Meldpunt Mores (kunst, tv en filmsector)

Forum Lotgenoten Seksueel Geweld Achtergrond & Informatie Hulpverleningsinstanties Meldpunt Mores (kunst, tv en filmsector)

  • Dit onderwerp bevat 2 reacties, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 01/04/2020 om 18:04 door Luka.
3 berichten aan het bekijken - 1 tot 3 (van in totaal 3)
  • Auteur
    Reacties
  • #249724
    Luka
    Moderator

      Meldpunt ongewenste omgangsvormen podiumkunsten-, televisie- en filmsector
      (Website also available in English)

      mores.online

      Wat gebeurt er als je belt of mailt?
      Je krijgt zo snel mogelijk één van ons aan de lijn, dan wel een antwoord op je mail. De responstijd is maximaal een werkdag, maar we proberen binnen een paar uur te reageren. Daarna is het aan jou: we kunnen bellen of mailen, ook buiten kantoortijden en als je wilt maken we een afspraak voor een persoonlijk gesprek. Dat laatste gebeurt ook weer in overleg met jou, we kunnen er natuurlijk voor zorgen dat we niet samen op een publieke plek gezien worden.

      En dan?
      Elke melding behandelen wij ‘op maat’. We kunnen alleen luisteren, maar ook met je bespreken wat je kan verwachten wanneer je voor een bepaalde oplossingsrichting kiest. Ons werk ligt dus niet vast, maar om je toch een idee te geven noemen we een paar mogelijkheden:
      Alleen je verhaal kwijt kunnen, ordenen wat er gebeurd is.
      We nemen alle tijd, luisteren en stellen vragen. Daarna kunnen we, als je wilt, praten over de mogelijke oplossingsrichtingen. Misschien voel je je dan in staat om zelf de volgende stap te zetten. We blijven altijd op de achtergrond beschikbaar.

      Is er een (interne en/of externe) vertrouwenspersoon werkzaam namens de organisatie waarover je meldt?
      We zullen altijd eerst kijken of de oplossing binnen de organisatie waarover je meldt kan worden behandeld. Als dat niet mogelijk is, gaan wij voor je aan het werk.

      Praten met de ‘veroorzaker’
      Misschien wil je praten met degene die verantwoordelijk is voor het ongewenste gedrag. We kunnen dit samen met je voorbereiden en als je niet alleen in gesprek wil kunnen we ook met je meegaan. Mediation is ook een mogelijkheid. Wij kunnen helpen zo’n traject tot stand te brengen. Zelf zullen we nooit een bemiddelende rol aannemen, we blijven er primair voor jou als ondersteuner.

      De formele klacht
      Als het gebeurde ernstig is, of wanneer je alles al hebt geprobeerd, kan je een formele klacht indienen bij de betreffende organisatie. Een klachttraject kan ingrijpend en belastend voor je zijn. We ondersteunen zolang je dat wilt en kunnen ook ter ondersteuning meegaan naar de hoorgesprekken. Ook kunnen we met je bespreken wat je van het indienen van een klacht mag verwachten.

      Belangrijk: als je een klacht indient betekent dat niet dat je met de veroorzaker van het ongewenste gedrag wordt geconfronteerd! Betrokkenen zullen in het kader van het klachtonderzoek apart worden gesproken.

      Aangifte bij de politie
      Hiervoor kan je kiezen wanneer sprake is van strafbare feiten. Ook nu geldt weer, dat wij je kunnen ondersteunen op een door jou gewenste manier. Meegaan naar de politie is één van de mogelijkheden.

      #249725
      Luka
      Moderator
      Topic starter

        Misbruik in theaterwereld: ‘Ik wil laten zien hoe het gebeurt om anderen te beschermen’

        De #MeToo-discussie heeft nog niets veranderd in de theaterwereld, zeggen schrijver Tjeerd Posthuma en regisseur Bram Jansen. Beiden schreven een tekst waarin zij de giftige cocktail tonen die seksuele intimidatie in deze sector zo makkelijk maakt. “Ik wilde laten zien hoe het gebeurt, in de hoop dat we andere jonge mensen beter kunnen beschermen.”

        Eén ding wist hij zeker: hij was niet verliefd en hoefde geen intieme relatie met deze man. Geen seks, geen appjes de hele dag door.

