‘Ineens zei mijn vrouw: ‘Je hebt me eigenlijk verkracht’’

Forum Lotgenoten Seksueel Geweld Achtergrond & Informatie Opinie & actualiteit ‘Ineens zei mijn vrouw: ‘Je hebt me eigenlijk verkracht’’

  • Dit onderwerp bevat 1 reactie, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 29/09/2020 om 21:47 door Luka.
2 berichten aan het bekijken - 1 tot 2 (van in totaal 2)
  • Auteur
    Reacties
  • #253295
    Luka
    Moderator

      Iemand vanuit de bosjes bespringen en tot seks dwingen: dat is verkrachting. Maar wat als de feiten minder duidelijk zijn? Hoe krijgen we ook in een grijze zone onze seksuele grenzen afgebakend?


      Getuigenissen seksueel geweld #overdegrens ©KAAN

      “We zaten thuis, in de zetel. Ik had zin, zij niet. Dat gaf ze ook aan. Maar ik dacht: ik blijf proberen, ik geef niet op. Ik friemelde wat aan haar, ging met mijn handen onder haar trui, in haar broekje ook. ‘Allee, als het echt niet anders kan’, reageerde ze. Ik ging verder. De vrijpartij duurde al bij al niet zo lang. Ik was achttien, ik had niet veel nodig. Ik dacht dat het oké was, maar toen we allebei weer aangekleed waren zei ze ineens: ‘Weet je dat je me net eigenlijk verkracht hebt? Ik had geen zin en toch ben je verder gegaan.’”

      Inmiddels zijn ze bijna twintig jaar getrouwd. Maar die avond weegt nog altijd op Tom* (44). Het besef dat hij zijn vrouw heeft verkracht of dat zij dat tenminste zo heeft aangevoeld, deed zijn wereld instorten. Een klacht kwam er nooit en het is ook bij die ene keer gebleven, maar het heeft zijn denken en handelen onherroepelijk veranderd. “Ik durf haar niet altijd even makkelijk te benaderen”, vertelt hij.

      Voor koppels is het vast herkenbaar. De kans dat ieders libido precies op hetzelfde moment even hoog piekt, is relatief klein. Dus wordt er geflirt en verleid. Soms met succes, soms niet. Vraag is: wanneer gaat zoiets over de grens? Wanneer spreken we van ‘proberen’, dan wel over machtsvertoon en machtsmisbruik?

      Bij seksueel geweld denken mensen nogal snel aan gewelddadige feiten. Een bruut die een onschuldig meisje van haar fiets trekt, aanrandt en vermoordt. Een onbekende die iemand in een donker steegje aanvalt. Of een pedofiel die een kind ontvoert en misbruikt. Logisch, het zijn dit soort feiten die meestal tot bij de politie raken en die de kranten en tv-journaals halen.

      Tegelijkertijd vormen ze maar het zogenaamde topje van de ijsberg. Vooral bij seksueel geweld is het dark number hoog, het aantal gevallen dat onopgemerkt blijft omdat ze nooit tot bij de politie en dus nooit in de statistieken geraken. In België worden naar schatting elke dag honderd mensen verkracht, terwijl er gemiddeld twaalf aangiftes per dag zijn. Dat betekent dus dat om en bij de 90 procent onder de radar blijft.

      Bovendien wordt het merendeel van de gevallen van seksueel geweld helemaal niet gepleegd door een griezelige onbekende. Uit de Sexpert-studie (KU Leuven, UGent en UZ Gent) bleek dat het in ruim 85 procent van de cases gaat om een echtgenoot, vader, broer, vriend, collega. Iemand die je kent en misschien zelfs vertrouwt.

      ‘Je had maar nee moeten zeggen’
      Bij Els* (40) ging het om een kotgenoot, een goede vriend. “Pas jaren later heb ik beseft dat ik over de schreef ben geweest. Ik was 18, zelf als kind misbruikt geweest en had helemaal geen notie van wat normaal of abnormaal was. Ik heb die jongen echt overdonderd. Het was zijn eerste keer. Dat had iets liefdevols en warms moeten zijn, maar het was hardcore seks. Ik heb hem niet de ruimte gegeven om te exploreren en dat vind ik verschrikkelijk.”

      Els vermoedt dat haar slachtoffer niet eens weet hoe fout het eigenlijk was, mede omdat ze goede vrienden waren. Als een onbekende je bespringt, dan weet je dat je het slachtoffer bent van een misdrijf. Maar een charmante collega die je ongevraagd in de kont knijpt? De liefde van je leven die je plots in je slaap penetreert? Een kotgenoot die tijdens een feestje plots haar tong in je mond stopt? Dat is minder helder. Niet per se op juridisch vlak – want daar zijn de regels over seksisme, verkrachting of aanranding duidelijk – maar wel voor de betrokkenen zelf.

      Dat heeft te maken met de mythes over seksueel geweld die bij het brede publiek nog steeds ingebakken zitten. Ze kleuren de manier waarop we naar seks kijken en hoe we erover communiceren. ‘Je had maar nee moeten zeggen’, is zo’n veelgehoorde maar foute reactie.

      De date van Ewout* (35) zei geen nee. Drie jaar geleden leerde hij haar online kennen. Ze spraken af bij hem thuis. Het was gezellig, er werd thee gedronken, ze babbelden honderduit. De avond eindigde in bed. Voor Ewout was er niks aan de hand. Hij had haar als eerste gekust, maar ze kuste terug en niks gaf aan dat ze het niet wou. Pas later zou blijken dat ze zich toch niet comfortabel had gevoeld. Ze diende een klacht in bij de politie, voor verkrachting.

      Voor Ewout kwam dat als een complete verrassing. “Ik had zeker niet de bedoeling over haar grenzen te gaan, maar dat maakt haar ervaring natuurlijk niet minder pijnlijk of erg.”

      In films zien we hoe vrouwen zich met hand en tand verzetten tegen hun belager. Dat slachtoffers ook kunnen verstijven (freeze-respons) of zelfs participeren uit schroom of om erger te voorkomen (fawn-respons), is veel minder bekend. En wat als iemand helemaal laveloos is? Ook daar is de wet duidelijk: wie met iemand naar bed gaat die te dronken is om toestemming te geven, begaat een misdrijf.

      Voor Emma (23) duurde het jaren vooraleer ze het zelf zo zag. “Ik was met hem meegegaan na een feestje. Ik was extreem dronken. Toen ik ’s ochtends wakker werd, vroeg hij me of ik nog eens wou. Ik wist niet waar hij het over had”, vertelt ze. Ze had geen nee gezegd, dus kon ze dit dan wel een verkrachting noemen? “Al wist ik wel dat ik het nooit had gedaan als ik bewust was geweest.” Het illustreert hoe allerlei mythes de beleving van zowel slachtoffers als daders kleuren.

