Antwerpse aanpak zedenfeiten leidt tot dubbel zoveel veroordelingen

[MarkModerator]

Onder meer dankzij wetenschappelijk onderzoek door het NICC worden dubbel zoveel verkrachtingsdossiers opgelost. FOTO: BART DEWAELE

ANTWERPEN – Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) gaat de aanpak van seksueel geweld die de voorbije drie jaar is uitgewerkt in Antwerpen, uitrollen naar het hele land. Die aanpak, in 2017 opgestart met een pilootproject, houdt in dat per ‘type’ seksueel geweld een aparte onderzoeksstrategie wordt gebruikt, die bovendien op nieuwe, wetenschappelijk onderbouwde technieken steunt. “Daardoor lossen we vandaag dubbel zoveel verkrachtingsdossiers op”, meent het Antwerpse parket.

Jaarlijks worden in ons land naar schatting 75.000 vrouwen slachtoffer van seksueel geweld. Dat leidt elk jaar tot zo’n 8.000 aangiftes van aanranding of verkrachting bij de parketten, maar daaruit vloeien volgens het parket amper 900 veroordelingen voort. “Dat wordt mee veroorzaakt door de hoge seponeringsgraad wegens gebrek aan bewijs”, aldus het parket van Antwerpen. Om die cijfers te verbeteren, werkte het Antwerpse parket sinds 2017 een nieuwe aanpak uit.

Grosso modo valt seksueel geweld volgens het parket op te delen in drie grote categorieën: zedenfeiten met een onbekende dader, zedenfeiten waarbij het seksueel contact wordt betwist en zedenfeiten waarbij niet het seksueel contact, maar wel de wederzijdse toestemming wordt betwist. Om meer succes te kunnen boeken in elk van die drie categorieën, werkt parket sinds 2017 intensief samen met de dienst forensisch advies van het NICC. Volgens procureur des Konings Franky De Keyzer is het NICC een “onmisbare partner” geworden. “Zij volgen het dossier inhoudelijk van bij het begin mee op en leveren professioneel advies”, zegt hij.

Niet alleen sperma
Een van de nieuwigheden aan de aanpak van het Antwerpse parket is dat niet langer gefocust wordt op enkel spermasporen. “De afwezigheid van sperma staat niet zomaar gelijk aan de afwezigheid van mannelijk DNA”, zegt het NICC. “Huidcontact of speekselsporen kunnen bijvoorbeeld ook helpen verdachten te identificeren. Daarbij hebben we methoden ontwikkeld om samen met het slachtoffer nauwkeurig aan te duiden waar de aanraking gebeurde, om zo beter sporen op kledij of het lichaam terug te vinden.”

Dankzij die nieuwe aanpak steeg het aantal veroordelingen in zedendossiers met een onbekende dader van 11% naar 36%, een verdriedubbeling. Ook het aantal veroordelingen voor zedenfeiten waarbij het seksueel contact werd betwist, stijgt van 20% naar 36% omdat dankzij de expertise van het NICC nauwkeurig kan worden nagegaan welke versie van de feiten overeenstemt met de waarheid. Met de hulp van onder meer toxicologisch onderzoek kon ook het aantal veroordelingen in dossiers waarbij de toestemming wordt betwist, worden opgetrokken van 11% naar 24%.

(Lees verder onder de infografieken)

Minister Van Quickenborne wil justitie naar eigen zeggen menselijker maken. “Voor de slachtoffers van verkrachting is dit een afschuwelijke, traumatische ervaring. We moeten hen vanuit justitie steeds laten merken dat we hun aangifte ernstig nemen en er alles aan zullen doen om de dader te veroordelen. Het opvangen van slachtoffers in zorgcentra om hen professioneel te omringen en hen op eigen tempo hun verhaal te laten doen is een beproefde aanpak die we onder meer in het UZ Gent zien. Momenteel hebben we drie zorgcentra in ons land. Dat aantal moet uitgebreid worden naar 10 zorgcentra. Ook in Antwerpen komt er een. Daarnaast voorzien we een doortastende aanpak bij rechtbanken waar we meer zaken effectief kunnen oplossen en dus vervolgen.”

De minister wil de Antwerpse aanpak uitrollen naar het hele land én wil seksueel misbruik strenger bestraffen. “We gaan daarom het luik seksueel misbruik uit het nieuwe strafwetboek lichten en versneld doorvoeren in het parlement. Met deze aanpak kunnen we seksueel misbruik strenger bestrijden en de slachtoffers beter helpen”, meent hij.

Bron: nieuwsblad.be

[Auteur]

Reacties