        Zo begint het verhaal ‘Een vuilniswagen met je naam erop’, dat Tjeerd Posthuma (28), toneeltekstschrijver en dramaturg, onlangs publiceerde in de bundel ‘Sfinx’. Die relatie kwam er toch, een jaar of vijf, zes geleden, inclusief een bombardement aan berichtjes en ongewenste seks, schrijft hij.

        Eerst was het nog vleiend, die aandacht van een machtige theaterpersoonlijkheid, die hem ‘bijzonder’ noemde en met hem wilde werken. Het kon geen kwaad om opgemerkt te worden door iemand die je aan werk kan helpen.

        ‘Een beetje flirten en dan kan iedereen zien wat ik in mijn mars heb.’

        Maar de nachtelijke sms-jes, de complimentjes en het geheimzinnige gedoe werden al snel ongemakkelijk. Posthuma beschrijft hoe hij stapje voor stapje werd ingekapseld, tot de ongewenste seks onvermijdelijk was.

        ‘We gaan geen seks hebben,’ zei ik met een glimlach….. Met zoenen had ik geen probleem. Diezelfde avond hadden we orale seks.’

        Waarom schrijft iemand een relaas over een ongemakkelijke, geheime ­affaire, die alweer jaren achter hem ligt? Omdat hij het belangrijk vindt om ermee naar buiten te treden, vertelt Posthuma. Wat hij zegt te hebben ­meegemaakt – een affaire tegen wil en dank met een invloedrijk persoon die hem toegang tot werk kon verschaffen – komt veel voor in de theatersector. Na de affaire rond Job Gosschalk, die in zijn val de acteur Jappe Claes, de regisseur Ruut Weissman en toneelschooldocent Anne Buurma meenam, kan dat niet als een verrassing komen. Maar erover ­gepraat wordt er niet of nauwelijks, is Posthuma’s ervaring. “Ik wilde laten zien hoe het gebeurt, in de hoop dat we andere jonge mensen beter kunnen ­beschermen.”

        Dagboeken en sms’jes
        Van Posthuma zullen we niet horen wie zijn tegenspeler in dit verhaal is. Hij wil geen proces wegens smaad aan zijn broek. De daderkant interesseert hem ook niet zo; het woord misbruik valt niet eens in zijn verhaal. “Wat ik jammer vind van de #MeToo-discussie, is dat het steeds gaat over hoe we daders kunnen aanpakken, niet over hoe we slachtoffers kunnen beschermen, over hoe het kan dat dit hen overkomt.”

        Makkelijk was het schrijven niet voor Posthuma. “Het was pijnlijk. Ik moest terug naar een tijd waaraan ik liever niet denk en ik moest mijn vrienden inlichten over iets wat ik ze nooit had verteld. Ik had aantekeningen, ­dagboeken, sms’jes en appjes, maar er was ook veel waar ik niet zeker over was. Ik heb het verhaal zo feitelijk ­mogelijk geschreven. Alles waaraan ik twijfelde, heb ik eruit gelaten.”

        “Ik weet niet of mensen mij zullen geloven. Er zijn er die vinden dat ik moeilijk doe, maar ik krijg ook reacties van mensen die het fijn vinden dat ik hun ervaring onder woorden heb gebracht. Tijdens het schrijven aarzelde ik nog over publicatie, maar toen het af was, wist ik dat dit de wereld in moest. Als we onderzoeken hoe deze processen gaan, dan kunnen we jonge mensen er beter tegen wapenen. Want ondanks de eerdere affaires wordt er in de theaterwereld nog steeds nauwelijks over gesproken, laat staan iets aan gedaan.”

        Hij staat niet alleen met deze hartekreet. Regisseur Bram Jansen schreef samen met acteur Jord Kotter en ­Gerardjan Rijnders het toneelstuk ­‘Casting: The Pass’, dat vandaag (zaterdag) bij Het Zuidelijk Toneel in première zou gaan. In het stuk is te zien hoe een acteur, die op zoek is naar een rol, net als Posthuma langzaam zijn grenzen laat opschuiven, tot nee zeggen tegen seks geen optie meer is.

        Grote consequenties
        De overeenkomsten tussen de teksten, die zij tegelijkertijd maar onafhankelijk van elkaar schreven, zijn verbluffend. Ook hier is de dader een veel machtiger persoon, die de toegangspoort is tot werk.

        ‘Wat kijk ik toch graag naar je. Je vindt het toch niet vervelend als ik je aanraak?’