      Ontoereikende taal
      Wie zich uitdagend kleedt, vraagt om seksuele aandacht.
      Een kus? Dat is een teken dat je meer wil.
      Wie één keer seks had met iemand, wil ook een tweede keer.

      Die laatste mythe spookte door Maries* (30) hoofd, nadat ze bij haar thuis tot seks was gedwongen door een jongen die ze via Tinder had leren kennen. “Initieel kwam het woord verkrachting niet eens bij me op. Dat is niet iets wat met jou gebeurt, zo lijkt het. Ik had hem binnengelaten, ik had al een keer seks met hem, ik heb wel ‘nee’ gezegd maar niet geroepen. Je denkt altijd dat de schuld bij jezelf ligt.”

      Noch Emma, noch Marie kreeg het woord ‘verkrachting’ initieel over de lippen. Het is een aspect dat in gesprekken met daders en slachtoffers regelmatig aan bod komt: dat ze maar moeilijk verwoord krijgen wat hen overkomen is. Het wordt nog moeilijker wanneer hun misdrijf helemaal niet lijkt op het cliché van de meedogenloze man die een vrouw in een steeg overmeestert.

      Sophie (35), die als kind misbruikt werd, omschrijft het zo: “Seks, dat moet gaan over iets liefdevols, iets tussen twee mensen die elkaar graag zien. En daar gebruik je dan termen voor: pijpen, vingeren… Maar toen de politie mij vroeg wat mijn sportleraar met me deed, dan kon ik dat niet zo noemen. Dat is niet hetzelfde, snap je? Die taal is ontoereikend.”

      Ook voor Ewout schiet de taal tekort. “Een verkrachter, dat is iemand die moedwillig iemands grens overschrijdt, via machtsmisbruik of met geweld. Maar we gebruiken datzelfde woord ook voor iemand die het onbewust of ongewild doet, zoals ik. Dat vind ik een enorm obstakel, voor de maatschappelijke dialoog en de persoonlijke verwerking.”

      Professor seksueel geweld Ines Keygnaert (Universiteit Gent) noemt het gebrek aan taal een essentieel probleem. “Als je geen woorden hebt om te benoemen wat jou overkomen is, kan je er ook met niemand over spreken. Dan is het moeilijk om hulp te zoeken omdat dit vaak vereist dat je erover spreekt. Op de chatlijn op seksueelgeweld.be merken we hoe mensen net daar hulp bij zoeken, achter een scherm zodat ze niemand in de ogen hoeven te kijken en reacties kunnen aftasten.”

      Het gebrek aan taal vergroot ook de drempel om naar justitie te stappen, meent professor strafrecht Liesbet Stevens. “Als je geen kaders hebt waarbinnen je iets kunt capteren, waarin je je ongenoegen of pijn betekenis kunt geven, dan doe je het ook niet.”

      Willen we dat befaamde dark number naar beneden krijgen, dan hebben we volgens Stevens dus de taal nodig omdat te doen. “Mijn studenten vertellen me regelmatig dat ze pas in mijn les hebben leren praten over seksuele handelingen. Ze zien daardoor in dat woorden als pakweg beffen, pijpen, rimmen… niet vuil of beladen zijn. En dat je ook in heel neutrale termen over seksuele handelingen kan praten, zoals een penis-in-mond-penetratie.”

      Dokter Bea
      Experts zijn het erover eens dat ouders best zo vroeg mogelijk die taalvaardigheid stimuleren. Het benoemen van lichaamsdelen, het aangeven van grenzen, dat kan al vanaf kleuterleeftijd.

      Ook scholen hebben daar een cruciale rol in te spelen. Zij moeten mee seks en grenzen bespreekbaar maken. Wat dat betreft zijn er trouwens verbeteringen op komst: zowel in de lagere school als in de tweede en derde graad komen hier nieuwe eindtermen voor. Sensoa, het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid, voorziet daarvoor alvast lespakketten en onlinetools zoals ‘Hé, het is oké’ en de FlirterTwister.

      Hoe cruciaal het is om kinderen op jonge leeftijd die kennis mee te geven, blijkt onder meer uit de getuigenis van Sophie (35), die als kind misbruikt werd. “Ik wist echt niet wat me overkwam”, zegt ze. “Toen hij mij echt verkrachtte, wist ik dat het fout was. Maar daarvoor? Het wrijven, op mijn poep kletsen… Ik wou positieve aandacht en dacht als kind dat het fysieke gedeelte daar gewoon bij hoorde. Dat zijn zaken die je niet leert.”

      Dat er op school steeds meer wordt ingezet op deze aspecten, vinden experts een goede zaak. Al valt er volgens hen nog heel wat winst te boeken en dan voornamelijk ná die middelbare school. “Zeker als je weet dat jongeren tussen de 18 en 25 jaar vier keer meer risico lopen om het slachtoffer te worden van seksueel geweld”, zegt professor Stevens. “Dan is het toch niet logisch dat er op universiteiten en hogescholen nauwelijks aandacht is voor seksuele opvoeding? Je zou een soort Dokter Bea (Ketnet-reeks over seksuele voorlichting, FVG/SV) moeten hebben voor volwassenen.”

      Een cruciaal element bij het beleven van seks is wederzijdse toestemming of consent. Hoe geef je aan dat je het ene wel lekker vindt, maar het andere niet? Hoe vergewis je je ervan dat je sekspartner mee is, zonder dat het een stroef, afstandelijk schouwspel wordt? Of zoals Sophie het omschrijft: “Je kan niet bij elke move die je maakt toestemming vragen, zo werkt seks ook niet. Maar hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen geen dingen doen die ze eigenlijk niet willen?”

      Bij elke aanraking of kus eerst een toestemmingsformulier ondertekenen? Dat is de karikatuur die sommigen ervan maken. In haar boek Hoe legaal te flirten (2019) verwoordt professor Stevens het zo: “Zolang je geen duidelijke boodschap krijgt dat het wel oké is, wacht je af en doe je niets meer.” Volgens haar moeten we vooral beter inzicht krijgen in wat seksueel grensoverschrijdend gedrag is. Moeten we leren hoe macht inherent deel uitmaakt van dat seksuele spel en ons bewust zijn van onze eigen machtspositie. En vooral: we moeten leren communiceren. Weet je niet zeker of iets oké is? Vraag het dan. Durf je het niet te vragen? Stop dan met kussen of strelen en kijk welke reactie volgt.

