Geen begeleider zag dat Kiemtie de hoop verloor

Forum Lotgenoten Seksueel Geweld Achtergrond & Informatie Opinie & actualiteit Geen begeleider zag dat Kiemtie de hoop verloor

  • Dit onderwerp bevat 1 reactie, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 22/06/2020 om 22:04 door Luka.
2 berichten aan het bekijken - 1 tot 2 (van in totaal 2)
  • Auteur
    Reacties
  • #249307
    Luka
    Moderator

      In een gesloten jeugdzorginstelling maakte de 14-jarige Kiemtie een einde aan haar leven. De inspectie oordeelde hard over de hulpverlening. In haar verhaal, dat haar moeder wil vertellen, komen veel problemen in de jeugdzorg samen.

      Sorry

      Hallo allemaal,

      Ik haat me leven echt supererg en daarom wil ik dood.

      Ik haat jeugdzorg en al deze kutmensen, deze overheid.

      Geen instelling mag meer geld aan mij verdienen.

      Ik hou van je mama, en van me twee lievelingsbegeleiders E. en Y.

      Groet, Kiki.

      Op een velletje papier krabbelde Kiemtie – zoals Kiki eigenlijk heette – deze afscheidsboodschap. Ze was 14 jaar oud toen ze op 15 januari 2019 in de gesloten jeugdzorglocatie Midgaard in Den Haag een einde maakte aan haar leven.

      De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) publiceerde eind vorig jaar een vernietigend rapport over de hulpverlening aan Kiemtie: ‘Pijnlijk komt naar voren dat langdurige jeugdhulp voor sommige jeugdigen niet tot een positieve uitkomst leidt. Dit ondanks alle goede bedoelingen en inspanningen van professionals.’

      In Kiemties leven ging bijna alles mis wat mis kon gaan. Pogingen om haar te helpen pakten averechts uit.

      Valse hoop over haar grootste wens
      Kiemtie wordt al op jonge leeftijd uit huis geplaatst. Ze komt onder de voogdij van de stichting Leger des Heils jeugdbescherming en reclassering. Die heeft, oordeelt de Inspectie, ‘onvoldoende gezorgd voor continuïteit in het leven van de jeugdige’. In haar korte leven woont het meisje op vijftien plekken, waarvan negen in de laatste drieënhalf jaar. Het is een komen en gaan van voogden en vervangende voogden.

      ‘Er is te weinig stilgestaan bij de vraag wat dit betekende voor de jongere’, schrijft de Inspectie. ‘Wie behalve haar familie kende haar? Wie had een vertrouwensband met haar?’ Bij de overdracht tussen de hulpverleners ging veel informatie verloren. Mede daardoor is Kiemtie meermalen de valse hoop gegeven dat ze weer bij haar moeder zou kunnen wonen – haar grootste wens. Bovendien is onvoldoende gekeken of er andere mogelijkheden waren dan plaatsing in de gesloten jeugdzorg.

      In het verhaal van Kiemtie komen verscheidene knelpunten samen in de zorg aan kwetsbare jongeren, waarop structureel kritiek is. Zoals: een lange reeks verhuizingen, veel verschillende hulpverleners en een te repressief klimaat in de gesloten jeugdzorg.

      In Midgaard, waar ze sinds maart 2018 verblijft, onderzoeken de hulpverleners niet waarom ze zich opstandig gedraagt. In plaats daarvan wordt ze geregeld onder dwang in een afzonderingsruimte opgesloten.

      De Inspectie beklemtoont al langer dat de gesloten jeugdzorg moet stoppen met het gedwongen separeren van jongeren. ‘Overplaatsingen kunnen jongeren het gevoel geven dat niemand ze wil’, schrijft de Inspectie.

      Deze casus toont volgens de Inspectie aan dat de zorg voor kwetsbare jongeren moet verbeteren. De Inspectie roept de jeugdzorg op jongeren alleen in het uiterste geval over te plaatsen. En zorg te dragen voor een blijvende vertrouwenspersoon.

      Steeds dat verhaal van de tienermoeder
      Zal de jeugdzorg wel van de fouten leren zoals ze staan beschreven in dit rapport?, vraagt Marie Carine Kruizinga (31) zich af. Zij is de moeder van Kiemtie. Een jaar na de dood van haar dochter wil ze haar verhaal vertellen. Om te voorkomen dat andere kinderen hetzelfde overkomt.

      Kruizinga laat foto’s zien van Kiemtie: een stralende glimlach omlijst door een mooie bos donkere krullen. Op één foto staat ze met de lastige hond die ze mocht heropvoeden. ‘Ze was heel goed met dieren.’