        Ook hier denkt de jonge acteur dat hij de situatie onder controle heeft, maar gaat hij stapje voor stapje voor de bijl, omdat nee zeggen te grote consequenties heeft.

        ‘Als ik het goed begrijp ‘heb ik de rol’ maar moet ik onbetaald, halfnaakt door jouw huis dartelen, zonder garantie op werk… Dacht het niet… Gaan we doen.’

        Het stuk is gebaseerd op verhalen in de theaterwereld, die Jansen, Rijnders en Knotter de afgelopen jaren hebben gehoord. Ze hebben niets hoeven verzinnen, vertelt Jansen. Hij praat er fel over. “Het is shocking wat ik heb gehoord. En al die verhalen zijn inwisselbaar, overal zie je dezelfde mechanismen. Steeds moet je een grens over. Het zijn kleine stapjes en je wilt geen zeikerd zijn, dus doe je het toch maar. Maar die glijdende schaal leidt uiteindelijk tot misbruik. Ze werken net als ­kinderlokkers.”

        Ze, dat zijn de daders. Doorgaans de mensen die hun medewerkers per productie kunnen uitkiezen en daardoor veel macht hebben. Jansen snapt precies in welke situatie Posthuma zegt te hebben gezeten. Hij heeft dergelijk misbruik meer dan eens zelf meegemaakt en om zich heen zien gebeuren, zegt Jansen. “Ik ben door anderen gewaarschuwd voor bepaalde personen en heb zelf ook jonge mensen gewaarschuwd,” zegt hij. “Vaak hebben ze niet door waar ze in verzeild zijn geraakt. Het gaat zo geleidelijk.”

        Vertrouwensrelatie
        Dat maakt het ook moeilijk om hier de term seksuele intimidatie of misbruik op te plakken. Voor omstanders, maar ook voor het slachtoffer, is vaak niet duidelijk te zien of er sprake is van een vrijwillige verhouding of van ­misbruik.

        Posthuma: “Het ingewikkelde is dat in het theater veel in een informele sfeer en in vertrouwen gebeurt. Als je een vertrouwensrelatie met iemand opbouwt, wordt het moeilijk je grenzen aan te geven. Het is niet voor niets dat ze zeggen dat vrouwen thuis het onveiligst zijn. Het begint met een aanloopperiode, waarin je wordt opgetild uit de menigte. Je wordt bijzonder gemaakt. Als je wilt weglopen uit die situatie, laat je veel achter. Een gemeenschappelijke vriendenkring, een werkkring. Dat is nogal intimiderend.”

        “Daar komt bij dat er in de kunst­sector heel weinig geld is. Je kunt ­nauwelijks op grond van je merites aan werk komen. Dan is het heel fijn als je als twintigjarige hoort: ‘Ik vind je zo bijzonder, ik zie zoveel in je’. Bij mij was de relatie rechtstreeks gekoppeld aan het werk. Onze samenwerking ging hand in hand met de seks. Toen ik dat op een gegeven moment niet meer ­wilde, wilde hij ook niet meer met me werken.”

        Voor Jansen is het herkenbaar wat Posthuma zegt. “In de theaterwereld moet je altijd zoveel mogelijk mensen te vriend houden om je kans op werk veilig te stellen. Dat is een ongezonde situatie. Nee zeggen heeft stevige ­consequenties, heb ik gemerkt.”

        Naïef, ambitieus en kwetsbaar
        Het hoeft niet zo te gaan, weet Jansen. In Duitsland en Zwitserland gaat het meer over vakmanschap en minder over elkaar iets gunnen, is zijn ervaring. “Daar telt niet het aantal mensen dat jou aardig vindt, maar de kwaliteit van je productie. Als een dramaturg een productie interessant vond, kwam hij een inhoudelijk gesprek met me voeren. In Nederland moet je investeren in zogenaamde ‘vrienden’, die de opdrachten en de subsidie verdelen. Als je niet bij het eliteclubje hoort, wordt het moeilijk om werk te krijgen.”

        Geweld komt er niet aan te pas in ­toneeltekst of essay. Waarom laten die jonge mensen het dan gebeuren? Ze zijn volwassen, ze kunnen toch nee zeggen?