      In een kramp schieten
      Meer communiceren tijdens seks, maar dus ook óver seks. Het lijkt een vreemde boodschap in een wereld waar seks net alomtegenwoordig lijkt. Toch zijn zowel experts, slachtoffers als daders het erover eens: het taboe blijft groot. Denk maar aan hoe we met zijn allen in een kramp schieten als er naaktbeelden opduiken van enkele mannelijke BV’s.

      “De doorsnee-Vlaming heeft het nog steeds erg moeilijk om over seks te praten of aan te geven wat hij of zij al dan niet leuk vindt”, zegt professor Keygnaert. “We veronderstellen dat de andere dat kan aflezen, dat er een soort tekstballon uit ons hoofd komt, dat het duidelijk is. Maar wat de één opwindend vindt, vindt de ander een afknapper of zelfs zwaar over de grens. Dus ja, daar moeten we meer over praten. Al denk ik ook dat we naar creatieve manieren op zoek moeten om op een aangename manier te overleggen, zonder dat we altijd moeten praten.”

      Na de aanklacht ging Ewout in behandeling bij een seksuoloog. Om te begrijpen waar het precies is fout gelopen. “Ook omdat ik nooit nog iemand onbedoeld pijn wil doen. Ik besef nu dat ik mijn slachtoffer op voorhand beter had kunnen meegeven dat er bij mij altijd ruimte is om ‘nee’ te zeggen. Sindsdien zeg ik dat ook altijd expliciet tegen nieuwe contacten, alvorens er iets fysieks gebeurt. Bij elke stap vraag ik nadrukkelijk toestemming, zeker bij een eerste date.”

      Ook Tom bewaakt sinds die ene avond in de zetel beter de grenzen tussen de lakens. En geeft die boodschap ook mee aan zijn twintigjarige zoon. “Hij weet: als een vrouw nee zegt, is het nee. En twijfelt ze? Dan is het ook nee.”

      *Tom, Els, Ewout en Marie zijn schuilnamen.

      Bron: De Morgen >>

      #253300
      Luka
      Moderator
      Topic starter

        ‘‘Ik wil dat niet’, zei ik. ‘Misschien nu nog niet’, antwoordde hij’

        Voor de onderzoeksreeks #overdegrens sprak De Morgen uitvoerig slachtoffers en daders van seksueel geweld. Op deze pagina laten we hen aan het woord, over hun ervaringen.

        ‘Ik dacht: ‘Wacht af, dan houd je er minder aan over’’

        Amber* (20) werd twee keer slachtoffer van verkrachting, deed nooit aangifte

        “Op mijn vijftiende maakte ik een moeilijke tijd mee. Mijn moeder stierf toen ik heel jong was, mijn neef pleegde niet veel later zelfmoord. Ik worstelde met mezelf, met de wereld. Ik voelde me eenzaam en was gepest toen ik in de lagere school zat. Later in mijn puberteit is bij mij het idee ontstaan dat ik niets fout mocht doen, dat ik extreem moest pleasen. Ik dacht dat mensen anders niet bij mij zouden blijven en dat ik alleen zou zijn. Vroeg men mij iets, ik deed het. Ik wilde de plezierige zijn. In die periode is het twee keer misgelopen.

        “De eerste keer was na het uitgaan. Een jongen, ik kende hem al langer, vroeg me na een feestje mee naar zijn kamer. Hij drong aan en ik wist niet wat doen. Ik durfde geen nee zeggen.

        “Ik voelde mij achteraf vreselijk vies. Ik heb me gedoucht en tegen mezelf gezegd: ‘Niet flauw doen. Je hebt al eens seks gehad met iemand. Dus nu moet je niet doen alsof dit raar was. Je zal het wel gewild hebben.’ Dat bleef ik mezelf ook in de periode daarna vertellen.

        “Een paar weken later, in diezelfde zomer, liep het opnieuw mis. Het gebeurde tijdens een fuif, met iemand waarvan ik toen dacht dat het een goede vriend was. Die avond drong hij voortdurend aan op alleen zijn met mij. Ik had al een paar keer tegengestribbeld en excuses gezocht. Ik had wel door waar hij op aandrong, maar ik had er geen zin in. Hij bleef aandringen. Uiteindelijk ben ik toch meegegaan, ik dacht dat ik hem dat verschuldigd was.

        “Dat klinkt wellicht onbegrijpelijk, maar ik voelde mij niet goed toen. En hij was best een intimiderende man. Buiten probeerde ik hem nog af te leiden. Ik zei dat ik me niet goed voelde, dat mensen ons konden zien en dat ik dat niet wou. En toch begon het. Ik liet het gebeuren, ik liet hem begaan. Ik verstijfde volledig. Het enige wat ik dacht was: ‘Het is al eens gebeurd, dus wees nu gewoon sterk. Wacht af. Dan houd je er minder aan over.’

        “We zijn nu vijf jaar later, ik heb nooit een aangifte gedaan. Ik heb mezelf lange tijd verteld dat het aan mij lag, dat ik maar duidelijker nee had moeten zeggen. Tegenwoordig denk ik vaker dat die jongens toch moesten doorhebben dat wat ze deden niet oké was. Hoe ze bij mij aangedrongen hebben, ik krijg er nog steeds rillingen van.

        “Toch is er nog altijd dat stemmetje in mijn hoofd: ‘Misschien lag het toch aan mij.’ Die twijfel blijft aanwezig. Ik ben nog altijd niet voor 100 procent overtuigd dat ik niets fout deed.”

        ‘Ik hoopte op een vorm van gerechtigheid’

        Lena* (19) werd als kind verkracht door een minderjarige, de zaak is geseponeerd

        “Ik was dertien, een opstandige puber, en voelde me niet goed thuis. Er was amper ruimte om te praten over gevoelens. Mijn vader zorgde voor veel fysiek en psychisch geweld. In die kwetsbare periode leerde ik een jongen kennen, hij was bijna vijftien. We woonden in hetzelfde dorp.

        “Onze eerste echte ontmoeting gebeurde tijdens de examens. Het was een hele warme dag, ik besloot om te waveboarden op straat. Zo kwam ik hem tegen en raakten we aan de praat. We zijn uiteindelijk in een steegje beland en daar gebeurde het. Verkrachting, ja. Ik vind het te moeilijk om er meer details over te geven. Zelfs het woord verkrachting krijg ik amper uitgesproken. Ik ging in shock.