      Het verhaal begint bij de ongelukkige jeugd van Kruizinga zelf, geboren in Kameroen. Als ze 5 jaar oud is, wordt ze geadopteerd door een Nederlands echtpaar in Delft. Het loopt stroef. Met haar adoptieouders heeft ze geen contact meer.

      Op zoek naar de warmte die ze thuis mist, wordt ze op haar 12de verliefd op een vrijwilliger in het buurthuis. Deze ruim vijftien jaar oudere man is de eerste die echt naar haar luistert, zegt ze. Ze loopt weg bij haar adoptieouders en trekt bij hem in. Een jaar later is ze zwanger. Als ze 14 is, krijgt ze haar eerste kind – een zoon.

      Twee jaar later beëindigt Kruizinga de relatie. Drie kinderen heeft ze dan. Kiemtie is de jongste; met haar zus scheelt ze een jaar.

      Dat de kinderen toen bij haar zijn weggehaald, kan Kruizinga begrijpen. De biologische vader onttrekt zich. Zij is een tienermoeder, zonder familienetwerk, inkomsten en opleiding. Nog midden in haar eigen getroebleerde jeugd heeft ze haar kinderen geen goede start kunnen geven.

      Maar ze voelt zich wanhopig en machteloos over hoe het daarna verder gaat. Zelf werkt ze zich op, vertelt ze. Ze verdient geld met het verkopen van verzekeringen en ze behoudt de huurwoning in Delft. Nu volgt ze een mbo-opleiding tot secretarieel medewerker. Haar kinderen krijgt ze niet terug. ‘De hulpverleners zagen niet dat ik volwassen was geworden – economisch zelfstandig, mijn huis op orde.’

      In de rapporten voor diverse rechtszaken blijven de instanties volgens haar te veel hangen in het verhaal van de 14-jarige moeder. ‘Telkens waren er weer andere hulpverleners die elkaar napraatten en niet naar mij luisterden. Zij waren de baas, zij wisten het beter. Het is een papieren werkelijkheid, de rapporten zijn heilig.’

      Overplaatsingen en ongeremd gedrag
      Tot 2015 blijven de drie kinderen in een pleeggezin in Friesland. Ze krijgen daar een sterke band met elkaar, maar zijn er uiteindelijk niet op hun plek. Inmiddels staat het drietal onder voogdij van de jeugdbeschermingspoot van het Leger des Heils. Die besluit de drie ‘uit elkaar te trekken’, zoals de moeder dat noemt. Dat doet de jeugdbescherming als zij denkt dat de kinderen verschillende vormen van hulp nodig hebben of vindt dat de kinderen zich beter los van elkaar kunnen ontwikkelen. ‘Daarna voelde Kiemtie zich eenzaam’, zegt Kruizinga. ‘Ze had een sterke band met haar zus.’

      In het pleeggezin waar ze terechtkomt, gedraagt ze zich opstandig. Zo komt Kiemtie in 2015 terecht in een jeugdzorginstelling in het noorden van het land. Een reeks overplaatsingen volgt. Hulpverleners weten niet wat ze aanmoeten met haar ongeremde gedrag en haar frequente pogingen om weg te lopen.

      Al op haar twaalfde belandt ze zo in de gesloten jeugdzorg. Weer volgen overplaatsingen. Gedragswetenschappers oordelen in 2017 dat de pogingen het gedrag van het meisje te veranderen mislukken, omdat ze maar één wens heeft: bij haar moeder wonen. Dat kan niet, vinden het Leger des Heils en de Raad voor de Kinderbescherming. Haar moeder kan haar volgens deze instanties niet de ontwikkelingsmogelijkheden geven die ze nodig heeft.

      Als compromis wordt Kiemtie in maart 2018 van Leeuwarden overgeplaatst naar de gesloten jeugdzorglocatie Midgaard in Den Haag, dichter bij haar moeder in Delft. Daar gaat het mis. De voogd in Leeuwarden is met langdurig verlof. De nieuwe voogd in Den Haag denkt dat het doel van de overplaatsing is dat Kiemtie op termijn weer bij haar moeder gaat wonen. Zo wordt het ook met Kiemtie besproken.

      Elke woensdagmiddag bezoekt Kruizinga haar dochter, elk weekend mag ze één dag naar huis. Dan gaan moeder en dochter winkelen of cakejes bakken. ‘Ze wilde heel graag bij mij zijn. We hadden dezelfde interesse, in dieren en in ondernemen.’