        Jansen: “Het probleem met #MeToo is dat theatermensen vaak niet in de gaten hebben in welke situatie ze zitten. Dat begint al op de jeugdtheaterschool. Tijdens de opleiding leer je dat je aldoor concessies moet doen, dat je je moet overgeven. Het is niet de bedoeling dat je op school of in het werk vragen stelt. Je begint dan bepaalde omstandigheden normaal te vinden.”

        “Als je in zo’n omgeving jong, naïef en ambitieus bent, dan ben je bijzonder kwetsbaar. In combinatie met de ­beroerde financiële situatie in het theater is dat gif, zeker als je in contact komt met mensen die er misbruik van maken. Ik vind het ontzettend jammer dat er zo weinig aandacht is voor #MeToo in de theaterwereld. Er zijn wat mensen opgestapt, maar sommigen zijn alweer aan het werk. Mensen doen of er niets is gebeurd en of de klagers ­alleen maar zeuren.”

        Relaties op de werkvloer
        Posthuma: “Ik heb erg geworsteld met de vraag wat mijn eigen rol hierin is geweest, ik heb mijzelf heel lang niet als slachtoffer willen beschouwen. Ik begon met schrijven over mijn daderschap, over hoe ík dit heb laten gebeuren. Maar zeventien versies later moest ik toegeven dat dat niet klopte. Ik moest onder ogen zien dat ik een slachtoffer was. Ik had te maken met iemand die veel ouder was, meer ­levenservaring en een machtige positie had. Ik pleit niet tegen relaties op de werkvloer, maar deze situatie was erg ongezond. Ik heb vaak nee gezegd, maar dat hielp niet, hij wilde het niet horen. Ik had nooit gedacht dat ik ooit in een situatie zou komen te zitten waarin ik geen controle zou hebben. Dat is, denk ik, voor veel mannen een nieuwe denkstap: accepteren dat je slachtoffer bent.”

        Jansen herkent dat. “Ik dacht ook ­altijd: mij overkomt het niet. En toen het was gebeurd, heb ik lang gedacht: mij is het niet overkomen. Dit ben ik niet, ik ben geen slachtoffer. Slacht­offerschap is voor mannen een extra ­reden voor schaamte.”

        Er moet nu eindelijk iets worden ­gedaan aan de kwalijke kanten van de Nederlandse­­ theaterwereld, vinden beiden­­. Dat begint met een blok werk­ethiek op de opleiding, vindt Posthuma. En met cursussen voor gezelschappen over hoe ze misbruik kunnen herkennen en hoe ze kunnen ingrijpen.

        Posthuma: “Ik ga nu een tekst schrijven voor de Toneelmakerij. Daarvoor heb ik een gesprek gehad met artistiek leider Paul Knieriem. De zakelijk leidster zei toen dat zij ook met mij een kopje koffie wilde drinken. Dat is prettig, want als je er dan gaat werken, voel je je door meer mensen binnen de organisatie gedragen. Dan durf je eerder je grenzen aan te geven, ook als het gaat om te veel overuren of als iemand je uitscheldt.”

        Jansen hoopt dat de machtsstructuren binnen gezelschappen worden aangepast. “We moeten professioneler gaan werken en nadenken over hoe de macht over het geld is verdeeld. We moeten ruimte creëren voor jonge mensen om hun eigen voorwaarden te scheppen. Nu worden die vaak voor­namelijk bepaald door mensen op machtige posities.”

        Mores.online
        Mores-online, het meldpunt voor ongewenste omgangsvormen in de culturele sector, moet nog aan naamsbekendheid winnen, zegt voorzitter Janke Dekker. Het meldpunt, waar anoniem met vertrouwenspersonen kan worden gecommuniceerd over misstanden, werd in 2018 opgericht als reactie op de berichten over misbruik in deze sector. Binnen drie maanden waren er 26 meldingen gedaan. Anderhalf jaar later staat de teller nog maar op 40 meldingen.

        Dekker: “In iets minder dan de helft van de gevallen betreffen die meldingen één casus.” Meer kan ze niet vertellen. De vertrouwenspersonen rapporteren alleen over de inhoud als er sprake zou zijn van kindermisbruik of als er meldingen zijn over dezelfde persoon bij verschillende producties.

        Tot strafzaken heeft het nog niet geleid. Dekker: “Er komen vooral veel vragen over algemene fatsoensnormen. Men vraagt: kan dit wel? Is dit normaal? Ik heb de indruk dat het meer en meer op de vloer bespreekbaar is. Je merkt in de sector dat niemand misbruik wil. Daarom is Mores.online ook door de culturele organisaties opgericht.”