        “Toen het stopte, liep ik naar huis. Daar heb ik heel lang onder de douche gestaan. Ik nam me voor om het tegen niemand te zeggen. Ik schaamde me enorm, ik was bang dat mensen mij de schuld zouden geven. De jongen bleef me achteraf maar sms’en sturen om opnieuw af te spreken. ‘Weet je wel wat jij met mij gedaan hebt’, stuurde ik terug. ‘Je ging te ver.’ Hij stak de schuld meteen op mij. ‘Had dan nee gezegd.’”

        “Na die dag ging het steeds slechter met mij. Ik werd nog opstandiger en voelde mij vanbinnen kwetsbaarder worden. Mijn schoolresultaten gingen achteruit. Via de school werd hulpverlening opgestart, maar tegen de psychologen die ik daar zag zei ik niets over het voorval. In de maanden daarna begon ik mezelf te snijden, ik had donkere gedachten ook. Niet alleen door wat er in die steeg gebeurd is, zeker ook door mijn thuissituatie. Toen ik opgenomen werd, was er een psycholoog die mijn signalen juist interpreteerde. Dat ik geen fysiek contact verdroeg, mannen meed en niet over seks wilde praten, gaf haar een vermoeden van misbruik. Toen ze ernaar vroeg, ben ik meteen in huilen uitgebarsten. Ik heb toen ook beslist om klacht in te dienen.

        “Een jaar later kwam er duidelijkheid. Het parket liet weten dat de zaak geseponeerd werd. Die telefoon kwam volledig onverwacht en maakte me enorm overstuur. Ergens was ik erop voorbereid, en toch was het een slag in mijn gezicht. Ik wilde niet per se dat hij gestraft werd, maar ik hoopte wel op een vorm van gerechtigheid. Een waarschuwing bijvoorbeeld. Ik ben al jaren in therapie. Ik heb nachtmerries, ben bang om alleen te zijn, voel me ongemakkelijk bij mannen… En hij? Hij heeft niets. Hij is niet veranderd. Hij beseft nog altijd niet wat hij misdeed.”

        ‘Het is een levenslange strijd’

        Bart* (39) is slachtoffer en dader van kindermisbruik, werd veroordeeld

        “Ik heb een bewogen jeugd gehad. Ik was twaalf jaar toen ik voor het eerst werd misbruikt, door een vriend van mijn vader. Toen ik dat maanden later thuis durfde vertellen, was de reactie van mijn moeder: ‘Aangezien je het zo lang hebt verzwegen, is het een teken dat je het graag had. Vuile homo.’ Daarna ben ik zelf beginnen experimenteren met een jongere zus en met nichtjes van mij. Toen dat uitkwam, ben ik in de jeugdgevangenis beland.

        “Daarna belandde ik in een negatieve spiraal. Drugs, financiële problemen… Ik ben zelfs een tijdje dakloos geweest. Op mijn 23ste kreeg ik mijn leven weer wat op de rails. Ik raakte bevriend met een man en ik mocht peter worden van zijn zoon. Op den duur mocht die jongen ook bij mij komen logeren. Daar is het fout gelopen.

        “Ik heb die jongen in vier maanden tijd drie keer misbruikt. Toen zijn ouders het te weten kwamen, schakelden ze de politie in. Ik heb meteen bekend, wellicht ook omdat ik toen dacht dat er niets van zou komen: ik ben zelf in mijn leven door meerdere personen misbruikt geweest en daar is ook nooit iets mee gebeurd. Ik ben uiteindelijk veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf en tien jaar terbeschikkingstelling (TBS).

        “Na de gevangenis ben ik behandeld in het psychiatrisch centrum van Beernem. Vandaag word ik opgevolgd door het Universitair Forensisch Centrum van Antwerpen. Het is een dagelijkse, levenslange strijd. Geen ‘twee pilletjes en we zijn ervan af’ of ‘we gaan die castreren en het is gedaan’. Ik moet er continu aan werken.

        “Dat lukt ook, mede doordat ik een breed sociaal netwerk heb. Mijn vrienden kennen de feiten. Ze gaan me niet vragen om bij hen te babysitten, maar als hun kleine op mijn schoot springt, panikeren ze ook niet. Ze weten hoe streng ik ben voor mezelf.”

        ‘Als je Lenne doet, kan je ons toch ook doen, zeiden ze’

        Anna* (28) werd slachtoffer van groepsaanranding, haar klacht is geseponeerd

        “Ik was net achttien en had een afstudeerfeestje in Antwerpen. Achteraf besloot ik af te spreken met Lenne, een jongen waarmee ik een losse relatie had. Hij was aan het vieren met vrienden op een appartement. Ik was superdronken, maar besloot toch om alleen naar daar te gaan. In dat appartement ben ik met Lenne naar de slaapkamer gegaan. Terwijl we bezig waren, zag ik ineens hoe zijn vrienden ons aan het begluren waren. Ik vloog meteen recht en verplaatste een scherm zodat we uit het zicht waren.

        “Niet veel later stonden diezelfde jongens ineens naast ons bed. Ik riep: ‘Ga weg!’ Wat er daarna gebeurde, weet ik niet meer goed. Toen ik een glas pure wodka van hen kreeg, werd het zwart voor mijn ogen.

        “Ik ben die nacht plots wakker geworden. Ik was volledig naakt, voelde iets in mijn vagina zitten. Het was een zwaar voorwerp, van steen. Ik heb het nooit goed bekeken, maar ik denk dat het een kruidenstamper was. Rond mij op bed zaten vier jongens. Een van hen, met zijn broek omlaag, vroeg of ik hem wilde pijpen. ‘Als je Lenne doet, kan je ons toch ook doen?’ Achteraf heb ik nog flashbacks gekregen. Ik ben die nacht ook door één van de jongens verkracht. En ik herinner me ook dat ik gefilmd werd.

        “Toen ik weg wilde, deden ze heel pesterig. De jongens hadden mijn kleren op straat gegooid en mijn gsm was verdwenen. Aangezien ik niet goed wist waar ik was, moest ik aan hen vragen om me naar het station te brengen. Het was ondertussen 12 u ‘s middags.

        “Toen ik thuiskwam, zag mijn moeder meteen dat er iets ernstigs was gebeurd met mij. Ik gedroeg me anders en had blijkbaar gigantische zuigvlekken in mijn nek. Ze belde meteen de politie, wat mij hysterisch maakte. Ik wilde mijn verhaal niet vertellen. Toen de agenten kwamen, heb ik dan ook een heel relaas verzonnen. Dat ik per ongeluk in slaap gevallen was, dat die zuigvlekken een uit de hand gelopen grap waren. De inspecteurs hadden wel door het weinig steek hield, ze drongen erop aan dat ik de dag nadien opnieuw op kantoor zou komen. Ook daar heb ik niets gelost. ‘Wie probeer jij in godsnaam te beschermen?’, zei de inspecteur.