      Pas maanden later belandt het complete dossier van Kiemtie uit Leeuwarden in Den Haag. In juli krijgt Kiemtie van de hulpverleners te horen dat ze toch niet bij haar moeder kan wonen. Eind augustus wordt de machtiging voor gesloten jeugdzorg met acht maanden verlengd.

      In oktober 2018 hoort Kiemtie dat haar broer wél bij hun moeder mag wonen. De 16-jarige jongen is zo vaak weggelopen uit de instellingen waar hij verblijft, dat de jeugdbescherming geen andere oplossing meer weet.

      Het Leger des Heils had rekening moeten houden met het effect van die beslissing op de andere kinderen, vindt de Inspectie. Kruizinga: ‘Eerst hoort Kiemtie: sorry, het was een fout, je mag niet bij je moeder wonen. Dan mag haar broer dat vervolgens wel. Zoiets kun je een kind niet uitleggen.’

      Leeftijdgenoten zien wel dat het slecht gaat
      Daarna gedraagt Kiemtie zich steeds opstandiger. Steeds heviger mist ze haar zus, die ze sinds haar verhuizing naar Den Haag al maanden niet heeft gezien. Ze probeert weg te lopen. Als ze ziet dat een andere jongere in haar groep door de groepsbegeleiders wordt gefixeerd, springt ze ertussen. Daarop drukken de begeleiders haar tegen de grond en brengen haar naar de separeerruimte.

      Het valt de Inspectie op dat de kinderen in haar groep wél doorhebben hoe slecht het met haar gaat. Haar leeftijdgenoten zien dat Kiemtie de hoop op een goede afloop begint te verliezen. Aan hen vertelt ze dat ze dood wil. ’s Nachts huilt ze vaak.

      De begeleiders lijken hiervan geen weet te hebben – mede doordat ze is overgeplaatst naar een andere groep en zo het contact verliest met de twee begeleiders die ze vertrouwde. Het merendeel van de medewerkers van Midgaard werkt er korter dan twee jaar. Hun reactie op het gedrag van Kiemtie is vooral repressief.

      Midgaard heeft niet goed gekeken naar de oorzaak van haar opstandigheid, vindt de Inspectie. Er was voldoende aanleiding om een psychiater in te schakelen. De kennis in de gesloten jeugdzorg over psychiatrische problemen en de aandacht voor het voorkomen van zelfdoding is volgens de Inspectie onvoldoende. ‘Ook bij de behandeling van deze jeugdige lijkt dat het geval.’

      Begin januari maakt Kiemtie balletjes van een donzen kussen, die ze in haar oren propt. Haar moeder zegt tegen de begeleiders dat dit volgens haar een poging tot suïcide is. ‘In Midgaard zeiden ze: ze overdrijft, ze stelt zich aan.’

      De avond van 14 januari 2019 is Kiemtie onrustig. Ze heeft geprobeerd haar zus te bellen, maar dat is niet gelukt. Begeleiders proberen haar te kalmeren en vertellen haar dat ze de dag erna weer kan bellen. Om 11 uur ’s avonds loopt een begeleider nog een rondje met haar. Daarna gaat ze naar haar kamer. Die nacht maakt ze een einde aan haar leven.

      ‘Helikopterview’ op het leven van een kind
      Kruizinga heeft nog een reden om dit pijnlijke verhaal te vertellen. Met haar andere nu 16-jarige dochter die in een gesloten jeugdzorginstelling verblijft, gaat het zo slecht, dat ze vreest dat het met haar net zo kan aflopen als met Kiemtie.

      Ook hier ontbreekt volgens Kruizinga de ‘helikopterview’ op het leven van een kind, waarop de Inspectie hamert in het kritische rapport over de hulpverlening aan Kiemtie. Met haar advocaat Nawid Fakiri beraadt de moeder zich op stappen. Ze wil dat de betrokken instanties hun fouten toegeven en vindt dat er een onafhankelijke toezichthouder moet komen voor de jeugdzorg – een ‘waakhond’ zoals je die ook hebt voor de financiële markten.

      Fakiri doet meer zaken in de jeugdzorg. Maar zo’n opeenstapeling van fouten is hij niet eerder tegengekomen. ‘Het is pijnlijk om te zien hoe dit systeem werkt. Als je er eenmaal in zit en er staan een paar uitspraken tegen je op papier, dan ben je verloren.’

      REACTIES

      Jeugdbescherming Leger des Heils:

      ‘We zijn ontdaan door deze afschuwelijke gebeurtenis en wij trekken ons de kritiek van de Inspectie aan. Waar mogelijk hebben we verbeteringen doorgevoerd. We hebben de informatieoverdracht tussen hulpverleners en jeugdbeschermers uitgebreid en laten gedragswetenschappers meekijken, voor het bredere perspectief. Bij jongeren met gedragsproblemen is niet altijd meteen te zien dat onder het soms agressieve gedrag ook angst en depressie schuil kan gaan. We scholen onszelf in het voorkomen van suïcide.

