› Forum Lotgenoten Seksueel Geweld › Achtergrond & Informatie › Opinie & actualiteit › In de jeugdzorg moeten juist de jongeren met de grootste problemen te lang wachten. Wat gaat er mis?
Tags: ggz, hulp voor jongeren, hulp voor kinderen
- Dit onderwerp bevat 0 reacties, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 28/04/2021 om 23:09 door Luka.
-
AuteurReacties
-
28 april 2021 om 23:09 #258706LukaModerator
Hoewel het budget voor de jeugdzorg ruim is overschreden, moeten de jongeren met de grootste problemen veel te lang wachten op hulp – en sinds corona nog langer. Waarom gaat het mis op ‘de ic-afdeling van de jeugdzorg’?
Corona, de wachtlijst en het geld
Eetstoornissen, suïcidale gedachten, verslavingen: al vóór corona stonden minderjarigen met dit soort complexe psychische problemen te lang op een wachtlijst voor een behandeling. De coronacrisis heeft deze situatie verslechterd, blijkt uit een recent rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Het is een alarmerend rapport, over het rap stijgende aantal jongeren met complexe problemen dat veel te lang moet wachten op hulp – soms meer dan een jaar.‘Met kinderen die al niet lekker in hun vel zitten, gaat het nu nog slechter’, zegt hoofdinspecteur Jeugd Korrie Louwes van de inspectie. ‘Tijdens het wachten op hulp verergeren hun problemen bovendien. De instellingen voor de specialistische jeugd-ggz hebben onvoldoende personeel en geld om deze jongeren met ernstige problemen te helpen.’
Terwijl de problemen dus steeds nijpender worden, steggelen het Rijk en de gemeenten over het geld voor de jeugdzorg. Omdat ze er zelf niet uitkomen, moet een arbitragecommissie het finale oordeel vellen. Niet eerder is zo’n commissie ingesteld om een geschil te beslechten tussen het Rijk en lagere overheden. In mei wordt de uitspraak verwacht.
De gemeenten, die sinds 2015 verantwoordelijk zijn voor de jeugd-ggz en de jeugdzorg, zien het zo: het Rijk moet hun 1,7 miljard euro betalen. Dat is het gemeentelijke tekort op de jeugdhulp, zoals in december becijferd door onderzoeksbureau AEF. Anders moeten ze, zeggen ze, zwembaden en bibliotheken sluiten.
Het Rijk wil dit enorme bedrag niet zomaar bijleggen. Eerst moeten de gemeenten hun geld doelmatiger besteden, vindt staatssecretaris Paul Blokhuis, verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Om de acute nood te verlichten, geeft hij de gemeenten wel 613 miljoen euro extra voor dit jaar.
Voor Stephan voelde het wachten als ‘te lang’
‘Wat hoor ik voor gestommel boven?’, denken Bianca van der Horst en haar partner op een avond in november. Ze gaan kijken. Hadden ze dat niet gedaan, dan was hun zoon Stephan (16) er misschien niet meer geweest. Liggend op zijn bed treffen ze hem aan. Kort daarvoor heeft hij alle pillen die hij heeft kunnen vinden achterover geslagen. Op zijn bureau ligt een afscheidsbrief klaar. ‘Het voelt als te lang’, lezen ze daarin.‘Dat ‘te lang’ sloeg op het wachten op gespecialiseerde hulp, dat begreep ik meteen’, zegt Van der Horst. Stephan is geboren als meisje en worstelt ermee dat hij een jongen wil zijn. Hij is depressief geworden van het piekeren daarover.
Van der Horst formuleert rustig en zorgvuldig, zittend op de bank in haar Amsterdamse eengezinswoning. Ze vertelt haar verhaal op voorwaarde dat we, vanwege de privacy van haar kinderen, haar naam veranderen. Haar doel: invoelbaar maken wat het in de praktijk betekent dat de situatie in de jeugd-ggz onhoudbaar is, zoals de Inspectie zegt.