        “Ik wilde geen klacht indienen omdat ik mij, heel bizar, schuldig voelde naar Lenne toe. Die jongen had zelf veel problemen. Ik wilde het niet erger maken voor hem. Ik had online gezien dat één van de jongens aan de universiteit studeerde, ik herinner me nog dat ik dacht: ‘Ik kan zijn schoolcarrière toch niet verpesten’. Ik wilde het niet erger maken.

        “Jaren later heb ik ervoor gekozen om toch klacht in te dienen bij de politie. Daar kreeg ik wel meteen de boodschap dat de kans erg klein was dat er iets van zou komen. Ik heb moeten aandringen om het toch te mogen doen. Mijn oorspronkelijke dossier zei dat de zaak ging om ‘aanranding van de eerbaarheid’, wat betekent dat er seksuele daden waren, maar geen penetratie. Toen de inspecteur vroeg of dat gewijzigd mocht worden naar ‘verkrachting’ voelde ik me voor de eerste keer erkend in mijn verhaal.

        “Ik ging ervan uit dat ik nooit meer iets zou horen van de zaak, maar anderhalf jaar later kreeg ik een brief waarop ‘geseponeerd’ stond. Een gebrek aan bewijslast, was de verklaring. ‘Misschien was het toch niet zo erg’, was mijn eerste gedachte.

        “Seksualiteit blijft tot op vandaag een groot vraagstuk voor mij. In het verleden was ik in bed een enorme pleaser. Ik kon ook geen seks hebben zonder mezelf te verdoven met alcohol. Nu pas ben ik volop aan het ontdekken wat ik zelf leuk vind.”

        ‘Je wil altijd maar meer’

        Hendrik* (53) werd veroordeeld voor ontvoering en verkrachting van een minderjarige

        “Mijn feiten dateren van 2002. Ik heb toen een kind ontvoerd en verkracht. Het ging om een jongen die ik kende en die toen dertien jaar oud was. Voordien had ik ook al lichtere feiten gepleegd. Aanrakingen en zo.

        “De drang is er vanaf mijn zestiende altijd geweest. Het internet heeft dat allemaal nog verscherpt. Plots heb je toegang tot kinderporno. Je gaat van licht naar almaar zwaarder. Je wil altijd maar meer zien. Toen ik de feiten pleegde, had ik mezelf niet meer in de hand.

        “Ik heb zelf bekendgemaakt waar het kind was. Een halve dag later zat ik bij de politie, waar ik alles heb bekend. Ik ben overgebracht naar de gevangenis en heb daar zes weken alleen in een cel gezeten.

        “Uiteindelijk ben ik veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf en tien jaar terbeschikkingstelling. Voor de feiten die ik heb gepleegd, is die straf terecht. Maar als ik het vergeleek met anderen, vond ik het te zwaar.

        “In de gevangenis heb ik goed samengewerkt met de psychosociale dienst. Ik heb zelf een psycholoog aangesteld, zelf betaald ook. Ik wist dat ik aan mezelf moest werken. Wat dat betreft was ik trouwens een uitzondering. Er zijn heel wat daders die geen cursus of therapie volgen. Sommigen zitten gewoon hun tijd uit. Er is niemand die je verplicht om aan jezelf te werken.

        “Na de gevangenis ben ik twee jaar opgenomen in een psychiatrisch centrum, waar ik me verder heb laten behandelen. Nu laat ik me nog steeds ambulant opvolgen. Ik gebruik ook medicatie. Salvacyl heet dat, het werkt erg goed. Ze noemen dat chemische castratie. Om de twaalf weken krijg ik een nieuwe spuit.

        “Wat ik vooral jammer vind, is dat ik niet eerder hulp heb gevonden. Als zestienjarige weet je niet bij wie je terecht kan. Op school waren er best veel signalen dat het niet goed met me ging: woede-uitbarstingen, me van iedereen afsluiten… Daar is nooit iets mee gebeurd. Feit is dat je altijd zelf hulp moet zoeken. Dat zou beter moeten kunnen. Net door op tijd problemen te detecteren en in te grijpen, kun je erger vermijden.”

        ‘Ik dacht dat ze het oké vond’

        Ewout* (35) werd aangeklaagd voor verkrachting, de klacht is geseponeerd

        “Ik had haar leren kennen via een datingsite. Eerst hebben we een aantal dagen online gepraat. Het waren geen uitgesproken seksuele gesprekken, maar er werd wel stevig geflirt. Uiteindelijk besloten we af te spreken.

        “We waren bij mij thuis en daar babbelden we wat, onder meer over een turbulente relatie die ze net achter de rug had. Dat klonk behoorlijk heftig. Ik nam me voor dat ik erop zou letten dat ik zeker niet opdringerig of ruw zou zijn met haar, dat ik het tempo op haar zou proberen afstemmen. We gingen naar mijn slaapkamer. Ze stond uit het raam te kijken en ik aaide over haar rug en schouders. Ze legde haar hoofd tegen mijn borst. Ik ben haar zachtjes beginnen te kussen. Ze leek te reageren op wat ik deed, trok zich niet terug. Niks gaf me de indruk dat ze zich niet op haar gemak voelde. Vervolgens zijn we in bed beland. Tijdens de seks heb ik geregeld bij haar gecheckt: ‘Is dit te hard?’, ‘Is dit te diep?’, ‘Ben je oké?’

        “’s Ochtends hebben we samen gegeten in bed, wat gebabbeld en YouTube-video’s bekeken. Ik vroeg of ze zin had in een tweede rondje en toen hebben we nog eens seks gehad. Rond de middag namen we afscheid.

        “De dag erna kreeg ik plots een bericht. Ze vroeg of ik tijd had om te bellen. Aan de telefoon vertelde ze dat ze vond dat ik te ruw was geweest. Daar was ik heel erg van aangedaan. Ik bedankte haar voor haar moed om mij te bellen, zei dat ik haar ervaring zeker niet in twijfel trok en bood haar mijn verontschuldigingen aan. Toen ik haar vroeg wat ik kon doen, antwoordde ze: ‘Voorzichter zijn in het vervolg.’ Ik beloofde erop te letten. Ze zei dat we elkaar beter niet meer zagen, wat ik volledig begreep. Ik had het gevoel dat ons gesprek respectvol en constructief was afgesloten.

        “Wat later kwam ik te weten dat ze een klacht tegen me had ingediend voor verkrachting. Ik moest naar de politie voor een verhoor. Ik deed mijn verhaal, maar heb er nooit meer iets van gehoord.