      ‘We zijn ons ervan bewust dat overplaatsen voor een kind ingrijpend is. Gebrek aan continuïteit is een probleem in de hele jeugdzorg. De hele branche kent een groot verloop van personeel. Dat heeft te maken met de enorme werkdruk en de groeiende complexiteit van problemen in gezinnen. Dat maakt het werken met jongeren en gezinnen die veel problemen tegelijkertijd hebben erg ingewikkeld.’

      Jeugdzorgorganisatie Horizon, waarvan Midgaard onderdeel is:

      ‘Onze medewerkers zijn geschokt door deze verdrietige gebeurtenis. We nemen de bevindingen van de ouders en de Inspectie heel serieus en hebben de voorgestelde verbeteringen doorgevoerd in Midgaard. Bijvoorbeeld met maatregelen om suïcide te signaleren en voorkomen. We weten inmiddels dat gedwongen behandeling en het afzonderen van kinderen niet werkt. We zoeken naar alternatieven om het verblijf in de gesloten jeugdzorg zo kort mogelijk laten zijn. Wij realiseren ons dat met deze maatregelen de ouders hun kind niet terugkrijgen.’

      Inspectie IGJ:

      ‘Zowel Midgaard als het Leger des Heils heeft na onze aanmerkingen een verbeterplan opgesteld. De inspectie volgt de implementatie van voorgestelde verbeteringen. In een recent rapport over de gehele jeugdbescherming concludeert de Inspectie dat kwetsbare kinderen onvoldoende worden beschermd. De onderliggende problematiek – zoals het personeelstekort – stijgt uit boven de verantwoordelijkheid van een bestuurder van een organisatie. Daarom heeft de Inspectie aan het Rijk en de gemeenten gevraagd om tot duurzame oplossingen voor een betere jeugdbescherming te komen.’

      Bron: de Volkskrant >>

      #251591
      Luka
      Moderator
      Topic starter

        De val van Midgaard – hoe een jeugdzorginstelling ontspoorde en nu weer werkt aan de toekomst

        In januari 2019 maakt Kiemtie een eind aan het leven in de gesloten jeugdzorginstelling Midgaard. Daarna stortte de zorg er helemaal in.

        Als Kiemtie op 15 januari 2019 in de ­gesloten jeugdzorg­locatie Midgaard in Den Haag een eind aan haar leven maakt, is ze 14. Ze heeft dan al een ­leven in een pleeggezin in Friesland en dertien andere opvanglocaties achter de rug. Ze haat het leven, schrijft ze in haar laatste brief, ze haat de jeugdzorg. En dan schrijft ze iets dat haar korte leven misschien wel het meest tekent: ‘Geen instelling mag meer geld aan mij verdienen.’

        De tekst van Kimties afscheidsbrief is hartverscheurend. Het is tevens een aanklacht van een jong, wanhopig meisje op de manier waarop in ­Nederland wordt omgegaan met jongeren met ernstige gedragsproblemen. ‘Ik haat (…) de overheid.’

        De Volkskrant schrijft op 27 februari van dit jaar over Kiemtie. Over haar ­leven, over haar moeder, over alle hulpverlening. En over de laatste instelling waar ze verbleef, de Haagse gesloten jeugdzorginstelling Midgaard. In een snoeihard rapport hekelt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in 2019 de hulpverlening aan Kiemtie. De zorg van de jeugd­beschermers van het Leger des Heils, maar ook de zorg die ze in de laatste fase van haar leven kreeg. Er wordt haar geen perspectief geboden, er wordt geen band met haar opgebouwd. Geregeld wordt ze onder dwang in een separeerruimte opgesloten omdat ze zich opstandig gedraagt. Waarom ze dat gedrag vertoont? Daar wordt niet serieus naar gekeken.

        De inspectie schrijft: ‘Pijnlijk komt naar voren dat langdurige jeugdhulp voor sommige jeugdigen niet tot een positieve uitkomst leidt. Dit ondanks alle goede bedoelingen en inspanningen van professionals.’

        Wie zou denken dat de gesloten jeugdzorglocatie Midgaard direct na het tragisch overlijden van Kiemtie en het kritische inspectierapport haar hulpverlening zou verbeteren, komt bedrogen uit. De Volkskrant wordt na de publicatie in februari herhaaldelijk benaderd door (ex-)medewerkers die zeggen dat de kwaliteit van de zorg er sindsdien alleen maar verder is achteruitgegaan.