Stephan staat sinds de zomer op een wachtlijst voor psychische ondersteuning bij genderdysforie. Zijn gevoelens van somberheid en wanhoop zijn alleen maar heviger geworden. Zijn afscheidsbrief heeft Van der Horst alleen op de bewuste avond gelezen. Daarna heeft ze het epistel goed opgeborgen, ze wil ‘dat ding’ nooit meer zien.
In de lichte zorg is er een wildgroei
Hoeveel kinderen zoals Stephan precies op een wachtlijst staan en waarvoor? De Inspectie heeft geen cijfers. Wel weten ze daar dat er nu minder intensieve jeugdhulp wordt aangeboden dan vijf jaar geleden.‘Lichte zorg aanbieden is gemakkelijker. Jeugdzorgorganisaties hebben er moeite mee goed personeel vast te houden’, zegt hoofdinspecteur Louwes. ‘Complexe zorg is zwaar. Kinderpsychiaters zijn schaars. Sommige ggz-instellingen bieden nu minder complexe zorg omdat ze daarvoor niet het gekwalificeerde personeel hebben.’
Bovendien is het voor aanbieders aantrekkelijk om minder complexe zorg te bieden, zeker als zij worden betaald op grond van de resultaten. De behandeling, opvang en begeleiding van jongeren met ernstige problemen – bij wie het onzeker is of je snel succes boekt – is financieel minder aantrekkelijk.
Toch geven de gemeenten veel meer geld uit aan jeugdhulp dan de ruim 4 miljard euro per jaar die ze ervoor krijgen van het Rijk: bij elkaar een overschrijding van 1,7 miljard euro.
Hoe dat kan? De gemeenten wijten de kostenstijging aan het groeiende aantal jongeren dat enige vorm van jeugdhulp krijgt. Inmiddels zijn het er zo’n 400 duizend, ongeveer 10 procent van het totaal aantal jongeren. Daarbij wijzen de gemeenten ook naar andere partijen zoals huisartsen en rechters: die kunnen ongelimiteerd naar de jeugdhulp doorverwijzen, de gemeenten moeten de rekening betalen.
Maar er speelt meer. Veel gemeenten kopen te weinig zwaardere, specialistische hulp in voor jongeren met complexe problemen. Die hulp kost soms wel een ton per jaar per jongere. Vaak worden hiervoor ‘budgetplafonds’ ingesteld: als bijvoorbeeld in september het gereserveerde geld voor het hele jaar op is, mag de betrokken instelling geen nieuwe cliënten aannemen – met langere wachtlijsten tot gevolg.
De gemeenten kopen wél veel meer goedkopere, minder complexe jeugdhulp in, bijvoorbeeld opvoedondersteuning. Het aanbod en de vraag naar hulp lopen in veel regio’s niet meer synchroon, vat de Inspectie Jeugd samen.
De gemeenten helpen te veel kinderen met relatief lichte problemen. Dat vinden ook de gemeenten zelf. ‘Dat komt onder meer doordat de Jeugdwet de jeugdzorg die gemeenten moeten bieden zo breed omschrijft. Dat nodigt uit tot veel zorggebruik’, zegt de Rotterdamse wethouder Sven de Langen namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
De ‘beunhazen die veel te grote winsten maken’
Deskundigen zeggen dat het systeem eerst op de schop moet, voordat het Rijk zijn portemonnee trekt. ‘Anders gooi je het in een bodemloze put’, betogen onder anderen Arne Popma, verantwoordelijk voor jeugd-ggz bij de Nederlandse Vereniging van Psychiatrie, en kinder- jeugdpsychiater Peter Dijkshoorn, sinds september ambassadeur voor de verbetering van het jeugdzorgstelsel.Te veel geld gaat volgens hen naar overhead in plaats van zorg. De wijkteams voor de laagdrempelige jeugdzorg kosten volgens hen meer dan ze opleveren. Het stoort Dijkshoorn en Popma dat de gemeenten niet gezamenlijk bijhouden waar het jeugdzorggeld heen gaat en wat de resultaten van alle inspanningen zijn. De data van de 350 gemeenten in de 42 jeugdzorgregio’s waarin ze samenwerken worden niet centraal opgeslagen.