        “‘Zij had haar grenzen maar moeten aangeven’, zeggen sommige mensen me. Het is opmerkelijk hoe vaak ik mijn slachtoffers gevoelens en reactie moet verdedigen. Als zij zich niet veilig genoeg voelde om een signaal te geven, dan is dat gewoon zo. Dan vind ik het vooral erg dat ik dat niet heb kunnen zien, en wil ik er ook alles aan doen om die fout in de toekomst te vermijden.”

        ‘We zijn getrouwd, dus ik doe wat ik wil’, vond hij

        Els* (40) werd slachtoffer van verkrachting, net als haar dochter. De dader kreeg twaalf jaar cel

        “De eerste keer dat hij mij heeft verkracht, was ik onder invloed van alcohol en wiet. Ik herinner me vooral dat ik me niet echt heb verzet. Toen snapte ik niet dat mijn eerste ‘nee’ voldoende was. Ik wou het niet, maar ik had gedronken en was er uiteindelijk in meegegaan. Ik moest er niet over zeuren achteraf, vond ik.

        “Vier maanden later bleek ik zwanger. Hij was dolblij met de baby en we besloten te trouwen. Ik wou mijn verantwoordelijkheid nemen. Eenmaal mijn dochter er was, besefte ik dat dit geen goede situatie voor haar was om in op te groeien. Toen ik aankondigde dat ik hem zou verlaten, heeft hij me met geweld verkracht. Toen was mijn ‘nee’ wel duidelijk, maar hij vond: ‘We zijn getrouwd, dus ik doe wat ik wil.’

        “Diezelfde nacht ben ik weggegaan. Met een baby op straat en de kleren die ik aanhad. Mijn ouders zijn me komen ophalen. Ik had de politie gebeld, maar die stonden uiteindelijk in de verkeerde straat. Daarna had ik niet meer de moed om klacht in de dienen. Mijn dochter was mijn prioriteit.

        “Jaren heb ik ervoor gestreden om haar bij me te hebben. Tot haar 2,5 jaar heeft hij een bezoekregeling gekregen. Daarna ging het week om week. Ik voelde dat het niet oké was om haar naar hem te sturen. Hij had mij aangerand, hij bleef me daarna ook stalken. Niemand deelde mijn bezorgdheid. ‘Ze krijgt eten, heeft geen blauwe plekken…’, zei de sociaal assistente. ‘We kunnen niets doen.’ Mijn dochter zelf heeft nooit aangegeven dat er iets was.”

        “Toen ze vijf was, heb ik ontdekt dat ze werd misbruikt. Het was een zonnige dag in februari, ik had haar net van school opgehaald. ‘Weet je waar ik zin in heb?’, vroeg ik. ‘Om na het eten gezellig met jou in de zetel te knuffelen onder ons dekentje.’ ‘Het spelletje piloewieten?’, antwoordde ze. Ik verstijfde. ‘Welk spelletje is dat?’ ‘Dat is wat ik met papa speel. Ik moet dan doen zoals op zijn computer. De pilowiet in mijn mond totdat het speeksel komt.’

        “Bij de politie kwam ik te weten dat er enkele maanden eerder al een klacht tegen hem was geweest, voor het bezit van kinderporno. Ik viel van mijn stoel. Waarom wist ik dat niet? Ik zat al jaren met hem in een voogdijstrijd. Mijn dochter verbleef de helft van de tijd bij hem. Een alleenstaande man met een kind van vijf tegen wie een klacht loopt voor kinderporno? Hoe kan het dat daar niets meer gebeurde?

        “Later zou blijken dat mijn ex haar jarenlang op allerlei mogelijke manieren zwaar had misbruikt. Niet alleen haar trouwens, ook nog een heleboel andere meisjes en vrouwen. Uiteindelijk is hij veroordeeld tot twaalf jaar cel.

        “Mijn ex is drie jaar geleden vrijgekomen. Of dat nu eerder of later kon, vind ik niet relevant. Ik vind het vooral lastig dat hij vrij mag rondlopen, zonder voorwaarden. Niemand volgt hem op. Voor mezelf of mijn dochter ben ik niet bang, maar hij zal opnieuw op zoek gaan naar kwetsbare mensen.”

        ‘Hij bouwde een band met mij op’

        Sophie (35) werd misbruikt als kind, haar zaak is verjaard

        “Ik schat dat ik zo’n twaalf à dertien jaar oud was toen ik besefte dat hij mij heeft misbruikt. Dat wat hij deed niet juist was. Eerder was ik me er niet van bewust dat alle aanrakingen, de speciale aandacht die hij me gaf, ongepast waren. Het is geleidelijk aan begonnen toen ik acht à negen jaar was.

        “Mijn thuissituatie was niet gemakkelijk. Paardrijden was voor mij een manier om daaraan te ontsnappen. Daar kon ik ontspannen, kon ik een kind zijn. Die instructeur zag hoe lastig ik het had met mijn ouders en hij heeft daarop ingespeeld.

        “Hij bouwde echt een band op met mij. Hij vroeg hoe het met me ging, hoe het thuis liep, gaf me complimenten. En ook lichamelijk ging hij steeds wat verder. HIj legde zijn hand op mijn rug, hij begon mij te knuffelen en vast te pakken. Vaak al spelend en lachend, waar andere mensen gewoon bij stonden. Als ik in een paardenstal stond, kwam hij bij mij staan en pakte hij me langs achter vast. Hij begon harder te ademen, ik voelde iets ‘hards’ in mijn rug. Hij bouwde dat echt op. In het begin voelde het niet fout, al merkte ik wel hoe zijn gedrag anders werd als we alleen waren.

        “Bij verkrachting denken mensen aan iemand die uit de bosjes komt gesprongen. Dat is niet zo. Het gaat om iemand die je vertrouwen wint, en daar jaren de tijd voor neemt. Het gaat heel geleidelijk en je wordt over je grenzen geduwd. Misbruik gebeurt niet van de ene dag op de andere, het is een extreem lang proces.

        “Ik voel me enorm schuldig om het feit dat ik toen geen klacht heb ingediend en dat hij zijn gang is kunnen blijven gaan. Als tiener heb ik hem er wel mee geconfronteerd. Hij gaf toe dat wat hij deed fout was, en beloofde dat het nooit meer zou gebeuren. Ik geloofde hem. Pas vorig jaar ben ik te weten gekomen dat hij na mij nog slachtoffers heeft gemaakt. Toen ik hoorde dat de verjaringstermijn bij kindermisbruik wordt opgeheven, heb ik de moed gevonden om naar de politie te stappen. Dat was in november vorig jaar.

