was de rationele volgende stap, ook al was ik in shock en zat ik in zombiemodus omdat ik waarschijnlijk was gedrogeerd.”

          Toch deed ze niet meteen aangifte. “Ik heb daar vier uur lang heel gedetailleerd alles beschreven en kreeg daarna te horen dat het eerste gesprek alleen informatief was. De dames die mij hielpen waren heel lief, maar legden erg de nadruk op hoe erg mijn leven op zijn kop zou komen te staan door een aangifte. Daardoor dacht ik opeens: moet ik dit wel doen?”

          Twijfel
          Slachtoffers zeggen dat zij gingen twijfelen over een aangifte na het horen van mogelijke negatieve gevolgen. De zedenrechercheurs zeggen dat ze aangifte niet wilden ontraden, maar de slachtoffers juist goed willen voorbereiden zodat ze weten wat hun te wachten staat.

          Het slachtoffer krijgt vervolgens tijd om te heroverwegen, maar deze bedenktijd is niet altijd nodig. In die tijd handelen de rechercheurs volgens het rapport niet volgens de instructies. Ze maken niet in samenspraak met de slachtoffers afspraken en bieden onvoldoende handvatten voor slachtoffers met een hulpvraag.

          Ook de 28-jarige Rotterdamse kreeg bedenktijd. “Thuis viel ik in slaap op de bank en kreeg toen een hele heftige nachtmerrie. Toen ik wakker werd, heb ik meteen aangifte gedaan.”


          Het is een gek idee dat je moet betalen om aangifte te doen, of om contact op te nemen.

          Slachtoffer

          Als na de bedenktijd wel aangifte wordt gedaan, voelen slachtoffers zich erna onvoldoende geïnformeerd en ervaren ze te weinig persoonlijk contact. Slachtoffers verwachten overigens meer van de rechercheurs dan dat die geacht worden te doen.

          Dat herkent het slachtoffer uit Rotterdam. Het lastigste van de gesprekken met de politie was het tekort aan informatie: “De rechercheurs gaven mij het idee dat het te laat was om een fysiek onderzoek te laten doen. Ook zeiden ze dat dat ook heel heftig zou zijn en de kans heel klein dat er iets zou worden gevonden. Later kwam ik erachter dat ik daar drie dagen de tijd voor had gehad.”

          Ook het contact met de politie was omslachtig, zegt ze. “Je moet een 0900-nummer bellen. Je krijgt geen rechtstreeks telefoonnummer. Het is een gek idee dat je moet betalen om aangifte te doen, of om contact op te nemen.”

          Binnen zes weken reactie
          Volgens het onderzoeksrapport hebben de problemen te maken met de werkdruk bij zedenrechercheurs vanwege een krappe bezetting en onvoldoende opleidingsmogelijkheden voor niet-gecertificeerde rechercheurs.

          In het rapport staan meerdere aanbevelingen. Er moet gekeken naar hoe het informatief gesprek plaatsvindt, de bedenktijd en de periode na aangifte. Ook moet de werkdruk omlaag en moet er meer aandacht komen voor opleidingsmogelijkheden.

          De Inspectie wil binnen zes weken een reactie van de politie met een plan van aanpak.

          Dader de cel in
          Met de Rotterdamse gaat het inmiddels goed. Het zedendelict was in april 2017, de zitting vorig jaar oktober. De dader kreeg 18 maanden cel. “Ik heb 2,5 jaar moeten wachten voordat ik het af kon sluiten. Ik had wel verwacht dat het lang zou duren, maar dit nee nooit. Maar iedereen heeft tijdens dit proces gezegd dat ik sterk ben, en ja, ik heb mijn tanden erin gezet. En nu? Nu gaat het echt goed met mij.”

          Bron: NOS.NL >>

          #253962
          Luka
          Moderator
          Topic starter

            Politie werkt aan verbetering contact met zedenslachtoffers

            De politie heeft een plan van aanpak gemaakt om de bejegening van zedenslachtoffers te verbeteren. Aanleiding is een rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid dat deze zomer verscheen. Hierin stond dat slachtoffers zich door de politie vaak ontmoedigd voelen om aangifte te doen.

            In het plan van de zedenpolitie staat onder meer dat er beter gevraagd moet worden naar de verwachtingen en behoeftes van het slachtoffer en hoe het contact na de aangifte kan worden verbeterd.

            Wanneer een zedenslachtoffer zich bij de politie meldt, krijgt deze altijd eerst een informatief gesprek. Het slachtoffer kan dan zijn of haar verhaal kan doen en de politie vertelt vervolgens hoe het proces na een eventuele aangifte verder zal gaan.

            “In dat gesprek is de toon dus heel belangrijk”, zegt Lidewijde van Lier, zedenadviseur bij de politie op NOS.nl. Soms willen rechercheurswillen de slachtoffers behoeden voor een intensief en weinig kansrijk traject. “Maar dat is niet de bedoeling, slachtoffers moeten zelf de keuze maken of ze aangifte gaan doen.”

            Verschillende perspectieven
            Uit het rapport Verschillende perspectieven van de Inspectie Justitie en Veiligheid bleek ook dat sommige slachtoffers zich gedwongen voelen tot het nemen van twee weken bedenktijd. In het plan van de zedenpolitie staat nog eens duidelijk vermeld dat dit geen verplichting is, maar een recht.