        Dekker erkent dat het voor mensen met tijdelijke contracten moeilijk is om te klagen. “We hopen dat Mores.online de angst om te klagen wegneemt. Maar daarvoor moeten we wel nog wat bekender worden.”

        Bron: Trouw >>

        #249871
        Luka
        Moderator
        Topic starter

          Openheid in de theaterwereld: na #MeToo kan het

          De #MeToo-beweging heeft veel teweeg­ gebracht in de theaterwereld. Gezelschappen stellen nu regels op over omgangsvormen en wijzen vertrouwens- personen aan. Maar belangrijker is dat er open over gesproken wordt. Ook als er een melding binnenkomt, zoals nu bij Toneelgroep Oostpool het geval is.


          Beeld uit ‘Romeo en Julia’ van Toneelgroep Oostpool. De acteurs op de foto hebben niets te maken met de inhoud van dit verhaal. Beeld Sanne Peper

          Een voorstelling maken over #MeToo in het theater, dat bracht wel even wat teweeg bij theatergezelschap Het Zuidelijk Toneel. Maar artistiek leider Piet Menu is blij dat hij twee jaar geleden in zee ging met regisseur Bram Jansen, die een voorstelling wilde maken op basis van het ongepaste gedrag dat hij en mensen om hem heen hadden meegemaakt. De voorstelling ‘Casting The Pass’ is door de uitbraak van het coronavirus nog niet gespeeld, maar heeft wel een serieus gesprek bij Het Zuidelijk Toneel op gang gebracht. Menu: “Bram heeft voor het hele team zijn getuigenis gedaan en zijn levensverhaal verteld. Dan wordt het vanzelf onderwerp van gesprek.”

          Dat gesprek is hard nodig als gezelschappen een veilige omgeving voor hun acteurs en andere medewerkers willen scheppen, aldus verschillende leiders van theatergezelschappen. Sinds de affaire rond Job Gosschalk, die als castingdirecteur door meerdere mensen werd beschuldigd van misbruik, is wel duidelijk dat ongepast gedrag in theater snel op de loer ligt. De verhoudingen zijn er vertrouwelijk en informeel; een paar mensen hebben macht en kunnen geld en posities uitdelen aan jonge beginnelingen.

          Vorige week vertelden de jonge theatermakers Tjeerd Posthuma en Bram Jansen in Trouw over hun vervelende ervaringen in ondergeschikte posities.

          ‘Welke grenzen moeten we leren in acht te nemen?’
          Guy Weizman, artistiek leider van het Noord Nederlands Toneel, is dankbaar voor de #MeToo-beweging. “Eerst leek dat ver van ons af te staan, het ging over Hollywood en celebrities. Langzamerhand kwamen ook in Nederland de verhalen naar boven. Dat zorgde ervoor dat we om ons heen gingen kijken en uiteindelijk ook naar onszelf. Wat doe je zélf waardoor anderen zich ongemakkelijk of onveilig voelen? Welke grenzen moeten­­ we leren in acht te nemen? Wat voor de één een goede grap is, is voor de ander ongepast. Daar zijn we intern over in gesprek gegaan. En dat is belangrijk.”

          In het begin zorgde de discussie ook voor verwarring, zegt Weizman. “We zijn geen bedrijf, maar een gezelschap. We vormen een soort familie. Voor ons gezamenlijke product zijn een goede sfeer en mooie relaties belangrijk. Die zijn ook gebaat bij een knuffel of een hand op een schouder. Dat hebben we nodig, maar is nu opeens ook potentieel gevaarlijk. Dat hebben we op tafel gelegd.”

          Weizman hoopt dat het gesprek ervoor zorgt dat ook de kwetsbare medewerkers – de jongeren, stagiairs en zzp’ers – zich vrij voelen om grenzen aan te geven. Een van de dingen die NNT heeft gedaan om dat te stimuleren is een vertrouwenspersoon aanstellen op de werkvloer. “Iemand die gemakkelijk benaderbaar is, geen lid van de directie of de raad van toezicht.” Regisseurs van buiten krijgen duidelijke richtlijnen mee, bijvoorbeeld over werktijden, maar ook over het bestaan van deze vertrouwenspersoon.