        In april volgt een nieuw, vernietigend inspectierapport. De situatie is zo ernstig dat de instelling (voorlopig) geen nieuwe jongeren mag opnemen. Tot 24 juni heeft Midgaard de tijd gekregen om verbeteringen door te voeren. Als die onvoldoende zijn, moet de instelling een dwangsom betalen.

        Dit is het verhaal over hoe een jeugdzorglocatie de greep op haar zorg kwijtraakte. Hoe kwetsbare jongeren aan hun lot werden overgelaten en hoe bureaucratische processen verandering in de weg stonden. Maar dit is ook het verhaal hoe een jeugdzorglocatie zichzelf weer opnieuw kan uitvinden.

        54 jongeren
        Sinds 2017 is jeugdzorglocatie Midgaard gevestigd in een langgerekt pand met vier verdiepingen uit het begin van de vorige eeuw, dat verscholen ligt tussen het groen aan de rand van Den Haag. Er is plek voor 54 jongeren met ernstige gedragsproblemen of een onhoudbare thuissituatie.

        Rik, 17 jaar, is een van hen. Met acht andere jongeren woont hij op een ‘leefgroep’. Zijn eerste politiecontact had hij op zijn 13de. Daarna belandde hij in een jeugdgevangenis vanwege een gewapende overval. ‘Er was niet veel te doen buiten’, zegt hij. ‘Mijn ­ouders hadden niet veel geld en ik wilde graag mooie, nieuwe schoenen.’

        Zijn lange verblijf in een gesloten setting heeft Rik tot een doorgewinterde jeugdzorgbewoner gemaakt. ‘Hier heb je geen vrienden. Iedereen heeft zijn eigen problemen. Je trekt elkaar naar beneden.’ Eén keer overkwam het hem dat medewerkers van Midgaard hem tegen de grond duwden om hem gedwongen te isoleren. Daarna begreep hij tot welke grens hij kon gaan, en wanneer hij moest stoppen.

        Rik is zich zichtbaar bewust van zijn charme. Als hij glimlacht glinsteren zijn lichtbruine ogen onder zijn donkere, kortgeknipte haar. ‘Het verschil tussen een jeugdgevangenis en de gesloten jeugdzorg is dat je bij een gevangenis tenminste weet wanneer je vrijkomt’, zegt hij, enigszins onderuitgezakt op zijn stoel. Een verblijf in de gesloten jeugdzorg kan door de rechter telkens opnieuw worden verlengd.

        Dat hij zolang in Midgaard zit, ligt ook aan hemzelf, geeft hij toe. Het is vaak ‘druk in zijn hoofd’. ‘Dan doe ik dingen waarmee ik het verpest voor mezelf. Het is zonde van mijn tijd geweest. Ik had eerder met school kunnen beginnen.’

        Maar een deel van het personeel is volgens hem ook niet in staat om te gaan met moeilijke jongeren zoals hij. ‘Sommigen gaan met je in gesprek, anderen boeit het gewoon niet. Bij sommige groepsleiders denk ik ook: ze begrijpen de jongeren hier echt niet.’

        Levensgevaarlijk
        De inspecteurs schrikken van wat zij in maart aantreffen in Midgaard. Tijdens hun bezoek zien zij overal in het gebouw gesneuvelde ramen en ingetrapte deuren. Her en der liggen er nog glasscherven van op de grond: levensgevaarlijk in een gebouw waar ook jongeren wonen met agressieproblemen. De zorg schiet op bijna alle punten tekort. In de woonkamers van de leefgroepen is de sfeer weinig huiselijk. Soms is de bank kapot en hangt er niets aan de muur. Jongeren moeten vaak maanden wachten op therapie. Het personeel is veelal onervaren en onvoldoende opgeleid. Het verloop is groot. 30 procent van de nieuwe medewerkers vertrekt binnen een jaar. Het toezicht is zo gebrekkig dat de jongeren ’s nachts bij elkaar op de kamers kunnen zitten.

        De inspectie constateert vaker dat de hulp- en zorgverlening niet voldoen aan de normen voor verantwoorde jeugdhulp. Maar dat zij een dergelijke ‘acute fysieke onveiligheid’ aantreffen, door kapotte ramen en deuren, gebeurt zelden.

        Rik heeft zelf geen ramen ingeslagen of deuren ingetrapt, zegt hij. Maar hij heeft wel gezien hoe sommige van zijn instellingsgenoten dat vrijwel dagelijks deden. Het werd een sport voor hen. Twee jongens met aangrenzende kamers wisten zelfs een tussenmuur te slopen. ‘Voor de grap. Dan konden ze met elkaar praten.’