        “Achteraf bleek dat de feiten toch verjaard zijn. Dat is voor mij de grootste ontgoocheling. In de pers hoorde je politici trots opscheppen over hoe ze de verjaringstermijn bij kindermisbruik hebben afgeschaft. Maar blijkbaar gaat dat enkel over feiten die bij het veranderen van de wet nog niet verjaard waren. Ik val dus uit de boot. Het ergste voor mij is dat hij nog steeds ongestoord zijn gang kan gaan. Hij woont recht tegenover een school. Ik voel me gefaald omdat ik anderen niet kan beschermen tegen hem.”

        ‘Waarom ben je nu kwaad?’, vroeg mijn verkrachter

        Marie* (30) werd verkracht door een Gentse radio-dj die voor de feiten werd veroordeeld

        “Ik had hem leren kennen via Tinder. Een grappige, leuke kerel, vond ik. Daarna zijn we in Gent iets gaan drinken. Ik wou niets met hem. Ik vond hem grappig, maar ook niet meer dan dat. Even later stuurde hij me een bericht, hij wilde naar mij thuis komen. Toen hebben we seks gehad. Dat was zeker ook mijn verantwoordelijkheid. Ik heb hem niet tegengehouden.

        “Enkele weken later stuurde hij me ’s avonds laat een bericht. Dat hij opnieuw wilde langskomen. ‘Nee’, antwoordde ik, ‘ik lig al in bed.’ Een paar uur later ging de bel. Slaapdronken deed ik de deur open. Ik was kwaad dat hij hier plots stond. Ik moest gaan werken. Ik heb hem binnengelaten en gezegd: ‘Ik slaap al, slaap jij desnoods op de grond.’

        “Maar hij begon al meteen aan mij te zitten en ik rook dat hij gedronken had. Hij kroop bij me in de zetel en trok me op de grond. ‘Ik wil dat niet’, zei ik. ‘Misschien nu nog niet’, antwoordde hij. Toen ik besefte dat er geen ontkomen aan was, heb ik in een blinde paniek gezegd: ‘Ik slik geen pil’. Omdat ik dacht: hij gaat dat hier toch niet effectief doen en dan ook nog eens onbeschermd? Dat was het enige wat ik op dat moment kon bedenken.

        “Dan heeft hij mij op zowat alle plekken in de woonkamer tot seks gedwongen. Niet op een gewelddadige manier, maar wel op een heel kleinerende manier. Als ik nee zei, luisterde hij niet. Toen hij me ook anaal verkrachtte, heb ik heel duidelijk gezegd: ‘Nee, haal hem er nu uit.’ Dat wou hij niet. Flauw, vond hij. Het was alsof ik van een afstand naar mezelf zat te kijken. Toen hij was gestopt, ben ik in een bolletje in de zetel gekropen.

        “De volgende ochtend liep hij hier nog rond. ‘Waarom ben je nu zo kwaad?’, vroeg hij. Hij gedroeg zich vrolijk, alsof er niets aan de hand was.

        “Ik weet zelfs niet hoe ik die dag ben doorgekomen. Ik heb me gewassen en ben gaan werken. Daar heb ik een vriendin verteld wat er was gebeurd. Het was zij die de term verkrachting gebruikte. Dat woord was nog niet eens bij me opgekomen. Dat is niet iets wat met jou gebeurt, zo lijkt het. Ik had hem binnengelaten, ik had al eens seks met hem gehad, ik heb wel ‘nee’ gezegd maar ik heb niet geroepen… Je denkt altijd dat de schuld bij jezelf ligt.

        “Uiteindelijk heb ik wel aangifte gedaan en is er ook een rechtszaak van gekomen. Hij heeft twintig maanden voorwaardelijk gekregen. Amper 2,5 maanden heeft hij in de gevangenis gezeten, in voorhechtenis. Hij is nu vrij onder voorwaarden. Ik was enorm ontgoocheld over dat vonnis. Temeer omdat het niet zijn eerste feiten waren. Hij had al eens een meisje verkracht in een radiostudio, waar hij dj was. Dat heeft toen alle kranten gehaald.”

        ‘Tijdens de les seksuele opvoeding raakte ik in de war: ik doe dingen met een man die ik niet wil doen’

        Ritchie (44) werd als kind misbruikt, de zaak is verjaard

        “Wat er tussen mijn elfde en vijftiende is gebeurd, herkende ik zelf niet meteen als seksueel misbruik. Ik ging door een heel moeilijke periode. Mijn ouders waren toen net uit elkaar en mijn moeder moest als alleenstaande veel werken. Als ze nachtdiensten deed, bleven mijn zus en ik bij een vriendin van haar slapen. Die vrouw had zelf ook een zoon. En haar partner woonde ook bij haar.

        “Het was die toenmalige partner die dingen met ons deed. Met mij en de zoon van die vriendin. Het ging om heel uiteenlopende seksuele handelingen: aftrekken, pijpen, hij probeerde ook anaal van alles te doen… Eerst was het hoogst uitzonderlijk, na een paar jaar werd het dagelijkse kost.

        “Rond mijn dertiende begon ik door te hebben dat dit niet normaal was. Het was tijdens de les seksuele opvoeding op school. Daar spraken ze over wat je als man met een vrouw moet doen. Ik raakte in de war. Want ik voelde heel duidelijk dat ik op meisjes viel, terwijl ik dingen deed met een man die ik niet wilde doen.

        “Ik sprak hem erover aan, maar hij reageerde erg fors en dreigde ermee mijn moeder van alles te vertellen. Ik schrok enorm, want eigenlijk kende ik hem als een lieve man. Het was niet zo dat ik het verschrikkelijk vond om bij hem te zijn. Integendeel. Hij had aandacht voor mij, luisterde, zocht oplossingen. De momenten bij hem waren veel aangenamer dan de momenten thuis. Hij was mijn beste vriend. Ik denk dat het daarom zo lang duurde eer ik het misbruik herkende.

        “Ik heb gezwegen tot die andere jongen zijn moeder over de feiten vertelde. Ze zijn dan ook naar mij gekomen met de vraag of ik misbruikt was. Ik deed eerst alsof er niets gebeurd was. Maar daarna, op mijn kamer, raakte ik helemaal overstuur. Ik heb mijn moed bijeengeraapt en heb alles opgebiecht.

        “Pas op mijn 32ste was ik er klaar voor om klacht in te dienen, maar de zaak was toen al verjaard. Er gold een verjaringstermijn van tien jaar. Toen ik recent vernam dat de termijn voor kindermisbruik is afgeschaft, had ik gemengde gevoelens. Ik was heel blij voor anderen, maar ook boos dat het voor mij niets verandert. De man die mij jarenlang heeft misbruikt heeft, loopt nog steeds vrij rond in Antwerpen. Een paar jaar geleden hoorde ik ineens zijn stem op de tv. Daar wordt hij door de programmamakers een sympathieke kerel genoemd. Even later werd hij in een krant ook zo omschreven. Zoiets rijt wonden open, dat kan ik wel zeggen.