          Regels en omgangsvormen vastgelegd
          Ook bij Het Zuidelijk Toneel krijgen gasten de regels van het gezelschap voorgelegd. In een handboek staan de praktische én de morele zaken. Ook zullen de omgangsvormen in de jaarlijkse evaluaties worden meegenomen. Dat kan nog beter dan nu gebeurt, erkent Menu.

          Maar met regels kun je nooit misstanden voorkomen, denkt hij. “De moeilijkheid is vaak dat de betrokkenen het idee hebben dat er sprake is van een unieke relatie. Daar kun je geen beleid tegen maken. Mannen met een machtspositie moeten zich realiseren dat er geen sprake is van een gelijkwaardige relatie en beseffen wat de gevolgen kunnen zijn. Toen ik voor het eerst artistiek leider werd, bij Het Huis van Bourgondië, en op dat moment geen relatie had, moest ik me ook realiseren dat ik nu echt niet iets kon beginnen met een regisseur of een student. Ongelijkheid is nooit een goede basis voor een relatie. Zolang je dat niet beseft, kunnen regels er niet tegenop.

          “Ik hoop dat het stilzwijgen van de omstanders door de discussie verbroken is. Ik denk dat ik nu sneller aan iemand die op de werkvloer een relatie krijgt, zou vragen: ‘Ben jij hier wel oké onder?’. Ik zet nu meer mijn voelsprieten uit en kijk of mensen er prettig bij zitten bij de lunch.”

          Weizman heeft al twee keer vragen gesteld over een relatie die hij in de theaterwereld zag. In beide gevallen was hij ergens als gastregisseur werkzaam. En in beide gevallen had hij het verkeerd, zegt hij nu. “Deze relaties bestaan nog steeds. Maar je kunt het beter een keer te veel dan te weinig gevraagd hebben.”

          Veiligheid staat voorop
          Relaties verbieden? Dat willen beide artistiek leiders niet. Maar een veilige werksituatie, waarin daar open over gepraat kan worden, moet er absoluut zijn. Ook voor Michiel Nannen, sinds een half jaar zakelijk leider bij Oostpool, staat veiligheid binnen de organisatie voorop.

          Dat is ook de reden dat hij open wil zijn over een melding die anderhalve week geleden bij de raad van toezicht binnenkwam over een persoon binnen zijn organisatie. In de brief die door vier personen is ondertekend, staat dat de gedragscode wat betreft omgangsvormen die binnen Oostpool geldt, is overschreden.

          Nannen: “De melding gaat over de periode 2011-2015. De indieners waren in die tijd stagiair of hadden een tijdelijk contract. De raad van toezicht heeft de brief heel serieus genomen en artistiek directeur Marcus Azzini en mij op de hoogte gesteld. We laten nu een onafhankelijk feitenonderzoek uitvoeren door een extern bureau. Wij committeren ons aan de adviezen die het bureau doet.” Een veilige werksituatie betekent voor hem ook dat hij nu de privacy beschermt van diegenen die het betreft.

          In de praktijk laten zien
          Het is een spannende tijd voor Oostpool, beseft Nannen. Maar er zit ook iets positiefs aan, zegt hij. “We kunnen nu laten zien hoe we omgaan met dit soort zaken. We hebben de medewerkers ervan op de hoogte gesteld en grijpen dit nu aan om hen te laten weten dat je altijd melding mag doen en dat directie en raad van toezicht daar serieus mee omgaan. Van verschillende kanten heb ik gehoord dat het mensen een veilig gevoel geeft dat we deze informatie open met ze delen. Ook omdat we nu niet aan naming en shaming doen.

          “Oostpool maakt al jaren theater over inclusiviteit, over hoe je nu mens moet zijn. Dat is onze missie. Dan moeten we het nu ook in de praktijk laten zien.”

          Nannen beseft dat het ook spannend is voor de briefschrijvers. Hij vindt het mooi om te zien dat de jonge generatie lef toont en het onderwerp aankaart. “Nu moeten we gezamenlijk onze verantwoordelijkheid nemen en deze zaken met uiterste zorgvuldigheid behandelen.”

          Bron: Trouw >>

        3 berichten aan het bekijken - 1 tot 3 (van in totaal 3)
        • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
        gasten online: 29 ▪︎ leden online: 2
        Meliah, Leentje
        FORUM STATISTIEKEN
        topics: 3.762, reacties: 21.137, leden: 2.807