Wel duidelijk is dat het aantal jeugdzorgaanbieders enorm is toegenomen, vooral voor lichte hulp: het zijn er nu ongeveer zesduizend. ‘Dat is veel te veel’, zegt hoofdinspecteur Louwes.
KNELPUNTEN IN DE JEUGDZORG
WACHTLIJSTEN
Het aantal jongeren met complexe problemen dat te lang moet wachten op hulp – soms meer dan een jaar – stijgt snel, blijkt uit een recent rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. De coronacrisis heeft de situatie verslechterd.BUDGET
De gemeenten geven 1,7 miljard euro meer uit aan jeugdzorg dan de ruim 4 miljard euro per jaar die ze ervoor krijgen van het Rijk. Ze willen dat het Rijk dit bijlegt. Een arbitragecommissie moet het finale oordeel vellen. Niet eerder is zo’n commissie ingesteld bij een geschil tussen het Rijk en lagere overheden. In mei wordt de uitspraak verwacht.LICHTE ZORG
Zo’n 400 duizend jongeren, ongeveer 10 procent van het totaal aantal jongeren, ontvangen enige vorm van jeugdhulp. De gemeenten kopen te weinig intensieve hulp in, maar wel steeds meer minder complexe. De gemeenten helpen te veel kinderen met relatief lichte problemen, vinden zij ook zelf.MEER AANBOD
Het aantal jeugdzorgaanbieders van vooral lichte hulp is enorm toegenomen, tot ongeveer zesduizend. De gemeenten verliezen daardoor het overzicht op de uitgaven, stellen deskundigen. Zij menen dat het systeem op de schop moet omdat het geld anders verdwijnt ‘in een bodemloze put’. Sommige gemeenten proberen al het aantal aanbieders te verminderen door hogere kwaliteitseisen te stellen.Met die aantallen verliezen de gemeenten het overzicht. Er zitten bovendien beunhazen tussen, zegt Harrie Verbon, emeritus hoogleraar openbare financiën aan de Universiteit van Tilburg. ‘Die maken op lichte hulp van lage kwaliteit veel te grote winsten, soms wel 30 procent.’
De gemeenten houden weinig toezicht, valt Verbon op. Hij deed als lid van de lokale rekenkamer onderzoek naar de besteding van het jeugdzorggeld in Tilburg. ‘Daar bleek dat een dagbesteding voor kinderen met gedragsproblemen bestond uit tafelvoetballen.’
Alle kleine jeugdzorgaanbieders schrappen dan maar? ‘Dat is te makkelijk’, zegt hoofdinspecteur Louwes. ‘Daarmee zou je de goede zorgverleners die vernieuwend bezig zijn tekortdoen.’ Maar: ‘Als je moet kiezen bij het uitgeven van het geld, kun je niet de zwaarste zorg afschalen – de ic van de jeugdzorg – omdat het geld naar lichtere zorg gaat. Er moet meer ruimte komen voor zware zorg.’
Licht aan het einde van de tunnel
Als oorzaak van de wildgroei van jeugdzorgaanbieders wordt vaak naar de ‘openhuismethode’ gewezen, waarmee veel gemeenten hun jeugdhulp inkopen. Daarbij sluiten ze overeenkomsten met alle partijen die voldoen aan de gestelde voorwaarden. Het voordeel is dat burgers veel keus hebben. Het nadeel: zowat bijna elke aanbieder die zich meldt, krijgt een contract.‘In sommige regio’s is het flink uit de hand gelopen’, zegt onderzoeker Niels Uenk, gepromoveerd op gemeentelijke zorginkoop. De gemeenten kunnen volgens hem de instroom beperken ‘door stevige kwaliteitsdrempels op te werpen voor de toelating en vooraf duidelijke normen te stellen voor de jeugdzorg’.
Daar zijn veel gemeenten mee bezig. Leeuwarden, dat met veertien Friese gemeenten jeugdhulp inkoopt, heeft aangekondigd het aantal jeugdhulpaanbieders in het gebied (nu driehonderd) te halveren – door hogere eisen te stellen aan de kwaliteit van de zorg. Vooral in de lichte zorg willen de Friese gemeenten snoeien. ‘Zodat er meer zorgaanbod komt voor jongeren met complexe problemen’, zegt wethouder Hilde Tjeerdema (D66).