        Medewerkers en ex-medewerkers die de Volkskrant benaderen over Midgaard, vertellen dat ze het een schande vinden dat het zover heeft kunnen komen. De leiding had – alleen al door het grote personeelsverloop – zelf eerder moeten zien hoe slecht het ging, daar had geen inspectierapport voor nodig hoeven zijn. ­Diverse medewerkers hebben herhaaldelijk de tekortkomingen aangekaard bij hun leidinggevenden.

        De inspectie let al langer scherp op de instellingen voor Jeugdzorgplus, de zwaarste vorm van jeugdzorg. Hierin verblijven 1.400 jongeren tussen de 12 en 18 jaar, na een beslissing van de rechter. Ze hebben bescherming nodig omdat hun ouders geen veilig thuis kunnen bieden, ze brengen zichzelf in gevaar of weigeren bijvoorbeeld een behandeling voor ernstige gedragsproblemen. De inspectie vindt dat zo min mogelijk jongeren gedwongen in zulke gesloten instellingen moeten wonen, en dat hun verblijf daar zo kort mogelijk moet zijn. Het klimaat is er vaak te repressief.

        Vrije val
        De vrije val van Midgaard, zeggen de (ex-)medewerkers, begint in de tweede helft van 2018. Funest was het besluit van de directie om te stoppen met de inzet van goed gekwalificeerde maar ‘dure’ zzp’ers. Daardoor waren de teams niet langer compleet. Het werd normaal dat er één pedagogisch medewerker op een groep van negen jongeren stond, terwijl daar twee personeelsleden aanwezig moeten zijn.

        Alleen op een groep staan, is onverantwoord, zegt een voormalig medewerker. ‘Je moet de kinderen wekken om half 8, als je dienst begint. Dan moet je eigenlijk al de rapporten van de dag ervoor hebben gelezen. Ondertussen moet je ook opletten dat de jongens niet in de meisjesdouche ­komen.’

        Het enorme personeelsverloop komt ook, zeggen medewerkers, omdat de leiding niet openstond voor inbreng van het personeel. Het is schadelijk voor deze jongeren dat ze telkens een nieuw gezicht op de groep zien. En dan ook nog vaak een jonge en onervaren medewerker, net van de opleiding, met weinig levenservaring.

        Een tweede keerpunt is de zelfmoord van Kiemtie, in januari 2019. Voor medewerkers in de jeugdzorg is het hun grootste nachtmerrie: een suïcide van een kind dat onder hun hoede is. Een aantal personeelsleden vertrekt. Daarna verslechtert de situatie in Midgaard verder.

        Medewerkers vertellen dat ze zich soms schuldig voelen dat zij de jongeren tekortdoen, vanwege de slechte omstandigheden. Kinderen die door de rechter uit hun huiselijke situatie zijn gehaald. Getraumatiseerde jongeren, die vaak hunkeren naar aandacht. Maar het ontbreekt medewerkers vaak aan tijd voor een goed gesprek op de bank, door de chaos en de drukte die er geregeld heersen op de leefgroep.

        Juist door het ontbreken van die aandacht kan het slechter gaan met een kind. Als er geen tijd is om de vraag te stellen: waarom ben je zo boos?, is de kans groter dat de situatie de dag erna escaleert. ‘Een keer kwam een meisje om een pleister vragen bij een collega’, vertelt een voormalig medewerker. ‘Dat is een moment om door te vragen: wat is er gebeurd? Maar die collega gaf gewoon een pleister. Later zagen we dat ze zichzelf had gesneden.’

        Ook herinnert ze zich een jongen die op zijn hoofd bleef slaan en riep: jullie luisteren niet, jullie luisteren niet. ‘Ik zei: laten we met die jongen praten, dit is een ingang. Maar ik kreeg te horen: je ondermijnt je collega’s. Toen werd hij opgesloten in de separeer, terwijl het de opdracht is voor de jeugdzorg om de-escalerend te werken.’

        Een medewerker die nog in Midgaard werkt, vertelt hoe hij vaak kinderen onschuldig en hoopvol ziet binnenkomen. Ze zijn dan nog gemotiveerd om mee te werken. Want als je goed je best doet en je gedraagt, kun je snel weer naar huis, krijgen de kinderen te horen.

        Maar al gauw merken ze dat ze ­helemaal niet snel naar huis kunnen. Mede omdat ze in Midgaard te weinig leren en lang moeten wachten op therapie, wordt in de rechtbank hun verblijf vaak verlengd. Dan verliezen de kinderen het vertrouwen en worden ze onhandelbaar. De ex-medewerker ondersteunt dit verhaal: ‘Ik heb heel veel kinderen slechter zien worden van gesloten jeugdzorg. Kinderen komen hier in aanraking met crimineel gedrag.’