        “Ik weet waar hij woont nu. En dat vind ik lastig om dragen. Ik ben zo bang. Niet meer voor mezelf, maar voor anderen. Wat als hij op een dag opnieuw een kind pakt?”

        ‘Hij had zin en ik moest me daar maar bij neerleggen’

        Rita* (49) werd fysiek en seksueel misbruikt door haar ex-man

        “Ik heb hem leren kennen via vrienden. Hij was jaloers. Niemand mocht naar mij kijken, ik moest altijd op een bepaald uur thuis zijn… In die periode wou ik vooral weg van mijn ouderlijke huis en ik dacht dat ik hem kon veranderen. We kochten samen een huis, verbouwden en trouwden. Ik was toen amper 21 jaar.

        “Hij was mijn eerste seksuele partner. Als we seks hadden, dacht hij vooral aan zichzelf. Als híj was klaargekomen, was het goed. Ik heb bij hem nooit een orgasme gehad. Ik wist toen niet beter.

        “Toen we twee weken getrouwd waren, sloeg hij mij een eerste keer. We waren samen op café geweest en hij vond dat ik te lang met een man had gepraat. De bom barstte toen we thuiskwamen. Hij heeft me aan mijn haren uit de auto gesleurd. Out of the blue. Op zo’n moment maak je je zo klein mogelijk. Je ondergaat dat.

        “Het seksueel geweld kwam pas later. Na een ruzie, waarbij hij mij net niet had geslagen. ‘Ik ga het nooit meer doen’, zei hij. Hij kwam alsmaar dichter. ‘Laat me gerust’, zei ik. Hij wou zijn liefde bewijzen, denk ik. Toen heeft hij mij verkracht.

        “Daarna gebeurde het geregeld. Hij had zin en ik moest me er maar bij neerleggen. Kwam hij van het café, dan moest ik eraan geloven. Ik verkrampte, wou het niet. Soms moest ik nadien overgeven. Daar werd hij boos om en dan kreeg ik opnieuw slaag.

        “Ik heb nooit met iemand over het seksueel geweld gepraat. Een aantal mensen kennen een paar details, maar niet alles. Ik schaam me er niet voor, maar ik hou het potje liever dicht. Ik heb nooit aangifte gedaan. Het was toch mijn woord tegen het zijne. Voor het fysiek geweld ben ik uiteindelijk wel naar de politie gestapt.

        “Op mijn 24ste zijn we gescheiden. Daarna heeft hij me nog jarenlang gestalkt en bedreigd. Ik neem het mezelf nog steeds kwalijk dat ik het heb toegelaten. Dat het zo lang is blijven duren.

        “Hij is naar het buitenland gevlucht en is daar drie jaar geleden gestorven. Hij heeft geen enkele dag in de gevangenis doorgebracht.”

        ‘Na elk feit voelde ik wroeging. Toch deed ik het opnieuw’

        Leo (60) zat een jarenlange gevangenisstraf uit na kindermisbruik

        “Ik was trainer in een sportvereniging. Met één jongen daar had ik een goede relatie. Het klikte meteen. Onze relatie had niets seksueels, het was puur vriendschappelijk. Een beetje als een vader en een zoon. Hij had een probleem, ik hielp hem. Dat soort dingen. Na een tijdje begon hij me te vertellen over zijn seksuele ontdekkingstocht. Hij was vijftien toen. Mijn interesse was meteen gewekt.

        “Je moet weten, ik heb altijd een heel moeilijke verhouding gehad met seksualiteit. Mijn homoseksualiteit onderdrukte ik. Ik had tot mijn 37ste geen relatie gehad. Met die vrouw had ik voor het eerst seks. Dat liep niet goed. In datzelfde jaar begon die jongen dan over zijn seksuele escapades. ‘Misschien kan ik hier wel van leren’, dacht ik. We begonnen te praten, dan te aaien, uiteindelijk te masturberen. Het is niet alleen bij die ene jongen gebleven. Ik kreeg de smaak te pakken. Uiteindelijk heb ik met drie jongens gelijkaardige dingen gedaan. Telkens waren het tieners uit de vereniging, tegenover wie ik een gezagsfunctie had.

        “Na de feiten dacht ik telkens: ‘Dit is de laatste keer.’ Ik voelde enorme wroeging. En toch deed ik het opnieuw. Ik denk dat het met seksuele opwinding te maken had, de kick van iets te doen wat niet mag. En ik wilde die speciale relatie ook niet kwijt. Ik voelde me goed bij die jongens.

        “De feiten dateren van 1997, maar kwamen pas in 2010 aan het licht, toen die eerste jongen in therapie ging. Daar sprak hij over mij. En dan ging de bal aan het rollen. Politiemensen aan de deur. Verhoren, huiszoekingen, voorhechtenis. Ik ben uiteindelijk veroordeeld tot een jarenlange gevangenisstraf.

        “Ik ga akkoord met die veroordeling. Ik heb feiten gepleegd. Waar ik moeite mee heb, is dat er ook onwaarheden zijn verteld over mij. Zodra je aangehouden wordt voor zedenfeiten, wordt alles plots vanuit die hoek bekeken. Ik ondersteunde bijvoorbeeld een jongen financieel. “Daar zal je wel seksueel voordeel uit gehaald hebben”, klonk het dan. Helemaal niet waar. Ze hebben op mijn pc ook foto’s van de kinderen gevonden in bad. Dat wordt dan ineens kinderporno, terwijl ik daar nooit zo naar gekeken heb.

        “Eenmaal volledig vrij heb ik me voorgenomen: ik wil geen risico meer zijn. Ik blijf contact houden met mijn psycholoog. Ik probeer ook met anderen te praten over wat ik heb gedaan. Niet met mijn gezin, die contacten zijn verbroken. Maar mijn ouders, broers en zussen zijn er wel voor mij. Ik ben alles kwijtgeraakt, maar dat ik hen nog heb, dat vind ik zo’n geluk.”

        (De namen met een * zijn schuilnamen)

        Bron: De Morgen >>

      2 berichten aan het bekijken - 1 tot 2 (van in totaal 2)
      • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
      gasten online: 13 ▪︎ leden online: 1
      Lava
      FORUM STATISTIEKEN
      topics: 3.769, reacties: 21.173, leden: 2.817