            Een van de maatregelen die de politie treft, is structurele intervisie. “Het regelmatig terugluisteren van je gesprekken helpt om de juiste toon te vinden”, aldus Van Lier. Wanneer een rechercheur vraagt welke kleding het slachtoffer op het moment van de verkrachting aan had, zou dat bijvoorbeeld de indruk kunnen wekken dat deze denkt dat het de eigen schuld is van het slachtoffer. “Maar als je goed uitlegt waarom je dat moet weten klinkt het veel minder veroordelend.”

            Bron: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport >>

            #253963
            Luka
            Moderator
            Topic starter

              Meer aandacht nodig voor behoeften zedenslachtoffers

              Onderzoek naar bejegening door zedenrechercheurs

              Zedenrechercheurs moeten meer aandacht hebben voor de behoeften en verwachtingen van zedenslachtoffers. Daarmee kan de frictie die nu optreedt in het onderlinge contact, worden voorkomen. Dit stelt de Inspectie Justitie en Veiligheid (JenV) in haar onderzoek ‘Verschillende perspectieven’. Daarin bekeek zij hoe zedenrechercheurs omgaan met zedenslachtoffers en hoe de slachtoffers dit zelf ervaren.

              Slachtoffers van zedenmisdrijven die naar de politie stappen, zijn over het algemeen positief over hun contact met de zedenrechercheurs. Zij kunnen ook negatieve ervaringen hebben. Die ontstaan als de werkwijze van zedenrechercheurs niet aansluit op de behoefte en verwachtingen van slachtoffers. Dit kan tot frictie leiden, blijkt uit het onderzoek. Wanneer hier meer aandacht voor is, kunnen zedenrechercheurs die frictie voorkomen. De Inspectie JenV beveelt de politie aan om de aandacht hiervoor beter in te bedden in haar werkwijze. Verder zouden er meer opgeleide zedenrechercheurs moeten komen om de hoge werkdruk van zedenrechercheurs te verlichten.

              Drie momenten
              De negatieve ervaringen van zedenslachtoffers in hun contact met de politie komen met name op drie momenten voor: tijdens het informatieve gesprek dat slachtoffers met de politie hebben voordat ze aangifte kunnen doen, rondom de bedenktijd voor het doen van aangifte en in de periode ná de aangifte.

              In het informatieve gesprek kunnen zedenrechercheurs veel nadruk leggen op de onmogelijkheden van een zaak en de negatieve gevolgen voor het slachtoffer als diegene aangifte doet. Zij doen dit om slachtoffers zo volledig mogelijk te informeren over het vervolg. Dit houdt sommige slachtoffers tegen om aangifte te doen. Verder geven zedenrechercheurs standaard alle slachtoffers bedenktijd voor het doen van aangifte. Ook daardoor kan een slachtoffer een belemmering voelen om aangifte te doen. In principe hoeft deze bedenktijd alleen als de verdachte een bekende van het slachtoffer is.

              Zedenrechercheurs dienen met het slachtoffer afspraken te maken over hoe er na de bedenktijd weer contact tussen hen is, maar dit gaat vaak niet in overleg. Als slachtoffers zelf weer contact moeten leggen, ervaren zij dit als een drempel. Een zedenrechercheur dient zelf contact te leggen als een slachtoffer niks meer van zich laat horen. Zij doen dit echter niet altijd.

              Na het doen van aangifte voelen slachtoffers zich onvoldoende geïnformeerd over het onderzoek door de zedenrechercheurs. Zij ervaren daarnaast onvoldoende persoonlijk contact. Dat geldt ook voor slachtoffers die geen aangifte hebben gedaan. Als ze toch nog vragen hebben, kunnen zij voor hun gevoel niet meer terecht bij de rechercheur. Ze weten niet goed bij wie ze wel terecht kunnen. Slachtoffers verwachten hier meer van de rechercheurs dan deze moeten doen. Dit betekent dat de zedenrechercheurs en het slachtoffer uitdrukkelijk met elkaar moeten bespreken wat de verwachtingen zijn en wat de zedenrechercheurs hierin kunnen betekenen.

              Aanbevelingen
              Volgens de Inspectie JenV voeren zedenrechercheurs hun werk met de juiste intentie uit.
              Voor een optimaal contact tussen zedenslachtoffers en de rechercheurs, is het belangrijk dat de werksituatie van de rechercheurs op orde is. Daarom beveelt de Inspectie JenV de politie aan om de werkdruk bij de zedenteams te verminderen. Aandacht voor de bezetting van deze teams, het opleiden van zedenrechercheurs en het sneller afhandelen van zedenzaken is daarbij van belang. Daarnaast beveelt de Inspectie JenV aan om de werkwijze bij het informatieve gesprek, de bedenktijd en de periode na de aangifte te verbeteren, met meer aandacht voor behoeften en verwachtingen van de zedenslachtoffers.

              De Inspectie JenV wil aan het einde van dit jaar weten welke verbetermaatregelen de politie heeft getroffen en hoe zij die uitvoert.

              Bron: Inspectie Justitie en Veiligheid >>

            5 berichten aan het bekijken - 1 tot 5 (van in totaal 5)
            • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
            gasten online: 24 ▪︎ leden online: 0
            No users are currently active
            FORUM STATISTIEKEN
            topics: 3.769, reacties: 21.173, leden: 2.815