        Kraakpand
        Moeder Joyce (49) herkent dat maar al te zeer. ‘In de tijd dat mijn zoon hier wachtte op therapie, heeft hij wel slechte dingen kunnen leren van anderen.’ Ze komt deze middag haar 16-jarige zoon ophalen, die na tien maanden Midgaard naar huis mag. ‘Mijn zoon heeft hier de eerste zes maanden helemaal geen hulp gehad’, zegt Joyce. ‘Je kunt niet iemand opsluiten in de Jeugdzorgplus en dan zeggen: je komt op een wachtlijst voor een persoonlijkheidsonderzoek en voor ­therapie.’

        Toen Joyce vorig jaar voor de eerste keer bij het gebouw aankwam, dacht ze dat het, met al die dichtgetimmerde ramen, een kraakpand was. ‘Er werd drugs gebruikt, er was veel te weinig toezicht, veel werknemers ­waren onvoldoende gekwalificeerd. Ik heb vaak overwogen een klacht in te dienen, maar mijn zoon zat hier.’

        Inmiddels zit Joyce in de ouderraad die is ingesteld en wordt het gebouw opgeknapt. En omdat er minder jongeren verblijven, staan er weer twee pedagogisch medewerkers op de leefgroepen, zoals het hoort.

        De omslag
        Peter Houweling is ingevlogen om orde op zaken te stellen in Midgaard. Houweling is een doorgewinterde leidinggevende uit de instelling Harreveld – de gesloten jeugdzorginstelling bedoeld voor de allerzwaarste categorie probleemjongeren – en werkt al veertig jaar voor Horizon Jeugdzorg en Onderwijs. ‘Ook iemand zonder kennis van zaken zou al bij binnenkomst hebben gezien dat het niet goed was’, zegt Houweling.

        Bij hoge uitzondering heeft de Volkskrant toegang gekregen tot de gesloten instelling. Houweling wil laten zien hoe de transformatie in volle gang is. Overal lopen bouwvakkers en glaszetters door het pand, druk met de verbouwing.

        Het verschil is duidelijk. Op een nog niet vernieuwde afdeling zijn de groezelige muren bekrast en zijn plankjes getimmerd op de gehavende deuren. Op de vloer ligt knalrood linoleum. Het meubilair uit vervlogen tijden valt nog net niet uit elkaar.

        Op de al vernieuwde leefgroep met de naam Poseidon ruikt het fris. De ‘chill-ruimte’, waar jongeren tot rust kunnen komen, is ingericht met gezellige zitjes. De vloer en de keuken zijn licht van kleur en splinternieuw.

        Alex (16), kort haar en een wat lijdzame blik, laat zijn kamer zien op ­Poseidon. Die houdt hij graag netjes, dat geeft hem rust in zijn hoofd. ‘Deze afdeling heeft duidelijk een betere sfeer’, zegt hij. ‘Die rode vloer deed me denken aan school, niet fijn.’

        Drie maanden woont Alex in Midgaard. Thuis ging het niet zo goed. Hij maakte ruzie, blowde veel en ging niet meer naar school. Nu is het wachten tot zijn agressietherapie begint. ‘Ik wil zo snel mogelijk weg hier’, zegt hij. ‘Ik hoop dat dat lukt, als ik me goed gedraag en meewerk aan de behandelingen.’

        Hans du Prie, bestuurder van Horizon, zegt dat hij wakker heeft gelegen van de situatie. Goedpraten wil hij het niet, maar hij wil wel graag uitleggen hoe een van zijn instellingen zo onder het vereiste kwaliteitsniveau kon zakken. De organisatie Horizon Jeugdzorg en Onderwijs, met haar basis in Zuid-Holland, biedt open en gesloten jeugdzorg, speciaal onderwijs en pleegzorg. Op het gebied van Jeugdzorgplus is Horizon een grote speler.

        Volgens Du Prie was 2019 het jaar dat de situatie in Midgaard echt verslechterde, mede door de impact die de suïcide van Kiemtie had op de medewerkers. In januari van dit jaar, voor het inspectiebezoek, constateerde Du Prie naar eigen zeggen dat het niet goed ging. Hij greep in, ‘maar het was onvoldoende’, geeft hij toe.

        De ‘klap om de oren’ van de inspectie schudde hem wakker. ‘Het gaat om kwetsbare jongeren. We willen kop­loper zijn in vernieuwing. En verdorie, dan overkomt je dit.’