Daartoe willen de gemeenten strakker begrenzen wat jeugdhulp is. ‘Paardencoaching, huiswerkbegeleiding en speltherapie vallen daar niet langer onder. Van sommige dure zorg was het resultaat niet altijd duidelijk.’
Dat is dan ook een van de adviezen van de stuurgroep van Marjanne Sint (zie kader): perk de definitie van jeugdhulp zo in dat bepaalde lichte zorgvormen er niet meer onder vallen.
Voor Lieke lukte het maar niet een plek te vinden
Wat dat tekortschietende aanbod aan zware, gespecialiseerde jeugdhulp in de praktijk betekent, merkt moeder Bianca van der Horst. De maand na zijn suïcidepoging kan haar zoon Stephan terecht bij de specialistische jeugdzorgorganisatie Youz. Met een in genderdysforie gespecialiseerde behandelaar spreekt Stephan nu wekelijks anderhalf uur. Het doet Stephan goed dat hij nu bij iemand terechtkan met al zijn vragen, merkt zijn moeder opgelucht.Maar nu blijkt haar dochter Lieke (13) ernstig met zichzelf in de knoop te zitten. Ze lijdt aan anorexia. Haar eetproblemen begonnen in de laatste jaren van de basisschool, waar ze werd gepest. Nauwelijks 35 kilo weegt ze nog. Ze valt zo vaak flauw dat ze uiteindelijk in het ziekenhuis is beland.
‘Daar zeiden ze: dit meisje moet nu een plek krijgen in een gespecialiseerde kliniek’, zegt Van der Horst. ‘Die hebben er maandenlang achteraan gebeld, maar kregen het niet voor elkaar.’ Het ziekenhuis liet Lieke niet los in de vier maanden dat ze op specialistische hulp moest wachten. Dat is haar redding geweest, denkt Van der Horst.
Om de twee weken ging Lieke naar het ziekenhuis, waar ze haar wogen en haar bloedwaarden en organen controleerden. Daar sprak ze ook met een psycholoog, maar die was niet gespecialiseerd in eetproblemen. Lieke begon zichzelf te snijden. Van der Horst en haar partner namen zorgverlof op en stelden vijf vaste eetmomenten per dag in. Twee keer moest de crisisdienst eraan te pas komen: Lieke dreigde een einde aan haar leven te maken.
Vorige week hebben ze het eerste gesprek gehad met professionals van de instelling Levvel. Van der Horst heeft een kaartje gekregen met een telefoonnummer dat dag en nacht te bereiken is. ‘Alleen al daardoor voel je je een stuk veiliger.’
Als zij niet zo mondig was geweest en het ziekenhuis geen druk had uitgeoefend, had het wachten op hulp nog langer geduurd – daarvan is Van der Horst overtuigd. ‘Als je dagelijks worstelt met de veiligheid van je kind, is maanden wachten echt heel lang.’
ADVIES VOOR BETERE JEUGDZORG
Suggesties voor een goedkopere én betere jeugdzorg liggen nu op tafel. In het vrijdag gepresenteerde rapport Maatregelen financiële beheersbaarheid Jeugdwet van een stuurgroep onder leiding van Marjanne Sint staat dat de overheid bijvoorbeeld de Jeugdwet kan aanpassen. Hierdoor kunnen alleen kinderen met ernstige problemen nog aanspraak maken op hulp. Ook een eigen bijdrage voor sommige vormen van jeugdhulp wordt gesuggereerd. Veel geld kan worden bespaard als minder kinderen in instellingen terechtkomen en in plaats daarvan thuis worden geholpen. En ook als er meer eisen worden gesteld aan de zorgaanbieders. De kosten voor administratie en uitvoering kunnen omlaag. De gemeenten zouden meer ‘bovenregionaal’ moeten samenwerken. En de zwaarste vormen van jeugdzorg zouden landelijk kunnen worden georganiseerd. Over deze adviezen moet het nieuwe kabinet knopen doorhakken.Bron: de Volkskrant >>
-
AuteurReacties
- Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.