        Dat Midgaard minder gebruik kan maken van goed gekwalificeerde zzp’ers is volgens Du Prie financiële noodzaak, ze zijn bijna twee keer zo duur als vaste medewerkers. De enorme krapte op de arbeidsmarkt speelt mee. Er was al veel verloop. Omdat goed opgeleid personeel met ervaring moeilijk te krijgen is, zijn ook onervaren mensen aangenomen.

        En voor onvoldoende gekwalificeerd personeel is de doelgroep van Midgaard te zwaar. Bovendien werd elk aangemeld kind aangenomen, vaak na een acute crisissituatie. ‘Dat was niet verstandig’, zegt Du Prie. ‘Soms liepen kinderen met messen rond. Anderen hebben complexe psychiatrische stoornissen. Op dergelijke jongeren waren we niet toegerust. Nu doen we stappen terug.’ Twee tieners uit Midgaard met de zwaarste gedragsproblemen zijn inmiddels overgeplaatst naar de instelling Harreveld.

        De onervaren medewerkers voelden zich vaak onmachtig. ‘Sommigen gedroegen zich dan te repressief, omdat ze de vaardigheid misten om de angel uit een conflict te halen. Anderen gaven juist te veel ruimte. Er heerste geen goede cultuur.’

        Gevolg was een reeks incidenten. ‘Jongeren vielen medewerkers aan. Het klimaat was onveilig. Dan vertrouw je je collega’s minder. Terwijl je elkaar echt nodig hebt. Jongeren ruiken dan hun kans en nemen de regie.’

        De laatste vijf weken is er geen ruit gesneuveld, constateert Du Prie. ‘En er staan weer twee medewerkers op de leefgroepen. Zij krijgen opleidingstrajecten aangeboden, zodat ze zich weer meer verbonden gaan voelen.’ Midgaard is nu maar voor de helft bezet, met 24 tieners. ‘We hopen dat we snel zo’n goed niveau hebben dat we weer nieuwe jongeren mogen opnemen.’


        De leefruimtes van Midgaard zijn vernieuwd.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

        Wurggreep
        Nog niet iedereen is overtuigd van de verbeteringen. In mei nam een vijftal personeelsleden nog ontslag. Pedagogisch medewerker Lisa (31) is wel optimistisch. ‘De bezetting is op orde en dat het er binnen nu beter uitziet, heeft een positieve invloed op het gedrag van de jongeren.’

        Ze ervoer in oktober hoe heftig het er in Midgaard aan toe kan gaan toen een jongere haar in een wurggreep hield. Ze was doodsbang. Een collega moest haar ontzetten. ‘Ik ben blij dat de inspectie heeft blootgelegd wat er mis was. Het is beklemmend als je alleen op een groep staat.’

        De hbo-geschoolde medewerker is inmiddels negen maanden in de instelling werkzaam. Ze ziet dat het beter gaat. ‘De teams zijn stabieler’, valt collega Daryl (29) haar bij. ‘Ik merk dat we nu meer vooruitgang boeken met de jongeren, dat motiveert me.’

        Ook vertrekkend bewoner Rik gelooft dat verbeteringen in Midgaard verder gaan dan het cosmetisch opknappen van het pand. ‘Er wordt nu meer naar de jongeren geluisterd’, zegt hij. Drie weken geleden is er een jongerenraad ingesteld van bewoners die willen meepraten over de gang van zaken in de instelling. Rik zit er in, voor zo lang hij nog in Midgaard verblijft.

        De kinderrechter heeft zijn machtiging voor de gesloten jeugdzorg ­beëindigd. Dat betekent dat hij na een verblijf van ruim een jaar binnenkort mag vertrekken. Reikhalzend kijkt hij ernaar uit om een nieuw leven te beginnen. ‘Ik ben goed met computers. Ik wil de ict in.’

        De Volkskrant sprak de afgelopen ­weken met jongeren in de instelling, hun ouders, (ex-)medewerkers en met bestuurders van Horizon Jeugdzorg en Onderwijs, de organisatie waaronder Midgaard valt. Midgaard opende zijn deuren voor een inkijk in de gesloten wereld van de Jeugdzorgplus. Vanwege privacy wil een aantal geïnterviewden niet bij naam worden genoemd.

        Bron: de Volkskrant >>

      2 berichten aan het bekijken - 1 tot 2 (van in totaal 2)
      • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
      gasten online: 29 ▪︎ leden online: 2
      Peer, Lotteeh
      FORUM STATISTIEKEN
      topics: 3.769, reacties: 21.167, leden: 2.814